Para-Sailing
F
1
I
Himalaja-expeditie
Él
Zweven in de lucht als Icarus
geweldige manier van ontspanning
r
o
door Pieter van den Bos
door Wouter Hendrikse
AFZIEN
HARTKAMER
VOEDSEL
Korting
c
MH
4
lilgWBflil
Bliil IMilM
nil
mi»
wmi;
li
1
f»:
I
I
Een *d van het pam-sailingteam zweeft rus tig door da lucht
I
De cursus para-sailing bestaat uit
drie delen: theorie, grondopleiding en
zweven. Afhankelijk van de weersom
standigheden is het mogelijk om in
twee a drie weekeinden het A-brevet te
halen. Tijdens deze weekeinden woe
den ongeveer acht sprongen gemaakt.
Is men in het bezit van het A-brevet dan
kan men tien percent korting krijgen
bij het gewone parachute springen.
Ook kan men nog het B-brevet halen,
waarvoor een nachtsprong en een wa
tersprong noodzakelijk zijn.
Allemaal vingeroefeningen voor wat in
juni gaat komen: de Nederlandse Himala-
ja-expeditie naar de Istor-o-Nal, een gave
steenklomp van 7389 meter in de Hindoe
Koesj, het massief op de grens van Paki
stan en Afghanistan. Aanvankelijk mikte
de expeditie op de naar 7706 meter reiken
de Tirich-Mir, maar die bleek al aan de
concurrentie vergeven. „Scheelt 300 me
ter. Wel een beetje jammer”, bromt Weij-
dert.
Hij is gehard tegen onbegrip, want over
tuig een leek nu maar eens van zin en
genot van alpinisme. Een Hillary spreekt
tot de verbeelding. Die haalt de Mount
Everest, het dak van de wereld. Sensatie.
En van de Eiger-noordwand heeft men ook
wel eens gehoord, want aan de voet van die
berg ligt een massagraf met 65 slachtof
fers.
Weijdert windt daar geen doekjes om.
Hij spreekt zuinig, maar heel effectief. Zo
zal hij ook klimmen waarschijnlijk. Aan
loop, verkenning en dan, trefzeker, er te
genaan. Hij is bezeten van zijn sport zon
der fanaat te zijn. Heeft er veel voor over,
maar laat er weinig voor. Geniet van een
sigaar, rolt graag een shaggie, en wijntje
en Trijntje worden niet stiefvaderlijk be
handeld.
Om die ruim zeven kilometer hoge, knap
schuin tegen het hemelgewelf leunende
Istor-o-Nal te pakken, is Weijdert wel alle
dagen in de weer. ‘S Morgens drie kilome
ter draven en 's middags weer de wei in
voor een veldloop, die 12 tot 17 kilometer
meet. En dan nog een weekend per maand
beulen op Papendal. De ploeg is, met be
pakking, ook regelmatig te vinden in de
Onzalige Bossen. Een half marathonnetje
wordt evenmin versmaad.
Zo gaat er NASA-apparatuur mee naar
de top, waarmee de gedragingen van de
harten van de alpinisten via ultrasonore
trillingen zichtbaar kunnen worden ge
maakt. Topartsen uit de sportgeneeskun
de (prof. Biersteker, dr. Mosterd, dr. Pool
en dr. De Jongste) coördineren en begelei
den dit onderzoek, waarin ook de Neder
landse Hartstichting participeert:
De miljoenenvoudige gokkerij met toto-
kruisjes en lottoballetjes komt aan dit on
derzoek ten goede.
Expeditiearts Gee van Enst (31 jaar)
sch
ove
Rus
kloi
een
In
bij
Am
ble<
gist
van
aan
zett
op i
van
De para-sailer hoog boven de hem voortrek
kende auto.
