Geleidelijke groei naar internationale roem Jos Stelling maakt tiende Rembrandtfilm Natural Theatre blijft steken in verkleedpartij Zwijgplicht voor slagwerker s FIMS 76 Documentaires meegerekend Festival of Fools f '2 -5 HOLldN®F^T|VAI I I 1 8 V R IJ D A G 19 7 6 JUNI KUNST 19 5 n: r Fantasia terug Reprises <- LI Nachtvoorstellingen Politieke thriller OP DE NEDERLANDSE FILM- VVEEK die van 21 tot 28 juni a.s. in het Londense „National Film Thea tre” gehouden zal worden, zal het Engelse publiek kennis kunnen ne men van een zestal recente Neder landse speelfilms, telkens begeleid door een of meer korte films, als „De Gebroeders Helle” van Digna Sinke, „Een Schijn van Twijfel” van Rolf Orthel, „Sky over Holland” van John Fernhout, „Zipstones” van Rob Bongers. In het pakket speelfilms „De Laatste Trein” van Erik van Zuy- len, „Kind van de Zon” van René van Nie, „The Family” van bode wijk de Boer, „Zwaarmoedige Ver halen” komt ook Bert Haanstra’s „Dokter Pulder zaait Papavers” voor die bovendien uitgenodigd is door de leiding van het Berlijnse Filmfestival om mee te dingen naar de Gouden Beer. Een aardig verjaardagscadeautje voor de betrokken filmer die juist dezer dagen zestig jaar wordt en opnieuw volop en internationaal in de belangstelling blijkt te staan. Nachtvoorstellingen f] u«ï JR 1 K fr t J ■.7j| w BERT HAANSTRA zestig jaar J □FEL u K.v.L. (Van onze kunstredactie) 11 Mickey Mouse als de tovenaarsleerling in „Fantasia" van Walt Disney. 2 De nachtvoorstellingen bieden daarbij vergeleken beter amusement. Zo bijv. ,.The long Goodbye” van Robert Altman, een verfilming van een bekende detecti ve-thriller van Raymond Chandler met Elliott Gould als de legendarische Philip Marlowe in Roxy, het popfestival Woodstock” in Lido en Visconti’s ..Dood in Venetië” in Luxor. Voor de kinder- matinees zorgen Studio met „Sjors. en Sjimmy en het Lot der Reuzen”, Palace met „Winnetou, het grote opperhoofd” «n Rembrandt met Laurel en Hardy als »IJsco-toeristen”. De vraag hoeveel maal de figuur van de schilder Rembrandt gediend heeft om er een film omheen te bouwen, is op het ogenblik urgent nu Jos Stelling binnen kort (hoewel het misschien wel Pasen 1977 zal worden) met zijn visie op de grote Gouden Eeuwer voor de draad zal komen. Het maandblad van de Audiovisuele Beroepsvereniging NBF, het NBF-Bulle- tin, heeft Geoffrey N. Donaldson bereid gevonden een duik in de filmhistorie he Veiligheidsdiensten, CIA en FBI zijn op het ogenblik dankbare instituten voor thrillers met ondoorzichtige intriges. In „The Killer Elite” draaiend in Roxy van Sam Peckinpah blijkt er zelfs een „Comteg” te bestaan die ingeschakeld wordt voor zaakjes die zo vuil zijn dat zelfs de CIA er officieel niets van wil weten. James Caan alj Mike Locken werkt bij dit super-mysterieuze lichaam. Om de zaken nog wat ingewikkelder te maken heeft hij niet alleen met vijan den buiten de organisatie te maken maar raakt hij ook nog betrokken bij een binnenkamersconflict waarbij hij zijn collega George Hansen (Robet Du vall) als gevaarlijk tegenstander krijgt. Strijd op twee fronten dus in dit on doorzichtige spionnagegeval dat zeker niet tot het beste werk van de voorna melijk op westerns, ingestelde Peckinpah gerekend kan worden. In ieder geval is „The Killer Elite” een premiere temidden van enkele pro longaties als „One flew over the Cuc- koo’s Nest” in in Palace. „Tarzoon”, de Belgische tekenfilm in Studio en ,De woeste Hoogte” in Luxor en de nodige middelmatige sensatiefilms als „Super mannen tegen Amazones” in Lido, „Gor ge* in Frans Hals en „Vrouwelijke Kil lers van de Oriënt” in Rembrandt. Het