OPERA BLIJFT LIEVER IN AMSTERDAM
Boekenweek ’77
over literatuur
en televisie
VROLIJKE AVOND BIJ THEATER
Alle opera's
van Wagner
Joop Koopmans
wil weg
bij Orpheus
JAN LODEIZEN NIEUWE DIRECTEUR
Nerveuze
spanningen
rusteloosheid, examenvrees.
Ook u kunt kalmer leven met
Valdispert
een zuiver natuurprodukt
uit de valeriaanwortel.
a a n i i
Uit de wereld
van de Bonneterie:
Lichtgewicht
herenpantalons.
Pander
de Bonneterie
i
1
nieuwe Ford Escort
huren?
Bouwers Autoverhuur
„Met mes en vork” eerste deel van trilogie
17
19 7 6
KUNST
WOENSDAG
1 4
APRIL
Romantisch repertoire
Katoen
Subsidie
Unicum
ADVERTENTIE
R
(Van onze Amsterdamse redactie)
(ADVERTENTIE)
l
Openbaar Kunstbezit behoeft uitgekiend aanbod
(Van onze correspondent)
was
(ADVERTENTIE)
Jan Lodeizen voor zijn hoofdkwartier.
I
gestikt.
CRM moet zijn afspraken over
bouw muziektheater nakomen
Uitsluitend bij
apotheker en drogist.
BOUWJ.
1976
volgen. „Wij blijven zeker in Amster
dam”, aldus Hans Van Manen. De Ne
derlandse Operastichting gaat er echter
nóg steeds van uit dat het muziektheater
in Amsterdam zal komen.
In het Holland Festival 1977 wordt de
premiere gespeeld van „Axel” van het
trio Mulisch-de Leeuw-van Vlijmen en
komt er een Puccini-avond onder leiding
van Edo de Waart met „Gianni Schic-
chi” en „II Tabarro”..
en
ex-
Donk, Willem Wagter, Trees van der
Dortck, Margreet Blanken, Willy van
Hees velde en Sjoukje Hooymaayer.
Kampervest 23 Haarlem
Telefoon 31 26 38
i;-
drijf. Hij bleef er vijf jaar. Tot 1964
werkte hij nog bij een aantal firma’s
(onder meer een jaar in Zwitserland),
maar wel steeds aan de publiciteits- en
marketing-kant. In 1964 werd hij be
noemd tot publiciteitschef van het Ne
derlands Katoeninstituut. Drie jaar later
volgde hij de directeur op. Hij zou er tot
W’Ö blijven.
een echte „kunstinhoud” naar Amster
dam, Brussel of naar Gent (najaar).
Lodeizen: „We zijn aarzelend en schoor
voetend met deze trips begonnen. Ze
hebben een verrassend en veelbelovend
onthaal gekregen. We zitten er nu eigen
lijk een beetje mee in onze maag, want
we zijn nu min of meer verplicht de
zaak een vervolg te geven. We bezinnen
ons nu hoe we verder moeten”.
(Van onze correspondent)
DEN HAAG. De kans is groot dat
de Boekenweek volgend jaar als thema
krijgt „Boek en televisie”. Er worden
thans besprekingen gevoerd om de Boe
kenweek 1977 in Hilversum te openen.
De onderwerpen die bij het gezamenlijk
project van NOS en de Oommiissde Col
lectieve Propaganda Nederlandse Boek
(CPNB) ter sprake kunnen komen, zijn
velerlei. Er wordt over gedacht om in
het kader van deze Boekenweek de
Stichting Speurwerk en de dienst luis
ter- en kijkonderzoek samen een specia
le opdracht te verlenen.
