Guy Thijs geen man
van diplomaake’s
Cultuur wel,
voetbal niet
I
HM
I
NIEUWE BELGISCHE BONDSCOACH ZOU
HET LIEFST VEERTIEN SPELERS WILLEN OPSTELLEN
G
k?
Verjongen
rw
Psychologisch
i
door Rob Hoogland
^«0
scheuren in het grauwe beton accentueren de ou
derdom van De Bosuil, waar FC Atwerp wel dege
lijk iedere veertien dagen zijn competitieduels
speelt. Het hart is echter jeugdig gebleven. Eenmaal
binnen de verroeste poorten en door het angstwek
kend bouwvallige tunneltje kom je tot de ontdek
king dat het stadion een schoon innerlijk heeft
behouden.
RESERVE-AUTO
nationaliteit de persoon heeft die hem de weg
vraagt naar het kantoor van oefenmeester Guy
Thijs, gaat hij subiet tot de aanval over. „Gij zijt een
Ollander, hè? Het was hier meneer, bij dit doel, dat
Jean Thissen tegen de staander schoot, een paar
jaar geleden. En daarom ging uw elftal naar Duits
land en niet België. U heeft toen geluk gehad,
meneer”. Over de 5-0 van drie weken terug rept hij
niet.
Het voetbalstadion De Bosuil, in voorbije tijden
door de spelers van het Nederlands elftal huiverig
de Hel van Deume genoemd, ligt er bijna kreunend
bij. Hoe kan hier in godsnaam nog worden gevoet-
SF
|S|
F
N.H.)
■ur)
1
ringen,
offerte
Raymond Goethals
STOPPER
ar:
ien. Di-
Over
die vele malen in de nationale ploeg
gespeeld".
harnas jagen door subsidie te weige
ren), of gewoon uit angst dat de stad
beroofd zal worden van haar enige ere
divisieclub (wat niet goed is voor het
prestige, en ook de werksfeer in de stad
niet ten goede zal komen: onderzoekin
gen hebben uitgewezen dat er in de
dagen volgend op een overwinning van
Manchester City of Manchester United
harder gewerkt werd in Manchester),
maar al te graag bereid is enkele ton
nen subsidie in de FC Bodemloze Put
te storten.
Thijs: „Mijn ontslag is in goed over
leg af gewikkeld. Voorzitter Wouters
vindt het alleen maar fijn voor mij,
dichtbundels, ik heb zelfs een poëzie
prijs mogen ontvangen, ik bezoek re
gelmatig musea, maar ik heb al in geen
tien jaar een concertgebouw van bin
nen gezien, het moet ook al een jaar of
zeven geleden zijn dat ik een balletuit
voering heb bezocht, en als ik per jaar
vier of vijf keer naar het toneel ga, is
het veel. Ik beroem me daar niet op.
maar aan de andere kant voel ik het
ook niet als een onherstelbaar verlies.
Ik heb niet het gevoel dat ik geestelijk
en intellectueel afbrokkel doordat ik
niet vaker naar een concert ga of naar
het ballet. Intussen ga ik wel zo’n keer
of veertig per jaar naar voetbal. En dat
zou ik niet graag missen, zomin als ik
graag de bioscoop zou willen missen.
Toch voel ik me allerminst minder
waardig aan mijn vrienden die geen
enkele interesse hebben voor voetbal,
maar wel regelmatig naar de schouw
burg gaan of naar een concert, en zich
dan een paar uur lang in een zwaar
gesubsidieerde pluchen stoel uitste
kend vermaken. Dat gun ik ze van
harte, ook al hebben zij in doorsnee wat
meer geld te verteren dan de gemiddel
de voetballiefhebber, en ook al is een
goede zitplaats in de schouwburg door
gaans goedkoper dan een goede zit
plaats in een stadion.
Als het toneel gesubsidieerd moet
worden (en dat moet, vind ik), dan
heeft het voetbal minstens zoveel recht
om gesubsidieerd te worden, ondanks
de enkele opgeschroefde salarissen (die
zijn er bij toneel ook), en ondanks de
..matige belangstelling” voor sommige
clubs. Want waarom is 3000 toeschou
wers bij anderhalf uur voetbal in de
regen matiger dan 17 mensen in een
goedverwarmde zaal bij twee uur to
neel? En denkt u nu niet dat ik schro
melijk overdrijf met mijn 17 toeschou
wers. Er zijn in het recente verleden
wel voorstellingen van gesubsidieerde
toneelgezelschappen afgelast omdat er
maar enkele mensen in de zaal zaten!