filmpje, gebaseerd op een inval, sleepte in binnen- en buitenland veel prijzen en gunstige commentaren in de wacht, maar was voor herhaling on bruikbaar, zodat daarna werk van ge heel andere allure volgde: opdrachtfilms (vooral van de Shell) en persoonlijke films als „Panta Rhei”, „Rembrandt, schilder van de Mens”, „Zoo” en „Glas”. Voor dit laatste speelse werkje kreeg de filmer zelf een Hollywoodse „Oscar”. Maar bij het publiek werd zijn naam gemaakt door „Fanfare”, zijn eerste speelfilm die 2,5 miljoen mensen naar de bioscoop bracht. De minder guns.tige ontvangst van zijn tweede speelfilmpo- ging, „De Zaak M.P.”, bracht Haanstra tot de overtuiging dat voorlopig de do cumentaire, of wat daarop leek, zijn sterkste kant was en hij bewees zijn gelijk met „Alleman” (1964), ,De Stem van het Water” (1967) en „Bij de Bees ten af” (1972). In eigen land heeft Bert Haanstra heel wat kritiek moeten slikken. Jonge gene raties van filmers meenden hun weg naar succes geblokkeerd door het twee tal Haanstra en Van der Horst, die naar het hun voorkwam de dienst in de Nederlandse filmerij uitmaakten. Het perfecte vakmanschap van beiden maak te hen suspect, evenals het succes bij het grote publiek dat, naar het heette, handig gemanipuleerd werd door filmi sche montagegrapjes. Die achterdocht tegen het succes, vooral in het buiten land, is de laatste jaren sterk afgeno men. Men heeft in vakkringen Haanstra leren waarderen door zijn collegialiteit, zijn integriteit en voortdurende steun aan plannen van jongere filmers en toch ook dooc zijn kennis van het vak. Het muzikale talent van Natural The atre beweegt zich van krachtige' maar erg populair klinkende dansmuziek naar parodi rende rock en roll. Muzikaal zit het niet zo slecht in elkaar en dat zal dan ook de meest voor de hand liggende reden zijn dat het grootste deel van hetpubliek de voorstelling blijft uitzien. Want de groep betekent als theatergezel schap nauwelijks iets. Alles wat er op dat gebied gebeurt blijft ondergeschikt aan de muziek. De groep valt ongeveer in drie delen uiteen. De werkelijke roch-groep met als pijlsnelle naam „Jet Pilots of Jive”, dan de „Rockette.s”, drie pronte zingende vrouwen in pofmouwjurken, alle drie met enorme (opgevulde) borsten; en dan nog de- niet-zingende medewerkers zoals een floormanager die in het publiek aanstellerig bezig is. Als extra aanvulling is er het roch- idool Rocky Rickets, een kort en corpu lent baasje dat alle aandacht voor zich alleen tracht op te eisen. Natural Theatre vult de avond vooral met muziek en zingen en daarbij vor men de weelderige Rockettes de grootste trekpleister. Het hele groepje wendt dan nog een uitdagend gedrag voor, maar erg sterk ziet het er zeker niet uit. Als theatergroep is dit gezelschap een mis lukking. in de na-oorlogse documentaire „Rem brandt in de Schuilkelder”. In onze stu dio’s die inmiddels in „Filmstad Amster dam” herdoopt waren, kwam toen toch nog een Rembrandtfilm tot stand, dit maal een Duitse versie van Hans Stein- hoff met Ewald Balser als de schilder. In 1957 kwam Bert Haanstra met „Rembrandt, Schilder van de Mens” een documentaire van ongeveer twintig mi nuten die grandioos werd afgesloten door een reeks overvloeiende zelfpor tretten van de meester waardoor het ouderdómsproces in meer algemene zin dramatisch verbeeld werd. Acht jaar later maakten Hairy van Kruiningen en tllkoja een zwart-wit film over „Rem brandt als Etser” en ter gelegenheid van de 300ste sterfdag van de schilder ver vaardigde Emie Daamen een korte sati rische speelfilm die zich meer richtte op de souvenier-industrie rond da toeristi sche trekpleister. Dat