150.000 voor een
kwartier schoppen
SCHERPE KRITIEK OP I
A
I
H
BB» O JL
il
'J
Niet serieus
door Rob Hoogland
Fout
Anton Geesink
Zonder tenen
Altijd pech
Pijn
s W1
K
'i
1
STOPPER
J8& 1
Zoals vermeld: het duo is teleurgesteld. In wie? In wat? Vooral in Bert
Sitters, die de Nederlandse topzwemmers en -zwemsters op de weg
naar Montreal moet begeleiden. Bert Sitters, coördinator van de
zwembond, een man die volgens Weemhoff en Aggenbach geen
enkele tegenspraak duldt en beweert dat er voor de Nederlanders
maar één goede manier is om de top te bereiken: de zijne. Er zijn
echter meer dingen gebeurd die de teleurstelling van het Helderse
tweetal alleen maar hebben vergroot. Zoals de reactie van de KNZB,
die zich zondermeer achter Sitters zou hebben opgesteld, daarmee
het besluit van Yolanda Aggenbach om niet naar de Spelen te gaan
slechts versnellend.
Yolanda’s beslissing viel vrijwel on
middellijk nadat men haar voor de
keuze had gesteld: óf meegaan naar
Montreal en trainen op de schema’s
van de bondscoach zelf, óf niet mee
gaan. „Daar kwam het in ieder geval
op neer”, aldus Yolanda, die juist in
de afgelopen maanden een enorme
vooruitgang boekte op haar lieve-
lingsafstand: de 800 meter vrije slag.
En dus gaat Yolanda Aggenbach
niet mee.
The Sunday Times vertelt verder
nog, dat Tom Dempsey per jaar 50 000
dollar verdient met dit place-kicking,
hoewel hij naar schatting niet langer
dan een minuut per wedstrijd op het
veld verschijnt. De Los Angeles Rams
hoeven bovendien maar 14 wedstrijden
per seizoen te spelen, dus Dempsey
verdient ongeveer 50.000 dollar per
kwartier. Een flink bedrag voor iemand
die de bal een lel geeft met een voet
Nu we het toch over gebreken en
gebrekkzgen hebben, kan ik er meteen
wel het verhaal achter aanhangen van
Marion Bermudez, die van plan was de
bond aan te klagen wegens discrimina
tie. De bond schorste twee officials die
haar toestemming hadden gegeven in
de eerste ronde uit te komen van het
Men's Golden Gloves Boxing Champi
onship van Arizona en nam haar uit de
strijd, hoewel zij haar eerste match
tegen een mannelijke tegenstander had
gewonnen
zonder tenen, want dat komt er ook nog
bij: Dempsey is geboren met één voet
zonder tenen! Dat heeft het voordeel
dat hij zijn voet recht onder de bal kan
plaatsen als hij hem schiet. Aldus The
Sunday Times, die als Engels week
blad overigens ook lang niet alles over
het Amerikaanse football weet, want
de recordtrap van Dempsey van 63
yards werd volgens de Sport Almanac
1975 niet dit jaar verricht, maar zes jaar
geleden al, in 1970! Dus dat van die
tenen zal ook wel niet waar zijn.
De boksofficial die geschorst werd,
excuseerde zich voor zijn beslissing
haar tot de wedstrijden toe te laten
door uit te leggen dat Marion met haar
advocaat was verschenen om haar deel
name af te dwingen. Hij dacht toen
slim te zijn, door te eisen dat zij zich
net als de andere deelnemers naakt zou
uitkleden voor het medisch onderzoek,
maar daar was ze niet voor terugge
deinsd.
Marion heeft nochtans afgezien van
een aanklacht tegen de bond, omdat zij
inmiddels is overgestapt naar het be-
roeps-karate, in welke tak van sport zij
zich wel met haar mannelijke collega’s
kan meten. De manager van de bokser
die zij in de tweede ronde zou hebben
ontmoet, was erg blij dat zij zichzelf
had teruggetrokken. „Als die jongen
van haar verloren had, zou hij zich
voorgoed uit het boksen hebben terug
getrokken. Het zat hem vorig jaar ook
al niet mee. Hij maakte toen deel uit
van het schoolworstelteam en moest
toen worstelen met een jongen die
maar één arm had en geen benen. En nu
dit weer
Ik kan u nu al vertellen dat het land
van Geesink en Ruska in Montreal
geen gouden medaille in het zwaarge
wicht judo zal veroveren. Zo erg be
faamd zijn onze judoka’s overigens nu
ook weer niet, want de eerder genoem
de Sport Almanac 1975 noemt als we
reldkampioen in 1961 en 1965 Anton
Goesink en als wereldkampioen in 1967
en 1971 Willom Ruska. Toch wordt lang
niet elke o in een e veranderd in deze
almanak. Ik wed dat al die Japanse
namen waarin Ruska en Geesink staan
ingebed intussen wel feilloos gespeld
zijn.
