Geleidelijke groei naar internationale roem
Jos Stelling maakt
tiende Rembrandtfilm
Natural Theatre
blijft steken in
verkleedpartij
Zwijgplicht voor
slagwerker
s
FIMS
76
Documentaires meegerekend
Festival of Fools
f
'2
-5
HOLldN®F^T|VAI
I I
1 8
V R IJ D A G
19 7 6
JUNI
KUNST
19
5
n:
r
Fantasia terug
Reprises
<-
LI
Nachtvoorstellingen
Politieke thriller
OP DE NEDERLANDSE FILM-
VVEEK die van 21 tot 28 juni a.s. in
het Londense „National Film Thea
tre” gehouden zal worden, zal het
Engelse publiek kennis kunnen ne
men van een zestal recente Neder
landse speelfilms, telkens begeleid
door een of meer korte films, als
„De Gebroeders Helle” van Digna
Sinke, „Een Schijn van Twijfel” van
Rolf Orthel, „Sky over Holland”
van John Fernhout, „Zipstones” van
Rob Bongers.
In het pakket speelfilms „De
Laatste Trein” van Erik van Zuy-
len, „Kind van de Zon” van René
van Nie, „The Family” van bode
wijk de Boer, „Zwaarmoedige Ver
halen” komt ook Bert Haanstra’s
„Dokter Pulder zaait Papavers”
voor die bovendien uitgenodigd is
door de leiding van het Berlijnse
Filmfestival om mee te dingen naar
de Gouden Beer.
Een aardig verjaardagscadeautje
voor de betrokken filmer die juist
dezer dagen zestig jaar wordt en
opnieuw volop en internationaal in
de belangstelling blijkt te staan.
Nachtvoorstellingen
f]
u«ï
JR 1
K
fr
t J
■.7j|
w
BERT HAANSTRA zestig jaar
J
□FEL
u
K.v.L.
(Van onze kunstredactie)
11
Mickey Mouse als de tovenaarsleerling in „Fantasia" van Walt Disney.
2
De nachtvoorstellingen bieden daarbij
vergeleken beter amusement. Zo bijv.
,.The long Goodbye” van Robert Altman,
een verfilming van een bekende detecti
ve-thriller van Raymond Chandler met
Elliott Gould als de legendarische Philip
Marlowe in Roxy, het popfestival
Woodstock” in Lido en Visconti’s ..Dood
in Venetië” in Luxor. Voor de kinder-
matinees zorgen Studio met „Sjors. en
Sjimmy en het Lot der Reuzen”, Palace
met „Winnetou, het grote opperhoofd”
«n Rembrandt met Laurel en Hardy als
»IJsco-toeristen”.
De vraag hoeveel maal de figuur van
de schilder Rembrandt gediend heeft om
er een film omheen te bouwen, is op het
ogenblik urgent nu Jos Stelling binnen
kort (hoewel het misschien wel Pasen
1977 zal worden) met zijn visie op de
grote Gouden Eeuwer voor de draad zal
komen.
Het maandblad van de Audiovisuele
Beroepsvereniging NBF, het NBF-Bulle-
tin, heeft Geoffrey N. Donaldson bereid
gevonden een duik in de filmhistorie he
Veiligheidsdiensten, CIA en FBI zijn
op het ogenblik dankbare instituten voor
thrillers met ondoorzichtige intriges. In
„The Killer Elite” draaiend in Roxy van
Sam Peckinpah blijkt er zelfs een
„Comteg” te bestaan die ingeschakeld
wordt voor zaakjes die zo vuil zijn dat
zelfs de CIA er officieel niets van wil
weten. James Caan alj Mike Locken
werkt bij dit super-mysterieuze lichaam.
Om de zaken nog wat ingewikkelder te
maken heeft hij niet alleen met vijan
den buiten de organisatie te maken
maar raakt hij ook nog betrokken bij
een binnenkamersconflict waarbij hij
zijn collega George Hansen (Robet Du
vall) als gevaarlijk tegenstander krijgt.