was in 1970. En door ook nog „Rembrandt’s Three Cros ses” van Dudley Shaw Ashton in het rijtje op te nemen, een instructieve do cumentaire in kleur over de veranderin gen en aanvullingen die Rembrandt in zijn beroemde ets aanbracht, komt Do naldson tot een aantal van negen, wuar- door Stelling de tiende Rembrandtfilmer zou zijn. Een nogal kunstmatige con structie omdat met SteUings film eigen lijk alleen Korda’s pioduktie uit ’36 en Steinhoffs versie uit de nazitijd vergele ken kunnen worden als behorende tot dezelfde categorie. sfeer doet Wenders film denken aan „Five easy Pieces” en ander Amerikaan se „road”-films, waarin de zwerflust van de jongeren verklaard wordt uit een onbehagen met het ondoorzichtige leven, uit een angst om te vervallen in het sleurbestaan van de ouderen. Wim Wen ders heeft langs een omweg de bioscoop erbij gehaald om enige harde waarheden over de Duitse film en de laksheid van bioscoopexploitanten kwijt te raken en om te eindigen met de leus „De bioscopp is dood, leve het leven”. In City 2 kan men Jean-Paul Belmon do zien optreden als „De onverbeterlijke Avonturier”, een rol die hij praktisch in al zijn films gespeeld heeft, ook onder regie van Philippe de Broca die „L’In- corrigible” regisseerde. In Tuschinski 2 kunnen de liefhebbers van de komiek Mel Brooks terecht die in „Twaalf stoe len voor een Fortuin” speelt, een paraf rase van de bekende klucht over de schat die in een van dertien identieke stoelen verborgen is, een komisch gege ven waarmee Heinz Rühmann zijn pu bliek al amuseerde en kort geleden nog Vittorio Gassman nieuwe lachsuccessen oogste. Mel Brooks heeft er alleen twaalf stoelen van gemaakt, waarschijn lijk omdat hij bijgelovig is. Niet nieuw, maar na zoveel jaren voor menigeen een premiere, is Disney^ „Fantasia”, uit 1940, een van diens meest controversiële produkties omdat bij de schepper naast zijn bekende meester schap om te amuseren de behoefde doorbreekt om een groot kunstenaar te zijn die muzikale klassieken niet uit de weg gaat als het gaat om het vinden van nieuwe tekenonderwerpen. WIE ZICH „Alice in den Stddten” herinnert, de zwerftochten van een jon geman met een klein meisje dat tijdelijk door haar moeder aan zijn zorgen is toevertrouwd, kent de beminnelijke ma nier waarop de Duitse regisseur Wim Wenders (geb. 1936) zo’n weinig opwin dend onderwerp boeiend en interessant weet te maken door het inlassen van alledaagse, niettemin als onverwacht werkende kleine gebeurtenissen en com plicaties. Ook zijn dit jaar af gemaakte en in Cannes vertoonde „lm Lauf der Zeit” is een lange, drie uur durende zwerftocht door het Duitse land, een zwerftocht zonder duidelijke zin en zonder veel doel, een metafoor voor het leven dat ook niet altijd volgens plan en met duidelijke doelstellingen verloopt. Vrijdag 18 juni Muziek. Amsterdam, Carre 20.15 uur: Nederlands Blazers Ensemble. Scheveningen, Oude Kerk 20.15 uur: Nederlands Kamerorkest. Ballet. Amsterdam. Stadsschouw burg 20.15 uur: Nederlands Dans Theater. Opera. Scheveningen, Circusthea ter 19 uur. Der Rosenkavali'er. Toneel. Amsterdam, Mickery 20.30 uur: Woyzeck. Twee films van de Engelse regisseur John Schlesinger, „Sunday, bloody Sun day” en de in Hollywood gemaakte „The Day of the Locust” kan men in de nachtvoorstellingen resp. van Alhambra 2 en Leidseplein Theater tegenkomen. Ook Ferreri’s veel besproken „De laatste Vrouw” is al doorgedrongen tot de nachtelijke uren en wel in Calypso Club. En Wenders „lm Lauf der Zeit” is eveneens al ’s nachts te bezichtigen (in Kriterion) evenals Hitchcocks „Psycho” die voor de tweede week in Rialto gaat en Zandy’s „Bride” met Liv Ullmann en Gene Hackman dat in Studio K onder dak gevonden heeft. In The Movies naast de voor de derde week geprolon geerde „LTmportant c’est d’timer”, The Marx Brothers in hun grandioze creatie „At the Circus”. 