Er loopt maar
weinig talent
voor radio rond
Prix
Italia
Documentaires maken
is graven en graven
■te
fep
B1
ffe:
|g
Rijpingsproces
Niets bespaard
Kwaliteit
Bepaald publiek
door
Klaas Pieter Rieksen
In juli ontruimt een NOS-medewerker zijn bureauladen, stapt op, groet zijn
collega's voor het laatst en verlaat stil het gebouw waar hij tien jaar geleden voor
het eerst kwam. Zijn naam: Bob Uschi, chef van de afdeling Documentaires en
Hoorspelen bij de Nederlandse Omroep Stichting. De in Rotterdam geboren Bob
Uschi vertrekt zeker niet omdat hij het werk niet prettig meer vindt, of omdat hij een
andere baan heeft gevonden. Het is voor hem de leeftijd die het noodzakelijk
maakt op te stappen. Uschi is 65, een leeftijd die je hem bij een ontmoeting zeker
niet zal geven, hij ziet er uit als een vlotte vijftiger. Zijn vertrek bij de NOS wil zeker
niet zeggen dat hij stopt met het maken van documentaires. Hij zal de nog lopende
projecten afwerken en overweegt enkele aanbiedingen die hij uit het buitenland
kreeg te aanvaarden,aanbiedingen waar hij vroeger nooit op in ging, omdat hij de
handen vol had aan zijn werk in Nederland. Na 26 jaar radio maken, waarvan tien
bij de NOS, is het moeilijk afscheid nemen van het medium. „Ik ben met het
radiomaken getrouwd”, zegt Uschi, „misschien ga ik bij de opleidingen iets doen.
Ik geef momenteel gastcolleges aan de School voor de Journalistiek in Utrecht.
En over zijn afscheid zegt hij: „Ik geloof niet zo in schouderklopjes. Ik vertrek net
zo stil als dat ik gekomen ben’.
Bob Uschi
stapt op
Anton de Beer
or en
vordt
rijzen
lat de
deze
g niet
aciaie
t rijst
zerzet
s niet
Na het gymnasium bezocht Bob Uschi
de Academie voor Beeldende Kunsten in
Rotterdam, waarna hij naar een reclame
bureau stapte om ook thuis te raken in de
grafische vormgeving. Zijn sportcaricatu
ren verschenen in diverse bladen. Vlak na
de oorlog zette hij in Amsterdam een eigen
studio op voor grafisch werk en drie jaar
latei- produceerde hij samen met Gabri de
Wagt jeugdprogramma's voor de VARA
Later stapten zij over op gedramatiseerde
documentaires, met. zoèls hij dat zelf
noemt, een bepaalde „sound", een herken
baarheid.
Uschi is er van overtuigd dat hij zijn
programma's voor een bepaald publiek
maakt en gelooft dat het aantal luisteraars
„Documentaires maken is achter het
niguws duiken, graven en nog eens graven.
Alles naar boven halen. Radio is nog
steeds het snelste medium en daar moet
men gebruik van weten te maken. Bij de
documentaires heb je daar natuurlijk min
der last van. maar je kan sneller dan bij de
tv met een actuele documentaire komen.
Bij de actualiteiten rubrieken is men ove
rigens weinig alert. Men brengt vaak niet'
meer dan het nieuws in andere bewoordin
gen. De durf ontbreekt vaak. Als man van
een actualiteitenrubriek moet je weten wat
je zegten door je ervaring geen onverstan
dige dingen doen. In een rechtstreekse
De toekomst wat betreft de radiodocu
mentaires ziet Bob Uschi niet zonder enige
zorg tegemoet. „Er loopt maar weinig ta
lent rond", zegt hij, „en de begeleiding is
ook niet wat het moet zijn. Je moet ze niet
voor de leeuwen gooien, dat is fout. Er zijn
in Hilversum meer opgebrande mensen
tussen de dertig en de veertig dan mensen
„Ik zie zoveel mensen met een tekort. Je
moet toch door een bepaald rijpingsproces
heen. Daarnaast lopen er ook teveel men
sen met een bepaalde boodschap rond, die
willen altijd alleen maar hun eigen inzich
ten naar voren brengen. Maar misschien is
de manier waarop ik mijn programma's
maak wel niet meer de goede, ik weet het
niet'
„De mensen die nu uitmaken welke in
zendingen er naar toe gaan zijn vertegen
woordigers van de omroepen en die nemen
het je kwalijk dat je aan hun competentie
twijfelt. De enige goeie oplossing zou zijn
om een aantal radio- en televisie redacteu
ren te nemen die dan. anafhankelijk van
welke omroep dan ook. hun oordeel vel
len Uschi kan zich er overigens niet erg
kwaad om maken, tenslotte won hij de
Prix Italia al eens in 1969. Toch klinkt er
enige teleurstelling in zijn stem, omdat hij
van mening is dat zijn product, „waarin ik
nijn hele ziel en zaligheid leg zeker een
kans zou maken op het festival. En van
deze goochelaar met geluid, een gedegen
vakman, mag men dat zeker aannemen.