Zoiets kan gebeuren. Ik spreek daar
geen kwaad van. Maar het maant wel
tot voorzichtigheid bij het beoordelen
van de vraag, of 2000 of 3000 toeschou
wers bij een niet erg bijzondere compe
titiewedstrijd nu eigenlijk weinig is. of
misschien wel veel.
jm, tel.
2-6530.
ebied.
bege-
En
tctio-
Het grootste gezichtsbedrog in het
betaalde topvoetbal zijn de auto’s die
de vedetten er op na houden. Na afloop
van Ajax-MW stapte Johnny Dusbaba
(die op de reservebank zat) in zijn Mer
cedes. Geert Meijer (die ook op de reser
vebank zat) mocht meerijden. Even
overwoog ik in het voorbijlopen een
kwinkslag te plaatsen. ("Mooie reserve-
auto!”), maar omdat ik bang was dat ik
hun moraal daarmee voor de rest van
het seizoen zou vernietigen, heb ik dat
toch maar nagelaten. Ik weet wat die
jongens zo om en nabij verdienen. Dat
is meer dan een stratenmaker verdient.
Ik weet ook wat ik zelf verdien. Dat is
ook meer dan een stratenmaker ver-
'dient. Toch zie ik geen kans om in het
soort auto’s te rijden waarin zij rijden.
Ik rij in de auto waarin ook de straten
maker rijdt. Maar een sportauto hoort
blijkbaar bij de status van de topspor
ter, en het kan niet anders of ze bezui
nigen daarvoor op andere dingen: één
keer vlees in de week, alleen doortrek
ken als je een grote hebt gedaan, nooit
voor zes uur telefoneren, zelden in de
stad gaan eten (onder het mom dat je
daar altijd maar wordt aangestaard),
etcetera.
Maar ik vind het niet de doodge
woonste zaak van de wereld dat zij wèl
subsidie krijgen, omdat ze aan „cul
tuur” doen, en wij voetballiefhebbers
nït, omdat voetbal niet tot de cultuur
zou behoren. Voetbal behoort wel dege
lijk tot de Nederlandse cultuur, zoals
ijshockey tot de Canadese cultuur be
hoort, wielrennen tot de Belgische cul
tuur, en skiën tot de Oostenrijkse cul
tuur. Sterker nog: voetbal behoort meer
tot de Nederlandse cultuur dan toneel.
Nederland beschikt over goede schil
ders en goede musici, maar ons toneel
leven is internationaal gezien niet
hoog ontwikkeld. Het voetbal wel. Per
vierkante kilometer heeft Nederland
meer georganiseerde voetballers dan
welk land ter wereld ook, en dan zwijg
ik nog maar over de prestaties van
Ajax, Feyenoord, PSV en het Neder
lands elftal.
Na de vernietigende nederlaag van
drie weken geleden is al beweerd dat
Guy Thijs de puinhopen die Goethals
heeft achtergelaten op mag ruimen.
Thijs zelf is die mening niet toege
daan. „Ik zit niet met de erfenis van
Goethals, dat geloof ik zeker niet.
Alleen is het alleszins duidelijk dat ik
met zijn kern niet zal kunnen door-
Wat ik maar zeggen wil, is dit: de
gemiddelde betaalde voetballer ver
dient eerder minder dan de gemiddelde
beroepstoneelspeler dan meer. Ik kan
de verschillende salarissen niet, ik
weet alleen heel zeker dat Cruijff meer
verdient dan Paul Steenbergen of Ko
van Dijk (hoewel weer minder dan Ja
mes Caan, Marlon Brando en Peter
Falk), maar ik weet ook zeker dat Ko
van Dijk meer verdient dan Gertie
Mïihren. Toch trekt Gerrie Mühren
(met zijn gezelschap) jaarlijks veel
meer toeschouwers dan Ko van Dijk
(met zijn elftal). De enige reden waar
om Gerrie geen subsidie zou moeten
krijgen en Ko wel, zou kunnen zijn dat
het kluchtspel van Feydeau of Rous-
sin, waar Ko van Dijk net zo in uit
blinkt als in Tsjechov en Shakespeare,
van een hogere en onmisbaarder orde is
clan voetbal. Of dat de prestaties van
Theo Olof veel meer waard zijn dan de
prestaties van Jantje Peters. Maar wie
gelooft dat nog, vandaag de dag?
