Bedrijfsleven achter Bernhard
f
I
II
Bi
i
L
1
JFi
F
■ÉR
Fokker terughoudend over prinselijke activiteiten
shi
F* E
OJf
r
m
O
£i
door Louis Engelman
Ongepast
W-
Vele vrienden
Nooit
F j
Hl
/•T
- 5
gl-w
i1
l
Vol lof
- I
F
Ml
'i
9
•S
ss
;:<v
I r
•r
i
>'Z
In Columbia
De ’zakenprins’ doet veel
aan persoonlijke contacten
e
a
Direct al na de oorlog richtte de prins
zijn aandacht op de Nederlandse econo
mie. Op zijn voorstel werd in 1948 de
economische adviesclub opgericht. Leden
daarvan waren industriëlen, bankiers en
hoogleraren in de economie. In de begin
periode kwam die club eenmaal per
maand op Soestdijk in beslotenheid bij
een. Door gebrek aan tijd van de leden
werden de zittingen later teruggebracht
tot een of twee keer per jaar.
In 1973 werd de Adviesclub opgeheven.
Volgens de heer Vernède, secretaris van
prins Bernhard, kwam dit vooral omdat de
club vergrijsde. In de laatste samenstelling
bestond zij naast Bernhard uit Pieter van
Vollenhoven, oud-staatssecretaris Grap-
perhaus, prof. Tinbergen, jhr. Van Karne-
beek, de heer Goekoop en de inmiddels
overleden prof. Posthumus. Veel nut zal de
Economische Adviesclub in haar laatste
jaren voor de prins al niet meer hebben
gehad. Bernhard was daarvoor inmiddels
al te doorkneed geraakt in de nationale en
internationale economische ontwikkelin
gen. Veel van die wijsheid deed hij natuur
lijk op tijdens de internationale conferen
ties van bankiers, industriëlen, politici en
wetenschapsmensen, de zgn. Bilderberg-
meetings.
Bedoeld was de prins zoveel mogelijk op
de hoogte te brengen van de economische
problemen. Bemhard was namelijk on
danks zijn rechtenopleiding juist door de
industrie en de financieel-economische
wereld gefascineerd. Prof. J. Tinbergen,
een van de regelmatige gasten, vertelt dat
de adviesclub de prins informeerde door
middel Van een onderlinge gedachenuit-
wisseling. „Meestal werd een economisch
vraagstuk ingeleid, waarna er een discus
sie plaatsvond. De prins was daarbij
steeds voorzitter.”
Fokker beweert dat er geen enkele direc
tie relatie is aan te wijzen tussen de reizen
van de prins en de verkoop van vliegtui
gen. Een woordvoerder van de fabriek:
„Het valt niet te ontkennen dat de prins af
en toe een goed woordje voor Fokker doet,
inaar daaraan zijn geen duidelijke resulta
ten af te lezen. Hij vervult wat dat betreft
uitsluitend de ambassadeursfunctie
Buley, lid van de raad van bestuur van het
Fokker-concern in Düsseldorf, zei toen:
„De prins neemt op z’n buitenlandse reizen
zowel officieel als privé veelvuldig contact
op met staatshoofden, regeringsfunctiona
rissen, e.d. Die passen goed bij de activitei
ten van de Fokker F-27 en F-28. De prins
verkoopt natuurlijk niet, maar verricht
onontbeerlijk ambassadeurswerk. Zo had
hij bijvoorbeeld een groot aandeel bij het
tot stand komen van het contract met
Indonesië voor acht machines van het type
F-27 (Fokker Friendship), met een optie
voor nog vier vliegtuigen. Hij was het ook
die ervoor zorgde dat Fokker voor de
Venezolaanse strijdkrachten zijn F-28
(Fellowship) kon demonstreren, na een
gesprek met de president van Venezuela.
En het is natuurlijk voor het bedrijf een
geweldige reclame dat de prins zelf in een
Fokker vliegt
Waarom de vliegtuigfabriek daarover
thans zo terughoudend doet, zal ongetwij
feld te maken hebben met de enorme pu
bliciteit die de Lockheed-affaire en daarna
de Werkspoor-zaak heeft gekregen
„Daar wilde men een gigantisch gedenk
boek over de Mexicaanse revolutie laten
uitkomen Wij hadden ook offerte gedaan,
maar die bleek m het ongerede te zijn
„Zo gauw als de prins ergens op een
buitenlandse reis is geweest, gaan wij er
achteraan. Liefst zo snel mogelijk, want
dan is het succes het grootst. Men weet
tenminste nog waar Nederland ligt. Soms
hangen zelfs de Hollandse vlaggen nog in
top. Dat zijn dingen die erg veel schelen.”
