Vlekkeloze teksten, maar echt gevaar kunnen ze niet Amstelveens CC Carol Reed maakte zich niet in trek waar Vier surrealisten in Bloemendaal M I fï Pand Gedempte Oude Gracht 67 is monument I i SB •tl WvA Bent u graaf WiHemlI wel eens tegengekomen in Haarlem? 9 ^2 r Ai SF [RS IHII SI fel i commercieel filmer t Bouwens Autoverhuur i Na „The third man” J|| ill 14 3 O 19 7 6 KUNST V R IJ D AG APRIL i jol K3 ers iet- door Hein Steehouwer Hj- lc Beeld schrift f 35,— per dag incl. 100 km en verzekering excl. btw en benzine Kampervest 23 - Haarlem Tel. 312638 4 j Bouwj. 1976 Nee? Dan wordt het hoog tijd, dat eens meeloopt aan de hand van de be kende auteur Jan Hoeben. Van. zijn boek: "ZEVEN EEUWEN HAARLEM” is de 5e geheel bijgewerkte druk uit- gekomep. Dit standaardwerk (25x17,5 cm) met meer dan 300 pagina’s en tallozemnieke foto’s is verkrijgbaar voor 27,50. Bij onze kantoren of bij de ge noemde boekhandels. dry I 15 fes EEN TRANSIT HUREN? r 11 So 'W W 4 1 F- Afscheid van Don Quishocking aangenaam gepolitoerd cabaret JAC. HEIJER (ADVERTENTIE) en CHARLES BOOST „Vrouwen en vlinders” van Hans Lodeweegs. euwe i Carol Reed met de Oscar die hij voor zijn „Oliver Twist”-film kreeg. rdags uur igd ksge- n van ■aat lelt de eken- igang met In de ernstige sfeer van de naderende oorlog werd in ’39 het mijnwerkersdra- ma „The Stars look down” gemaakt en In de tentoonstellingszaal van het Bloemendaalse gemeentehuis is t.e.m. 15 mei een expositie onder de titel „Vier surrealisten’’. Het is een vlag die de lading niet geheel dekt, maar die wel is ingegeven door het feit dat de exposanten gebruik maken van een fantastisch-realistische beeldvor ming. Lodeweegs, die in deze contreien al eerder exposeerde, laat zien dat hij in een een f om maar hooi, werk stan- nu bij oer- ;ts te vordt er en nerk- opt u nog prijs. imen cher i. En nsen n en ipoe- n le- egen t op hol- dat laar tvrij ime redo de erkt ex- n en uit vare and- end. r nder-, meis- is- en sport- race- Zo'n lektie alleen -r „Bank Holiday” geeft een eenvoudig en realistisch beeld van de lotgevallen van een Londense familie die op het eerste weekend in augustus als de ban ken gesloten zijn, naar buiten trekt, gelijk met honderdduizenden andere va kantiegangers. Het simpele gegeven dat in zijn uitwerking doet denken aan Ro bert Siodamaks befaamde improvisatie- film „Menschen am Sonntag” uit ’29, geeft aanleiding tot allerlei kleine men selijke verwikkelingen die Carol Reed met een lucide opmerkingsgave obser veert en tot een tragi-komisch geheel weet te verwerken. Het daarop volgende „Climbing High” met de r evue-actrice Jessie Matthews en Michael Redgrave in de hoofdrollen was van een muzikale lichtheid die aan de komedies van Rene Clair herinnerde. Don Quishocking wijst in zijn ope ningslied (een voortreffelijk nummer in de klassieke traditie van het cabaret) op een paar tijdsverschijnselen, als werk loosheid bijv., en voegt eraan toe dat het dus „vreugdevolle tijden” voor het caba- betekent naar Charles door Lionel er ret zijn. Zeer juist gezien. De lamlendig heid van de matte jaren ’70 is bij uitstek geschikt, om door te prikken. Maar doet Don Quishocking dat ook in de rest van zijn programma? Nauwelijks. Een paar teksten van Groot (George? Of Anke?), zoals Hobbelpaard, Familie-fout, Moeten we hem tegenhouden, geven een uitste kend tijdsbeeld, maar de pointes blijven niet trillend in het vlees steken. Echt gevaarlijk wordt het niet. Don Quichocking zit negen jaar in het vak, heeft een aangen<|am geplitoerde vorm bereikt en is zo intelligent dat het zichzelf al kan betitelen als „ouwe lul- lencabaret”. Het is altijd handig de criti ci een slag voor te blijven en tegelijker tijd zoveel kwaliteit te tonen dat je als toeschouwer onmiddellijk bereid