Strijd op twee fronten dus in dit on
doorzichtige spionnagegeval dat zeker
niet tot het beste werk van de voorna
melijk op westerns, ingestelde Peckinpah
gerekend kan worden.
In ieder geval is „The Killer Elite”
een premiere temidden van enkele pro
longaties als „One flew over the Cuc-
koo’s Nest” in in Palace. „Tarzoon”, de
Belgische tekenfilm in Studio en ,De
woeste Hoogte” in Luxor en de nodige
middelmatige sensatiefilms als „Super
mannen tegen Amazones” in Lido, „Gor
ge* in Frans Hals en „Vrouwelijke Kil
lers van de Oriënt” in Rembrandt.
Het filmpje, gebaseerd op een inval,
sleepte in binnen- en buitenland veel
prijzen en gunstige commentaren in de
wacht, maar was voor herhaling on
bruikbaar, zodat daarna werk van ge
heel andere allure volgde: opdrachtfilms
(vooral van de Shell) en persoonlijke
films als „Panta Rhei”, „Rembrandt,
schilder van de Mens”, „Zoo” en „Glas”.
Voor dit laatste speelse werkje kreeg de
filmer zelf een Hollywoodse „Oscar”.
Maar bij het publiek werd zijn naam
gemaakt door „Fanfare”, zijn eerste
speelfilm die 2,5 miljoen mensen naar de
bioscoop bracht. De minder guns.tige
ontvangst van zijn tweede speelfilmpo-
ging, „De Zaak M.P.”, bracht Haanstra
tot de overtuiging dat voorlopig de do
cumentaire, of wat daarop leek, zijn
sterkste kant was en hij bewees zijn
gelijk met „Alleman” (1964), ,De Stem
van het Water” (1967) en „Bij de Bees
ten af” (1972).
In eigen land heeft Bert Haanstra heel
wat kritiek moeten slikken. Jonge gene
raties van filmers meenden hun weg
naar succes geblokkeerd door het twee
tal Haanstra en Van der Horst, die naar
het hun voorkwam de dienst in de
Nederlandse filmerij uitmaakten. Het
perfecte vakmanschap van beiden maak
te hen suspect, evenals het succes bij
het grote publiek dat, naar het heette,
handig gemanipuleerd werd door filmi
sche montagegrapjes. Die achterdocht
tegen het succes, vooral in het buiten
land, is de laatste jaren sterk afgeno
men. Men heeft in vakkringen Haanstra
leren waarderen door zijn collegialiteit,
zijn integriteit en voortdurende steun
aan plannen van jongere filmers en toch
ook dooc zijn kennis van het vak.
Het muzikale talent van Natural The
atre beweegt zich van krachtige' maar
erg populair klinkende dansmuziek naar
parodi rende rock en roll. Muzikaal zit
het niet zo slecht in elkaar en dat zal
dan ook de meest voor de hand liggende
reden zijn dat het grootste deel van
hetpubliek de voorstelling blijft uitzien.
Want de groep betekent als theatergezel
schap nauwelijks iets. Alles wat er op
dat gebied gebeurt blijft ondergeschikt
aan de muziek.
De groep valt ongeveer in drie delen
uiteen. De werkelijke roch-groep met als
pijlsnelle naam „Jet Pilots of Jive”, dan
de „Rockette.s”, drie pronte zingende
vrouwen in pofmouwjurken, alle drie
met enorme (opgevulde) borsten; en dan
nog de- niet-zingende medewerkers zoals
een floormanager die in het publiek
aanstellerig bezig is.
Als extra aanvulling is er het roch-
idool Rocky Rickets, een kort en corpu
lent baasje dat alle aandacht voor zich
alleen tracht op te eisen.