Lambert Fokkema, directeur van de Ne
derlandse Export Combinatie in Soest, is
buitengewoon positief over de invloed die
prins Bernhard heeft in het buitenland
ten gunste van de Nederlandse handel en
industrie.
De NEC, die de belangen van 350 onder
nemers behartigt (uit elke branche één),
profiteert bewust van het gunstige kli
maat dat de prins na zijn goodwillreizen
in de betrokken landen achterlaat. Ech
ter, volgens de heer Fokkema, niet alleen
de NEC, maar een groot deel van het
Nederlandse bedrijfsleven dat op export
is gericht. „Als de prins niet zo te werk
zou gaan als hij nu doet, gingen er aan ons
land heel wat orders voorbij. Dat weet ik
zeker”, zegt hij.
Met deze woorden vertolkt Fokkema in
algemene zin de mening van het Neder-
Het gedenkboek, La Pintura Mural de la
Revolucion Mexicana, werd in een oplage
van 10.000 stuks gedrukt, deels in het En
gels en deels in het Spaans. De boekwer
ken wogen per stuk liefst 7 kg. Maanden
lang hebben Mexicaanse kunstenaars in
Haarlem gewoond om de illustraties te
verzorgen
Van Andringa-De Kempenaer: „Het was
een internationale prestige-opdracht. Dat
wij de order binnenhaalden, was uitslui
tend en alleen aan de interventie van de
prins te danken.'
„Hij was toch ook de grote stimulator
achter de order van vier grote vrachtsche-
bepaalde ondernemingen heeft hij daarbij niet. „Ze kunnen
een verlanglijstje bij me indienen'aldus de prins vorig jaar
tegen Elsevier ,,Dat gebeurt een paar maanden van tevoren
Dan weet ik dat een bepaald bedrijf bijvoorbeeld in een land
met iets bezig is en dan kan ik de hoogste regeringsvertegen
woordigers vragen hoe het ermee staat Dat kan tot resultaat
hebben dat een zaak sneller wordt behandeld.'
De belangstelling van de prins voor
Zuid-Amerika werd al gewekt aan het eind
van de jaren ’40, toen hij een reis maakte
naar Suriname en de Antillen. Hij stelde
de toenmalige minister van financiën,
.prof. dr. P. Lieftinck voor, bezoeken aan
staten in dat werelddeel te brengen om er
interesse voor de Nederlandse industrie te
wekken
pen voor Venezuela, die door Rijn-Schelde
in 1970 a 30 miljoen gulden per stuk kon
den worden gebouwd. De scheepsbouwer
heeft natuurlijk zelf de contracten afgeslo
ten, maaf de vriendschappelijke betrek
kingen van de prins met dat land waren
van groot belang”, meent Halbertsma.
Rijn-Schelde kon zelf niet bevestigen dat
de prins de order mede bewerkstelligde.
De eerste reis in 1950 werd, evenals de
vele volgenden, door de regering goedge
keurd. Hij bezocht onder meer West-Indië.
Brazilië. Mexico. Venezuela en de Verenig
de Staten Voor zijn vertrek pompte de
prins zichzelf tal van bijzonderheden in
over de landen die hij zou bezoeken, en
ook leerde hij met behulp van grammo
foonplaten de Spaanse taal. Het succes
van de eerste reis vond zijn vervolg in de
trip in 1951tijdens welke de prins de thans
zo geruchtmakende Werkspoor-order in
Argentinië „regelde.” Om het contract van
258 miljoen gulden voor de bouw van
treinstellen bij het echtpaar Peron los te
krijgen, verleende nij Evita Peron namens
de regering een hoge onderscheiding en
omhing haar met juwelen ter waarde van
30.000 gulden. Naar nu is gebleken voegde
Werkspoor daar zelf nog eens 30 miljoen
gulden aan steekpenningen aan toe, waai
de prins evenwel niets van geweten zou
hebben
Met andere woorden: als de woelingen
rond de prins straks weer wat zijn ge
luwd, kan hij zijn taak daar gewoon blij
ven voortzetten en de Nederlandse inter
nationale handel en industrie heeft dat
graag. De voorspraak van de prins wordt
nog steeds op prijs gesteld. In bijgaand
verhaal is geprobeerd een indruk te geven
van de „handelsfunctie” van de prins.