bent tegen te werpen dat het met die „ouwe lullen” best meevalt. Maar iets ervan is wel waar. De mentaliteit van Don Qui shocking lijkte op die van vele deftige intellectuelen dié de betrekkelijkheid van het nut van enige strijdlust maar al te goed iiizien. Don Quishocking is op zijn best in de satire op ons ongeïnteresseerd egoïsme. Hemert uit Haarlem besproken toen zijn een provincie aan bod; telkens ben je benieuwd wat de pointe zal zijn. Het intrigeert me alleen waarom de Bra bantse meisjes niet bezongen zijn, hoe wel ook van hen bekend is dat ze edele delen strelen voor een zuurstok. De prestatie is al even elegant als de tekst. Pieter van Empelen schrijft een voudige en aantrekkelijke muziek, die alle kansen geeft aan een duidelijke voordracht. George en Anke Groot, Jac ques Klöters (die met de baard) en Fred Florusse zingen met Van Empelen aan de piano uitmuntend, af en toe met allerlei voorwerpen zichzelf begeleidend. Elk vervult bekwaam en ontspannen zijn of haar solo, waarvan de conference van Flrorusse over zijn tandarts eruit springt. Kortom, „Afscheidstournee 1” biedt eeh vermakelijk en zorgvuldig uit gevoerd avondje klassiek cabaret. Don Quishocking treedt vanavond weer op in de Toneelschuur; de plaatsen zijn al uitverkocht. Het komt in Haar lem terug in juni, voor vier voorstellin gen in de stadsschouwburg. tie n. In nt nu u op jm er s zijn te hol •kfiets aan eigen geestelijke ervaringen. Overigens zijn die onderscheidingen niet van zoveel belang. Van Hemert werkt heel goed in zijn kleine forma ten, zuiver van tekening en kleur. Hij zou inderdaad een sprookjesillustrator van klasse kunnen zijn als het om traditionele gegevens gaat. Een originele beeldvorming toont Leo Musch uit Maarssen in tekenin gen en enkele olieverven. Hij ver mengd fragmenten uit de klassieke oudheid - meest standbeelden - in vaag gehouden werk met moderne gegevens. Juist die vaagheid versterkt Naast een groot aantal vrije produk- ties zijn voorts voorstellingen vastgelegd van gezelschappen uit Engeland, West- Duitsland, Tsjecho-Slowakije, Parijs, Italië en een uitvoering door de compag- nia d’Opera Italians uit Milaan van Puccini’s „Madame Butterfly”. Op het gebied van het cabaret, de dans en de operette komen vrijwel alle prominenten uit ons land voorstellingen in Amstelveen geven, terwijl ook de muziek in de vorm van symfonieconcer- ten en als nieuwtje een serie meesterpi- anisten niet vergeten is. Groot schreef weer twee navrante lied jes in de stijl van het lied uit „Waar het valt daar legt het” (1971) over de oude vader in het bejaardenhuis. „We zullen moeder eens verwennen” bestaat uit een discussie tussen volwassen kinderen over het verjaarscadeau, waarmee ze hun moeder willen verrassen. „Moeten we hem tegenhouden” bestaat uit een stroom van decadente reacties, wanneer Fred Florusse aankondigt zelfmoord te gaan plegen. Twee nummers die werke lijk huiver oproepen. een mu- „Oliver even tenminste gezongen Maar en „The fallen Idol”, naar een verhaal van Graham Gréene, „The Basement Room” over een achtjarig jongetje dat ongezien getuige is van een volwassen tragedie, waarbij zijn afgod, butler Bai nes (Ralph Richardson) betrokken is en zich niet in de verering van het kind kan handhaven. In zijn ontwikkeling na „The third Man” kan Carol Reed het hoge niveau dat een relatief onbekend filmer zich kan permitteren, niet handhaven. Hij wordt steeds commerciè Ier, hoewel vak manschap en ervaring hem in de gunst van het publiek laten bij films als „An Outcast of the Islands” (’51), „Trapeze” (’56), een circusfilm met Burt Lancaster en Gina Lollobrigida, „The Key”, naar Jan de Hartogs roman „Stella” met Wil liam Holden, Sophia Loren en Trevor Howard '(’58) en „The Agony and the Ecstasy” over