J
dra
Het
Pij
bar
ma
tete
toe
Pri
bet
L
rop
K.O]
Lis:
Eer
gro
kwi
baa
eno
dui:
den
nen
stoi
zes1
noc
uitt
een
zeei
den
wal
der
18e
E
had
om
der.
nen
en
ten
Sta
mil,
der
zijr
de
Pijl
der
bit!
der
de
bet
ind
eeu
ree
on<
ont
pla
me
D
get<
zak
die
ber
en
der
voo
ven
der
ma
der
hal
ook”. Als 16-jarige volgde hij zijn eerste
cursus. De laatste tien jaar beklom hij, in
gezelschap van zijn trouwe maat aan het
touw, Bernard Tellegen, in Europa de ene
top na de andere.
een eenmaal open chute kan nooit en te
nimmer meer invallen. Wat dat betreft
is het het veiligste vervoersmiddel in de
lucht. Met parachutespringen zijn er
twee kritieke momenten: het open gaan
van de chute en de landing. Met het
para-saiien hebben we één kritiek mo
ment: dat is de landing en die hebben
we helemaal onder controle. Als we
zien dat iemand te snel zakt rijden we
gewoon een beetje op, zodat de springer
een zogenoemde „landing op een eitje"
kan maken
„U kunt bij het zien van de parachute
en onze pakken wel begrijpen dat we
worden gesponsord door Pepsi-Cola.
De financiële bijdrage is nu niet om
over naar huis te schrijven, maar we
kunnen elke cent gebruiken, gezien de
hoge kosten die we hebben. Van die
firma kregen we de parachute, de
spnngpakken die we aan hebben en
overalls en schoenen voor de gast-
springers. We hebben de fabriek nooit
zelf voor sponsering benaderd. We ga
ven een keer ergens een demonstratie
toen iemand van Pepsi naar ons toe
kwam en vroeg of we er iets voor voel
den”, zegt Tom Pleiter.
„Onze thuishaven is Terlet, het zweef-
vliegcentrum bij Arnhem, waar we les
sen geven. De vereniging telt na twee
jaar ruim 120 leden, die allemaal regel
matig komen sailen. Eén ding is wel erg
vervelend. Tegenwoordig moeten we
op Terlet al om zeven uur inde ochtend
met de lessen beginnen omdat de be
heerder van het zweefcentrum niet wil
dat er tegelijk para-sailers en zweef
vliegtuigen in de lucht zijn. Waarom is
een raadsel want er is nog nooit een
ongeluk gebeurd. In ieder geval moeten
we om tien uur stoppen als de eerste
zweefvliegtuigjes de lucht ingaan. Toch
staan de mensen om zeven uur al in de
rij. Hieruit blijkt wel dat het para-sailen
een opkomende sport is”, aldus de
hoofdinstructeur.
In principe kan iedereen springen, als
hij of zij ouder is dan tien jaar en lichter
dan 95 kilo. Die zware mensen komen
veel te hard op de grond, met het gevolg
dat ze misschien een been breken. Ge
lukkig hebben we nog maar heel weinig
ongevallen gehad. Als er iets fout ging
lag het meestal aan de sailer zelf”.
Maastricht, een 32-jarige Haagse verkoper
van analyse-apparatuur. In de Hindoe
Koesj pakte deze atleet de westtop van de
Noshaq (7350 m). De verbetering van zijn
record met 39 meter zal hij echter met zijn
makkers moeten delen.
Toch beseffen allen dat zij in de scha
duw blijven van het Oostenrijkse feno
meen Reinhold Meszner, die de meest inge
wikkelde toeren als solist maakt en vorig
jaar als een klipgeit tegen de noordwand
van de Hidden Peak (een achtduizender) in
de Himalaja aan ging, zonder extra zuur
stof en slechts in gezelschap van Petere
Habeler. De absolute wereldtop in alpi
nisme.
De Nederlandse Bergvereniging, vol
waardig dochter van de Oostenrijkse moe
derclub, steunde graag de inspanningen
van haar Kommissie Alpine Techniek om
deze expeditie met eigen mensen op ped te
krijgen. Aan dat avontuur zitten vele kan
ten. Propagandistische natuurlijk al gaat
het clubblad „De Bergvriend” al in een
oplage van bijna 13.000 de deur uit!), maar
ook instructieve. De ervaringen van de
expeditieleden zullen, in woord en ge
schrift, bijdragen tot verhoging van het
alpinepeil van de leden. Maar behalve om
techniek, gaat het deze reis vooral om het
fysiek. De medische wetenschap heeft van
alle kanten toegehapt om vermoedens te
bewijzen, vraagtekens weg te werken en
nieuwe kennis te vergaren.
Om op te kunnen zien naar de top van de
Istor, weet Weijdert dat er veel moet wor
den af gezien. Hij heeft het sportieve pijn
lijden aan den lijve ondervonden. De man
met de hamer is een goede bekende van
hem. Op Papendal wordt de grens van het
fysiek mogelijke regelmatig bereikt en
zelfs overschreden. Dan rollen de deelne
mers, groen en geel van ellende, naast de
baan. Bekende beelden uit de topsport.