i
i
i
i
Goed, ik hou er dus niet van, ik heb
dat geschreven en prompt kreeg ik een
kaart terug waarop je Anton in bergbe-
klimmerskledij samen met zijn idem
dito uitgedoste vrouw op een Oosten
rijks bergtopje ziet staan. Op de keer
zijde staat gedrukt: „Een goede ge
zondheid en veel levensvreugde toege
wenst door Jans en Anton Geesink”.
Daaronder twee adressen, die van el
kaar gescheiden worden door de mede
deling: „foto: Anton Geesink”. Geno
men dus met de zelfontspanner. Links
staat zijn adres in Oostenrijk: Haus
Anton - Faisténbichl, Elimau (Tirol).
Hij heeft zijn tweede huisje aldaar dus
naar zichzelf genoemd. Maar dat haalt
nog niet bij zijn Nederlandse adres,
want daar heeft hij niet alleen zijn
huis, maar meteen de hele straat naar
zichzelf genoemd. Anton Geesink-
straat 11, Utrecht. Zou er ergens ter
wereld nog een tweede man of vrouw
zijn die metterdaad in de naar hem of
haar genoemde straat woont? Zelfs de
koningin woont in Amsterdam niet op
de Kongtnneweg!
thode dan in die van Sitters. Boven
dien gaat Sitters volgens mij buiten
zijn boekje door als een soort dicta
tor op te treden. Hij is destijds aan
gesteld als coördinator. En niet als
een bondscoach, zoals hij tegen
woordig door iedereen wordt ge
noemd. Zijn opdracht was contac
ten te onderhouden met de diverse
clubtrainers. Eventueel zou hij advi
seren. Nou, hij is één keer hier in
Den Helder geweest, een jaar of
twee terug. Verder heb ik hem niet
gezien. En is hij nou werkelijk wel zo
goed als een heleboel mensen zeg
gen? In Cali behaalde Nederland
veel medailles. Maar je moet niet
vergeten, dat dat alleen maar aan
Enith Brigitha en Wijda Mazereeuw
is te danken. Voor de rest stelde het
Nederlandse zwemmen maar weinig
voor. De heren schijnen nu ook zo
vooruit te gaan, maar wat stellen ze
internationaal nu eigenlijk voor? Al
leen Karim Ressang telt mee, maar
die traint dan ook in Amerika. En
Wijda Mazereeuw heeft zich tijdens
de trainingsweekenden voor Cali
bijna nooit laten zien. Zij heeft zich
ook bijna alleen voorbereid. Je moet
niet vergeten: voor Cali hadden zich
in feite maar vier peisonen ge
plaatst. onder de limieten gezwom
men: Karim Ressang, Wijda Maze
reeuw, Enith Brigitha en Paula van
Eyk. Op die zo geroemde trainings
weekenden kwam alleen Enith re
gelmatig."
Die blessure openbaart zich alleen
bij een korte, maar zeer zware ex
plosieve training, zoals Sitters die
propageert, ook wel de „Oosteuro-
pese werkwijze” genoemd. Volgens
Weemhoff en Aggenbach erkent Sit
ters de kwetsuur niet. Weemhoff:
„Eigenlijk weten we pas sinds zes
maanden wat voor een training Yo
landa moet volgen. Terwijl de bles
sure al ruim drie jaar oud is. Zolang
hebben we gezocht naar het voor
haar ideale schema. Nu zijn we er
dacht ik wel achter. Yolanda mag
gewoon niet op 100 trainen. Dat
betekent dus dat ze duurwerk moet
doen. Veel op 90 Dat betekent ook
dat ze langer moet trainen dan een
ander, maar ze heeft in ieder geval
al een half jaar geen last meer van
haar schouder en bovendien heeft ze
een halve minuut van haar beste tijd
op de 800 meter afgehaald: van 9.20
naar 8.52. En als het allemaal vol
gens de verwachtingen loopt, komt
ze ook daar weer een flink stuk
onder.”