het leven van Michelange lo (Charlton Heson) uit ’65. De medespe- lende sterren worden groter van naam, Reeds aandeel in het geheel wordt steeds geringer. HAARLEM/DEN HAAG. De Kroon heeft een beroep van wijlen de heer J. W. G. Anschütz tegen het plaatsen van pand Gedempte Oudegracht 67 op de monumentenlijst van de hand gewezen. Het betreft een 17e eeuws pand, ge bouwd als woonhuis op een kelder van nog oudere datum. Inpandig zijn nog oude elementen aanwezig. De Kroon acht het pand bouwkundig van dien aard, dat plaatsing op de monumenten lijst gerechtvaardigd is. Deze uitgave van Damiate Pers is verkrijgbaar bij onze kantoren: Haarlems Dagblad, Ged.Oude Gracht 82 - Haarlem (centrum), Soendaplein/Floresstraat 1 - Haarlem (noord),Californiëplein 17 - Haarlem (Schalkwijk), ’t Haasje. Bennebroekerlaan 85 - Bennebroek, V.V.V. Jonkheer Mockkade- Hillegom IJmuider Courarft, Lange Nieuwstraat 427 - IJmuiden Beverwijkse Courant,Zeestraat 18 - Beverwijk. BOEKHANDELS HAARLEM: Boek en Blad, Gen. Cronjéstraat 122 De Boekhal, Kruisstraat 40 Boekhandel H. Coebergh, Ged Oude Gracht 74 Haco, Spaarnwouderstraat 108-110 Hage en Zoon, Van, Zijlweg 84 Boekhandel I.L.A.. Gen. Cronjéstraat 43, Grote Houtstraat 79 Boekhandel van Kuijeren, Gen Cronjéstraat 99 Loosjes. Rijksstraatweg 125 N.V. Boekhandel v. d. Peet, Jansweg 39 P. Raaijen, Rivièradreef 14 Boekhandel Willa Reinke, Gierstraat 64 Tip’s Boek- en Tijdschriftenhal, Santpoorterstraat 5zw Boekhandel Veko, Zijlstraat 98-100 Boekhandel A. Vernout, Warmoesstraat 10 Boekhandel H. de Vries, Jacobijnestraat 3 Vroom en Dreesman, Grote Houtstraat L. te Welscher, Wagenweg 116 BLOEMENDAAL: Boekhandel J. M. de Wit, Bloemendaalseweg 123a HEEMSTEDE: Boekhandel Batavo, Zandvoortselaan 147 Blokker’s Boekhandel, Bronsteeweg 4 D. J. Sehol, A van Ostadeplein 4 J. M. de Wit, Valkenburgerlaan 48 SANTPOORT: Boekhandel Broeze. Bloemendaalsestraatw 120 Boekhandel Erasmus. Hoofdweg 234 IJMUIDEN: Boekhandel Erasmus, Lange Nieuwstraat 243 BENNEBROEK: Ako, Bennebroekerlaan 9 Boekhandel Wagner, Zwarteweg 42 ’t Haasje, Bennebroekerlaan 85 BEVERWIJK: Beverwijkse Boekhandel. Breestraat27 Boekhandel Burger, Breestraat86 Ding ier’s Boekhandel. Breestraat 58 Boekh. v. d. Meer, Wijkerbaan 4 HEEMSKERK: A.B.C. Boekhandel, Maerelaan 4 Boekhandel de Graaf, Kerkweg 24 H1LLEGOM: Boekhandel v. d. Klugt, Hoofdstraat 89 Boekhandel Wagner, Hoofdstraat 93 VVV Hillegom, Jonkheer Mockkade HOOFDDORP: Boekhandel v. Grieken, Kruisweg 979 NIEUW VENNEP: Boekhandel Bok horst, Kerkstraat 2 SASSENHEIM: AV Boek, Hoofdstraat 141a Boekhandel Wagner. Hoofd straat 181 VELSEN-N.: Laan’s Boekhandel, Wijkerstraatweg 275 IJMUIDEN: Brnna, Lange Nieuwstraat 495 Boekhandel Erasmus, Lange Nieuwstraat 243 ZWANENBURG: Boekhandel Kamerbeek. Dennenlaan 121 AMSTELVEEN (ANP). Het Cultu reel Centrum in Amstelveen, dat begin 1975 werd geopend, ‘blijkt een grote aantrekkingskracht op de bezoekers uit te oefenen. Nadat in de eerste maanden al 50.000 bezoekers naar dit theater wa ren gekomen, woonden nog eens bijna 100.000 betalende bezoekers de voorstel lingen in het eerste volledige seizoen 1975-1976 bij. In. totaal kwamen er dus sinds de opening op 3 januari 1975 al bijna 150.000 betalende bezoekers, een resultaat waarmee de directie van de gemeentelijke dienst'voor cultuur onder leiding van Wim Bary uitermate tevre den is. Volgens Bary ligt het cultureel centrum zo goed in de markt onder meer door het zeer gevarieerde pro gramma. De top daarbij is het toneelgebeuren, waarvoor ook voor het komende seizoen weer een groot aantal voorstellingen is vastgelegd. Daarbij zijn- alle Voorpre mières van Publiekstheater, praktisch het gehele repertoire van de Haagse Co- medie en Globe en voorts opvoeringen door Theater en Centrum. Ook