Daarvoor is onder andere een reeks van
grote ondernemingen benaderd met de
vraag, in hoeverre zij direct dan wel zijde
lings van de prinselijke missies hebben
geprofiteerd.
Hoewel ook deze reis de export ten goe
de kwam, stond niet iedereen te juichen.
Sommige Nederlandse socialisten vonden
het ongepast dat de prins zo goed bevriend
was met dictator Peron. De prins daaro
ver: „Ik deed alleen wat de regering me
had verzocht en ik heb de kritiek naast me
neergelegd.”
Toch bleven er groepen Nederlanders
met gefronste wenkbrauwen de sinds die
tijd bijna jaarlijkse reizen van de prins
naar Zuid-Amerika en Afrika bekijken.
Zij hadden het er niet zo op dat de prins
zulke nauwe relaties onderhield met staat
slieden als William Tubman van Liberia en
Alfredo Stroesner van Paraguay. Ook nu
zint hen de vriendschap tussen Bernhard
en de sjah van Perzië niet In kringen van
ondernemers wordt die kritiek doorgaans
weggewuifd met de contracten die het
bedrijfsleven in de betreffende landen me
de door de goodwill van de prins kon
afsluiten
Shell: „Bij bezoeken van de prins aan
landen waar olie-industrieën zijn geves
tigd. is het wel voorgekomen dat wij hem
op zijn verzoek informeerden over de ioka
ie situatie in deze bedriifstak Het is niet zo
DAF: „Bij economische missies van de
prins hebben we soms materiaal van onze
fabriek meegegeven. Onder andere vorig
jaar tijdens een goodwill-reis naar Perzië.
Verder gaat dat echter niet. We profiteren
natuurlijk wel van zijn bekendheid, maar
we hebben onze markt in het Midden
oosten en Afrika verder geheel op eigen
kracht opgebouwd.”
dat de prins op ons verzoek contacten
heeft gelegd.”
Unilever: „We hebben de prins, voor
zover bekend, niet om persoonlijke bemid
deling gevraagd. We hebben daarvoor ons
eigen net van contacten in vele landen. In
1914 waren we al in 41 landen geworteld en
werkten er er op de lokale markt.”
Ballast-Nedam; „Voor ons, en naar ik
meen voor andere aannemingsmaatschap-
pijen, heeft de prins nooit geïntervenieerd.
In onze sector gaat de activiteit doorgaans
van de opdrachtgever uit.”
1
e
e
e
sen
op
uw
an-
iu?
De prins bewoog zich trouwens altijd
gemakkelijk in de kring van grote onder
nemers. Hij maakte er vele vrienden, die
hem ook wel aan zich wensten te binden.
Zo vroeg dr. F. H. Fentener van Vlissingen
Bernhard twee jaar na de bevrijding of
deze geen zin had om zitting te nemen in de
raad van commissarissen van de Steenko
len Handelsvereniging. De prins wilde wel,
maar besloot na overleg met de regering
geen commissariaten te accepteren van
maatschappijen die in een concurrentiepo
sitie met andere verkeren Wel werd hij
commissaris van de KLM. van Hoogovens
en van Fokker.
Opmerkelijk is dat juist deze onderne
mingen het minst over de verdiensten van
de prins willen meedelen. Namens Estel
(Hoogovens) wordt gezegd dat er geen in
formatie kan worden verstrekt, omdat er
dan „over personen wordt gepraat.” Bij
KLM durft men het niet aan mededelingen
te doen en wordt er verwezen naar de
Rijksvooriichtmgsdienst, maar die had al
eerder laten weten over de verdiensten
van de prins voor het bedrijfsleven niets
anders te kunnen laten zien dan de knip
sels van de weinigzeggende berichtgeving
uit de achterliggende jaren.
