s Wat doet Pa? Treurige avond Amerikaanse zo geheten moderne muziek .a technisch speelgoed 1 17.50 korting Perfect kwartet met magere Amerikaanse composities Meevallertje van de fiscus Voor hobby en HITEXPLOSION 5 DE NIEUWSTE gj „Leer om leer” in Diever |[OLlaNi>FeyT|v^ 39.50 KEUKENS BmIJKJMUIDEIXI -'/SSfcSS At. modelbouw Jacks Witte twill spijkerbroeken zomerpantalon I MENEER! HOLLAND FESTIVAL-PREMIERES BIJ HET NATIONALE BALLET Ondanks Vera Beths en Reinbert de Leeuw GROTE DOSIS ZICHTBARE EXPRESSIVITEIT Kennemerlaan 159-165 - IJmuiden - Tel. 02550 - 11428 OOK OP MINICASSETTE r IlinterstylegpjXend l lutterman b.v. Wuwonen WOENSDAG 9 JUNI 19 7 6 KUNST (Papakt PARADE, de zachtere vieux) 1 F TIM 1 DL! Voor al uw vrijetijdskleding NU KOPEN BIJ TROMP BETEKENT 15 TOT 50% KONTANTKORTING adviesprijs f15, NU OVERALVERKRIJGBAAR 8 Polyethylene Fiber 100% wit met opdruk lichtbeige ploegstoffen Barteljorisstraat 3, Haarlem, tel. 310987 - i1':? (ADVERTENTIE) 1 (ADVERTENTIE) JOHAN VAN KEMPEN (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) I 'A 1 Deze manier van doen ter zijde, want wat de speeltechnische kant betreft, was er niets aan te merken. En daar gaat het fEen scène uit „Ancient Voices of Child ren” van het Ballet Rambert. Tussen de twee juist beschreven com posities in, klonk het Tweede Strijk kwartet uit 1966 van Jacob Druckman. Een uit twaalf korte en in elkaar over gaande onderdelen bestaand werk, opge bouwd uit gesystematiseerde ritmische en metrische complexen. Maar waarbij volgens een toelichting van de compo nist, het menselijk-dramatische aspect ro n HOLlAND^Wr""'"^ Hun voordracht is echter behalve met hoorbare, ook geladen met een flinke portie zichtbare expressie, die het in Amerika misschien wel goed zal doen, maar die op het Amsterdamse podium soms haast een hysterisch trekje kreeg. Vooral wanneer die expressiviteit zich uit in een, je z<^u bijna zeggen voortdu rende overspannenheid, zoals hier het geval was, wordt ze van tijd tot tijd zelfs een beetje ridicuul. Misschien acht ten de leden van het Concord String Quartet het wel noodzakelijk om bij dit programma van uitsluitend Amerikaans werk, de vele inhoudelijk nogal magere gedeelten via het uiterlijk aspect in de voordracht wat aan te dikken. AMSTERDAM. Het Concord String Quartet, dat nog pas vier jaar bestaat, is eerste klas. Al werd er dan op het gisteravond in de kleine zaal van het Concertgebouw door hen gegeven Hol- land-Festivalcóncert geen klassiek ge speeld; het geoefende gehoor kon al snel niet anders vaststellen dan dat het hier om stuk voor 'stuk heel begaafde strij kers ging, die hetfmede doordat ze alle maal een instrument van dezelfde Itali aanse bouwer Peresson bespeelden) in het samenspel tot een perfecte eenheid hadden gebracht. te weinig zelfs om mijn aandacht te kunnen vasthouden. Aardig als symbolische vondst is het moment dat Han Ebbelaar tegen het eind van het ballet op een been enige tijd in evenwicht blijft staan om dan langzaam (in evenwicht) door te zakken tot hij op de grond ligt, alsof hij wil zeggen: „Kijk, ik had het moeilijk met mijzelf maar ik heb mijn evenwicht terug gevonden en leg mij daar graag bij neer.” Bijzonder vitaal was het ballet „Gi nastera” dat Rudi van Dantzig zette op het tweede strijkkwartet van de Argen tijn Luigi Ginastera. Die muziek alleen al is driftig en geladen en het bewegings patroon dat Van Dantzig waarbij ont wierp, gaf aan zijn dansers alle gelegen heid om zich er met veel energie in te storten. Het achterdoek (van Toer van Schayk) is paars met daarvoor twee smalle zet stukken, die de indruk maken alsof zij sneden of gaten in dat d oek vormen (ongeveer zoals de met een mes gekerfde doeken van Lucio Fontana). Voor dit doek kregen we een heftig doorvloeiend lijnenspel te zien van acht mannen in paars met een enkele rode streep. Vooral Clint Farha met zijn katachtige sprongen en hoge benen viel L oud* gracht 81 haarlem telefoon 023 321801 DIEVER (ANP). De amateurtoneel- vereniging „Diever” bereidt zich voor op elf voorstellingen in de open lucht van „Leer om Leer” van Shakespeare, dat het gezelschap ook al eerder uitvoerde, gedurende de 31 jaren waarin de Sha- kespeare.