komen in het nieuwe seizoen zowel de Koninklijke Nederlandse Schouwburg uit Antwerpen als de Koninklijke Vlaamse Schouwburg uit Brussel naar Amstelveen. Het Ant werpse gezelschap brengt dan de pre mière voor Nederland van „Orestes” van Hugo Claus. Men vergat al gauw dat Reed die 43 was toen hij „The third Man” maakte, al van 1934 af werkzaam was in de Engel se filmstudio’s en voor de oorlog op z’n minst twee opvallend charmante kome dies op zijn naam had staan: „Bank Hiliday” en „Climbing High”, beide uit ’38. Hij debuteerde in ’34 met „Midship man Easy” naar een jongensboek van Captain Marryat. Het succes van deze avontuurlijke film bleef beperkt tot En geland, maar voor Carol'Reed was dat voldoende om zijn positie binnen de industrie te verbeteren. Hij kreeg er een mooi contract op van „Gainsborough Films”, voor welke produktiefirma hij een aantal luchtige niemandalletjes maakte, als „Who’s your Girlfriend”, „A Girl in the News, en „Penny Parade”. Dit vooroorlogse werk dat zijn hoogte punt in „Bank Holiday” vond, toont een luchtige kant die later vrijwel verloren is gegaan. technisch opzicht veel heeft geleerd. Hij is een knappe fijnschilder, die ook invloeden uit hedendaagse stijlen toelaat. Bij hem spelen vrouwenpor tretten, vlinders, bloemen, vogelkop pen, maar eveneens merkwaardige rotsformaties een rol in soms lieflij ke, maar ook wel „enge” voorstellin gen. Hij schroomt niet om met vaak felle kleurcontrasten te werken en schept zodoende boeiende olieverven en ook enkele tekeningen. Heel anders werkt Mat Reynders uit Heemskerk, over wie ik al meer malen heb geschreven. Hij blijft de kunstenaar die vanuit ongeordende vlekken in heftige kleurstellingen ge- int n en n be nen de van h 12 mtie dige den zon- een r er- mon- ge- rijdt zo’n beeld zich maar niet duidelijk opnieuw manifesteert. Mat Reynders doet dat knap (vooral in zijn paneel „Melancholie”) en op een overtuigen de wijze. Evert van kort geleden werk bij Heerkens ThijSsen hing, is geen eigenlijke surrealist. Zijn aqua rellen tonen bijna steeds burchten ruïnes, wouden en dergelijke aan de middeleeuwen herinnerende beelden, enkele uitzonderingen daargelaten. Eerder zijn het dus geschilderde sprookjes, waarin ook geesten hun rol meespelen. Nu kun je ook stellen dat de hele sprookjeswereld een archety pische en surrealistische achtergrond heeft, behorende tot het gemeen schappelijk onderbewustzijn van de mens. De beelden die daaruit opdoe men in de aquarellen van Van He mert zijn eerder gebonden aan de traditie, die niet meer als surrealis tisch bepaald wordt ondergaan, dan Hans Lodeweegs uit Haarlem kan inderdaad een surrealist in de „klas sieke” zin van hét woord worden genoemd omdat hij zich inderdaad laat leiden door invallen die kenne lijk uit het onderbewustzijn opko men. Tevens omdat hij in zijn beeld vorming het dichtst staat bij het oorspronkelijk surrealisme, het sa menvoegen van werkelijkheidsfrag- menten vermengd met droombeelden tot een nieuwe werkelijkheid, soms symbolisch geladen, soms met oncon troleerbare bedoelingen. een jaar later de politieke thriller „Night Train to Munich”. Uit een on middellijke betrokkenheid met de oorlog ontstonden „The Way Ahead” in ’44 en „The true Glory’ in 45, de laatste, gemaakt in samenwerking met de Ame rikaanse regisseur Garson Kanin, een overzicht, samengesteld uit documentair materiaal over de oorlogsjaren tot met de uiteindelijke overwinning. Twee opvallende films ontstonden nog na de oorlog en voor het succes van „The Third Man”, nl. „Odd Man out”, de geschiedenis van een urenlange achter volging van een gewonde Ierse rebel (James Mason), na een mislukte overval; HAARLEM. Don Quishocking heeft in zijn programma „Afscheidstournee 1” (een titel die dus jaren