gasgigant met krans van puin 11! PIONIER 1O OP WEG HET ZONNESTELSEL UIT door Pieter Bok 80 59.79 Tr" Wanneer er een wereldkampioenschap ringsteken zou bestaan, dan is de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA hard op weg om de titel voor 1979 in de wacht te slepen. Onlangs hebben de Amerikanen het ruimtevaartuig Pionier 11 een zodanige koers- en snelheidscorrectie met succes laten uitvoeren,dat er in september 1979 een uniek staaltje kosmisch ringsteken ten beste zal worden gegeven: de Poinier vliegt dan tussen de planeet Saturnus en zijn ringen door. Een prestatie die in verhouding neerkomt op het raken van een dubbeltje met een geweerschot op 4,5 km afstand De onbemande 258 kg zware en met wetenschappelijke waame- mingsinstrumenten, camera’s en zendapparatuur volgestouwde son de Pionier 11 werd op 6 april 1973 gelanceerd van Cape Canaveral (toen nog Cape Kennedy geheten) en maakte een reis door de planetoïdengordel tussen augustus 1973 en maart 1974 om vervol gens op 4 december van laatstgenoemd jaar een scheervlucht langs de gigantische planeet Jupiter te maken. De snelheid van de Pionier bedroeg toen 171.000 km per uur, groter dan ooit enig door mensen vervaardigd voorwerp had gekregen. Saturnus, de spectaculaire, geringde planeet, is op één na de grootste van ons zonnestelsel: alleen Jupiter is groter. De diameter van Saturnus bedraagt (de atmosfeer inbegrepen) 120.000 kilometer aan de evenaar. De gemiddelde afstand tot de zon is 1426 miljoen kilometer. Ter vergelijking: de aarde heeft een diameter van 12.657 km en draait op een afstand van 149,5 miljoen km om de zon. Door de grote baandiameter maakt Saturnus slechts eenmaal in 29 aardse jaren en 167 dagen een volledige omwenteling om de zon. - BAAN >6472 Att.74 76 79--* RINGSTEKEN IN HET HEELAL Een van de fraaiste bestaande opnamen van de planeet Saturnus Tijdens die scheervlucht werden uitermate belangrijke wetenschap pelijke metingen verricht omtrent Jupiter, zijn directe omgeving en ook enkele manen van de planeet. onier zich op circa 462 miljoen km van de aarde, op een derde van de! weg tussen Jupiter en de geringde planeet Saturnus (een afstand van ruwweg 1650 miljoen km). Uit die tekening blijkt nog iets anders: aarde en Saturnus hebben ten opzichte van de zon een bijzon der ongunstige stand op het moment van de passage. De zon staat dan (op 5 september 1979) vrijwel precies tussen de planeten. Dat betekent, dat radiosignalen over en weer ge- Ivaar lopen om ernstig te worden gestoord door de straling van de zon. Dat kan bezwaren opleveren zowel voor de radiografische signa len vanaf de aarde met bevelen en aanwijzingen voor de Pionier alsook voor een goede ontvangst van de signalen van de sonde tijdens de passage. Die signalen bevatten zo wel de wetenschappelijke meetre sultaten als de foto’s, die de Pionier moet maken. In het geval van de Jupiter- passage van de Pionier 11 op 3 de cember 1974 was de onderlinge posi tie van aarde en Jupiter veel gunsti ger wat betreft de plaats van de zon, zo kan men ook uit bijgaande teke ning zien. Maar ja, dat zijn nu een- Wanneer de Pionier in de buurt van Saturnus is, zullen ook op namen worden gemaakt en metin gen verricht met betrekking tot de grootste van de tien manen van Sa turnus, Titan. Deze maan, die als eerste in 1665 werd ontdekt door Huygens, is met zijn 4950 km door snee de grootste van Saturnus en een van de grootste van het plane tenstelsel, groter zelfs dan de klein ste planeet Mercurius (doorsnee 4878 km). Op grond van een reeks omstandigheden acht men Titan, een maan met een atmosfeer, een van de beste gegadigen in het zon nestelsel buiten de aarde voor het dragen van een of andere vorm van primitief leven. Dit zal echter door de Pionier niet kunnen worden aan getoond. Overigens is het pas betrekkelijk korte tijd bekend, dat Saturnus tien maal zaken die de mens niet in de hand heeft. manen heeft. Weliswaar ontdekte Pickering in 1904 een tiende maan, die hij Themfs noemde, maar deze is later nooit meer waargenomen, en men meent dat de eenmalige waar neming ®p een