Meulenhoff werkt hard aan
volledige
Van Schendel
De Amerikaanse Roman 1950-1975’
i
Alle e’s en n’s zijn op betekenis getoetst
PLANNEN VOOR EXPOSITIE
Hans Warren.
Steen der hulp.
J. H. Donner.
Jacht op de inktvis
IN FRANS HALS MUSEUM
lil
i
Is
;g
door Jaane Krook
I
CORRECTIE
C
Speciale grapjes
■2
Zoveel moois
9
II
l
De schrijver Arthur van Schendel. die leeftfcr «en 1874 tol 1946, schreef
drieënveertig boeken, vooral romans en korte verhate*. Een aantal daarvan, zoals
Het Fregatschip Johanna Maria, Éen 'zwerver vertakl Da wereld een dansfeest
en De Waterman zijn voortdurend herdrukt an lót da klassieken van de
Nederlandse literatuur gaan behoren Andere raakten «Nd op de achtergrond
to f«7
te
Nu de interesse voor de neo-romantiek en het magisch realisme herleeft, vond
Laurens van Krevelen, de directeur van de Uitgeverij Meulenhoff, dat de tijd rijp
was voor de publikatie van Van Schenders volledige werk Het eerste deel
daarvan zal rond 20 mei in het Literair Kabinet te Den Haag aan minister Van
Doorn worden aangeboden
I
I
I
I
I
van
i
G. A. M. Janssens:
W.V.
Vladimir Nabokov
JEROEN KOOLBERGEN
Norman Mailer
W.V.
I 4
F*
1
1
1
i
Een heel curieus boekje, dit verhaal van onze Zeeuwse nachtegaal. Hans Warren. Het
mag dan qua inhoud en thematiek niet bijzonder origineel zijn, het is dat wel door het
taalgebruik dat door zijn poëtische kwaliteiten nogal verschilt van het realisme dat bij
andere schrijvers in trek is.
Steen der hulp toont de ervaringen van een joods student die in de Tweede
Wereldoorlog bij een boerengezin ergens in Zeeland onderduikt om aan de bekende
verschrikkingen te ontkomen Tijdens zijn verblijf echter in dat milieu, dat sterk doet
denken aan dat van De Metsiers van Claus, ervaart hij dat er in iedere mens een strijd
gaande is die niet zo gemakkelijk te ontlopen valt. De rust die hij op het platteland
meende te vinden, wordt voor de ik-figuur een ontdekkingsreis naar het eigen innerlijk
Buitengewoon versluierend werkt hierbij het taalgebruik van Warren. Hij schrijft een
nieuw soort impressionistisch proza dat uiterlijk de rust symboliseert die onze student
meende te vinden Dat die rust betrekkelijk is, ervaart hij lijfelijk. Wat resulteert is een
weemoedige poëtische boodschap over vriendschap, liefde, haat en dood.
Uitgeverij: Bert Bakker
De hele editie beslaat acht dundrukde
len, die binnen twee jaar op de markt
worden verwacht. Een dergelijke uitgave
is natuurlijk niet mogelijk zonder intensie
ve en vakkundige voorbereiding. In sa
menwerking met Arthur van Schendel. de
zoon van de auteur, werd een redactie
commissie samengesteld uit de Neerland,
ci drs. F. P Huygens, drs. H. A. Huygens
Wijma. B W E. Veurman. de historicus
drs. H Scholten. C. Vergeer en mevrouw
Corinna van Schendel. die als dochter van
de schrijver beschikte over manuscripten
en foto's en via haar persoonlijke herinne
ringen en kennis van het handschrift veel
problemen kon oplossen.
Je vindt haar temidden van stapels boe
ken en papieren in het huis van haar
moeder, die een paar maanden geleden
overleed: „Ik vind hier nog koffers vol
brieven. Daar zijn er bij van Kloos, van
Van der Leeuw; er is nog- heel wat uit te
zoeken’.