;bben
teslist
uitge-
i, zo’n
at nu
it nog
llerlei
s met
er de
•uctu-
Ondanks deze optimistische woorden is
Bob Uschi zich ervan bewust dat het aan
tal luisteraars in het algemeen nog op een
zeer laag niveau ligt. Hij heeft het over „de
gunst van de luisteraar" en zegt: „Je moet
met iets komen dat de mensen interes
seert, maar zeker niet terwille van. Als ik
laat aankondigen dat ik een programma
over jeugdprostitutie op de radio ga bren
gen, dan weet ik zeker dat er een groot
aantal mensen de knop van hun tv-toestel
afzetten en naar de radio gaan luisteren.
Maar daar doe ik het niet voor. Ik wil
informatie brengen op mijn manier, net
zogoed als dat ik programma’s maak over
kanker, zelfmoord en kunstmatige insemi
natie. Ik word er weleens van beschuldigd
alleen maar sensatie te willen brengen,
maar dat is beslist niet zo. Ik wil informe
ren met authentiek materiaal. Meer niet
langzaam zal gaan toenemen. „Met de tele
visie bereik je toch op een gegeven mo
ment een bepaald verzadigingspunt. Het
verrassingseffect gaat eraf. In Duitsland
groeit op dit moment al het aantal luiste
raars
Een reportage als „Het Ongeval" gaat je
door merg en been. Een stem zegt: „In het
ziekenhuis koele reparatiegegevens tegen
over angst, verdriet en pijn”. En Uschi:
„Het ziekenhuis is tijdens zo’n weekeinde
met al die verkeersongevallen net een ga
rage met witte tegels, waar de artsen me
caniciens zijn die kalm alle binnenkomen
de nummers behandelen" De luisteraar
wordt niets bespaard, de paniek bij een
ongeluk (voor de crash haalde Uschi niet
het geijkte bandje uit het archief maar
trok met bandrecorder, auto's en coureur
naar Zandvoort en was niet tevreden tot
dat te horen was dat de ruiten kraaktenen
er een wieldop langzaam van de auto weg
rolde), de aankomende politie- en zieken
auto’s, het geschreeuw van de gewonden
en dat alles omlijst met de laatste gegevens
van het aantal toenemende gevallen van
hoofdletsel. Op de afdelingen van een zie
kenhuis. die men normaal liever zou ontlo
pen staan de microfoons die onverbidde
lijk registreren Terwijl de band loop en
een arts praat over een binnengekomen
verkeersslachtoffer zegt Uschi met betrok
kenheid in zijn stem; „Die man was binnen
een uur dood
heeft
tegen
i zijn.
>orde-
felijk-
:ht te
maat
sting-
denk
nmen
nneer
is ten
ipreid
ip”.
en de
kt hij
lijkse
ie, ge
in de
imaal
waar
voor-
□eren
lies te
„Het ongeval" laat de luisteraar meenia
ken hoe het toegaat bij een ongeluk, de
politie en het ziekenhuis. En dat alles, zoals
dat hoort bij de „Uschi Sound”, met au
thentiek materiaal. Vijf weekeinden lang
werden opnames gemaakt bij de diverse
instanties. „Zo’n programma maak je niet
als een opgeheven waarschuwende vinger,
maar meer om de mensen met de feiten te
confronteren. Je zit niet bij de radio met je
mond open in een luie stoel, maar je moet
meedenken. Je gaat je automatisch een
beeld vormen van de mensen die je hoort.
Je bent er mee bezig"
uitzending kunnen natuurlijk domme din
gen gezegd worden, dat is niet erg. Als het
toch gebeurt dan krijg je al dat gemekker
achteraf, dat vind ik onverdedigbaar
Daarom is men misschien een beetje bang
geworden”
van rond de zestig. Zonder begeleiding
moeten ze zich steeds maar weer waarma
ken tot het moment dat ze als een raket
naar beneden duiken
Vaak confronteert Uschi de luisteraar
met een harde en soms verschrikkelijke'
werkelijkheid. Zo ook in zijn documentai
re „Het Ongeval”, die al eens werd uitge
zonden en ook op de nominatie stond om
dit jaar ons land te vertegenwoordigen op
het internationale radio en televisie festi
val in Florence, de „Prix Italia", dat in
september wordt gehouden.