Weijdert weet donders goed dat hij, als hij
glas en shagdoos niet meer zou aanraken,
naar boven zou gaan als een Piet Kleine in
de rondte. Maar hij vindt het mooi zo. „Ik
wil ook nog een beetje prettig leven”.
De ploeg weet wat de Istor-o-Nal in petto
heeft. De Himalaja-verhalen kunnen ze
dromen. Er zal worden afgerekend met het
Nederlands hoogterecord dat sinds 1974 in
handen is van expeditieleider Ruud van
Bij de 2500 kilo expeditiemateriaal zit
veel en vooral calorierijk voedsel. Het
team zal vele weken moeten leven van wat
de astronautenpot schaft. Maar ze zullen
ook van een met handenvol sneeuw aange
maakte Hollandse snert slurpen en op de
wonderstamppot boerenkool aanvallen.
Honderd dragers komen eraan te pas om
de laatste etappe naar het basiskamp, dat
op 4700 a 4800 meter wordt ingericht, te
overbruggen. Daarna gaat het pas echt
beginnen.
De vier wetenschappers die door de
Stichting voor Plantenveredeling te Wage-
ningen aan het Himalaja-team worden toe
gevoegd, zullen op weg naar dat kamp en
op die hoogte wilde en primitieve vormen
van landbouwgewassen opsporen. Planten
die nog een natuurlijke weerstand hebben
tegen ziekten. Door deze te kruisen met
„geciviliseerde” rassen zal het mogelijk
zijn het gebruik van kunstmest te vermin
deren en toch een betere oogst binnen te
halen.
Weijdert en zijn makkers zullen nog heel
wat moeten afzien voor het zover is, want
zij willen het thuisfront niet teleurstellen.
Medio juli sturen ze een vracht post naar
Holland, want wie voor een dubbeltje per
100 meter 7,70 op Himalaja-giro
35.15.336, Amsterdam) deze onderneming
steunt, krijgt van het team een ansicht met
alle handtekeningen van de deelnemer*
als levensteken in de bus.
Pleiter stond er op dat de verslagge
ver zelf een vluchtje maakte zodat hij er
met enige ervaring over kon schrijven.
Uit goed fatsoen kon ik niet weigeren
en met trillende knieën liet ik mij de
parachute omgespen, waarna de lijn
aan de auto werd vastgemaakt. Voor
dat ik het door had zweefde ik zo’n 50
meter boven de grond. Als je zo in de
totale stilte in de lucht hangt begrijp je
meteen waarom Icarus destijds zo over
moedig werd. Die volkomen stilte is
fascinerend en het uitzicht geweldig. Je
realiseert je helemaal niet meer dat je
aan een parachute hangt. Het is een
grandioze ervaring.
Voor de acht instructeurs van het
para-team is 50 meter een lachertje. Zij
gaan regelmatig tot hoogten van 200
meter, waarna ze de^lijn losgespen en
als echte parachutespringers naar be
neden komen. Hiervoor moet je wel een
geoefend para-sailer zijn.
Het para-team is veel te zien op feest
dagen of andere grote evenementen,
waar ze dan demonstraties geven. De
instructeurs bestaan allemaal uit oud-
parachutisten, die in het para-sailen
een leuke en goedkope hobby hebben
gevonden. „Al onze vrije tijd gaat erin
zitten, maar dat weegt niet op tegen het
plezier dat we er aan beleven”, zegt
Tom Pleiter.
Nederland heeft er een nieuwe
zweefsport bij: para-sailing. Men laat
zich met een gegespte parachute ach
ter een auto omhoog trekken. Daarna
komt men zwevend naar beneden. Pa
ra-saiien werd in 1974 in Nederland
geïntroduceerd door enkele parachu
tisten uit ons land die voor wedstrij
den in België waren. Omdat er teveel
wind stond gingen deze niet door. Een
Amerikaan in het gezelschap ging uit
verveling para-sailen en al spoedig
was het hele springerskamp wild en
thousiast over deze goedkope en veili
ge manier van parachute springen. Een
van die enthousiastelingen was Tom
Pleiter. Hij besloot een para-sailclub
op te richten. Hij liet uit de Verenigde
Staten een speciale parachute komen
en begon met collega-parachutisten
demonstraties te geven tijdens evene
menten.
