van Rohmer goede
holheid van conventies
satire op
Sierlijk poppenspel
uit Surakarta
het wel doen
Aparte collectie
in Utrechts
Centraal Museum
Kon. subsidies
schilderkunst
toegekend
TEN BATE VAN AUTEUR: DUURDERE
BOEKEN VOOR BIBLIOTHEKEN
7
5*4
F
Sparen
Doe’
Kies de kwaliteit
van Vorst maker
Stegeman.
t regelmatig.
Dus automatisch
„La marquise d’ O
ABN
Slëqèman
M
NOG WEINIG HOOGTEPUNTEN IN FILMFESTIVAL VAN CANNES
99
eest
veral.
Wajang Golek in het Soeterijn
Proefschrift van Amstelveense jurist mr. Spoor
Cellosonate van
Beethoven ontdekt
Rembrandt-prijs voor
Pierre Soulages
Oh
Coupon voor meer informatie
WOENSDAG
I 9
M E I
19 7 6
KUNST
16
i
Door Pieter van Lierop
kA/ x-.
Jeugdtrauma
Regelmatig sparen betekent goed sparen.
Maar veel mensen hebben moeite met
die regelmaat. Voor hen heeft de ABN
het Salaris-Spaarplan: u spreekt
een bedrag af, dat vervolgens
automatisch elke maand van uw
salarisrekening naar uw spaar
rekening wordt overgeboekt.
Makkelijker kan het gewoon niet.
CANNES In de competitie van
Cannes is een film te zien geweest,
die me tien keer zo goed bevallen
is als Visconti’s „l’Innocente”: „La
marquise d’O”. Het is de door de
Fransman Eric Rohmer vervaardig
de Duitse inzending. Een verfil
ming van een door Henrich von
Kleist geschreven novelle, die speelt
BB#
Algemene Bank Nederland
3l)e kwaliteit
[die vroeger
zo gewoon was.
bfS'fi WH
Andere „Jansco”
bardije veroverd hebben. Een Ita
liaanse adellijke dame gaat iets
moois voelen voor een haar even
zeer toegenegen Russische officier,
C.
o
O
■1
Twee poppen uit de Wajang Golek.
I
(ADVERTENTIE)
(ADVERTENTIE)
’t
DRACHTEN (ANP). Koningin Juli
ana heeft dinsdag in de Lawei te Drach
ten op de expositie van werken, ingezon
den voor de koninklijke subsidie vrije
schilderkunst 1976 van jonge Nederland
se kunstenaars tot 35 jaar de jaarlijkse
subsidie bekend gemaakt.
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
zijn werk wordt gedrukt, maar zodra
het bij de boekhandel d e deur uit is,
heeft hij niets meer te zeggen over wat
er mee gebeurt.
Ook uit Frankrijk afkomstig is de
speelfilm „Un enfant dans la foute”, van
Gerard Blair. Over een jongetje met
gescheiden ouders, dat getourmenteerd
wordt op katholieke kostscholen en op
die gevoelige leeftijd ook nog de oorlog
moet meemaken. Ter compensatie van
UTRECHT. Voor de auteur van
een boek bestaat al langer het probleem,
dat hij geen royalty’s ontvangt over het
aantal malen dat zijn boek door biblio
theken wordt uitgeleend. Vooral nu de
laatste jaren het aantal uitleningen sterk
is gestegen en de verkoop van boeken is
gedaald, is het vraagstuk actueel gewor
den. Een schrijven kan auteursrechten
laten gelden op ieder exemplaar dat van
De collectie, die onder meer bestaat
uit werken van Van Gogh, Mondriaan,
Toorop, Sluyters en Maris, is grotendeels
verzameld tussen de twee wereldoorlo
gen en volgens het Centraal Museum
zeer typerend voor het soort kunstverza
melingen dat in de eerste helft van deze
eeuw werd aangelegd. Het is de bedoe
ling dat de hete collectie Van Baaren in
1978, wanneer het Aartsbisschoppelijk
Museum uit het gebouw aan de Agnie-
tenstraat is vertrokken, naar het Cen
traal Museum wordt overgebracht. De
tentoonstelling duurt tot en met 15 au
gustus.