„In die tijd, het zal rond 1947 zijn ge
weest. hoorde ik voor het eerst een Duits
hoorspel waarbij ze in de eerste anderhal
ve minuut al een fantastisch beeld op
riepen door middel van geluid. Met Gabri
de Wagt ben ik toen documentaires gaan
maken die in tegenstelling tot de normale
klankbeelden geen door geluid omlijnde
teksten werden. Wij wilden alles authen
tiek doen. Als op papier stond dat er
iemand over een grindpad liep, dan werd
dat in de studio opgenomen, wij zetten
buiten een microföon neer".
Die authenticiteit is eigenlijk de beste
omschrijving voor de „sound" van Bob
Uschi. Zelfs toen voor de VARA een pro
gramma over alcoholisme maakte,
schroomde hij er niet voor om zijn eigen
ervaringen te gebruiken. Uschi was stevig
aan de drank en die ervaringen, de verte
kening van het geluid terwijl hij dronken
was, heeft hij geprobeerd op band vast te
leggen.
De Prix Italia wordt dit jaar voor de
27ste keer gehouden. Het festival zal
plaatsvinden van 17 tot 29 september
in Bologna. Maurizio Pardi, een vete
raan bij de RAI, de Italiaanse omroep
die het festival organiseert, is een van
de grote mannen achter dit radio- en
televisiegebeuren. Pardi heeft zijn
handen het hele jaar vol aan het festi
val, zeker wat betreft de financiën, een
jaarlijks terugkerend probleem. Hij zij
eens: „Als we moeten gaan bezuinigen,
dan doen we dat op bijkomende luxe,
bijvoorbeeld op excursies”.
De Prix Italia groeide in de loop der
jaren met de media mee. In 1952 werd
het eerste stereofonische radiopro
gramma ingezonden terwijl vijf jaar
later de televisie haar intrede deed. In
totaal vallen bij radio en tv in zes
sectoren prijzen: bij de muziek, drama
en documentaires. De Prix Italia
wordt nog steeds beschouwd als een
van de belangrijkste evenementen op
radio en tv gebied.
Dit beaamt ook zeker Anton de Beer,
van huis uit musicus en ongeveer
twaalf jaar werkzaam bij de NOS als
chef van het Programmabrueau Radio
en tevens voorzitter van de Nederland
se commissie die bepaalt welke pro
ducten ons land in Italië vertegen
woordigen. Het festival is volgens hem
„een spiegel van Europa”.
Over de niet gekozen inzending van
Bob Uschi zegt Anton de Beer: „Als
luisteraar vind ik dat je in het begin
erg geboeid bent door deze documen
taire, maar al gauw schiet het zijn doel
voorbij, zodat je je er voor afsluit. Ik
vind overigens wel dat hij revolutio
nair werk maakt".
Over het feit dat Uschi de commissie
doorbroken. Maar we waren altijd goed
gedocumenteerd en maakten onze pro
gramma's zonder sensatiezucht en enigs
zins relativerend”.
„Radio-maken is niet het achterelkaar
plakken van bepaalde teksten. Dat kan
niet. Je moet altijd rekening houden met
een bepaald stemniveau, het geluid van de
omgeving en dergelijke. Het gesproken
woord is voor mij als een muzieknoot en
dat moet als een in elkaar overvloeiend
geheel bijelkaar passen
„Informatie moet objectief zijn. Je moet
niet alleen met je eigen overtuiging komen.
Als documentairemaker vind ik dat het je
taak is om alle facetten van een bepaald
onderwerp te belichten. Als je dat niet doet
dan kom je met een geëngageerde docu
mentaire. Dat kan natuurlijk ook. maar zo
wil ik het niet
Uschi werkt in zijn uitzendingen weinig
met verbindende teksten of muziek. Door
goede opnames en montage moet je de
luisteraar duidelijk weten te maken wat je
bedoelt. Hij zegt: „Als programmamaker
moet je exact weten wat je wil brengen in
de daarvoor vastgestelde tijd. Het be
langrijkste is dat je de opnames goed weet
te selecteren. Zelfdiscipline is hierbij erg
belangrijk. Nog steeds worden er pro
gramma's achter de schrijfmachine ge
maakt. Als ik aan een onderwerp begin
dan heb ik het allemaal in mijn kop zitten
en als ik aan de montage toe ben dan weet
ik precies wat ik moet hebben
„De meeste commissieleden zitten
vaak bij de Prix Italia en weten heus
wel wat een kans zou maken op het
festival. Het zijn allemaal uiterst ge
haaide radio-jongens en waarom zou je
dan aan hun competentie twijfelen”.
En over de jury in Italië zegt De
Beer: „Er is bij de Prix Italia een
eerlijke jurering, dat staat als een paal
boven water. Van de Nederlandse jury
leden komen altijd rapporten bij ons
binnen over de gang van zaken en daar
heb ik nooit iets over oneerlijke prak
tijken in gelezen. Er wordt misschien
wel aan lobby gedaan, maar dat ge
beurt overal. Het is dan de taak van de
leden van de jury om niet op die lobby
in te gaan”.