Tom Pieker: „Oorspronkelijk is para-
sailen uitgevonden om aspirant-
parachutisten te laten wennen aan een
parachute te hangen en hen te leren
landen. Al gauw bleek echter dat velen
alleen al genoeg hadden aan het sailen.
Eigenlijk wel logisch. Het is veel goed
koper en veiliger. Het grote voordeel is
dat de parachute op de grond wordt
ontvouwen waardoor men met een ge
opende parachute de lucht in gaat, en
weet op dit gebied overigens ook van wan
ten. Als toproeier (vele kampioenschap
pen. Olympische Spelen Mexico) en erva
ren alpinist kan hij extreme prestaties
beoordelen. Zijn bevindingen zullen ui
terst belangrijk zijn voor het snel groeien
de ski- en bergsportlegioen, waarvan velen
door plotselinge inspanning of verblijf op
flinke hoogte in moeilijkheden komen.
Gebleken is dat de doorsnee bergsporter
boven de 2700 meter te maken krijgt met
een drukverhoging in de rechter hartka
mer. Een onbekend verschijnsel bij vlak-
landers. Over de hele wereld geldt 5300
meter als uiterste woongrens. Een langdu
rig verblijf boven 6000 meter gaat onher
roepelijk met ziekteverschijnselen ge
paard. Daarom is de expeditie gedwongen
tijd te nemen om te acclimatiseren en zal
de groep steeds sprongsgewijs naar boven
gaan.
Boven de uitvalsbasis zullen vijf kam
pen worden ingericht. Na elke klim gaan
de mannen terug naar het vorige kamp om
„zuurstof te tanken”. En dan weer hoogte
halen. Zo zullen de klimmers in etappes
wennen aan de ijlere lucht, die energie
vreet,een hoog vochtverlies veroorzaakt
en de eetlust op vastenpeil brengt.
Het medisch thuisfront weet exact wat
de mannen kunnen incasseren en opbren
gen. Aan de hand van belastingsproeven
worden de grenzen van de individuele
longfuncties vastgelegd. De ergometer
liegt niet. Zwoegend in het bos, door mul
zand en op de tartanbaan werkt het expe
ditieteam naar topconditie. Oefeningen
met zware ballen versterken de rugspie-
ren, die het straks zwaar te verduren
krijgen.
Door zijn grote ervaring in het Europese
gebergte kreeg Weijdert de alpine-leiding
van de expeditie toegeschoven. In tabellen
•n grafieken heeft hij de klim in schema
gezet. Onder zijn verantwoordelijkheid
vallen ook de aanschaf en gebruik van het
materiaal.
Hij is al jarenlang een gewaardeerd re
dacteur van „De Bergvriend”, waarin hij
„vergeten” ijswanden en andere toeren
weer onder de aandacht brengt. Met zijn
partner Tellegen (aan de Rietveld
academie geschoolde fotograaf) deed hij
de weerbarstigste noordwanden en de
zwaluwenkam van de Mont Blanc. Zware
beklimmingen, die volgens deskundigen
nog meer reliëf krijgen door de solo’s die
hij maakte en de nieuwe routes die hij
alleen of met Bernard ontsloot en aan het
alpine-programma toevoegde.
gil
h
u
tl
Zo ziet men vanuit de lucht de auto waaraan
men verbonden is.
Deze foto maakte fotograaf Poppe de Boer
ven zichzelf terwijl hij aan de parachute hing
Het interieur van het boerderijtje dat
Rob Weijdert (29 jaar) bewoont in het
zompige polderland van Zegveld bij
Woerden, lijkt op dat van een berghut
voor een „vlaklander”. Rugzak, touwen,
haken, stijgijzers in de hoek. Op de boe
kenplank keurige stapeltjes tijdschriften:
Der Bergsteiger, Alpinismus, Mountain,
Bergflits, De Bergvriend. De boeken zijn
trouwens ook op „niveau”: World Atlas of
Mountaineering, Die Extremen, Berg
sport ABC, Alpinismus in Bildem. Aan de
muur de politieke Matterhomprent waar
mee Opland het Zwitserse bankgeheim
dodelijk doorprikte... Weijdert is leraar
Nederlands aan een Larense Scholenge
meenschap.
„Toen ik met mijn ouders met vakantie
in de bergen was en ik zag die opgetogen
alpinisten de hut binnenkomen met hun
uitrusting en die schitterogen in die bruine