De heer Hans de Roo, directeur van
de Nederlandse Operastichting, was hier
over lichtelijk onthutst. Hij zei hierover
dat van het begin af aan tussen de
gemeente en rijksoverheid bij het op
richten van een nieuwe stichting Neder
landse Opera afspraken zijn gemaakt,
dat er is toegewerkt naar een zevenja-
renplan, en dat hij eigenlijk niet be
grijpt waarover deze verwarringen ei
genlijk gaan.
van hij nu directeur is geworden: Open
baar Kunstbezit, uitgever van kunstin-
formatie via de bekende thema-brochu-
res en kunstboeken, die in de gewone
boekhandel veelal niet verkrijgbaar züjn
en de O.K.-abonnees tegen sterk ver
laagde prijzen worden aangeboden („wij
hoeven gelukkig geen winst te maken”).
Sinds kort organiseert O.K. bovendien
kunstreizen, korte „weekend-trips” met
f 27,50 per dag, ïnkL 100 km
en verzekering
Excl. BTW en benzine
Langere huurtijd op aanvraag
De afgelopen jaren hebben tegenstan
ders van een muziektheater op de plaats
van het oude RAI-gebouw - voorname
lijk bewoners uit de buurt „De Pijp” -
zich danig geroerd. Binnenkort komt er
echter ook een demonstratie van voor
standers van een operagebouw. Waar
schijnlijk zal die manifestatie 13 juni in
theater Carré in Amsterdam worden ge
houden.
Ik adviseer de woordvoerder van die
jury omdat juist hij met zoveel
overspannen aplomb de culturele ge
zagsdrager uithing zo gauw mogelijk
te gaan kijken naar de voorstelling „Met
mes en vork” waarmee de toneelgroep
Theater stad en land aftrekt. Daar is het
inderdaad lachen, gieren en brullen ge
blazen. Je neemt er echt niets van mee,
hooguit herken je bepaalde situaties uit
eigen ervaringen maar in geen geval
wordt je de les gelezen.
Je bent gewoon een avondje uit, je
leeft mee met een zorgeloos niemendal
letje en toch krijg je een verrukkelijk
stuk toneelkunst voorgezet dat je nog
lang bij blij ft, zonder dat je meer weet
waarmee en waarover je je geamuseerd
hebt. Ook dat is toneelcultuur, in een
genre nog wel dat beslist niet het ge
makkelijkste is. Wie er zijn schouders
Zet een pinnige vrouw bij een uitbun
dige charmeur, een verliefd meisje bij
een onnozele hals, een onderdanige echt
genoot bij een neurotische eega, en hut
sel dat allemaal flink door elkaar: wat
kun je dan anders verwachten dan een
dolle boel die in alle mogelijke
onmogelijke situaties herhaaldelijk
plodeert. Ayckbourn heeft geen andere
bedoeling gehad en Theater heeft dat
onder regie van de Schot Euan Smith
helemaal begrepen. De zes die voor dat
familiespel tekenen zijn Eric van der
Nederlandse Operastichting samen met
het Publiekstheater en het Nationaal
Ballet dit gebouw. En we zitten elkaar
eigenlijk in de weg De situatie wordt
steeds moeilijker, en wat de Nederlandse
Operastichting betreft moet ik dan toch
wel zeggen dat wij, die toch wel sterk
aan Amsterdam gebonden zijn, ons in de
situatie gemanoeuvreerd achten dat wij
op den duur moeten uitwijken naar
Rotterdam, dat wél in staat blijkt te zijn
om een nieuw groot operatheater te
bouwen. Als de stad Amsterdam niet
over de brug komt zullen wij eventueel
ingaan op een aanbod voor Rotterdam”.
In dat geval zal echter het Nationale
Ballet, dat samen met de operastichting
bespeler van het nieuwe Muziektheater
in Amsterdam zou moeten worden, de
Operastichting niet naar de Maasstad
Het Boekenweekgeschenk van deze
Boekenweek, „Snikken en Smartlapjes”,
is inmiddels volledig uitverkocht.
WEESP. „Cultuur is wat anders dan zeep. Zeep kan je desnoods
op je brood smeren. Met het aanbod van cultuur ligt het iets anders.