meekan) een lied tegen critici, die het cabaret vrijblij vendheid verwijten. Een onjuist verwijt, spot Don Quishocking. Kijk maar: Nixon is afgetreden, industrieën gaan failliet, dank zij de scherpe aanvallen van het cabaret en Hirohito is nooit meer in Nederland geweest sinds supercabaretier Wim Kan tegen diens bezoek protesteer de. Een aardig gevonden weerwoord van Don Quishocking. Maar niet helemaal recht in het doel. Geen criticus zal het in zijn hoofd halen het cabaret wereld- hervormende pretenties toe te dichten. Wel kan een criticus van hèt cabaret verlangen de tijdsverschijnselen zo te analyseren, dat het een mentaliteit bloot legt die hoognodig bij de lurven gepakt moet worden. daanten laat opdoemen, meest naak ten, in ondergangssituaties. Zijn beeldvorming lijkt - althans voor mijn gevoel - nog het meest op de toestand die we allemaal kennen als we trachten ons nog vaag een droom of nachtmerrie te herinneren terwijl het effect voor iets on wezenlijks te staan, bij hem det essentie van het fantastische. Surrealisme is het nau welijks, wel knappe cerebrale vond sten, zoals vertekeningen, uitsparin gen in wit die weer een nieuw beeld opleveren en dergelijke. Op een. ge remde manier zijn al zijn voorstellin gen tragisch met gegevens als af scheid, vernietiging en berusting, alles goed passende bij zijn vage stijl: de tekeningen licht-grijs tegen wit en ook de olieverven in zeer lichte tin ten op papier alsof het om aquarellen gaat. Verder valt weer op hoe soepel en intelligent Don Quishocking het Neder lands hanteert, ook (misschien wel juist) wanneer het alledaagse cliche’s betreft, waarvan het clichématige haarscherp aan de kaak gesteld wordt. Virtuoos geschreven zijn de voor het Nederlands cabaret typerende, lichtelijk nonsensika- le liedjes, als het „WC-lied”, „Erica” (over een paard) en het slotlied „De Nederlandse meisjes”. Vooral dat laatste is er een dat onmiddellijk in de toptien van het Nederlandse cabaretlied opgeno men moet worden. In elk couplet komt Don Quishocking, v.l.n.r. Pieter van Empelen, George Groot, Anke Groot, Jacques Klöters en Fred Florusse. DE ENGELSE filmregisseur Carol Reed die in de nacht van zondag op maandag in zijn Londense woning over leed, is in zekere zin, wat zijn carrière betrof, het slachtoffer geworden van zijn internationaal succes met „The third Man” in Reed werd van dat ogenblik af vereenzelvigd met die film. Het ging er een beetje op lijken alsof hij daarvoor en daarna als filmer niet bestaan had. In ieder geval heeft hij nooit meer iets gemaakt dat de bekend heid en de ruime verspreiding heeft gekregen van het resultaat van deze gelukkige samenwerking met de schrij ver Graham Greene, de acteur Orson Wiles, cameraman Robert Krasker, ci terspeler Anton Jaras die het Harry Lime-thema speelde en de beide royale producenten David O’Selznick en Alexander Korda die de zaak financier den. „The third Man” was en is geble ven, het spectaculaire hoogtepunt in het werk van Carol Reed die op deze film na een verwaarloosd filmer is geworden. z ?rpak- schik- merk- be- ti de van se te In '68 betekent „Oliver”, sical naar Charles Dickens Twist” door Lionel Bart opleving, er ontstaat zeer vitale show met veel en gespeelde hoogtepunten. Maar de laatste hier vertoonde films, „The last Warrior” met Anthony Quinn als door vechtende Indiaan en „Belinda” met Mia Farrow en Topoi (uit „Anatevka”), resp. uit ’71 en ’73 deden eerder afbreuk aan zijn naam dan dat zij iets toevoegden aan zijn reputatie. Maar die was tot en mét ’49 zo stevig gevestigd dat Carol Reed er een adellijke titel en een geves tigde naam in de filmhistorie aan over hield, ongeacht hoe zijn prestaties daar na beoordeeld zouden worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 15