Om een auteur er ook profijt van te
laten trekken dat zijn boeken worden
uitgeleend (wat nu als een rem op de
verkoop wordt beschouwd), heeft de
Amstelveense jurist mr. J. H. Spoor (33
jaar) een wettelijke regeling tot een
„leenrecht” uitgewerkt, dat in de Neder
landse Auteurswet zou kunnen worden
opgenomen. Vandaag promoveerde mr.
Spoor in Utrecht tot doctor in de rechts
geleerdheid op het proefschrift „Scripta
manent,” een verhandeling over de re-
produktie in het auteursrecht waarin hij
zijn voorstel tot het leenrecht doet.
Het voorstel komt erop neer, dat een
bibliotheek in het vervolg een speciale
editie koopt van de boeken die moeten
worden aangeschaft, een „uitleenexem
plaar” waarvoor de bibliotheek hooguit
drie keer zoveel betaalt als de particu
lier in de winkel. Het geld dat een boek
op die manier meer opbrengt gaat naar
de auteur. De boeken die voor de biblio
theek bestemd zijn, kunnen worden on
derscheiden door een eenvoudig stem
peltje dat aangeeft dat het exemplaar
uitgeleend mag worden.
alle ontbrekende liefde, laat hij zich
beminnen door oudere mannen. Eerst
Duitse, daarna Amerikaanse soldaten.
Die stappen ook w eer bruusk uit het
kinderleven, zodat het joch te vroeg de
volwassenheid ingeschopt wordt. De film
eindigt ermee dat hij gaat solliciteren
naar een figurantenbaantje in de film
„Les enfants du paradis”. Je ruikt het
meteen aan zo'n film, hij is grotendeels
autobiografisch. Regisseur Blair is inder
daad zijn filmcarri
re begonnen als figurant bij Marcel
Carne.
Stevige jeugdfrustraties zijn altijd een
goede voedingsbodem voor grote kunst
gebleken, maar bij Blair is dat er niet
van gekomen. De ambitie om het ama-
teuracteurs te werken is hem lelijk
opgebroken. Blair heeft zijn mensen niet
tot aansprekelijke of zelfs maar natuur-
heeft de koningin beslaten deze subsidie
te verhogen tot 5000. In totaal hebben
120 kunstenaars aan deze expositie deel
genomen. De bekroning werd in 1948
ingesteld. De jury stond onder voorzit
terschap van de heer J. Dijker uit Moer
gestel. De overige juryleden waren Pie
ter Blokhuis, Jef Diederen, Cees Franse,
Jaak Frenken en Ruud van der Wint,
lijke spelprestaties weten te brengen. De
film is zo plat als een dubbeltje en ziet
er door de grauwe en donkere tinten
(die eenzaamheid en vreugdeloosheid
dienden te suggereren) uit alsof hij een
paar maanden in een kolenkelder opge
slagen heeft gelegen.
De bekroningen 1976 werden toege
kend aan Hanis Boer (22 jaar), Hedy
Gubbels (25 jaar). Burgert Konijnendij k
(28 jaar), Frans Stuurman (23 jaar) allen
uit Rotterdam. Peter Thijs (25 jaar) uit
Tilburg en Hans de Wit (24 jaar) uit
Maastricht.
maar er ontstaat grote ontsteltenis
als de vrouw plotsklaps zwanger
blijkt, terwijl zich niets heeft voor
gedaan waardoor dat veroorzaakt
kon zijn- Aan de verwarring wor
den geestige complicaties bijgedra
gen door de familieleden van de
aanstaande moeder, maar tenslotte
blijkt de trouwlustige Rus toch alle
schuld voor zich op te kunnen
eisen.
CANNES. „Mijnheer Henck Ar-
ron, eerste minister van de nieuwe
onafhankelijke republiek van Surina
me nodigt u voor een speciale pre
sentatie uit van de eerste speelfilm
Uit de republiek van Suriname: Wan
Pipel”. Met deze wervelende woorden
waar meneer Henck Arron zelf geen
weet van gehad heeft, werd gepoogd
de in Cannes verzamelde filmpers
naar een bioscoop je te lokken voor
het aanschouwen van Pim de La
Parra’s nieuwe film. Tijdens de voor
stelling bleek uitsluitend de Neder
landse kolonie aan de uitnodiging ge
volg te hebben gegeven en wat er
nog aan verdwaalde buitenlanders
naar Wan Pipel zat te kijken, had het
met een kwartiertje wel bekeken.
Toch is het een aardige film. de
sympathiekste die Pim tot dusver ge
maakt heeft en met een heel behoor
lijke commerciële potentie voor de
Nederlandse en Surinaamse markt.