Daarmee moet je wat omzichtiger te werk gaan. Theater, muziek en
literatuur kun je de mensen niet opdringen. Wel geloof ik dat het hoogst
noodzakelijk is het publiek er op een professionele manier van te door
dringen dat er een aanbod bestaat. En dat het van dit aanbod gebruik
kan maken”.
Jan Lodeizen (44), sinds 1 maart de
nieuwe directeur van de Nederlandse
Stichting Openbaar Kunstbezit, heeft de
sterke indruk dat het aan professioneel
management in de kunst ontbreekt.
„Zelfs een basketbalvereniging gaat te
genwoordig niet meer over een nacht ijs.
Wil je in deze tijd meekomen, dan moet
je zakelijk functioneren. Je zet activitei
ten op touw om er een bepaald effect
mee te bereiken. Je werkt naar een
bepaald doel toe. In het bedrijfsleven is
dit de gewoonste zaak van de wereld.
Maar in de culturele sector is er nog
steeds een duidelijk gebrek aan marke-
ting-kennis. Daar moet hoognodig veran
dering in komen”.
Lodeizen, die zijn nieuwe functie
voorlopig nog als „een grote lawine van
voor op wil halen: mijn zegen heeft-ie.
Wie er nog een bijna kinderlijk plezier
aan kan beleven: hij houdt er tenminste
een vrolijke avond aan over.
EEN VROLIJKE avond dus met Thea
ter, gisteravond in de stadsschouwburg.
De Engelse auteur Alan Ayckbourn
heeft onder de gemeenschappelijke noe
mer „Zo zijn onze manieren” drie stuk
ken geschreven, waar „Met mes en
vork” er een van is. Een trilogie die de
belevenissen van eenzelfde familie om
spant: twee echtparen en een nog vrij
meisje dat en wat vage relatie met een
dierenarts onderhoudt. Een kibbelend en
emotioneel zestal dat een weekeinde in
het ouderlijk huis doorbrengt. Typisch
zes mensen die hartstochteiljk kunnen
ruziën om niets, die per tweetal beter in
hun eigen sfeertje kunnen gedijen en die
toch niet buiten elkaar kunnen.
AMSTERDAM. De stichting Neder
landse Opera, die nog steeds haar huis
heeft in de officiële Stadsschouwburg
van Amsterdam, hoopt, ondanks alle el
lendige omstandigheden, dit nieuwe sei
zoen 76-’ 77 toch te komen met negen
premières. De situatie waarin de Neder
landse Operastichting verkeert is overi
gens allermiserabelst. Verdrietig vooral
daarom: minister van Doorn heeft in
een van zijn toespraken gezegd dat er
wei afspraken zijn gemaakt tussen de
gemeente Amsterdam en de rijksover
heid, maar dat hij zich afvraagt of deze
afspraken wel degelijk zwart op wit zijn
gezet.
Een Europees unicum is naar h et
oordeel van Lodeizen de stichting waar-
Jan Lodeizen, pratend in de blauw
getinte vergaderzaal van het Openbaar-
Kunstbezit-pand dat gehuisvest is in
„The City of Wesopa”, een voormalige
bioscoop in Weesp, knoopte al snel door
zijn werk in de publiciteits- en reclame
wereld contacten aan met kunstenaars.
„Ik ben altijd enorm in literatuur, 'mu
ziek en theater geïnteresseerd geweest.
Nee, zelf ben ik geen creatieveling. Maar
door mijn contacten met de cultuur zat
ik al gauw in commissietjes”. Jan Lodei
zen is behalve bestuurslid van de Stich
ting Mickery Workshop ook secretaris
penningmeester van het Nederlands To
neel Verbond (NTV), dat onder andere
het toneelblad „Toneel-Teatraal” uit
geeft.
Hej; seizoen van 1976-77 van de Neder
landse Operastichting zal in het teken
staan van het romantische repertoire.
Van de vijftien produkties in voorberei
ding behoren twaalf werken tot de ope-
ra-literatuur van de afgelopen 150 jaar.
