Nederlands initiatief bracht de
VN tot
verbod
van martelen
Resolutie 3452 van de Verenigde Naties
I I I
irriil HF
iaonfr
xJQ cö!
I i
OFFICIËLE VERKLARING STEUN VOOR AMNESTY
PO
i
ST
i i nis
"4,i
VERKLARING over de bescherming van alle mensen tegen onderwerping aan
marteling en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen
i
i
Het congres in actie
Practisch effect
en
azijn
aal.
door
Mr. C. A. Steketee
en
ke
danken dat deze Verklaring in de laatste Algemene Vergadering
van de Verenigde Naties unaniem is aanvaard.
Ten tijde van zijn ministerschap was er weinig wat de heer Luns
zo verontwaardigd kon maken als de opmerking dat Nederland
maar een klein landje is en dus in het internationale orkest
slechts een zeer bescheiden partijtje meeblaast.
Dat voor die verontwaardiging wel enige grond was, toont de
totstandkoming van de „Verklaring inzake de bescherming van
een ieder tegen het ondergaan van martelingen en andere wrede,
onmenselijke of vernederende behandelingen of straffen”. Het is
namelijk in niet geringe mate aan Nederlandse inspanningen te
Aan de wordingsgeschiedenis en het mogelijke effect van deze
Verklaring is dit artikel gewijd. Geen aangenaam onderwerp. En
voor de gemiddelde krantelezer waarschijnlijk geen al te boeien
de lectuur. Maar wel een zaak van essentiële betekenis in een
wereld waar in menig land het martelen van de medemens de
praktijk van alle dag dreigt te worden
I
i
■4 ill
-1-j- ---
s.
V.
p de
i
ron,
i
ARTIKEL 7
Iedere Staat zal ervoor zorgen dat
uur
uur
uur
uur
sche
2 Marteling is een verergerde en op
zettelijke vorm van wrede, onmen-
selijke en onterende behandeling
of bestraffing.
ARTIKEL 2
Iedere daad van marteling of andere
wrede, onmenselijke en onterende be
handeling of bestraffing is een aan-
initiatief nam om een heel andere
weg in te slaan. Een weg, die uitein
delijk moest leiden tot opstelling
van een VN-verklaring, waarin mar
telingen worden verboden en lidsta
ten worden verplicht zich aan dat
verbod te houden en in hun wetge
ving een onafhankelijk onderzoek
van klachten te verankeren.
Weliswaar schept ook hier het ont
breken van sancties een onbevredi
gende situatie, maar daar staat tege
nover dat een dergelijke verklaring
het nodige houvast biedt aan onder
meer organisaties als Amnesty In
ternational in hun kruistocht tegen
praktijken die onder het verbod
vallen.
ARTIKEL 4
Iedere Staat zal, in overeenstem
ming met de voorzieningen van deze
Verklaring, daadwerkelijke maatrege
len nemen om te voorkomen dat bin
nen zijn jurisdixtie marteling en andere
wrede, onmenselijke en onterende be
handeling of bestraffing worden uitge
oefend
stoot voor de menselijke waardigheid
en zal veroordeeld worden als een
loochening van de doeleinden van het
Handvest der V.N. en als een schen
ding van de rechten van de mens en
de fundamentele vrijheden, geprocla
meerd in de Universele Verklaring van
de Hechten van de Mens
Het Nederlandse initiatief ont
moette al direct sympathie bij de
Zweden met wie in het voorjaar van
1975 informeel overleg over het op
stellen van een dergehjk stuk werd
gepleegd. Parallel daarmee liepen
analoge activiteiten van Amnesty
International, die in juni 1975 leid
den tot formulering van de z.g. Ver
klaring van Den Haag inzake door
de politie bij haar optreden in acht
te nemen normen. Deze normen be
helsden een verbod „under any and
all circumstances” van martelingen
en daarmee op één lijn staande han
delingen door de politie.
ARTIKEL 5
De opleiding van gerechtsdienaren
en andere ambtenaren die verant
woordelijk kunnen zijn voor personen
wier vrijheid is ontnomen zal waarbor
gen dat ten volle rekenschap wordt
gegeven van het verbod van marteling
en andere wrede, onmenselijke onter
ende behandeling of bestraffing. Dit
verbod zal, waar toepasselijk, ook
worden inbegrepen in zulke algemene
regels of instrukties als worden uitge
vaardigd met betrekking tot de plich
ten of funkties van iedereen die te
maken heeft met de bewaking of de
behandeling van zulke personen
ARTIKEL 10
Als een onderzoek onder Artikel 8 of
Artikel 9 vaststelt dat een daad van
marteling zoals bepaald in Artikel 1
ARTIKEL 8
Iedereen die beweert dat hij onder
worpen is aan marteling of andere
wrede onmenselijke of onterende be
handeling door of op instignatie van
een ambtenaar zal het recht hebben
om een klacht in te dienen en om zijn
zaak onpartijdig onderzocht te laten
hebben door de bevoegde autoriteiten
van de betreffende Staat.