De Nederlandse lezer die het Engels
met goed machtig is. mag zich erover
verheugen dat er steeds meer Engelse
en Amerikaanse literatuur in vertalin
gen beschikbaar komt. Nu zijn er aller
lei bedenkingen te opperen tegen de
vertaling van literatuur, bijvoorbeeld
het verschijnsel dat je het „semantisch
verlies” zou kunnen noemen, het feit
dat een woord in de ene taal vaak
andere bijbetekenissen en associaties
heeft dan in de andere, zodat het groot
ste deel van de waarde die een lezer zelf
aan de tekst toevoegt, verloren gaat. Bij
de vertaling van poëzie geldt dit uiter
aard sterker dan bij de vertaling van
romans. Vertalers worden bovendien
slecht betaald, zodat zij vaak gedwon
gen zijn om een vertaling in korte tijd
klaar te krijgen. De gevolgen blijven
niet uit, zoals we geregeld kunnen mel
ken. Je vraagt je af of bij de hoge
prijzen van vertaalde buitenlandse lite
ratuur het honorarium van de vertaler
niet wat hoger kan zijn.
letters bedoeld werden, en hoe de oor
spronkelijke interpunctie was, terwijl Ver
geer bijvoorbeeld, in verband met de chro
nologische volgorde, precies weet wanneer
er een verschil in jaren bestaat tussen het
ontstaan en de publicatie van een bepaald
werk, of bij welke druk er hoofdstukken of
notities zijn toegevoegd’'.
„Alle e’s en n’s zijn op hun noodzakelijk
heid en hun betekenis getoetst, alle cita
ten uit de studies over Shakespeare en
Verlaine zijn opgezocht en nagegaan. Op
de volgende vergadering zal worden ge
sproken over de inhoud van het achtste
deel. Er moet nog een keuze worden ge
maakt uit de onuitgegeven geschriften. Er
is bijvoorbeeld een romanfragment be-
ook voorgeschoteld in de vorm van
goede en onderhoudende samenvattin
gen, waardoor je zin krijgt om boeken
die je nog niet kent gauw aan te schaf
fen, scherpe formuleringen, en heldere
analyses. Waar je over twisten kunt zijn
Janssens’ beoordelingscriteria. Voor
hem is de traditionele toetsing aan tijd
loosheid en universaliteit onmisken
baar zeer belangrijk Een schrijver
dient iets dat wij nog niet weten of
begrijpen over de condition humainete
melden te hebben. Vandaar dat „Cat
cher in the Rye” van Salinger volgens
Janssens niet overeind blijft, vandaar
dat Saul Bellow een hoofdstuk voor
zich apart krijgt, en vandaar dat Von
negut zo ongeveer in mootjes wordt
gehakt
„Nu het volledige werk van Couperus is
verschenen en men aan dat van Vestdijk
werkt, ligt het helemaal in de lijn om de
volledige Van Schendel te gaan herontdek -
i
I
1
I
1
tfaaSehtnOM
t<
d
E
ti
h
n
t
1
1
t
t
r
t
1
t
l
1
l
l
i
i
l
Óndanks deze, en andere bedenkin
gen, valt de vertaaldrift van de uitge
verijen toe te juichen, en het leek er
zelfs op dat voor de lezer van vertalin
gen nu ook een kritisch werk op de
markt werd gebracht. Is het de bekrom
penheid ener academicus, is het elitis
me, is het gemakzucht, is de uitgever
niet goed bij zijn hoofd? Waarom bevat
„De Amerikaanse Roman 1950-1975”
van G. A. M. Janssens, dat in het Neder-
lands is geschreven, uitgebreide Engel
se citaten die niet vertaald worden?
Immers, wie goed Engels leest, heeft
ook de Engelstalige literatuurkritiek tot
zijn beschikking (ik noem bijvoorbeeld
Tony Tanners „City of Words”, dat
ongeveer dezelfde periode bestrijkt als
Janssens’ boek), maar de lezer van ver
talingen kan het nu wel weer vergeten:
de aangehaalde passages, die van be
lang zijn voor de argumentatie, kan hij
niet volgen.