Toch zijn er ook verscheidene grote Ne
derlandse ondernemingen die nooit in de
„orderportefeuille” van de prins zijn mee
gereisd. AKZO: „Met alle waardering voor
ZKH, maar voor ons heeft hij nooit iets
-gedaan. We zouden daar uiteraard geen
bezwaar tegen hebben, maar wij hebben
zo’n gevarieerde toko dat daarin dergelij
ke individuele inspanningen niet helemaal
passen."
tiet
<er
Ier
ran
eb-
ich
en
va-
ro
iel
Ig
»n
ij-
n-
o-
ig
ar
id
;n
lS-
re
n.
sr,
te
ij
r
n
ït
r-
e
m
3,
ij
jpt
PH
ar
eg
ui
en
?n.
iet
lie
sa-
en
iet
ip-
ie-
jn,
ze
e
e
n
?d.
ie
aid
ie-
tig
je
an
do
er
een
ijn
VMF-Stork: „De invloed van de prins is
niet duidelijk te bepalen, maar meermalen
is zij wel aanwezig geweest. De prins kan
niet voor ons verkopen, maar vaak wel dat
beslissende duwtje geven, wanneer de
Nederlandse aanbieding ten minste gelijk
waardig is aan die van concurrenten.”
Bekend is dat de prins de laatste jaren
voor VMF-Stork projecten heeft bespro
ken in Polen, Perzië, Venezuela en Mexico.
Ook de heer Halbertsma van de Konink
lijke Stoomboot Maatschappij meent dat
er veel orders naar het Nederlandse be
drijfsleven afkomen door de reizen van de
prins. „De prins doet veel aan persoonlijke
contacten en daar wordt met name in
Zuidamerikaanse landen veel prijs op ge
steld Hij heeft een uitstekend geheugen en
de mensen vinden het daai geweldig als hij
nog eens naar hun familie informeert Het
nandel-drijven wordt daardoor zeer verge
makkelijkt. Niemand kent daar de presi
dent van Zwitserland, maar wel prins
Bernhard
Opvallend is dat prins Bernhard in zijn
activiteiten voor de Nederlandse industrie
twee branches geheel buiten beschouwing
heeft gelaten. En dat zijn, in het buitenland
nog wel, de meest „Nederlandse” goede
ren: bloemen en zuivelprodukten. Bij het
Produktschap voor siergewassen is er to
taal niets bekend van enige promotie door
Bernhard van Hollandse bloemen. „Moge
lijk omdat er voor ons produkt in de zuide
lijke landen door de warmte nauwelijks
een markt is’wordt erbij gezegd.
Ofschoon er van directe bemiddeling,
zoals in het geval van Werkspoor, nu geen
sprake is, zijn er toch uitstekende connec
ties tussen de prins en de ondernemingen.
Philips: „Het gebeurt regelmatig dat wan
neer de prins vertrekt, hij zich laat oriënte
ren over onze activiteiten en eventuele
vestigingen in het buitenland
Bredero: „We hebben nooit rechtstreeks
van de prins gebruik gemaakt. We zijn
gewend onze eigen zaken te regelen. Wel
hebben we aan hem als reizend ambassa
deur een hoogst positieve indruk overge
houden.'
De huidige terughoudendheid van Fok
ker om de prins op dit punt te roemen, is
verrassend, want vorig jaar nam men
daarover geen blad voor de mond De heer
geraakt. Toen de prins naar Mexico reisde,
hebben we hem gevraagd daar aandacht
aan te besteden. Na een gesprek met de
Mexicaanse president bleek onze offerte
plotseling toch op de bureaus te zijn te
rechtgekomen. We hebben de order ook
gekregen. Dat was een zeer loonintensieve
zaak, waarmee voor lange tijd werkne
mers aan de slag zijn geweest”, aldus de
heer Van Andringa-De Kempenaer
landse bedrijfsleven, dat met ontzetting
en ongeloof heeft kennisgenomen van de
Lockheed-affaire. De berichten over het
mogelijk accepteren door prins Bernhard
van 1,1 miljoen dollar aan steekpennin
gen van de Amerikaanse vliegtuigfa
briek, hebben een smet geworpen op het
image van de prins als „goodwill-
ambassadeur nummer één.” Tot voor kort
werd er over de prins in de op export
gerichte business-wereld slechts in super
latieven gesproken als „de Vliegende Hol
lander van het Nederlandse bedrijfsle
ven” en „ons beste exportartikel.”