-traditie werd gevestigd en voortgezet. De première is op 15 juni, de laatste voorstelling is op 28 augustus. Het is ook voor de 31ste keer dat de plaatselijke huiarts dokter L. D. Broe- kea het werk van Shakespeare be werkte en regiseert. Hij gebuikte daar voor het oorspronkelijke werk en de vertaling van Brgerdijk. uitgesponnen werk. Uitvoering prima; stuk niet te redden. AMSTERDAM. Dinsdagavond ging de Amsterdamse première van de Nati onale Ballet-bijdrage aan het Holland Festival in de Stadsschouwburg. Het bleek een dubbele verrassing te zijn met daar tussenin een teleurstelling, al moet ik er meteen aan toevoegen dat de meningen daarover nogal uiteen liepen. Zowel voor het nieuwe werkstuk van Hans van Manen als voor de bijdrage van Rudi van Dantzig, werd langdurig maar niet enthousiast geklapt. Alleen over het openingsstuk „Donizetti Varia ties” van Balanchine, kan geen verschil van mening bestaan ,als het al niet het allerbeste ballet van Balanchine is, dan werd het toch op zo’n hartveroverende manier, sprankelend op het toneel gezet, dat het publiek regelmatig in ovaties losbarstte. Bij de Nederlandse première op 20 mei ging veel nog wat stijfjes en na drukkelijk, nu liep alles als een trein. Monique Sand bleek met groot gemak tegen alle technische moeilijkheden te zijn opgewassen en toonde daarbij een losse, innemende charme, die het geheel iets stralends gaf. Francis Sinceretti was elegant, humoristisch, lenig en snel en het corps de ballet sloot zich uitstekend aan bij de vaart en losheid van de beide genoemde solisten. Na de bruisende lichtheid van het voorgaande leek het wel of „Four Schu mann Pieces” van Hans van Manen niet goed op gang kon komen. De muziek van Schumann (strijkkwartet in A, opus 41,3) met zijn brede, langademige zinnen, werd vertaald in korte, steeds weer stoppende fragmentjes. Hans van Manen maakte dit ballet voor „The Royal Bal let” in Londen en wel hoofdzakelijk voor Anthony Dowell. Nu werd de een zame solist gedanst door Han Ebbelaar die zijn gedachten en gevoelens ziet afgestemd op tien andere dansersnu eens als groep, dan weer als enkeling. De solist toont vrijwel geen initiatief en slechts heel even, als een van de jongens het initiatief tot een contact met hem neemt, wordt het interessant. Natuurlijk kwamen er af en toe wel wat aardige bewegingscombinaties tevoorschijn, maar Als openingswerk was het Tweede Strijkkwartet van Charles Ives gekozen. De principes van Ives’ componeren wer den in deze kolommen al eens besproken en diens Tweede Kwartet toont ze in hun ontoegankelijkste vorm. Ives lijkt in dit opus zijn gevoel voor afwisseling praktisch te zijn verloren, stopt alles boordevol en maakt er een groot brei werk van, waarin de momenten waar sprake is van enige transparantie uiterst schaars zijn. Dan noem ik allereerst John Cage, de promotor van veel nieuwe richtingen. Goed. Maar moeten we, vanwege dat feit, nog steeds die zouteloze „Six Melo dies for Violin and Piano” uit 1950 aanhoren? Het zijn loodzwaar-filosofisch verantwoorde stukjes, die in evolutief verband dus functie hebben gehad (net als veel van Satie destijds) maar waar de „jeu” al lang af is. Ook al deed Vera Beths er misschien alles aan om samen met Reinbert de Leeuw (die bij het afwerken van het hele programma van a tot z in actie was) het werk toch nog te verkopen: bij de tweede van deze eenkleurige en intervalsverwante werk jes heb je het allemaal al gehoord. En even langdradig en overleefd doet de later door De Leeuw gereproduceerde „Music for Marcel Duchamp” uit 1947 aan. Een stuk voor geprepareerde piano, eveneens van Cage, dat in ieder draai- muziekje uit een blikken speelgoedmo- lentje zijn meerdere zou moeten erken nen. Dat totale gebrek aan blijvende waar de kon je ook constateren in de uit 1923 daterende, lomp-agressieve eerste Sonate voor viool en piano van Georg Antheil. D/Ï^DljüïltD Elliott Carter, wiens Eerste Strijk kwartet uit 1950-51 na de pauze gespeeld werd, is oneindig veel meer dan Ives ooit maar blijkt te zijn; een zwoeger met noten. Dat vermoeiende karakter komt zo sterk naar voren omdat het soms so absurd experimentalisme en de humoristische banaliteiten die Ives mu ziek kenmerken en die de aandacht van de luisteraar vasthouden, in het werk van Carter ten enen male ontbreken. Er is