Natural Theatre vult de avond vooral
met muziek en zingen en daarbij vor
men de weelderige Rockettes de grootste
trekpleister. Het hele groepje wendt dan
nog een uitdagend gedrag voor, maar
erg sterk ziet het er zeker niet uit. Als
theatergroep is dit gezelschap een mis
lukking.
in de na-oorlogse documentaire „Rem
brandt in de Schuilkelder”. In onze stu
dio’s die inmiddels in „Filmstad Amster
dam” herdoopt waren, kwam toen toch
nog een Rembrandtfilm tot stand, dit
maal een Duitse versie van Hans Stein-
hoff met Ewald Balser als de schilder.
In 1957 kwam Bert Haanstra met
„Rembrandt, Schilder van de Mens” een
documentaire van ongeveer twintig mi
nuten die grandioos werd afgesloten
door een reeks overvloeiende zelfpor
tretten van de meester waardoor het
ouderdómsproces in meer algemene zin
dramatisch verbeeld werd. Acht jaar
later maakten Hairy van Kruiningen en
tllkoja een zwart-wit film over „Rem
brandt als Etser” en ter gelegenheid van
de 300ste sterfdag van de schilder ver
vaardigde Emie Daamen een korte sati
rische speelfilm die zich meer richtte op
de souvenier-industrie rond da toeristi
sche trekpleister. Dat was in 1970. En
door ook nog „Rembrandt’s Three Cros
ses” van Dudley Shaw Ashton in het
rijtje op te nemen, een instructieve do
cumentaire in kleur over de veranderin
gen en aanvullingen die Rembrandt in
zijn beroemde ets aanbracht, komt Do
naldson tot een aantal van negen, wuar-
door Stelling de tiende Rembrandtfilmer
zou zijn. Een nogal kunstmatige con
structie omdat met SteUings film eigen
lijk alleen Korda’s pioduktie uit ’36 en
Steinhoffs versie uit de nazitijd vergele
ken kunnen worden als behorende tot
dezelfde categorie.
sfeer doet Wenders film denken aan
„Five easy Pieces” en ander Amerikaan
se „road”-films, waarin de zwerflust van
de jongeren verklaard wordt uit een
onbehagen met het ondoorzichtige leven,
uit een angst om te vervallen in het
sleurbestaan van de ouderen. Wim Wen
ders heeft langs een omweg de bioscoop
erbij gehaald om enige harde waarheden
over de Duitse film en de laksheid van
bioscoopexploitanten kwijt te raken en
om te eindigen met de leus „De bioscopp
is dood, leve het leven”.
In City 2 kan men Jean-Paul Belmon
do zien optreden als „De onverbeterlijke
Avonturier”, een rol die hij praktisch in
al zijn films gespeeld heeft, ook onder
regie van Philippe de Broca die „L’In-
corrigible” regisseerde. In Tuschinski 2
kunnen de liefhebbers van de komiek
Mel Brooks terecht die in „Twaalf stoe
len voor een Fortuin” speelt, een paraf
rase van de bekende klucht over de
schat die in een van dertien identieke
stoelen verborgen is, een komisch gege
ven waarmee Heinz Rühmann zijn pu
bliek al amuseerde en kort geleden nog
Vittorio Gassman nieuwe lachsuccessen
oogste. Mel Brooks heeft er alleen
twaalf stoelen van gemaakt, waarschijn
lijk omdat hij bijgelovig is.
Niet nieuw, maar na zoveel jaren voor
menigeen een premiere, is Disney^
„Fantasia”, uit 1940, een van diens meest
controversiële produkties omdat bij de
schepper naast zijn bekende meester
schap om te amuseren de behoefde
doorbreekt om een groot kunstenaar te
zijn die muzikale klassieken niet uit de
weg gaat als het gaat om het vinden
van nieuwe tekenonderwerpen.
WIE ZICH „Alice in den Stddten”
herinnert, de zwerftochten van een jon
geman met een klein meisje dat tijdelijk
door haar moeder aan zijn zorgen is
toevertrouwd, kent de beminnelijke ma
nier waarop de Duitse regisseur Wim
Wenders (geb. 1936) zo’n weinig opwin
dend onderwerp boeiend en interessant
weet te maken door het inlassen van
alledaagse, niettemin als onverwacht
werkende kleine gebeurtenissen en com
plicaties.