Het klassieke theater wordt vertegen
woordigd door twee Mozart-opera’ s
(herhalingen) en een nieuwe serie op
voeringen van T ormindo van Leon Ca-
valli. Ook is in het repetoire plaats
ingeruimd voor twee aktuele werken
transformations” van de Amerikaan
Conrad Susa en „El Cimaron” van Hans
Werner Henze in samenwerking met het
festival van Helsinki.
De samenwerking met het buitenland
wordt steeds intensiever, aldus Hans de
Roo.Zo wordt in samenwerking met het
nationaal theater in Praag de eerste
opvoering op 4 november in het circus-
Veel wil Lodeizen over zijn nieuwe
functie nog niet kwijt. „Eerst moet ik
mij goed inwerken”. Als hem wordt
gevraagd wat Openbaar Kunstbezit moet
zijn, antwoordt hij dat „O.K. mensen
moet informeren over een confronteren
met beeldende kunst, architectuur en
industriële vormgeving. „Tot nu gebeurt
dat op basis van de mogelijkheid van
een abonnement op speciaal vervaardig
de publikaties over deze onderwerpen,
een en ander versterkt door tv- en
radio-uitzendingen.
Aan het eind van de jaren zestig ligt
de meest succesvolle periode van het dit
jaar 20 jaar bestaande Openbaar Kunst
bezit. Sindsdien is het aantal abonnees
van 100.000 tot zo’n 50.000 teruggelopen.
„Maar er zit nog steeds genoeg leven in
de brouwerij. Het teruglopen van het
aantal abonnees is het gevolg van een
gewijzigde koers in de programmering.
Hoewel de mensen waar wij ons op
richten, vooral geïnteresseerd zijn in de
oudere beeldnd kunst, heeft Openbaar
Kunstbezit toch bsloten ook aandacht
te schenken aan eigentijdse vormen van
cultuur. Dit beleid wil ik stellig voort
zetten”.
HAARLEM. Toen tien dagen gele
den in het kader van het Nationaal
Landjuweel het juryrapport van de
voorronde Noord-Holland openbaar
werd gemaakt, heb ik me geërgerd aan
de obligate, ongemotiveerde en vooral
generaliserende vraag daarin „of men
dan de voorronde in moet gaan met een
stuk dat gebouwd is op het uitgangspunt
„lachen gieren brullen’’-. Dat kan aardig
zijn als inleiding voor een dansavond,
maar met toneelcultuur heeft zoiets wei
nig te maken”.
APELDOORN. Joop Koopman,
sinds twee maanden directeur van het
Cultureel Centrum met schouwburg
Orpheus in Apeldoorn, heeft de cómmis-
sarissen laten weten per 1 februari 1977
of liever eerder te willen vertrekken als
schouwburgdirecteur. Er is volgens een
communique van de gemeente Apel
doorn tussen Koopman en de meerder
heid van de commissarissen een diep
gaand meningsverschil over de vorming
van de topstructuur van het bedrijf. De
beslissingen van de commissarissen wa
ren voor Joop Koopman aanleiding om
zijn functie ter beschikking te stellen.
„Het is”, aldus Lodeizen, „natuurlijk
aardig dat Openbaar Kunstbezit nog al
tijd een niet-gesubsidieerde instelling is.
Het is aantrekkelijk om zonder enige
vorm van steun doch dingen aan het
publiek aan te kunnen bieden. Maar ik
vraag mij toch wel af of de overheid te
zijner tijd niet zal moeten inspringen.
Onze inkomsten halen wij nu uit de
abonnementsgelden: ƒ24 per jaar. Daar
worden de uitgaven van bekostigd, bene
vens ons apparaat, bestaande uit een
directeur en zes medewerkers”.
Jan Lodeizen heeft veel vertrouwen in
de toekomst van Openbaar Kunstbezit.