eerder sprake van een ongemotiveerd serieus-doen. En de „klassieke hang” is misschien nog wel het moeilijkst ver teerbare element in dit buiten proporties i „Ginastera” van Rutli van Dantzig vitaal en met echte verrassingen DEN HAAG. Na een avondje Ame rikaanse muziek uit de twintigste eeuw, kon je weer eens een treurige balans opmaken ten opzichte van datgene wat als modern wordt gepresenteerd. Daar was dan onvermijdelijk de laat ondekte en postuum over het paard getilde Car les Ives; maar die valt in deze zin buiten beschouwing, hoewel ook zijn opgeblazen belangrijkheid symptoma tisch is voor het huidige muziekleven, dat voor een groot deel bepaald wordt door cultuursnobs annex publiciteit. Maar ’t gaat in de eerste plaats om andere figuren. Amerikanen natuurlijk, want het Holland Festival staat tenslotte in het teken van de (sub-)cultuur van de Verenigde Staten. Speciaal voor dit Holland Festival ge componeerd is het werk „Voice, violin and piano” van Morton Feldman. De Amerikaanse sopraan Roberta Alexander vormde met violiste Vera Beths en pia nist De Leeuw een trio; om al zoemend en met minuscuul piepende begeleiding deze compositie in première te brengen. Nu eens geen geweld, maar wel weer een haast verbijsterende armoede aan inventies. Roberta Alexander, die qua stemmid- delen niet helemaal gedisponeerd aan deed, maar daar in de voordracht beslist geen hinder van leek te hebben, had dan al voor de pauze een serie songs en de „Three Songs of War” van Ives uitgevoerd. Speciaal in de gechargeerd gebrachte „Cowboy Ballad” maakte zij met haar presentatie een goede indruk en wat sfeer scheppen met de klank aangaat, trof zij het in „Tom Sails away”, daarbij steeds betrouwbaar ter zijde gestaan door Reinbert de Leeuw. hierin bijzonder op. Toen daarna een groep meisjes opkwam (met vooral het accent op afwisselend zeei’ lage en hoge bewegingen) leek het wel of de zaak bevroor. Het tweede deel begon met zich steeds meer vervlechtende bewegingen van twee paren waarbij vooral Laurel Bene dict en (alweer) Clint Farha bijzonder fraai naar voren kwamen. Ook nu weer kwam de groep meisjes een eind aan het spel maken. In het derde deel deed Graham Lustig zijn naam alle eer aan. Als een lustige Puck uit Midzomernachtsdroom, dartel de hij schichtig en spottend om zijn partner Valerie Valentine heen. Hij be taste haar met spartelende handen en zij liet zich dat allemaal koel aanleunen. Een verrukkelijk duet. Hiermee hadden we wel de echte verrassingen gehad, maar het tweede duet en de door iedereen gedanste finale bleven boeiend tot vlak voor het eind waar het ballet opeens wat conventio neel werd. Desondanks vormt deze cho reografie een uitstekende aanwinst voor het Nationale Ballet. CONRAD VAN DE WEETERING tenslotte om. Waar het ook om gaat, is de kwaliteit van de gespeelde composi ties. En in die zin kwam Amerika er weer niet zo best van af, wanneer je dat relateert aan de Europese muzikale voortbrengselen. U hebt volkomen gelijk. Ook wilt mooie, kwalita tieve, artistieke en eksklusieve gordijnen. Uit de ’Ploeg’ kollek- tie uiteraard. Kom mee kijken. Ruw en oninteressant gestrijk op een viool en loos gehamer en goedkope glis- sandi in de pianopartij. Wat een drukte om niets. Vera Beths en Reinbert de Leeuw, die er wat je noemt tegenaan gingen, gooiden er de Tweede Sonate' (uit hetzelfde ontstaansjaar) aansluitend ook nog uit. Dat is dan een parodistisch getinte collage van allerhande stijlcita ten. Voordat de grote trom er tot slot ook nog even aan te pas komt, is er een vuistenwerk-cadens voor de piano, waar zelfs een stevige Steinway niet zo geluk kig mee is. Volgens Antheil vertegen woordigt de viool „de banale muziek van het verleden en het heden en spreekt de piano de taal van de toekomst”. Ik maak mezelf blij met het vermoeden dat de taal die hij „zijn” piano liet uitslaan,' toch in ieder geval niet die van de toekomst is. JOHAN VAN KEMPEN (ADVERTENTIE) Daarvan merk je in de uitvoering niet zoveel (de opgeschroefde mimiek van de uitvoerenden daargelaten), maar een feit is dat Druckman meer uit is op het subtiel uitbuiten van de instrumentale mogelijkheden, dan zijn beide hier ten tonele gevoerde collega’s.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 23