Het is het verhaal van een Sruinamer
die in Nederland studeert en vanwege
zijn op sterven liggende moeder naar
zijn geboorteland wordt teruggeroe
pen. Hij komt voor de keuze te staan:
weer terug te keren naar Nederland
en zijn Nederlandse vriendin, of in
Suriname te blijven bij zijn nieuwe
verworven Hindoestaanse vriendin.
Hij kiest voor het laatste, zoals dat
hoort in „de eerste Surinaamse speel
film”, die een constructieve bijdrage
bedoelt te leveren aan het zelfbe
wustzijn van de Surinamers en het
slechten van de conservatieve barriè
res tussen de verschillende etnische
groeperingen
Dat gebeurt dan met een overmaat
aan didactische monologen, maar ver
velend wondt de film daar niet van.
Hij krijgt er zelfs iets vertederends
en naiefs door, een tendens die wordt
doorgezet in het merkbaar onprofes
sionele spel van de meeste betrokke
nen, op Willeke van Ammelrooy na.
Wan Pipel ziet er precies zo uit, zoals
je dat van de „eerste Surinaamse
speelfilm" verwachten mag, maar
toch ook een beetje te weinig als de
zoveelste van Pim de la Parra.
BAZEL (AFP). De Rembrandtprijs
1976 van de Zwitserse stichting Johann
Wolfgang Goethe is toegekend aan de
Franse schilder Pierre Soulages. Aan de
prijs is een bedrag van 25.000 Zwitserse
franc verbonden.
De prijs zal Soulages 29 mei worden
uitgereikt.
bibliotheekboek naar schatting honderd
keer wordt uitgeleend, dat is 20 maal
zoveel. Het aandeel van de opbrengst
voor de auteur is doorgaans tien pro
cent, en dat moet dan voor een biblio
theek ook 20 maal zoveel zijn, redeneert
mr. Spoor.
Hij gaat er bij deze regeling van uit,
dat de auteur, eventueel in overleg met
de uitgever, zelf bepaalt of hij van zijn
boek een uitleenexemplaar wil maken,
en hoeveel duurder het moet zijn. Spoor
doet dat, omdat bibliotheken anders
sommige boeken waarschijnlijk hele
maal niet meer zouden aanschaffen om
dat ze te duur zijn geworden. Bovendien
Ik wil graag meer weten over het Salaris-Spaarplan.
Dhr./Mevr./Mej.:
Adres:
Woonplaats:Tel.:
Heeft reeds een rekening bij de ABN: ja/neen.
Zo ja, bij ABN-kantoor:
In ongefrankeerde envelop zenden aan: Algemene Bank Nederland,
Afd. (0.D 50), Antwoordnummer 1555, Amsterdam.
Een paard dat in het spel voorkomt is
plat en een heel leger wordt voorgesteld
door een breed stuk buffelleer waarop
meerdere ruiters naast elkaar geschil
derd staan. Er werden twee verhalen
verteld: Damar Wulan en Amir Hamsa.
Ik zal u niet vervelen met een uiterst
verwarde inhoudsopgave, alleen het vol
gende; Damar Wulan behoort tot de
traditionele, steeds weer vertoonde wa-
jangstukken, maar Amir Hamsa is een
deeel van een islamitische verhatencyclus,
die een beetje in vergetelheid is geraakt.
Op zoek naar nieuwe stof proberen de
spelers van deze groep uit MiddenJava
deze legenden weer tot teven te brengen.
Het aardige bij dit laatste stuk is dat
het zich afspeelt in Egypte en dat de
hoofdrolspelers uit Albanië, Griekenland
en Italië komen. De laatste drie landen
zijn volgens dit verhaal al islamitisch en
Amir Hamsa is bezig ook Egypte voor
de Islam te winnen.
Het eerste wat bij deze spelvorm op
valt is het feit dat er maar een enkele
poppenspeler is. Hierdoor word het
schouwspel uiterst overzichtelijk. Mees
tal krijgen we eerst een enkele pop te
zien, die met allerlei kleine typische
gebaren duidelijk zijn (haar) karakter
demonstreert. Het wegwerpen van een
sjerp, het zacht, hoekig of driftig bewe
gen van een hoofd, het trillen van de
handen, je ziet meteen met wat voor
heerschap of vrouwelijk wezen je te
doen hebt.