ARTIKEL 12
Geen enkele verklaring, waarvan is
vastgesteld dat deze is afgelegd als
gevolg van marteling of andere wrede,
onmenselijke of onterende behande
ling of bestraffing mag in wat voor
procedure dan ook ingeroepen wor
den als bewijs tegen de betrokken
persoon of welke andere persoon ook
(Vertaling van Amnesty International)
schijnt te zijn gepleegd zal tegen de
beschuldigde of beschuldigden een
strafprocedure volgens nationaal recht
worden aangespannen; als een be
schuldiging van andere vormen van
wrede, onmenselijke of onterende be
handeling of bestraffing goede grond
wordt geacht te hebben, zal de be
schuldigde of zullen de beschuldigden
onderworpen worden aan straf-, disci
plinaire of andere geëigende proce
dures.
ARTIKEL 11
Wanneer het bewezen is dat een
daad van marteling of andere wrede,
onmenselijke of onterende behande
ling of bestraffing is gepleegd zal het
slachtoffer genoegdoening en scha
deloosstelling volgens nationaal recht
verschaft worden
ne instemming ontmoet. Mulder:
„Dat heeft naderhand op de algeme
ne vergadering van de Verenigde
Naties te New York grote indruk
gemaakt.”
Zo’n grote indruk, mogen wij hier
aan toevoegen, dat men ook daar
met algemene stemmen accoord is
gegaan.
king heeft dat in zijn land niet ge
marteld wordt. Maar in bepaalde
gevallen weet je wel beter!”
„Toch’,, zo vervolgt hij, „ben ik
niet zonder hoop, dat de Verklaring
nuttig zal werken. Zo mag worden
aangenomen, dat met name jonge
hetgeen wij oorspronkelijk hadden
ingediend. De tekst is scherper gede
finieerd en de rechten van het indi
vidu zijn beter gewaarborgd."
Daarmede dus terug naar de di
verse secties van het congres. Mede
door de redelijke relaties van de
Finse delegatie met de Oost-
Europese landen liep de behande
ling in die secties vrij vlot. Alleen
van de zijde van de Latijns-
Amerikanen kwam nogal wat weer
werk. Niet onbegrijpelijk voor wie
de berichtgeving uit enkele van die
landen regelmatig volgt. Maar op de
slotzitting werd middenin het Lati
no-tumult op het psychologische
moment vanuit de voorzitterszetel
geconstateerd: „Nu neem ik aan dat
de Verklaring bij acclamatie wordt
goedgekeurd”. Aldus geschiedde.
Een van de niet zo talrijke momen
ten in de historie van de VN dat een
zo belangrijk besluit een zo algeme-
alle daden van marteling zoals be
paald in Artikel 1 strafbare feiten zijn
volgens zijn Strafwet. Hetzelfde zal
van toepassing zijn op gedragingen
die deelneming aan, medeplichtigheid
aan, uitlokken tot of n poging tot
marteling vormen
naties, die bezig zijn aan de vormge
ving van hun strafwetten bepaalde
artikelen uit de Verklaring in hun
wetgeving zullen overnemen. Bij
voorbeeld art. 8, dat diegenen die
het slachtoffer van martelingen zijn
een klachtrecht toekent en het recht
op onpartijdig onderzoek garan
deert. Ook betekent de Verklaring
een duidelijke steun voor het op
treden van Amnesty International.
De secretaris-generaal van deze or
ganisatie, Mare Ennals, heeft mij
dat met nadruk verzekerd. En ver
geet tenslotte vooral niet het effect
van deze Verklaring op de wereldo
pinie. Elk land, zeker als het nog
jong is, is geweldig zuinig op zijn
souvereiniteit. Zich onderwerpen
aan internationale controle is er niet
of nauwelijks bij. Maar zich onttrek
ken aan de wereldopinie, dat kan op
den duur geen enkel land zich ver
oorloven.
Wat is nu het praktisch effect van
dit alles, aldus onze vraag aan de
heer Mulder. Het feit dat hij, als
voorzitter van de redactie
commissie aan de wieg heeft ge
staan van de Verklaring, verhindert
hem niet de toekomst van deze dope
ling uiterst nuchter te beschouwen.