Reeds tien jaar is Anton de Beer
voorzitter van de Nederlandse com
missie en hij vindt het gebeuren in
Italië nog steeds een enorme happe
ning. „Het is het trefpunt van allerlei
creatieve lui die elkaar ontmoeten tij
dens discussies en afluistermiddagen".
Dit jaar zal Nederland vertegen
woordigd zijn in de categorieën mu
ziek en documentaires en niet bij het
hoorspel omdat een Nederlander in
deze sector tijdens de Prix Italia jury
lid is. Anton de Beer is van mening dat
er alleen ingestuurd kan worden als de
kwaliteit van de programma's op in
ternationaal niveau. „Wil je als voor
uitstrevend land, en zo worden we nog
steeds gezien, meedoen, dan moet je
toch met een goed product komen.
Technisch gezien staan we in ons land
op een zeer hoog niveau. We behoren
zeker bij de top. En dan ga je als
commissie toch hoge eisen stellen aan
het in te sturen werk".
„Het Ongeval” werd niet gekozen voor
de „Prix Italia”, hetgeen Bob Uschi nau
welijks verbaast. Al meerdere malen werd
uit zijn werk een keus gedaan om ons land
te vertegenwoordigen. „Om practische re
denen kun je die prijs eigenlijk maar één
keer winnen”, zegt hij, „dat is een beetje de
aard van de prijs. Ik heb ook soms het idee,
dat er een bee'tje gerommeld wordt. In
1972 werd mijn documentaire „Confronta
tie met Auschwitz”, die ik samen met Kees
Buurman maakte, afgewezen op het feit
dat er alleen maar monoloog in zat”.
Kwaliteit is ook een van de dingeri die
Bob Uschi altijd heeft nagestreefd. Hij
zegt: „Ze vragen me wel eens hoeveel
documentaires ik heb gemaakt. Het kun
nen er duizend zijn, of tweeduizend. Ik
weet het niet, maar ik probeer wel altijd
kwaliteitseieren te leggen. Dat lukt niet
altijd, net zo goed als dat een Barneveldse
kip niet altijd een prima ei legt”
Het maken van documentaires is voor
Uschi altijd een goede gelegenheid ge
weest om de informatie, die hij kwijt wil
de, te kunnen geven. „Mij interesseerde
altijd een mens, of mensen in een bepaald
gebeuren, dat zich altijd en overal kon
afspelen. Ik stelde de mens altijd centraal,
maakte het hoofdpersoon, zonder natuur
lijk de invloeden van buitenaf te ver
geten".
„Toen ik begon wist ik dat ik door de
concurrentie van de televisie onderwerpen
moest hebben die het tegen dat medium
konden opnemen. Ik zocht dus dingen die
moeilijk voor de buis konden worden ge
maakt. Het voordeel van radiomaken is
dat de mensen die je interviewt niet met
hun gezicht op het scherm komen. Ze
blijven altijd anoniem"
Zo maakte Uschi ooit eens een program
ma over zeer jonge meisjes en jongens die
in Hilversum prostitueerden. Een moeilijk
te benaderen groep, zeker voor de televi
sie, maar het lukte Uschi na veel geduld
om ze voor de microfoon te krijgen en hen
te laten vertellen waarom ze zich met de
prostitutie bezighielden. Na de radiodocu
mentaire heeft de VARA er een film over
gemaakt, die, wat wil je met zo’n onder
werp, een zeer hoge kijkdichtheid haalde.
„Met dat programma hebben we veel
opzien gebaard. We hadden een taboe
Bij het maken van zijn documentaires is
Uschi steeds weer afhankelijk van een
bepaalde geluksfactor, die hem de ene
keer beter materiaal geeft dan de andere,
hij geeft dat eerlijk toe. „Toen ik eens een
programma maakte over zelfmoord,
kwam een van mijn mensen terecht bij een
jong ongehuwd meisje met een kind. Ze
had al zo'n vijf keer een poging gedaan,
maar steeds niet doeltreffend. Dat waren
vijf kreten om hulp. Terwijl er gepraat
werd, vroeg dat kind aan de moeder of die
met haar wilde gaan zingen. De moeder
begon met „Zie ginds komt de stoomboot"
Dat kind gilde: „Nee, nee, nee". „Wat wil je
dan”, vroeg ze. waarop het kind antwoord
de: „Lang zal ze leven, lang zal ze leven”
Kijk als je dat op de band hebt staan,zo'n
sfeertekening, dan kan je achter de
schrijfmachine op papier zetten wat je
wilt, maar dat haalt het niet bij wat we
toen hadden"
1969: Bob Uschi samen met Kees Buurman (rechts)en Hans Abes (links) winnaars van de
Prix Italia voor de radiodocumentaire ..De vogels blijven zingen in Newe Ur"