Ik zal u iets bekennen. Ik ben een
erkende intellectueel, ik schrijf „ik
vind” zonder „dtik heb zes jaarop de
universiteit een moeilijke taal gestu
deerd, ik heb boeken gepubliceerd en
het is het enige café in Antwerpen
met het Beierse bier dat hij graag
drinkt „Guy Thijs is vooral in de
psychologische benadering een ster
ke trainer. Hij kan spelers mentaal
enorm goed oppeppen. Hij is gewoon
erg geliefd hier bij FC Antwerp, om
dat hij nooit met iemand ruzie heeft.
Hij wil ook nooit met iemand ruzie
hebben. Jean Trappeniers, de doel
man van Antwerp, heeft wel eens
gezegd dat Thijs het liefst dertien of
veertien man zou willen opstellen’’.
Wat me altijd zo voor Henk Terlingen
inneemt, is de grote stelligheid waar
mee hij dingen op het scherm beweert.
Zondag in Studio Sport memoreerde
hij dat premier Den Uyl in het VARA-
programma in de Rooie Haan gezegd
had dat het kabinet met zulke ernstige
bezuinigingen bezig was dat het eigen
lijk ongerijmd was dat de KNVB nu om
25 miljoen gulden kwam vragen. „En
dat is natuurlijk een standpunt waar
geen speld tussen te krijgen is”, voegde
Terlingen daar met grote stelligheid
aan toe. En hij vervolgde: „En nu zijn
er al een aantal hoogmogende voetbal-
heren geweest die gezegd hebben: het
Holland Festival moet toch ook door-
gaan, en voetbal is er voor de sociaal
zwakkeren, maar dat zijn natuurlijk
geen argumenten”.
Tweemaal „natuurlijk". Maar waar
om Den Uyls opvatting „natuurlijk"
een standpunt is waar geen speld tus
sen te krijgen is, en waarom die argu
menten van de hogere voetbalheren
„natuurlijk” geen argumenten zijn,
vertelde hij er helaas niet bij. Ik vind
het helemaal niet zo natuurlijk. Ster
ker nog: ik vind dat zowel Den Uyl als
Terlingen het bij het verkeerde eind
hebben.
Laten we eerst eens bekijken hoe de
situatie op het ogenblik is; al is, zou je
kunnen zeggen. „Het" voetbal wordt
weliswaar nog niet gesubsidieerd,
maar menige voetbalclub wordt al wél
gesubsidieerd. Er zijn heel wat steden
waarvan de gemeenteraad uit chauvi
nistische overwegingen, om electorale
redenen (welke partij zou graag de
voetballiefhebbers tegen zich in het
„Guy Thijs, zegt René Mariën na
dat klaarheid is verschaft omtrent de
vraag waarom het gesprek juist in
café Rubenshof moest plaatsvinden
Het Nederlandse topvoetbal wordt
dus al gesubsidieerd, alleen op een nog
al willekeurige, discriminerende ma
nier: Excelsior niet, Go Ahead Eagles
wel. Blijft nog de vraag, of die vergelij
king met het Holland Festival, en met
de overige subsidies aan de uitvoeren
de en creatieve kunsten, wel zo absurd
is als Henk Terlingen meende. Ik zie
piet in waarom. Ik begrijp wel dat het
op het eerste gezicht een beetje vreemd
overkomt als een bedrijfstak waar hoge
salarissen worden uitbetaald aan trai
ners (Michels 20.000 gulden per maand)
en aan spelers die óf geblesseerd zijn,
óf uit vorm, óf gedemoraliseerd omdat
de tegenpartij reeds in de vijfde mi
nuut een doelpunt maakte, dan ook nog
eens om 25 miljoen vraagt om de clubs
in staat te stellen een nóg duurdere
speler uit Zweden te kopen, maar dat
zijn geloof ik de uitschieters die het
zicht op de werkelijke situatie
benemen.
„In België zeggen we,” aldus Ma
riën, „dat iemand die veel succes
heeft met de helm is geboren. Doen ze
dat bij u in Holland ook? Welnu, Guy
Thijs is met de helm geboren. Als
trainer heeft hij veel succes gehad.