vergissing heeft be rust en is er nu van overtuigd dat Themis niet bestaat. De planeet heeft een zeer dichte atmosfeer, die waar schijnlijk pas geleidelijk over gaat in het vaste lichaam van de planeet, dus zonder scherpe scheiding van atmosfeer en bo dem zoals op aarde. Waar schijnlijk bestaat de atmosfeer van Saturnus voornamelijk uit methaan en ammoniak, dat het hoofdbestanddeel van de wol ken vormt. Onder die dichte atmosfeer volgt waarschijnlijk Een ruwe schets van de merkwaardige baan van Pionier 11 langs Jupiter en op weg naar de wereldtitel ringsteken op kosmische schaal bij de planeet Sa turnus. De banen van de planeten Aarde, Jupiter en Satur nus zijn ais cirkels (en voor de laatstgenoemde planeet als cirkel fragment rechts onder) in dunne doorlopende lijnen getekend, de baan van de Pionier als een dikke streepjeslijn. Terwille van de duidelijkheid zijn de diameters van de planeetbanen niet nauwkeurig op de juiste schaal getekend. De straal van de aardbaan om de zon be draagt ongeveer 149.500.000 km, die van Jupiter 778.000.000 km en die van Saturnus 1.426.000.000 km. De grootte van de planeten en de zon als dikke stippen zijn helemaal uit hun proporties getrokken, dit alles ter wille van de duidelijkheid van de teke ning. waarin bovendien de richting van Aries als oriëntatiepunt voor het stelsel van planeten is aange geven. Langs de banen staan de getallen 73 tot en met 80. Die geven de plaatsen aan waar de hemellichamen en de Pionier zich bevonden en zullen bevinden op 1 januari van dat jaar. Enkele posities zijn ergens in de loop van een jaar nauwkeuriger aangegeven: voor de aarde en Jupiter de datum van de lancering (6.4.73) en voor beide ook de posities op de datum van de scheer vlucht langs Jupiter (3.12.74) en voor aarde en Satur nus de datum waarop de Pionier binnen de ringen van Saturnus door zal vliegen (5.9.79). De schets geeft een markant beeld van de merkwaar- 1 Op het moment, waarop de Pio nier Saturnus passeert, bevinden deze planeet en de aarde zich op ongeveer anderhalf miljard kilome ter van elkaar, maar uit bijgaande tekening is te zien, dat de totale vlucht tot dat moment ongeveer het dubbele van die afstand over brugde. Zonder ingreep in koers en snel heid zou de Pionier 11 wel in de buurt van Saturnus zijn gekomen, maar toch niet voldoenda dichtbij voor de beoogde waarnemingen. Bo vendien wilde men het ruimtevaar tuig het liefst tussen de planeet en zijn ringen door laten vliegen, om dat dit het gunstieste traiect was De snelheid was zo groot geworden voornamelijk door de aantrekkings kracht van de planeet, welke zelfde kracht de ruimtesonde na het passe- I ren weer vertraagde tot de ongeveer 65.000 km per uur ongeveer een I maand geleden. Toen bevond de Pi- Pionier 11 heeft een voorganger, nummer 10 gehad, die afgezien van de eerste scheervlucht langs Jupiter eigenlijk een nog veel ambitieuzer taak heeft uit te voeren dan kosmisch ringsteken, namelijk het overbrengen naar elders in het heelal van een bood schap van de mensheid. De Pionier 10 werd op 3 maart 1972 gelanceerd naar Jupiter, maakte daar op 4 december 1973 de eerste close-ups van de reuzen planeet en vloog verder het heelal in met aan boord een plaquette, waarop in kosmische en wetenschappelijk „herkenbare” tekens iets verteld wordt over de herkomst (onze aarde) van het ruimtevoertuig, over de mens en over zijn technologische en wetenschappelijke verworvenheden. Deze Pionier 10 zal in zijn eindeloze vlucht het zonnestelsel verlaten en heel misschien ooit elders in het heelal worden waarge nomen en onderschept door vertegenwoordigers van een buiten aardse beschaving. Die kunnen er dan kennis van nemen, dat op aarde, de derde planeet van de zon, intelligent en technisch hoogont wikkeld leven bestaat. Deze „boodschap van de mensheid”, die waarschijnlijk nog tien tallen of nog duizenden eeuwen door het heelal zal moeten voortra zen alvorens opgemerkt te worden, is op 10 februari jl. de baan van Saturnus gepasseerd, ongeveer in de tijd dat Pionier 11 op de juiste koers werd gezet voor het ringsteken. Overigens