Zijn er meer figuren met elkaar in
FIJNE ^VLEESWAREN
kW?
kan de auteur de toeslag nog laten
verschillen per (soort) bibliotheek, omdat
de ene er meer baat bij kan hebben dan
de andere.
Mr. Spoor ziet er geen probleem in
dat het ministerie van CRM voor een
groot deel van de meerkosten zal moe
ten opdraaien omdat dit ministerie de
openbare bibliotheken subsidieert :„Om te
beginnen maakt het boekenbudget maar
ongeveer vijftien procent van de biblio-
theekkosten uit. Daarnaast beroemt het
ministerie zich op een beleid waardoor
iedereen kan lezen wat hij wil, maar dat
gaat dan wel ten koste van de schrij
ver”.
Amsterdam. Zondag en maandaga
vond speelde in het Soeterijn, het kleine
theatertje in het Tropeninstituut, een
groep jonge Jftvanen uit Surakarta. De
eerstE voorstelling bestond uit het hier
al vaker vertoonde schimmenspel, maar
maandag werd er een Wajang Golek
uitgevoerd en dat zie je maar zelden.
Daarom alleen maar over d e Wajang
golek. Dat is een spel met ongeveer 40
cm hoge stokpoppen met prachtig be
schilderde ronde koppen en via stokken
te hanteren armen.
gesprek, dan beweegt de pop die op dat
moment het woord voert, een hand. (De
stok van al die poppen zit dan vastge
prikt in een rieten rol). Er word veel
vuldig gevochten, op de vuist, met een
kris, met een knots, met lans of met pijl
en boog. Bij dit laatste zien we eerst de
man die de pijl afschiet, dan zien we de
pijl bliksemsnel voorbijschieten en daar
na zien we het slachtoffer dat geraakt
wordt.
Het tweehonderdkoppige publiek amu
seerde zich kinderlijk als een pop zijn
hoed afnam, onthoofd werd, op een
paard voorbij draafde of ook wel liefde
rijk zijn arm om iemands schouders
legde.
Er wordt erg veel aan je fantasie
overgelaten, de poppen bewegen zich
soms als Javaanse dansers en wat er
gebeurt, wordt op een of andere manier
enorm spannend, ook al is het verhaal
nauwelijks te volgen ondanks de inli-
ding via microfoon en programmablad.
Erg opvallend vond ik de jeugd van alle
spelers. Behalve de dalang, de verteller
en tevens poppenbeweger, zijn er nog 14
muzikanten en zangers die met hun
geluiden een zeer beeldend decor schil
deren.
Het is een belevenis, deze kleine, ui
terst sierlijke poppen in actie te zien.
Voorlopig kan dat alleen nog maar in
Rotterdam, waar het gezelschap uit Su
rakarta vanavond Om half negen op
treedt in de Lantaarn.
Conrad van de Weetering.
Een film die grote verwarring teweeg
gebracht heeft is „Vizi Privati, pubbliche
virtu”, een Italiaans-Joegoslavische co-
produktie, geregisseerd door de Hongaar
Milos Jansco. De film zit voor Italië in
de competitie. Na de vertoning ervan
probeerden klappers en fluiters elkaar te
overstemmen en die tegenstrijdige reac
ties zijn wel begrijpelijk. Zelfs Jancso-
fans zulten raar tegen „Vizi Privati”
aankijken, want de meester heeft de
stijl die sinds jaar en dag zijn handels
merk was, laten vallen. Bestond zijn
„Elektra” (vorig jaar vertoond in Can
nes) nog uit welgeteld elf „uiterst ge
compliceerde camerabewegingen, „Vices
and pleasures” (zoals de Engelse titel
luidt) telt 343 shots. De nieuwe film is
ook niet opgebouwd uit massa-choreo-
grafieën op de Hongaarse hoogvlakte,
maar speelt zich af op een lommerrijk
buiten. Daar geeft de kroonprins van
een fictief, negentiende-eeuws keizerrijk
zich met vrienden en kennissen over aan
orgiën, die het gevestigde regime bespot
ten. Thema van de film is het bederven
de effect van machtsbezit en dat is nog
altijd typisch Jancso.