„Ons uitgangspunt moet blijven: kwali
teit boven kwantiteit. In geen geval
moeten we kunst populair maken. Maar,
en dan komt weer even de publiciteits-
en marketingman in mij boven, ik wil
wel streven naar een zo groot mogelijke
groep van geïnteresseerden. Want, zoals
gezegd, het culturele aanbod in Neder
land is groot. Laten we daar dan ook
gebruik van maken”.
De zomer vraagt om luchtige en
komfortabele kleding. Bijvoorbeeld
zo'n klassiek gesneden Aquascutum
pantalon, voorzien van een omslag.
Kleuren: middengrijs, lichtgrijs,
beige. Materiaal: 65% wol,35%
polyester. Prijs; f 165,-.
Maak uw keus uit een ruime
kollektie zomerse herenkleding.
U bent welkom in de
Amsterdamse Kalverstraat. Bij de
Bonneterie en Pander. Of bij de
Bonneterie op het Haagse
Buitenhof.
'n Wereld in mode en meubelen.
„Door de voorgangers van minister
Van Doorn en door minister Van Doorn
zelf zijn alle begrotingen, zeyenjaren
plannen, goedgekeurd, alsook door de
stad Amsterdam.Dat minister Van Doorn
deze afspraken ontkent, geeft ons eigen
lijk het gevoel dat wij door de jaren
heen lichtelijk bedonderd zijn”
De toestand in de Stadsschouwburg is
op het ogenblik zo: wij bespelen als
werk” beschouwt, benadrukt dat het
juist in de wereld van de cultuur vaak
om gemeenschapsgeld gaat. „Zulk geld,
dat in feite van ons allemaal is, moet
dunkt mij juist zinvol en efficient be
steed worden. Het aanbod van goederen
en diensten overspoelt ons. Men over
schreeuwt elkaar. Het publiek weet nau
welijks een keuze, laat staan de goede,
te maken. Dit aanbieden van artikelen
en diensten is een vak geworden. Zelfs
wetsartikelen worden nu via de radio en
televisie, via „commercials” die dan toe
vallig door de staat betaald worden, aan
de man gebracht”.
In de culturele sector moet volgens
Lodeizen beroepsmatig management
worden bedreven. Hij moemt wat voor
beelden. Hoe houd je een schouwburg of
een toneelgezelschap in stand? Hoe
draag je je ideeën uit? Hoe formuleer je
het aanbod? Hoe trek je de juiste men
sen aan? „Allemaal ontzettend belangrij
ke zaken. Twintig jaar geleden was de
situatie natuurlijk heel anders. Er was
schaarste. Alles kon je aanbieden. De
mensen waren er zeer ontvankelijk voor.
Maar in deze tijd zul je met een uitge
kiend aanbod moeten komen. Het aan
bod zul je ook moeten aanpassen aan
wat de tijd nu vraagt”.
Voor Jan Lodeizen is dit „een onge
looflijk interessant aspect” van zijn
nieuwe baan. Begrippen als marketing
en management zijn voor hem gesneden
koek. Hij komt namelijk uit h et be
drijfsleven voort.
In 1931 werd Lodeizen in Pontianak
op Borneo geboren. Wat zijn schooltijd
had moeten worden, werd het Japans
gevangenkamp. Direct na aankomst in
Nederland, eind 1946, volgde hij een
lyceum-opleiding in Den Haag. Daarna
meteen de praktijk in, als loopjongen
aanvankelijk, later als tekstschrijver en
„contactman” bij een Haags reclamebe-
DE NEDERLANDSE Operastichting
zal ingaande het seizoen 1977-1978
het volledige repertoire van Richard
Wagner gaan uitvoeren. In het sei
zoen 1977-1978 wordt dat de Tann-
hauser, tijdens het Holland Festival
van 1979 is het de beurt aan „Tristan
en Isolde”. In september 1979 wordt
een begin gemaakt met uitvoeringen
van de volledige „Ring” van deze
Duitse componist, waarbij het Con
certgebouworkest het orchestrate ge
deelte voor zijn rekening zal nemen.