Dit is allemaal des te erger omdat „De
Amerikaanse Roman” een bijzonder
goed boek is. De stijl mag af en toe wat
te formeel zijn, en doorspekt met over
bodige anglicismen, de wijze waarop
het onderwerp behandeld wordt, ver
dient veel lof. In zijn Inleiding zegt
Janssens dat het moeilijk is om een
verantwoorde keuze te maken. Zijn
doel omschrijft hij als volgt: „Ik vraag
niet om een onkritische bewonde
ring voor alles wat nieuw is, maar om
een intelligente, ondogmatische waar
dering van het brede spectrum van
uitdrukkingsvormen tussen traditie en
experiment
Genoemd spectrum krijgen wij dan
d<
bi
d<
g«
di
ei
d
g
h
t
g
k
r
g
h
F
I
6
e
tl
b
b
c
li
v
g
z
d:
rr
di
rr
zi
a
e<
v;
ri
g
g
Cl
g
6
In de boekenkast langs de muur heeft ze
de boeken uit de persoonlijke verzameling
van haar vader bij elkaar gezet: „Die bibli
otheek geeft zo’n afgerond tijdsbeeld. Ik
vind dat we die intact moeten houden, al
weet ik nog niet precies wat ermee moet
gaan gebeuren”, zegt ze peinzend, terwijl
ze de in grote dozen geselecteerde foto’s
voorzichtig naast elkaar uitstalt: „Kijk, dit
was hij toen hij 18 was. en deze zijn van
Witsen, nog met glasplaten gemaakt; toen
was hij 23, of 25 misschien... Ik zal het even
nakijken”’.
Arthur van Schendel kijkt op de meeste
van zijn portretten ernstig in de lens. Was
hij altijd zo ernstig? „Hij leefde vaak in
zijn eigen verbeeldingswereld. Die heeft
hij m zijn- jeugd, die niet zo gelukkig was.
voor zichzelf opgebeouwd. En die wereld
uitte zich in zijn werk. Maar hij was een
zeer beminnelijk man Toen hij in zijn
jeugd de Amsterdamse toneelschool be
zocht, was hij berucht om zijn spotzucht.
Daar is hij later op een bepaald moment
van afgestapt Hij vond hét geen goede
manier om mensen te benaderen".
waard gebleven van 60 bladzijden, waar
aan Van Schendel nooit is doorgegaan. De
vraag is natuurlijk: waarom niet? Want als
hij het niet goed genoeg vond, moeten wij
het niet alsnog publiceren. Daar zal nog
wel even over gepraat moeten worden.
Evenals over de brieven, hoewel die in
deze uitgave zeker niet volledig aan bod
zullen komen. Die correspondentie is
enorm omvangrijk”.
Staat het verschijnen van dit volledi
ge werk van Van Schendel in verband met
een zoveelste geboorte- of sterfjaar?
„Nee. Vorige maand was het 102 jaar
geleden dat hij in Djakarta, toen nog Bata-
ook de dingen die mij een enkele kegr
ontgaan. We hebben ieder verschillende
boeken onder handen genomen, hoewel
we natuurlijk wel voortdurend met elkaar
overleggen. Collega Veurman is hier trou
wens ook verschillende weken in huis ge
weest voor de laatste correctie van het
eerste deel. Het is heerlijk om zo te kunnen
werken". Hun betoog gaat dan ook zo
vloeiend in elkaar over, dat het klinkt als
éen verhaal:
..We zijn ervan uitgegaan dat het een
wetenschappelijk verantwoorde uitgave
zou moeten worden, die toegankelijk zou
moeten zijn voor een groot publiek. Oude
spelling schept een afstand; we hebben er
binnen de werkgroep veel over gediscussi
eerd. Sommigen hadden er bezwaar tegen
de buigings-n weg te laten, omdat Van
Schendel zelf zich daar ooit tegen had
uitgesproken. Maar er waren al verschil
lende boeken van Van Schendel in de
Van Dale, terwijl men daarbij het
speciale woordgebruik, het ritme en de
melodie van Van Schendeis eigen taai
heeft geprobeerd te behouden.
Daarover vertellen de heer en mevrouw
Huygens, die in hun huis in Hummele
(Gelderland), waar ze na drie jaar nu min
of meer zijn ingeburgerd, de talloze gefoto
kopieerde pagina’s corrigeerden.
F. P. Huygens publiceerde tevoren on
der meer, samen met zijn collega Veur
man, bij Meulenhoff Educatief, diverse
schoolboeken over literatuur, terwijl zijn
vrouw op de achtergrond meewerkte. Bin
nen de redactiecommissie voor de uitgave
van het volledige werk van Arthur van
Schendel, werd ze echter vanaf de derde
vergadering, waarop Piet. Calis vertelde
plotseling naar Indonesië te moeten ver
trekken, volledig ingeschakeld.