Hij is maar één keer gedegradeerd,
met Cercle Brugge, waar hij toen spe-
ler/trainer was. Met alle andere
ploegen die hij heeft getraind is hij
altijd gepromoveerd. Hij is ook een
echte Antwerpenaar. Nog spits ge
weest bij Beerschot. Hij heeft twee
keer in het Belgisch elftal gespeeld,
ik geloof beide malen tegen Neder
land. Zijn vader, Ivan Thijs, was een
nog bekendere voetballer. Ook van
Beerschot. In de jaren twintig heeft
Guy Thijs zal per 1 juli de nieuwe
bondscoach van België zijn. De FC
Antwerp-trainer is in Nederland (nog)
niet erg bekend. Vandaar eerst een
onderhoud met René Mariën, voetbal-
verslaggever van de Gazet van Ant
werpen, die Guy Thijs al jaren kent.
„Gaat maar naar café Rubenshof,
op de Groenplaats”, had Mariën door
de telefoon gezegd en daarom is de
opdracht aan Fonske de taximan ge
lijkluidend. Fonske de taximan, zo’n
beetje iedere Antwerpenaar schijnt
door hem wel eens naar huis te zijn
gebracht. Moeiloos stuurt hij zijn wa
gen door de warme binnenstad, naar
het centrum van het centrum: de
Groenplaats. „Het Rubenshof”, zegt
Fonske, „dat is een schoon café”.
gaan. Van die oudere spelers zullen er
misschien twee of drie overblijven.
Verder zal ik moeten verjongen. En
het talent daarvoor is aanwezig, daar
ben ik van overtuigd. Het enige pro
bleem waar ik mee zit zijn de resulta
ten van Goethals. Hij heeft natuurlijk
veel kritiek gehad van publiek en
pers, maar een feit is dat hij goeie
resultaten heeft geboekt. Die staan
1 zwart op wit. En de mensen zullen
straks zeker gaan vergelijken”.
Betekent dat ook dat België straks
weer zo verdedigend zal gaan spelen?
Thijs: „Zeker niet. Ook wat dat be
treft zal er iets veranderen. Tegen een
ploeg als Ijsland bijvoorbeeld, hoe
wel je die niet moet onderschatten,
moeten we proberen zo aanvallend
mogelijk te spelen. Dat heeft Goethals
inderdaad niet gedaan. Voor het Eu
ropees kampioenschap zijn we nu wel
uitgeschakeld, maar voor het wereld
kampioenschap zitten we weer bij
Nederland. We zullen dan zoveel mo
gelijk doelpunten moeten maken.
Want het doelsaldo kan beslissend
zijn.”
Dat houdt in dat Guy Thijs voor zijn
nieuwe Belgische elftal mogelijkhe
den ziet. „Ja, zeker en vast. In de
Europa Cupwedstrijden is nu wel ge
bleken dat wij ook kunnen voetballen.
Maar ja, Nederland heeft Cruyff,
Neeskens en Rensenbrink. Wij niet.
Dat is ons grote probleem: in België
hebben we geen goede spitsen. De
topclubs in België hebben allemaal
buitenlandse spitsen. FC Antwerp
ook. Ik kan me nu al zo ongeveer
voorstellen waarom Raymond daar
altijd over geklaagd heeft. Ik ga nu
zijn werk doen en krijg met hetzelfde
probleem te maken. In feite zit Kno
bel in hetzelfde schuitje. Ik ben er van
overtuigd dat er na Cruyff en Rensen
brink, die voor hem toch ook buiten
landers zijn, erg goeie Nederlandse
voetballers zullen zijn, maar of die
beter zijn dan de Belgen, betwijfel ik
alleszins”.
Het lijkt klaar dat de Belgische
voetbalbond met Guy Thijs niet de
slechtste keus heeft gedaan. Mariën:
„Het was een enigszins verrassende
ontwikkeling, vooral omdat Guy
geen Heizel-diploma (het Belgische
trainersdiploma, red.) heeft. Maar ik
geloof dat het een goede keus is ge
weest, al ben ik er van overtuigd dat
hij wat harder zal moeten worden”.
Hij heeft gelijk. Het Rubenshof is
een schoon café, zoals trouwens de
gehele Groenplaats een bepaalde
schoonheid bezit. Het is Antwerpen
ten voeten uit: café aan café, slechts
hier en daar een ander soort zaak,
zoals de winkel in toeristische artike
len, juwelerie Boon specialist in tin-
en koperwerk en de sigarenzaak.