Hoe ligt dat artikel om in handels-
termen te blijven thans nog in de
markt? Kan Bemhard zijn toekomstige
industriële reizen nu wel vergeten? Niets
duidt daarop. In navolging van de doors-
nee-Nederlander, van wie 82 procent blij
kens een enquête nog evenveel vertrou
wen in de prins heeft als voor de onthul
lingen over de omkoopkwestie, schijnt
het bedrijfsleven bepaald niet van plan te
zijn zijn „exportartikel nummer één” de
status van wegwerpprodukt te geven.
Uit de reacties van handel en industrie
Hollands Signaal Apparatenfabriek:
„Wij informeren de prins wel eens over
onze connecties in het buitenland. Hij
heeft echter nooit rechtstreeks voor onze
apparatuur bemiddeld. Hij bemoeit zich
nooit met de militaire industrie."
Dat de prins nooit iets voor de zuivelin
dustrie heeft kunnen betekenen, heeft een
andere achtergrond. Bernhard houdt na
melijk zelf helemaal niet van kaas. „We
hebben hem vorig jaar in Aken voor het
eerst een keer zo ver gekregen dat hij met
een stukje kaas in het vuistje op de foto
wilde aldus het Nederlands Zuivelbu-
reau. In dat opzicht heeft de bierfabriek
Heineken het beter getroffen: „Hij ont
plooide voor ons nooit rechtsteekse pro
motionele activiteiten” aldus een woord
voerder van de fabriek. Maar daar zit de
firma m het geheel niet mee, want zo
laat men ei laconiek op volgen: „De prins
houdt ervan voor zijn ontbijt twee pilsjes
te drinken en waar hij zich op de wereld
ook bevindt, hij staat erop dat het Heine
ken is."
is eerder het tegendeel op te maken. Niets
liever zou men zien dan dat de prins
ongeschonden uit de affaire te voorschijn
komt. Dat op dit moment al aan Bern
hards reputatie afbreuk is gedaan
wordt nauwelijks beaamd. Zo zegt een
woordvoerder van de Koninklijke Neder-
landsche Stoomboot Maatschappij:
„Waar wij ons over opwinden, daar haalt
men in landen als Zuid- en Midden-
Amerika de schouders over op. Dat is men
daar zo weer vergeten.”
-
,,Een uitwaaierend effect van goodwill". Zo wordt de
verdienste van prins Bernhard op zijn buitenlandse reizen
gekenschetst bij het Papendrechtse baggerbedrijf Bos en
Kalis. De heer Westerman van deze firma zegt nog wel eens
door de secretaris van de prins te worden opgebeld als
Bernhard een nieuwe buitenlandse reis gaat ondernemen.
..Ons wordt dan gevraagd welke belangen we in bepaalde
landen hebben. De prins kan er namelijk voor zorge'n dat de
deuren opengaan. Natuurlijk le«nt hij zich er niet voor om zelf
orders binnen te halen, maar we profiteren wel mee van zijn
contacten. Daar zijn we behoorlijk enthousiast over.'
Zoals Bos en Kalis zitten veel meer Nederlandse bedrijven
in ,,de portefeuille van de prins”, wanneer deze weer naar het
buitenland vertrekt. Bij elke reis neemt prins Bernhard de
regelmatig van samenstelling veranderende lijst met gege
vens over Nederlandse activiteiten mee Voorkeur voor
Volgens de prins krijgt hij ook van het land waar hij
gastvrijheid geniet een lijstje mee terug naar huis. Dat geeft
hij af bij het ministerie van economische zaken. De reputatie
van prins Bernhard door zijn handelsactiviteiten in het buiten
land is in de afgelopen 30 jaar uitgegroeid tot een symbool:
„De zakenprins.” Een rol die hem overigens zeker niet is
opgedrongen. Hij heeft daartoe vooral zelf het initiatief
genomen
e
n
n
ïr
>t
Le
>r
n
)f
P
tg
it
4.
Jhr Van Andringa-De Kempenaer.
voormalig lid van de raad van bestuur van
drukkerij Johan Enschede en Zn in Haar
lem heeft die gereserveerdheid in het ge
heel niet Hij is vol lof over de handelsaeti-
viteiten van de prins die zijn drukkerij in
1960 een order van driekwart miljoen gul
den uit Mexico opleverde
^'4