7 U!1? gen binnen het Residentie Orkest al jarenlang voortduren en het gevolg zijn van gebrek aan visie bij de leiding en onwerkbare structuren, die in de loop der tijd hebben geleid tot het opstellen van een aantal knelpuntennota’s. Deze zijn er weer de oorzaak van geweest dat het Amsterdamse organsiatie-bureau Bout is aangetrokken om genoemde structuren door te lichten; een tussen tijds rapport is inmiddels verschenen. De prestaties van het orkest nemen als gevolg van de moeilijkheden volgens Stordiau af. Directeur mr. H. B. van der Meer beschouwt Stordiau’s brief aan wethou der Vink als een regelrechte aanval op zijn beleid. Hij noemt dit loze beschuldi gingen van Stordiau, die op geen enkele wijze worden waargemaakt. Ook ont kent Van der Meer dat Leitner en organisatiebureau Bout essentiële infor matie is of wordt onthouden. Er is steeds open overleg geweest. Omdat Stordiau zijn uitspraken niet op feiten baseert en omdat mr. Van der Meer zich persoonlijk door de aantijgingen voelt aangesproken, heeft hij van Stmrdiau geëist dat deze zijn beschuldigingen in de vorm van een rectificatiebrief aan wethouder Vink terugneemt. nemen met als resultaat dat Jos Stelling alk tiende Rembrandtfilmer uit de bus is gekomen. Volgens Donaldson dateert de oudste RembranditfiMm uit 1913. Als onderdeel van de toen door Louis H. Chrispijn gemaakte gelegenheidsfilm „Nederland en Oranje” komt een episode voor ge wijd aan onze grote schilders, waarin natuurlijk Rembrandt in een soort „ta bleau vivant” niet ontbreekt. Een ande re, nauwelijks als Rembrandtfilm te omschrijven bijdrage aan deze reeks is een kort intermezzo in de klucht „Van Boerin tot Ster” (’24) waarin de revue- actrice Louisette op zoek naar carrière achtervolgd wordt door haar jaloerse man die op het Rembrandtplein aan het bekende standbeeld vraagt of hij Loui sette soms gezien heeft. Met zijn rech terhand wijst het tot leven gekomen beeld in de richting van Milles Colonnes. Tot het meer echte Rembrandtwerk behoort vervolgens de film die Alexan der Korda in 1936 in Engeland maakte met Charles Laughton in de titelrol en waarbij onze toneelregisseur Johan de Meester (die omstreeks diezelfde tijd Gerard Rutten assisteerde bij diens „Rubber”) nog als adviseur is opgetre den. Ook Rutten heeft een Rembrandt film willen maken, maar moest zijn activiteiten staken toen de Duitsers de Cinetone Studio’s in beslag namen. Een stukje uit Ruitens film werd verwerkt Bert Haanstra (rechts) met cameraman Anton van Munster en geluidstechnicus Ed Polster bij het filmen van „De stem van het water". Grootste grief van Stordiau is dat Ferdinand Leitner, de nieuw aangestelde dirigent van het Residentie Orkest, bij zijn komt in onvoldoende mate is geïn formeerd over de moeilijkheden binnen het orkest en zijn eigen positie daarin. Volgens Stordiau is Leitner bijvoorbeeld niet meegedeeld dat niet hij maar de Artistieke Commissie de werkelijke ar tistieke macht in het orkest in handen heeft. In de brief aan wethouder Vink wijst Stordiau er voorts op dat de strubbelin- Haanstra is tenslotte toch weer terug gekeerd naar de speelfilm en revanche genomen op „De Zaak M.P.” met „Dr. Pulder”, gemaakt naar een perfect sce nario van Anton Koolhaas die hem ja renlang „literair” begeleid had bij het maken van scripts, draaiboeken en com mentaren. Zoals ook bijna geregeld An ton van Munster, Ed Pelster en