„Kijk,” zegt hij, „een congres als
dat in Genève, dat was gewijd aan
de preventie van de misdaad, zou
eigenlijk een wetenschappelijke on
dergrond moeten hebben. Maar in
feite ontbrak die. Dat is onze zwak
heid. Je krijgt van elke afgevaardig
de een van te voren geprepareerde
De kern van de Verklaring is, dat redevoering te horen, die de strek -
het aan elke Staat verboden is, mar
telingen of andere wrede, onmense
lijke of vernederende behandelin
gen of straffen toe te passen of toe te
laten. Voor de voornaamste bepalin
gen zij overigens verwezen naar on
derstaand kader
ARTIKEL 9
Wanneer er redelijke grond is om te
geloven dat een daad van marteling,
zoals bepaald in Artikel 1gepleegd is
zullen de bevoegde autoriteiten onver
wijld stappen nemen voor een onpar
tijdig onderzoek, zelfs als er geen
formele klacht is ingediend
In 1974 heeft de Algemene Verga
dering van de VN zich met ’t onder
werp beziggehouden. Maar men
kwam er toen niet uit. En wat doet
een internationaal gezelschap in
zo’n impasse? De zaak verwijzen
naar een andere instantie. Dat was
in dit geval „the Fifth United Nati
ons Congress on the Prevention of
Crime and the Treatment of Offen
ders”, welke mondvol wij in dit arti
kel gemakshalve maar zullen aan
duiden als: het congres. Dit congres
dus, dat van 1 tot 12 september 1975
te Genève plaatsvond, kreeg deze
zaak op zijn bord. Mèt een soort van
pre-advies van een volijverig con
gresbureau, inhoudende dat lidsta
ten zich zouden verplichten, de in
hun land geconstateerde gevallen
van marteling jaarlijks aan te
melden.
Deze suggestie getuigde van wei
nig realisme, weshalve Nederland al
in de eerste maanden van 1975 het
ARTIKEL 1
1 Met het oog op deze Verklaring
betekent ..marteling iedere daad
waardoor ernstige pijn of leed, li
chamelijk of geestelijk, opzettelijk
door of op aandringen van een
ambtenaar wordt toegebracht aan
een persoon ten einde van hem of
van een derde inlichtingen of een
bekentenis te verkrijgen, hem te
straffen voor een daad die hij ge
pleegd heeft of waarvan hij ver
dacht wordt die te hebben ge
pleegd of hem of andere personen
te intimideren.
Het rekent hier met onder pijn of
leed slechts ontstaan uit, inherent
aan of bijkomend bij wettige sanc
ties voorzover in overeenstemming
met de Standaard Minimum Regels
voor de Behandeling van Gevan
genen
ARTIKEL 3
Geen Staat mag marteling of ande
re wrede, onmenselijke of onterende
behandeling of bestraffing toestaan of
dulden. Uitzonderingstoestanden zo
als een staat-van-oorlog of oorlogs
dreiging, binnenlandse politieke on
rust of enig andere algemene nood
toestand mogen niet worden mgeroe
pen als rechtvaardiging van marteling,
of andere wrede, onmenselijke en ont
erende behandeling of bestraffing.
tARTIKEL 6
Iedere Staat zal systematisch on
dervragingsmethoden en -praktijken
alsmede de regelingen vobr de be
waking en behandeling van personen
wier vrijheid hun op zijn grondgebied
is ontnomen herzien met het oogmerk
om ieder geval van marteling of ande
re wrede, onmenselijke of onterende
behandeling of bestraffing te voor
komen
Zo werd gaandeweg het decor op
gebouwd, waartegen het Geneefse
congres zich zou kunnen afspelen.
Maar de grote vraag was natuurlijk
of de spelers zich naar het „script”
zouden willen gedragen. Onder
„script” dan te verstaan: de na
aanbrenging van de nodige amende
menten door de Nederlandse re
gering gesponsorde en als concept
voorstel bij het Geneefse congres
ingediende Verklaring van Den
Haag.
Ieder die wel eens internationale
Congressen heeft bijgewoond weet
hoe uiterst moeizaam men daar tot
besluiten komt. Maar de Nederland
se regering had één grote meevaller.
Dat was het officiële bezoek dat een
maand voor de aanvang van het
congres, door minister Van Agt^yan
jiistitie én’zijn secretaris-generaal
Mulder aan^Finland werd gebracht
Mulder daarover:
„In Helsinki ontmoetten wij me
vrouw Antilla, de Finse minister van
justitie. Van huis uit is zij criminolo
ge, tevens deskundig adviseur van
het VN-secretariaat. Met haar be
spraken wij het voorstel dat Neder
land en Zweden in Genève zouden
gaan doen. Dat voorstel vond in
stemming bij haar. En wat wilde het
geluk? In het jaar van de vrouw
koos het congres haar de eerste dag
tot voorzitster. Waardoor wij me
teen een opening bij de congreslei
ding hadden om een aparte werk
groep te constitueren ter bestude
ring van het door de Nederlanders
en de Zweden ingediende ontwerp”.
Gelijk te doen gebruikelijk stelde
de werkgroep een redactiecommis
sie in, welke onder voorzitterschap
van de heer Mulder erin slaagde om
ondanks allerlei problemen in één
dag tot overeenstemming te komen
over een concept dat ter goedkeu
ring aan het congres kon worden
voorgelegd.
„Een duidelijk ander en beter con
cept," zegt de heer Mulder, „dan
W
sW ssss
v/- f-
I
t S
si
V