Achtereenvolgens worden dan de
diverse stukken uit de „Ring” opge
voerd, verspreid over twee seizoenen.
De „Ring” bestaat uit „Rheingold”,
„Walkure”, „Siegfried” en
„Götterddmmerung”. Ook als het
nieuwe muziektheater in Amsterdam
er nog niet is zullen deze voorstellin
gen toch in de hoofdstad worden
gegeven, aldus Hans de Roo.
Het interessante van die driedelige
vorm is dat Ayckbourn zijn toeschou
wers mee wil voeren tot buiten de
eetkamer waar „Met mes en vork” zich
afspeelt.Het is immers altijd zo dat in
een toneelstuk dan deze dan gene naar
een andere kamer, de keuken of de tuin
verdwijnt. Maar doet die man of
vrouw daar? En gaat hij of zij daar
werkelijk heen? Dat wordt aan dé fan
tasie van de toeschouwers overgelaten.
AYCKBOURN WIL met die fantasie
afrekenen en laat zijn twee andere stuk
ken met dezelfde mensen en hetzelfde
verhaal spelen in de huiskamer en in de
tuin. Een toneelkunstige congruentie, die
overigens niet verplicht alle drie stuk
ken te zien of ze in een bepaalde
volgorde te bekijken. Je kunt ook naar
een voorstelling gaan zonder op de ge
dachte te komen dat je iets gemist hebt.
Een nogal vernuftige constructie, de
twee nog volgende stukken zullen moe
ten uitmaken of dat vernuft ook enige
zin heeft gehad.
Voor wie opnieuw of alsnog wil gaan
kijken: op 23 april komt Theater met
dezelfde geschiedenis in „Het blijft on
der ons”, spelend in de huiskamer, en op
1 mei met „Binnen de perken” dat de
tuin als decor heeft.
WIM HELVERSTEIJN
theater in Scheveningen van „Rusalka”
van Dvorak voorbereid. Eveneens in sa
menwerking met dit theater wordt op 18
februari 1977 in Scheveningen de pre
miere gegeven van „Jenufa” van Jana-
cek.. In samenwerking met de Welsh
National Opera in Cardiff wordt voorts
op 7 april 1977 onder leiding van Hans
Vonk in Scheveningen de premiere gege
ven van een nieuwe „Don Carlos” van
Verdi.
Het seizoen wordt op 10 september in
Amsterdam geopend met een nieuwe
enscenering van „De liefde voor de drie
sinaasappelen” van Serge Prokofjef on
der muzikale leiding van Hans Vonk.
Het stuk gaat in nederlandse bewerking
van Han Wilmink en onder regie van
Rhoda Levine. De muziek wordt ge
speeld door het Rotterdams Philharmo-
nisch Orkest. Dan volgen nog „II Trova-
tore” van Verdi (met Deutekom), „Elek
tra” van Strauss, „Maria Stuarda” van
Donizetti.
■n?
I
<ening. i
lillen I
i
i
i
i
i
i
-- i
i
i
-I
c i3
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
„Het Nederlands Katoeninstituut is
een deel van een internationale organi
satie, waarin katoen-verbouwende lan
den, meest ontwikkelingslanden, vere
nigd zijn. Wij moesten ervoor zorgen de
afzet van het natuurprodukt katoen te
bevorderen, tegen alle concurrentie van
synthetische stoffen, die in de jaren
zestig enorm populair werden, in. Wij
moesten proberen de afzet van de thuis
markten te stimuleren, door technische
research, door publiciteit, enzovoorts.
Nee, ideologisch was dit werk niet, eer
der puur markt-economisch. Wel
het ons er om te doen de afzet te
bevorderen ten behoeve van de arme
landen. Dat dit streven een gezond stre
ven is, is nu ook ingezien door de
minister van ontwikkelingssamenwer
king. De heer Pronk heeft namelijk met
ingang van dit jaar subsidie aan het
instituut verstrekt”.
-