werkt het instrumentarium aan boord van de Pionier 10 nog perfect, zodat men de regelmaat van een klok gegevens worden doorgegeven over de interplanetaire ruimte. Dat zal naar het zich laat aanzien het geval blijven tot na het passeren van de baan van de planeet Uranus op bijna vier miljard kilometer afstand van de aarde, ongeveer op het moment dat Pionier 11 tussen Saturnus en zijn ringen door schiet. Pionier 10 zou daarmee het record telecom- I municatie royaal op zijn naam krijgen. een mantel van waterstof, waarbinnen vermoedelijk een ijsmantel, en ten slotte een vas te kern van gesteente. Zeker heid omtrent deze opbouw be staat er niet. Vermoedelijk bedraagt de temperatuur aan het voor ons zichtbare oppervlak vnn de pla neet (dat is de bovenste laag van de- wolken) ongeveer 145 graden Celsius onder nul. De massa van Saturnus is, wanneer men zijn omvang in aanmerking neemt, betrekke lijk gering, namelijk ruim 95 maal die van de aarde, dia in volume slechts ongeveer oen duizendzte van Saturnus is. Dat wil zeggen, dat een kubieke centimeter gemiddeld minder dan een gram weegt en dat Sa turnus dus in aards water zou drijven... De rotatiesnelheid van Satur nus om de eigen as is naar aardse maatstaven (eenmaal per 24 uur) zeer groot: een et maal op Saturnus duurt slechte 10 uur en 14 minuten. Mede daardoor treedt een grote uit stulping aan de evenaar op en een sterke afplatting aan de po len, terwijl er ook (net als bij de nog sneller draaiende Jupiter) kleurbanden in de atmosfeer optreden, evenwijdig aan de evenaar. Aan de hand daarvan kunnen astronomen belangrij ke conclusies trekken omtrent de samenstelling van die at mosfeer. Het meest kenmerkende van Saturnus, die alleen bij zeer gunstige omstandigheden met het blote oog zichtbaar is, zijn de ringen, die niet zonder kij ker waarneembaar zijn. Zij werden evenals de reeds ge noemde maan Titan voor het eerst als zodanig gesignaleerd door Christiaan Huygens. Het is nog steeds niet bekend wat de structuur van die ringen is, noch uit wat voor materiaal zij bestaan. Mogelijk zijn het steenbrokken, maar misschien ook blokken ijs of een combina tie van die beide. Het zijn in ieder geval heel platte dunne schijven romme lig verspreid materiaal. We kij ken door telescopen, afhanke lijk van de onderlinge afstand van aarde en Saturnus, met wisselende gezichtshoeken op die ringen. Af en toe ligt de aarde in het vlak van de ringen, waarbij hun uiterste dunte kan worden waargenomen. De dik te bedraagt niet meer dan enke- le kilometers, waarschijnlijk in de buurt van 2,8 km.De omvang van de brokstukken waaruit de ringen bestaan varieert waa- schijnlijk van enkele millime ters en enkele decimeters. De ringen zijn vermoedelijk ontstaan door het uiteenvallen van een of meer manen of het verzamelen in het evenaarvlak van materiaal, waaruit nooit manen zijn ontetaan. Wiskundi ge berekeningen hebben aange toond, dat in een bepaalde zone om een planeet eventuele me nen door getijdewerking uiteen worden gescheurd. De ringen liggen in deze „Roche-limiet”. zo genoemd naar de Franse wiskundige, die deze „esbo den zone" berekende. De planeet wordt door een aantal ringen in hetzelfde vlok omgeven. Elk van die ringen vertoont weer verdichtingen en banden mat minder materiaal De buitenste ring heeft een breedte van circa 17.000 km. Daarbinnen ligt een ring van 29 000km breedte. Zij worden gescheiden door een „lege” band van 40.000 km. Verder naar binnen volgt nog een ring op slechts 1000 km afstand van de tweede, die veel smaller in minder dicht bezaaid is met puin. In 1969 werd door de astro noom Guérin nog een vierde ring waargenomen, maar over het bestaan daarvan verkeert men nog steeds in het ohzekeiw Over al deze zaken, zo hopen de kosmische ringstekers van NA SA, kan de Pionier 11 in de herfst van 1979 enige ophelde ring verschaffen. dige kosmische mechanica die teegepast wordt bij ruimtevluchten. Het lijkt logisch, dat een ruimtevaar tuig. dat Jupiter passeert op weg naar de verder van de zon wentelende planeet Saturnus, zich tijdens die vlucht voortdurend verder van de