Zelfs de pas aangelegde parkeergara
ge is niet storend. Trams, veelal met
reclame voor een zeker merk mayo
naiseals Ollander glimlach je dan
toch even rijden af en aan. Hobo
ken bijvoorbeeld moet een. druk be
zochte plaats zijn. Uit een van de
trams stapt René Mariën tevoor
schijn. Ook hij verkiest het zonnige
terras. Bestelt „een theeke”, zegt dat
hij niet begrijpt waarom wij Neder
landers Antwerpen -zo’n mooie plaats
vinden („Geef mij maar Amsterdam”)
en begint met zijn beschijving van
Guy Thijs.
Thijs: „Het wordt inderdaad van
mij gezegd, dat ik veel aan de psycho
logische benadering doe. En dat is
wellicht ook zo. Ik hecht daar enorm
veel belang aan. Bovendien vind ik
dat iedere trainer zelf op een bepaald
niveau moet hebben gevoetbald. Hij
moet weten wat er in de kleedkamer
gaande is. Ik ben niet zo’n man van
diplomaake’s, in de praktijk moet ie
dere trainer ’t leren. Kijk eens hier, ’t
is toch niet alleen geluk dat ik met FC
Antwerp tweemaal vice-kampioen
ben geworden. Voor dit seizoen waren
we zelfs favoriet voor de titel.
We begonnen ook zeer goed, met
negen punten uit vijf wedstrijden,
maar daarna hebben we verschrikke
lijk veel pech gehad. Ook al haalden
we tegen kampioen Brugge drie van
de vier punten. Negen spelers van mij
zijn dit jaar geopereerd aan de een of
andere kwetsuur. Dat is geloof ik wel
uniek. We hadden jullie Henk Hou-
waart gekocht. Die heeft één wed
strijd gespeeld. In het tweede speelde
hij twintig minuten, toen viel hij uit
met een knie-kwetsuur. En hij is er
nog maar één van de negen. We heb
ben dit seizoen voor het eerste elftal
25 spelers gebruikt”.
dat ik d?' nidpw^e bondstrainer ben
geworden. Natuurlijk ken ik Goethals
goed, we zijn even oud (53 jaar, red.),
maar ik geloof niet dat hij iets over
zijn opvolging te zeggen had. In ieder
geval is alles binnen een week gegaan.
Ik heb tegen Wouters gezegd: als het
niet doorgaat teken ik zaterdag de 24e
april weer voor FC Antwerp. Vrijdag
avond de 23e heb ik bij de bond gete
kend. Inderdaad, ik ben de eerste full
time-bondscoach van België. Ik krijg
mijn bureel in Brussel en krijg de
leiding over alle vertegenwoordigen
de elftallen. De 14/15-jarigen, de UE
FA’s, het elftal voor de onder de 23 en
natuurlijk het A-team. dat toch het
belangrijkste is.”
Precies op tijd arriveert Guy Thijs
op het parkeerterrein van De Bosuil,
waarnaar „diejen Ollander” door de
65-plussers is verwezen. „U zult hem
herkennen aan de sigaar die hij altijd
rookt”, had Mariën gezegd, maar als
hij had verteld dat Guy Thijs in zo
ongeveer de stoffigste Opel Rekord
van Vlaanderen rondrijdt, zou dat ra
ker zijn getypeerd. Thijs heeft een
sympathiek voorkomen. „U heeft
mooi weer uit Nederland meegeno
men”, zegt hij als de handen zijn ge
schud. „Komt U maar mee, dan gaan
we op een rustig plekje zitten”.
Zijnde de scheidsrechters-
kleedkamer. De sigaar die hij inder
daad voortdurend rookt vormt voor
hem geen beletsel om veel en gemak
kelijk te praten.
„Ja”, zegt hij, „mijn vader, die leeft
nog. Hij is nu bijna 80 en hij vindt het
natuurlijk prachtig dat ik de bonds-
trainer ben geworden. Hij komt hier
ook vaak naar FC Antwerp kijken.
Daar ben ik erg trots op. Want hij was
een groot voetballer in zijn tijd.”
René Mariën: „Guy Thijs sollici
teerde bij de bond, toen hij ontdekte
dat er enkele bestuursleden kritiek
op hem hadden. Niet voorzitter Eddy
Wouters, die steunde hem, maar Guy
is zo’n man, die daar geen genoegen
mee neemt. Daarom wilde hij wel
weg. Ik weet, dat Goethals gechar
meerd was van Thijs. Die wilde hem
wel als zijn opvolger zien.”
Guy Thijs: Psychologische benadering voorop