(Columbia) deed zij niet mee en ook
nationaal moest zij een flinke stap
terug doen. Weemhoff: „Maar na
Cali konden we de bladzijde om
slaan. Toen kon ik haar eindelijk
blessurevrij laten zwemmen. Ze
boekte vrijwel direct een enorme
progressie.”
Yolanda Aggenbach vertoefde, rond
de jaarwisseling, als gevolg van
haar goede prestaties in Las Pal
mas, op de Canarische Eilanden,
met de voorlopige Nederlandse se
lectie voor Montreal. Bijna veront
waardigd zegt zij: „Maar weer moest
ik me aan de schema’s van Sitters
houden. En weer voelde ik die pijn
in mijn schouder. In februari, nadat
we terug waren, heb ik een brief
gehad, waar Klaas van der Pol, de
vice-voorzitter van de KNZB ook bij
was. Daarna hebben ze me voor de
keuze gesteld. Toen heb ik Montreal
afgezegd. Sitters zegt, dat zijn sche
ma voor iedereen ideaal is. Hij is er
•i:": ■<"-"
is nu eenmaal een supertalent. Die
kan alles. Ik durf te stellen, dat
Yolanda op dit moment op de 800
meter tot de tien besten van de we
reld behoort. En het frappante is: al
die meisjes die voor haar op die
ranglijst staan, volgen ongeveer de
zelfde trainingswijze. Want dat sys
teem dat ik heb ontwikkeld, heb ik
natuurlijk ook niet helemaal van
mezelf. Het is Australisch-
Amerikaans, meer duurwerk.”
„Je moet het gewoon scherp zien",
vervolgt Bas Weemhoff, alleen al
door zijn uiterlijk een vreemde eend
in de KNZB-bijt, „Yolanda is gebles
seerd, dat is bewezen. De artsen
hebben toen gezegd: als je zo door
gaat, kun je over drie maanden wel
stoppen met zwemmen. Dat kan ook
worden bewezen. Nu is ze zes maan
den blessurevrij en zwemt ze steeds
sneller. Hetgeen ook wordt bewezen.
Is het dan zo gek dat ze meer ver
trouwen heeft in mijn trainingsme-
Als de Peugeot naast het koude NS-station in Den Helder tot stilstand
is gekomen en de passagier op de achterbank aanstalten maakt om
afscheid te nemen, zegt bestuurder Bas Weemhoff: „Ach, die Olympi
sche Spelen wat is er eigenlijk voor bijzonders aan. Yolanda gaat
er niet naar toe, nou en? Er zijn toch nog genoeg andere zwemwed
strijden.” De naast hem gezeten Yolanda Aggenbach knikt. „Voor mij
staat het vast”, zegt ze, „ik ga er definitief niet naar toe.” Even later
klapt het portier dicht. De wagen scheurt weg, inclusief twee teleurge
stelde sportmensen. Op weg naar De Schots, het Helderse zwembad,
waarin Yolanda Aggenbach onder leiding van Bas Weemhoff zo n vier
uur per dag traint.
tapering-off, de periode vlak voor
een belangrijke wedstrijd, wanneer
er korter, maar sneller wordt ge
traind. Toen zijn we de training
gaan aanpassen. Maar Sitters wilde
dat niet. Dat bleek later wel."
In 1974, in Sittard, waar het trai
ningskamp voor de Europese Kam
pioenschappen in Wenen werd ge
houden, was het Yolanda’s bedoe
ling om op schema's van Weemhoff
te trainen. Sitters had hier overigens
zelf om gevraagd. „We hadden het
helemaal uitgestippeld”, zegt zij,
„maar ze hielden zich er helemaal
niet aan. Ik moestbijvoorbeeld twee
keer per dag trainen, in plaats van
één keer, zoals Bas dat graag had
gewild. Alles bij mekaar betekende
het een flinke mentale domper voor
me.”
Het jaar 1975 werd, misschien wel
door de tegenwerking die Yolanda
meende te hebben, een flop. Aan de
wereldkampioenschappen in Cali
van overtuigd dat ik op zijn sche
ma’s sneller zal gaan, maar dat is
niet waar: ik knap er op af. Dat is
toch zo langzamerhand wel geble
ken, dacht ik."
Ik zie Eddy Merckx straks niet op 'n
home-trainer alle kermissen in België
afreizen en ik zie Faas Wilkes niet elke
avond in Circus Boltini optreden met
een penalty-act, ik zie Ada Kok niet op
de kermis in een groot glazen aquarium
de dubbeltjes opvissen die het publiek
er in gooit, maar ik zie Anton Geesink
wél tegen dikbuikige, Kojak-achtige.
zich de Beul van Sebastopol of de Kale
Atoomkop noemende nachtclubuit-
smijters opbiggen, dus dat maakt mij
niet blijer dan ik van nature al ben.