„Mijn vrouw heeft wat je noemt een
correctie-oog. Ze ziet alles onmiddellijk.
„Meulenhoff heeft een vaste staf van
vier jonge correctoren zeer intelligente
en consciëntieuze jonge mensen en die
corrigeren vóór. Al die o’s en sch's hoeven
wij niet meer weg te halen; ze verbeteren
het zoals ze denken dat het goed is. Daarna
wordt het aan ons toegestuurd, en wij
brengen als tweede correctie ook nog ver
beteringen aan. Dan gaat het terug naar de
correctoren, die het weer helemaal door
nemen, waarna het naar de drukker gaat’
..Als er bepaalde onduidelijkheden zijn
Van Schendel spelt bijvoorbeeld be
paalde eigennamen in één boek wel eens
verschillend dan noteren we dat op
kleine papiertjes, en dan wordt daarover
op de volgende vergadering door ons alle
maal gesproken en beslist. Corinna van
Schendel kan vanuit de manuscripten na
gaan wanneer er hoofdletters of kleine via, geboren werd, maar dat feit heeft bij
de publikatie niet meegespeeld. Er is,
waarschijnlijk als reactie op de moderne
literatuur, een grotere belangstelling voor
zijn werk ontstaan- En terwijl zijn beken
dere boeken steeds werden herdrukt, is er
een groot gedeelte van zijn werk niet meer
te vinden, omdat ze nooit verder kwamen
dan de eerste druk. Daar zijn nog heel wat.
vergeten juwelen tussen te vinden”.
Het valt met te ontkennen dat het oeuvre van Harry Mulisch met bepaald lot het meest
toegankelijke behoort. Zijn romans als Het Stenen Bruidsbed. Het zwarte licht en
recentelijk het voortreffelijke Twee vrouwen mogen dan gretig door het grote publiek
gelezen worden, hier staat onverbiddelijk het wansucces van De verteller, De toekomst
van gisteren en van Het seksuele bolwerk tegenover.
Mulisch’ vriend Jan-Hein Donner heeft al eerder geprobeerd ook het wat minder
gewaardeerde voor het volk te verklaren In 1970 publiceerde hij Mulisch: naar ik
veronderstel. Nu is Mulisch nu eenmaal een veelschrijver, wat inhoudt dat er in de
tussenliggende jaren al weer heel wat werk van hem verschenen is dat schreeuwt om
exegese. Vandaar Donners tweede boekje over Mulisch. In Jacht op de inktvis gaat hij
ons als een goed ingewijde gids voor in de krochten en riolen „om te laten zien waar het
om draait, waar de springende punten liggen en waar de gevaren zijn die ontweken
moeten worden.”
Voor fervente fans van Mulisch een must; Donners uitleg is zakelijk en altijd
informatief. Ik blijf overigens De verteller een vervelend boek vinden, daar doet zelfs
een hef vriendje mets aan af
Uitgeverij. De arbeiderspers
„Van Heenkhuizen. die een scriptie
aan hem wijdde, beweerde daarin dat hij
geen gevoel voor humor zou hebben ge
had. maar dat is beslist niet waar. Hij kon
erg veel plezier hebben om speciale grap
jes. en dat aspect van hem komt bijvoor
beeld in „De Verhalen van een Domme
Jongen" ook wel naar voren Hier is trou
wens ook een portret waarop hij lacht"
In ieder van de acht delen, die het werk
van Van Schendel chronologisch volgen,
zal een gedeelte van zijn biografie en een
foto uit de tijd dat die bepaalde boeken
ontstonden, worden bijgevoegd. De spel
ling is die van dit moment, volgens de
richtlijnen van het blauwe boekje uit 1956.