Wat zich aanvankelijk laat aanzien als
een vitalistisch verzet van een jonge
generatie die weigert zich met politiek
te bezoedelen, blijkt toch verstrekkende
consequenties te hebben. Om politieke
redenen laat de keizer de ludieke revolte
van zijn zoon en diens vrienden in een
bloedbad smoren, nadat eerder al geble
ken was dat binnen dat ongebreidelde
levensgenieten van de jonge garde aan
leidingen gegeven worden voor bedenke
lijke staaltjes manipulatie en fatale
lichtzinnigheid.
De aantrekkelijkheid van de film is
zuiver visueel. Het opgeven van zijn
karakteristieke filmstijl heeft Jancso al
lerminst verhinderd een superieure pic-
turaliteit te bereiken. Maar zijn aan
dacht is te zeer blijven h aken in de
erotische uitspattingen. De film wordt er
zelfs irritant door, omdat de interesse
voor het hoofdthema tussentijds dood-
Gerard Blair, regisseur van de Franse inzending „Un enfant dans la foule".
bloedt. En zoiets heb ik bij een Jancso-
film niet eerder meegemaakt.
Frankrijk zit met vier films in het
hoofdprogramma. Waarvan, zoals eerder
gemeld, er dus twee gemaakt zijn door
niet-Fransen. Wel door Fransen ver
vaardigd was „La griffe et la dent”, een
heel vervelende, zinloze documentaire
over voornamelijk de slachtpartijen die
leeuwen aanrichten onder kuddes buf
fels en antilopen. De film maakt even
wel een goede kans op de prijs voor de
beste technische prestatie. De talrijke
nachtopnamen zijn namelijk fabelachtig.
Rohmer (vooral bekend door zijn
„Morele vertellingen”, "Ma nuit chez
Maude” en Le genou de Claire” o.m.)
heeft van „La marquise d’O” een prach
tige satire gemaakt op de holheid van
burgerlijke conventies. De film is onge
meen subtiel in zijn verstrengeling van
drama en komedie, buitengewoon fijn
zinnig in zowel camera- als spelregie en
een genot vanwege de eerbied voor het
prachtig gecultiveerde taalgebruik van
Von Kleist, dat nog volop functioneel te
maken blijft.
UTRECHT (ANP). In het Centraal
Museum in Utrecht begint 19 mei een
tentoonstelling van de „Collectie Van
Baaren”, e en keuze van ongeveer 150
schilderijen en tekeningen uit de 19de
en 20ste eeuw.
De collectie is afkomstig uit het
Utrechts Museum Van Baaren, gevestigd
in hwt huis „De drie regenbogen” aan de
Oude Gracht, waarin de familie Van
Baaren sinds 1880 had gewoond. Dit huis
werd in 1965 tot museum verbouwd.
Nadat de heer L. H. van Baaren en zijn
zuster mej. J. F. van Baaren ezlf in 1956
de Stichting Museum Van Baaren in het
teven hadden geroepen met het doel,
hun kunstcollectie voor het publiek toe
gankelijk te maken.
Een regeling waardoor de maker
greep hout op wat er met zijn produkt
gebeurt ook nadat het verkocht is vindt
mr. Spoor des te belangrijker, omdat de
technische vooruitgang, zoals de uitvin
ding van de bandrecorder, de grammo
foon en het fotocopieëren van grote
invloed is geweest op de ontwikkeling in
het auteursrecht. „In de toekomst zal
deze invloed, bijvoorbeeld door een rui
mer gebruik van microfilms en compu
ter, niet minder belangrijk zijn”, aldus
de heer Spoor.
Mr. Spoor is tot een maximum prijs-
toeslag van 200 procent gekomen, omdat
een particuliei- gekocht boek gemiddeld
door vijf mensen wordt gelezen en een
OTTAWA (Reuter). De in Neder
land geboren cellist Coenraad Bloemen
dal, Itid van een Canadese kamermuziek-
groep in Ottawa, meent de reeds lang
vertonen gewaande Zesde cellosonate
van Beethoven te hebben teruggevonden.
De 30-jarige Bloemendal zegt de parti
tuur aanlgetroffen te hebben in de boe
kerij van een bevriend Amsterdams mu
sicus en antiquair.
De partituur dateert uit 1840 en bevat
zes cellosonates van Beethoven. Vijf
daarvan zijn bekend, de zesde is volgens
Bloemendal „een echte cellosonate en
een geheel nieuw werk” en geen arran
gement voor twee instrumenten, zoals in
Grove’s dictionaires staat vermeld.