öOzOMiiï
Want wat had zij als eis gesteld? Zij
wilde, dat trainer Bas Weemhoff
op eigen kosten zou meereizen
naar Montreal, om daar als haar
persoonlijke begeleider te kunnen
optreden. „En dat”, aldus Weem
hoff, „is helemaal verkeerd overge
komen. Yolanda werd naar voren
gebracht als het meisje dat niet bui
ten Weemhoff zou kunnen. Het kin
derachtige meisje, weet je wel. Maar
het gaat helemaal niet om de figuur
van Weemhoff. Weemhoff moest al
leen maar mee als bewaker van haar
schema’s en haar zwemcarrière. Yo
landa wil alleen op mijn schema’s
trainen, die nogal afwijken van die
van Sitters’ En daar gaat Sitters niet
mee akkoord.”
„Bovendien”, zegt Yolanda zelf, „als
Sitters nou had gezegd, dat ik de
schema’s van Bas gewoon had mo
gen meenemen naar Montreal, dan
was ik nog niet gegaan. Want ik weet
zeker dat ik me dan toch weer aan
zijn schema’s had moeten aan
passen.
Voor een andere zwemster zou dat
wellicht geen probleem zijn, voor
Yolanda wel. Het 20-jarige lid van
Zeemacht/Noordkop heeft namelijk
een blessure aan de schouder
tendomitis die overigens wel meer
voorkomt bij topzwemmers of -
zwemsters.
Geen gouden medaille dus voor een
van onze judoka’s, reden te meer om
even melding te maken van een an
sichtkaart die ik al geruime tijd gele
den van Anton Geesink kreeg nadat ik
een verdrietig en laatdunkend stukje
had geschreven over zijn catch-as-
catch-can-activiteiten. Ik vind dat een
man als Rembrandt alleen in de aller
hoogste geldnood zichzelf kan permit
teren als sneltekenaar op de Dam te
gaan staan en ik vind ook dat Anton
Geesink, met zijn reputatie zowel op
als buiten de mat, zich niet met die
volksverlakkerij van het catch-as-
catch-can zou moeten bezighouden.
„Ach wat kan het je schelen, ik heb er
wel lol in, ik kom, nog eens ergens. Ik
verdien er een gemakkelijke grijpstui-
ver mee en die judotijd is toch voorbij,
terwijl die gouden medailles heus wel
blijven glimmen, dus waarom gun je me
die lol nu met”, zal hij ongetwijfeld
zeggen, maar ik blijf het jammer
vinden.
American Football is een sport die
we alleen in speelfilms of tv-series
zien, als degeen die volgens het verhaal
moet worden doodgeschoten even on
vindbaar moet zijn voor de politie-
inspecteur die hem wil waarschuwen
(dan zetten ze hem dus midden in de
menigte op de tribune), of als het de
mafia moeilijk gemaakt moet worden
om hem neer te paffen. Om de spanning
ondraaglijk te maken, laten ze dan af
en toe iets zien van wat zich op het veld
afspeelt, zodat je denkt: weg met die
beelden, ik wil zien of de inspecteur
hem al ontdekt heeft op de tribune,
terwijl je ondertussen toch, via het
geweld op het veld, een beetje in de
sfeer van de misdaad gehouden wordt.
Speelfilms en tv-series zitten duivels
slim in elkaar, neemt u dat maar van
mij aan!
Ik weet dus weinig van American
Football, maar ik weet wel dat de
place-kick er een onderdeel van uit
maakt. De bal wordt, met de zorg die
antiquairs aan een Chinese vaas uit de
Kwo-min-Tang-periode besteden, neer
gezet en vervolgens door de place
kicker, die in place-kicking gespeciali-
eerd is, zo ver mogelijk weggetrapt.
Hoe verder hoe liever en hoe liever hoe
mooier.
Nu schijnen de Amerikanen zelf niet
zo erg ver te place-kicken. Dat komt
natuurlijk door al die benzinestank en
het blikvoedsel en de demoralisering
via Watergate. Het is in ieder geval een
feit dat veel Amerikaanse football
clubs voor hun place-kicking een forse
Europeaan inhuren. U denkt nu ver
moedelijk aan types als Aad Mansveld,
met een mooie ruimende trap in de
benen, maar het schijnt niet per se een
voetballer te hoeven zijn. Een be
faamde placke-kicker, zo lees ik in The
Sunday Times, is bijvoorbeeld de Noor
John Stenend, die de ovale bal verder
en nauwkeuriger schijnt te schieten
dan de Amerikaanse footballprofs,
hoewel hij van huis uit skispringer is!