Rolf Orthel als cameraman, geluidstechnicus en regie-asslstent tot de vaste ploeg behoorden die een werkzaam aandeel in het succes had. Haanstra is nog lang niet uitgefilmd. Hij denkt opnieuw aan een bewerking van een van Koolhaas, magisch-realisti- sche romans. En hij weet nog steeds de spanning bij zijn film vrienden gaande te houden, in welke mate deze nieuwe onderneming een nieuw succes zal wor den. Zaterdag 19 juni. Muziek. Amsterdam, Concertge bouw 20.15 uur: Concertgebouwor kest. Den Haag, Diligentia 20.15 uur: Muziek uit de hoogbarok. Den Haag, Lutherse Kerk 20.15 uur.. Steve Reich. Ballet. Amsterdam, Stadsschouw burg 20.15 uur: Nederlands Dans Theater. Scheveningen, Circustheater 20.15 uur: Martha Graham Dance Cy. Toheel. Amsterdam, Mickery 20.30 uur: Woyzeck. Acht van die klassieken worden ach tereenvolgens in uiteenlopende stijlen door Disney’s vaardige tekenstaf in beeld gebracht: Bachs „Toccate en Fuga in D mineur”, Tsjaichowsky’s „Voorjaars- symphonie”, Ludwig van Beethovens „PastoralePonchielli’s „Dans van de Uren”, Moussorgsky s „De Nacht op de kale Berg”, dit alles waardig afgesloten met Schuberts „Ave Maria”. In de inleiding van musicoloog Deerns Taylor, gehouden terwijl het Pniladeip- hia Orchestra onder leiding van Leopold Stokowski zijn plaatsen opzoekt, wordt nog gesuggereerd dat ieder onderdeel van „Fantasia” een persoonlijKe inter pretatie van de muziek is, maar het wordt al gauw duidelijk dat die muziek slechts kan inspireren tot Disney-frag- menten, grappig, vindingrijk, smakeloos en dikwijls van een onbeschrijvelijke kitsch. Bij de Toccate van Bach wordt nog even gewerkt met absolute vormen die op de maat van de muziek zich bewegen, maar in de Notekraker Suite duiken de elfjes, vlinders en bloemen in Disney-stijl al op, wel streng in het rythme van de muziek maar mnoudelijk zonder enig verband met wat ten gehore wordt gebracht. De Toverleeriing wordt een zuivere Mickey Mouse-klucht en Stravinsky’s „Rite of Spring” wordt een romantische verbeelding van het om staan van menselijk leven op aarde die rechtstreeks uit een populair-weten schappelijk leerboek voor de jeugd had kunnen zijn overgenomen. Maar Disney weet „kitsch” met zoveel overtuiging ie brengen en stapt zo handig af van zijn oorspronkelijke opzet om „kunst” te brengen dat „Fantasia” als fenomeen van enorme inventiviteit, tekenvaardig heid en wansmaak een schouwspel ople vert dat zeker de moeite waard is er een avondje aan te spenderen. Men kan deze week in Kriterion deze merkwaardige film van Wenders zien die begint met een gesprek tussen de centrale figuur Bruno en een bioscoop muzikant uit de tijd van de zwijgende film. Bruno rijdt in een grote verhuis wagen door het land om in dorpsbiosco- pen reparaties aan versleten projectie- apparaten te verrichten en soms ook zelf als operateur op te treden. Door die functie brengt „lm Lauf der Zeit” ons in aanraking met verschillende droeve, af gematte bioscoopzaaltjes waar de af val van de filmproduktie vertoond wordt en nog de wonderlijkste toestanden op pro- jectiegebied bestaan. Bruno krijgt gezelschap van Robert, een vreemde losgeslagen jongeman die uit het huwelijk gevlucht is, maar ver stolen pogingen blijft ondernemen zijn vrouw op te bellen. Bruno en Robert vormen een tweetal jongemannen die planloos door het leven gaan en passief afwachten wat dit bestaan hun nog aan verrassingen te bieden heeft. Enig hou vast en achtergrond krijgen ze als Ro bert zijn vader opzoekt en met hem enige jeugdconflicten uitpraat, terwijl Bruno afrekent met het verleden door het ouderlijk huis aan de Rijn op te zoeken om daar te