de aanvullingen daarop, en de laatste druk
ken. De belangstelling is groot, het aantal
intekeningen, ook vanuit België, overtreft
de verwachtingen. Degenen die intekenen,
krijgen een klein geschenk, een deeltje met
portretten van en een stuk of tien essays
over Van Schendel, van de hand van Van
s-Gravesande en Van Heerikhuizen, maai
'ook van schrijvers als Vestdijk en Du
Perron. Het bevat bovendien een kritiek
van Kloos en een voorwoord van Diepen
broek bij de tweede druk van Drogon, I
waarin hij voor het eerst de neo-remantiek
in het werk van Van Schendel signaleert
en omschrijft”
Waarschijnlijk tegelijkertijd met het uit
komen van het eerste deel zal er een Lite
rair Prentenboek over Van Schendel ver
schijnen. Verder zijn er plannen voor een
forum op tv, een verfilming van De Water
man, en een kleine tentoonstelling over
hem in het Frans Halsmuseum in Haar
lem. waar hij gewoond heeft en waar de
geschiedenis van zijn Hollands Drama
zich afspeelde
Die tentoonstelling zal dan worden
ssmengesteld door drs. F. Huygens, die
eerder, naar aanleiding van de correspon
dentie tussen Van Looy en zijn leermeester
Allebee, die hij publiceerde, een dergelijk
project met succes tot stand bracht. Van
Schendel zal dus de eerstvolgende maan
den duidelijk de aandacht krijgen die hij
verdient.
nieuwe spelling herdrukt, daar had de
familie al eerder toestemming voor gege
ven. En toen de heef C Bittremieux uit
België, die eerder aan de volledige uitgave
van het werk van Jan van Nijlen en Stijn
Streuvels had meegewerkt, aan ons gezel
schap werd toegevoegd, wiat hij ons alle
maal op slag te overtuigen dat we, wan
neer we m principe kozen voor de huidige
voorkeurspelling, dgarin dan ook conse
quent moesten zijn"
„Aan de interpunctie hebben we niets
veranderd. We hebben ons daarbij gehou
den aan de laatste uitgave, die Van Schen
del zelf nog onder handou heeft gehad, dus
die van omstreeks 1940. Het is namelijk
bekend dat hij iedere nieuwe druk zelf
nakeek, of dat door zijn vrouw, of door
zijn vriend en biograaf Van 's-Gravesande
liet doen”.
„De alinea's worden in deze uitgave ge
drukt zoals dat op het ogenblik internatio
naal gebruikelijk is, behalve in enkele ge
vallen. Maar dat hebben we gedaan in
overleg met de typograaf Joost van den
Woestijne, een zeer kundig man met een
enorm begrip voor de tekst".
„De archaïstische woorden die Van
Schendel vooral in zijn vroegere werk nog
al eens gebruikte, hebben we precies zo
gelaten. Woorden als „warande„litanei".
„pergament”, scheppen een sfeer die je
met moet veranderen. De tekst zelf is trou
wens volkomen ongewijzigd gelaten Er is
nergens ingegrepen"
Zij, die het engagement in de kunst
voorstaan, zullen misschien moeite
hebben met Janssens, traditionele op
vattingen over literatuur, maar mij ko
men ze zeer sympathiek en verant
woord voor, gebaseerd op een groot
objectiveringsvermogen, en ge
schraagd door een uitgebreide feiten
kennis. Bovendien wendt Janssens zich
ook nog met gemak tot de avant-
gardistische en experimentele litera
tuur. Zijn analyse van „One Flew Over
the Cuckoo’s Nest” van Ken Kesey kan
ik iedereen aanbevelen die van plan is
om de film te gaan zien die van dit
meesterwerk gemaakt is.
Andere schrijvers die Janssens uitge
breid behandelt, zijn: Updike, Ellison.
Reed, Malamud, Mailer, Heller, Nabo
kov, en Barth Het boek eindigt met
twee uitstekende hoofdstukken over
respectievelijk experimentelen zoals
Hawkes, Coover en Purdy, en de
„schrijvers van vandaag” (Pynchon,
Kosinsky, Joyce Carol Oates). Een uit
gebreid register maakt het mogelijk om
een auteur of een titel snel op te zoeken
Het is treurig om te bedenken dat een
zo degelijk en toch zo leesbaar Neder
lands kritisch werk waarschijnlijk een
kleiner publiek zal bereiken dan in
principe mogelijk was geweest. Of ver
gis ik me en is de lezer van vertalingen
helemaal niet zo geïnteresseerd in lite
ratuurtheorie en -kritiek? Misschien zit
het elitisme eigenlijk wel bij mij. (Athe
naeum, Polak van Gennep, Amster
dam, 1976, prijs 30,-
1
F