Gelukkig hebben de Amerikanen nu
toch ook weer een eigen place-kicker
waar ze trots op kunnen zijn: Tom
Dempsey van de Los Angeles Rams.
Hij heeft zijn naam in ieder geval niet
tegen. Bovendien heeft hij dit jaar het
record voor de langste place-kick ge
broken met een afstand van 63 yard
want in Amerika staan langs de lijn
altijd een paar officials met meetlint
klaar, die elke beweging ongenblikke-
lijk opmeten en vastleggen voor het
jaarboek. Dempsey haalde 63 yards,
dat is 57 meter en 58 centimeter. In
voetbalafmetingen wil dat zeggen dat
Mansveld de bal, die op de punt van het
doelgebied voor een doeltrap werd
neergelegd, op een veld met de maxi-
mumlengte van 120 meter, zover trapte
dat deze drie meter over de middenlijn
op de grond kwam.
Een fors brok kritiek dus. van Bas
Weemhoff op de werkwijze van Bert
Sitters. Daarnaast heeft Weemhoff
de indruk dat Sitters en de KNZB
hem niet helemaal serieus nemen.
„Ik ben een van de weinigen", ver
telt hij, „die zonder diploma’s werkt.
Mijn kennis komt voort uit zelfstu
die. Ik heb een hekel aan de diplo-
mamaatschappij. Dat staat de
KNZB niet zo aan, geloof ik. Mis
schien dat dat er ook nog mee te
maken heeft.”
In ieder geval klampt Yolanda Ag
genbach, wellicht als gevolg van de
reeks teleurstellingen, zich geheel
aan Weemhoff vast. Zij woont zelfs
bij haar trainer in, doet er de huis
houding en past zich geheel aan de
trainingswijze van Weemhoff aan.
Yolanda: „Nogmaals: het gaat echt
niet om de persoon Weemhoff. Maar
als trainer is hij voor mij de beste. Is
het dan zo gek dat ik graag wilde dat
hij meeging naar Montreal?"
Het duo neemt nu genoegen met
deelname aan de Open Amerikaan
se Kampioenschappen, van 12 toten
met 15 augustus, waar zij op eigen
kosten naar toe zullen gaan. Yolan
da. „Een surrogaat? Nee, dat vind ik
niet. Daar komt toch ook zo'n beetje
de gehele wereldtop? Trouwens, ik
ga daar niet heen om nou eens lek
ker te bewijzen dat Sitters en de
KNZB ongelijk hadden. Ook al zal
ik, als het goed gaat, natuurlijk wel
even glimlachen."
Yolanda Agg<
Yolanda Aggenbach's blessure
openbaarde zich voor het eerst in
Belgrado, tijdens de wereldkam
pioenschappen van 1973. Yolanda:
„Ik deed daar mee op de 200 meter
vlinderslag. Drie dagen voor de start
voelde ik opeens pijn in mijn schou
der. Sitters beschreef dat als nega
tieve faalangst. Wat, en dat bleek
later wel. natuurlijk helemaal niet
waar was. Nu ontkent hij dat hij dat
toen gezegd heeft, maar het is wel
zo. Ik werd trouwens achtste, dus zo
slecht was dat nou ook weer niet.”
Na „Belgrado” raadpleegde Yolan
da de specialist, die ontdekte dat er
wel degelijk van een blessure sprake
was. Weemhoff: „Ze hebben het ge
probeerd met injecties en met korte
golfbestraling, maar het hielp niet.
Toen kwamen we tot de ontdekking
dat ze vooral last kreeg tijdens de
Weemhoff: „De fout die Sitters
maakt, is dat hij iedereen volgens
hetzelfde schema laat trainen. Hij
vergeet dat zwemmen een individue
le sport is. Iedere zwemmer of
zwemster heeft een eigen schema
nodig. Niet dat de mijne nu de beste
is, niet dat dat nu de meest ideale is.
maar voor Yolanda is dat wel het
geval. De cijfers bewijzen het ge
woon. Op het moment dat Yolanda
met mijn schema begon, een half
jaar terug dus, had zij er in Neder
land een stuk of acht voor zich. Ik
denk dat ze nu alleen nog door Enith
Brigitha wordt verslagen, maar dat
B