zon zal verwijderen. Bij deze vlucht is dat echter niet het geval. De pionier werd bij de passage van Jupiter met een snelheid van 171.000 km per uur zo sterk van zijn oorspronkelijke baan afgebogen, dat hij in het zonnestelsel weer „naar binnen schoot”. Begin van dit jaar bevond hij zich nauwelijks verder van de zon dan twee jaar geleden, ongeveer halfweg Jupiter. Ongeveer in die tijd werd de kritieke koers en snelheidscorrectie uitgevoerd op kosmisch gezien betrekkelijk korte afstand van de aarde. Sindsdien neemt de afstand van de Pionier tot de zon weer toe. Medio volgend jaar zal de Pionier de baan van Jupiter weer kruisen (maar dan is die planeet niet in de buurt) om verder „naar buiten” te vliegen teneinde op 5 september 1979 Saturnus te ontmoeten. Enige jaren geleden heeft men overwogen met een dergelijk „zwiepsysteem” rond zware planeten enige ruimtesondes langs de giganten van ons zonnestelsel Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus en ook de buitenste planeet Pluto te zenden. Bezuinigingen bij de NASA hebben er echter toe genoopt die „grand tour” af te gelasten. In dit geval was het niet een zaak van uitstel maar van afstel, want een gunstige onder linge stand van de planeten voor een dergelijk huza renstukje komt maar uiterst zelden voor. Maar voor gecombineerde vluchten naar Jupiter en Saturnus is in de komende jaren nog meer dan één gelegenheid. voor zo veelzijdig mogelijke waarne mingen. De voor een optimaal traject noodzakelijke correcties in koers en snelheid noopten echter tot een ris kante en ingewikkelde operatie. Door de grote afstand van de aarde naar de Pionier deden radiosigna len, die een snelheid hebben van 300.000 km per seconde, er 77 minu ten over om de Pionier te bereiken, en antwoorden van de zender deden er even lang over om de aarde te halen. Dat betekende ruin twee uur heen en weer. Er was echter nog een andere moeilijkheid. De pionier moest eerst aanzienlijk worden gekanteld om de vuurstoot van de boordraket in de goede richting te kunnen laten afvu ren. Door die kanteling kwam de aarde echter buiten het bereik van de zendantenne aan boord van de Pionier. Daardoor waren tijdens de kritische manoeuvre de verbindin- gen van de sonde met de aarde ver broken. Het ruimtevaartuig kon niet melden of de ontvangen opdrachten juist waren ontvangen en werden uitgevoerd, waardoor ook corrige rende opdrachten vanaf de aarde onmogelijk waren. Pas na verloop van uren, toen de laatste signalen tot herstel van de stand van de Pionier ten opzichte van de aarde waren verzonden, blijkbaar begrepen en opgevolgd, kon men op aarde vaststellen, dat de manoeuvres geheel vplgens plan wa ren verlopen. Een uniek staaltje van telecommunicatie en kosmische na vigatie. De snelheid van de Pionier bleek met de vereiste 108 km per uur te zijn opgevoerd en de nieuwe koers was perfect. Om enig idee te geven van de precisie van het Pionier-schot moet men afstand en omvang van het doel in aanmerking nemen. Dat doel is een gat van ruwweg 10.000 km breedte tussen Saturnus en de rin gen. De afstand die de Pionier bij dit ringsteken in het heelal zal hebben afgelegd na de lancering vanaf de aarde gedraagt dan ruim 3 miljard km. De precisie is in verhouding te vergelijken met het treffen van een dubbeltje door een welgericht ge weerschot op vier en een halve kilo meter afstand... Opnieuw werd pas in 1966 een tiende maan waargenomen, name lijk doar de astronoom dr. Audouin Dolfuss, die het bestaan ervan en ook de baan öp grond van de ringen- structuur al jaren eerder had voor speld. Deze maan blijkt wel degelijk te bestaan en draagt thans de naam Janus, de god met de twee gezichten. Dat laatste naar aanleiding van het feit, dat de definitieve ontdekking plaatsvond in de nacht van de jaar wisseling 1966-67. De waarneming van deze maan is uiterst moeilijk doordat zij zich vlak bij de ringen bevindt en het licht ervan door het licht van de ringen wordt over- straald. Een getekende impressie van de Pionier-11 tijdens de passage van de nlaneet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 25