ontdekken dat zijn moeder gestorven is en de woning een vervallen stuk afbraak is geworden. In Intussen zijn er een verrassend aantal oude tot zeer oude films op de weeka genda te signaleren: Cinema Internatio nal komt met een sterk gedateerde oor logsfilm, „Terug uit de Hel” met de veelvuldig gedecoreerde en inmiddels overleden oorlogsheld Audie Murphie. Alhambra 2 vertoont „De Muis die brul de” met Peter Sellers die al in 1959 werd uitgebracht, „The Posseidon Ad venture” is nog altijd aanwezig in Belle- vue-Cinerama, „Tora, Tora, Tora” is te rug in Du Midi, „De Eend en de Cadil lac” gaat met Bourvil en De Funès zijn tiende week in Rialto in en een oude James Bond met Sean Connery geniet het voorrecht opnieuw in Tuschinski uitgebracht te worden. 'Haanstra continueert een situatie die eigenlijk al kort na de oorlog is ingezet. Want na 1950 komt Haanstra’s naam voortdurend opduiken in de vaderlandse filmerij maar hij krijgt ook een interna tionale reputatie, vaak van een omvang die maakt dat hij in het buitenland zo’n beetje als de enige vertegenwoordiger van het Nederlandse filmen beschouwd wordt. Niets in de vroegste activiteiten van Bert Haanstra kon dit succes doen ver moeden. Hij was vroeg al bezig met smalfilmen en fotograferen, bezocht een avondcursus aan de Amsterdamse Aca demie voor Beeldende Kunsten (in zijn familie komen meer schilderkundige ambities, voor) en werd een tijdlang beroepsfotograaf. In 1948 trad hij dan voor het eerst in de openbaarheid als cameraman bij een vaag filmproject van Paul Bruno Schreiber dat „Myrthe en de Demonen” heette en dat alleen opviel door de fotografische verzorging. Aansluitend daarop maakte hij als „eenmansfilm” een historische reconstructie van „De Muiderkring”, een kostuumfilm die geen enkele aansluiting vertoont met wat het volgende jaar een doorbraak naar de internationale bekendheid zou beteke nen. Dat was de kort, poëtische docu mentaire „Spiegel van Holland”, Neder land weerspiegeld in het water en het spiegelbeeld rechtop gezet, wat esn mer kwaardig onzeker en kwetsbare impres- 1 sie van het land opleverde. DEN HAAG. De leiding van het residentie Orkest heeft een van de le den van het orkest, de slagwerker Guido Stordiau, zwijgplicht opgelegd. Hiertoe is overgegaan nadat Stordiau vorige maand een brief aan wethouder Vink van kunstzaken van de gemeente Den Haag stuurde, waarin hij uiting gaf aan zijn grote bezorgdheid over de toekomst van het Residentie Orkest. Bestuur en direc tie van het residentie Orkest vonden dat de slagwerker buiten zijn boekje was gegaan door een buitenstaander in te lichten over de interne problemen van het orkest. Zondag 20 juni. Muziek. Amsterdam, Concertge bouw 11 uur: Nederlands Kamerkoor. Amsterdam, Carre 20.30 uur: Steve Reich. Ballet. Amsterdam. Stadsschouw burg 20.15 uur: Martha Graham Dan ce Company. Toneel. Den Haag, Diligentia 20.15 uur: Een grappige oude man. Maandag 21 juni. Muziek. Amsterdam, Carre 20.15 uur. Meeting Mr. Ives. Den Haag, Diligentia 20.15 uur: LaSalla strijk kwartet. Opera. Scheveningen, Circusthea ter 19 uur: Der Rosenkavalier. Toneel. Amsterdam, Brakke Grond 20.30 uur: Een grappige oude man. AMSTERDAM. Wie het Festival of Fools een beetje volgt-.en dat valt niet mee, want er is een overladen programma over drie theaters uitge smeerd ontdekt dat er steeds meer groepen zijn die hun succes beproeven op dwaas geforceerde verkleednummers. Dit is bijvoorbeeld ten dele ook het geval bij Natural Theatre, een groep van voornamelijk rock-musici uit Engeland. Donderdag traden zij op in Shaffy. -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 19