Ook zijn dit jaar af gemaakte en in
Cannes vertoonde „lm Lauf der Zeit” is
een lange, drie uur durende zwerftocht
door het Duitse land, een zwerftocht
zonder duidelijke zin en zonder veel
doel, een metafoor voor het leven dat
ook niet altijd volgens plan en met
duidelijke doelstellingen verloopt.
Vrijdag 18 juni
Muziek. Amsterdam, Carre 20.15
uur: Nederlands Blazers Ensemble.
Scheveningen, Oude Kerk 20.15 uur:
Nederlands Kamerorkest.
Ballet. Amsterdam. Stadsschouw
burg 20.15 uur: Nederlands Dans
Theater.
Opera. Scheveningen, Circusthea
ter 19 uur. Der Rosenkavali'er.
Toneel. Amsterdam, Mickery
20.30 uur: Woyzeck.
Twee films van de Engelse regisseur
John Schlesinger, „Sunday, bloody Sun
day” en de in Hollywood gemaakte „The
Day of the Locust” kan men in de
nachtvoorstellingen resp. van Alhambra
2 en Leidseplein Theater tegenkomen.
Ook Ferreri’s veel besproken „De laatste
Vrouw” is al doorgedrongen tot de
nachtelijke uren en wel in Calypso
Club. En Wenders „lm Lauf der Zeit” is
eveneens al ’s nachts te bezichtigen (in
Kriterion) evenals Hitchcocks „Psycho”
die voor de tweede week in Rialto gaat
en Zandy’s „Bride” met Liv Ullmann en
Gene Hackman dat in Studio K onder
dak gevonden heeft. In The Movies
naast de voor de derde week geprolon
geerde „LTmportant c’est d’timer”, The
Marx Brothers in hun grandioze creatie
„At the Circus”.
7 U!1?
gen binnen het Residentie Orkest al
jarenlang voortduren en het gevolg zijn
van gebrek aan visie bij de leiding en
onwerkbare structuren, die in de loop
der tijd hebben geleid tot het opstellen
van een aantal knelpuntennota’s. Deze
zijn er weer de oorzaak van geweest dat
het Amsterdamse organsiatie-bureau
Bout is aangetrokken om genoemde
structuren door te lichten; een tussen
tijds rapport is inmiddels verschenen. De
prestaties van het orkest nemen als
gevolg van de moeilijkheden volgens
Stordiau af.
Directeur mr. H. B. van der Meer
beschouwt Stordiau’s brief aan wethou
der Vink als een regelrechte aanval op
zijn beleid. Hij noemt dit loze beschuldi
gingen van Stordiau, die op geen enkele
wijze worden waargemaakt. Ook ont
kent Van der Meer dat Leitner en
organisatiebureau Bout essentiële infor
matie is of wordt onthouden. Er is
steeds open overleg geweest. Omdat
Stordiau zijn uitspraken niet op feiten
baseert en omdat mr. Van der Meer zich
persoonlijk door de aantijgingen voelt
aangesproken, heeft hij van Stmrdiau
geëist dat deze zijn beschuldigingen in
de vorm van een rectificatiebrief aan
wethouder Vink terugneemt.
nemen met als resultaat dat Jos Stelling
alk tiende Rembrandtfilmer uit de bus is
gekomen.
Volgens Donaldson dateert de oudste
RembranditfiMm uit 1913. Als onderdeel
van de toen door Louis H. Chrispijn
gemaakte gelegenheidsfilm „Nederland
en Oranje” komt een episode voor ge
wijd aan onze grote schilders, waarin
natuurlijk Rembrandt in een soort „ta
bleau vivant” niet ontbreekt. Een ande
re, nauwelijks als Rembrandtfilm te
omschrijven bijdrage aan deze reeks is
een kort intermezzo in de klucht „Van
Boerin tot Ster” (’24) waarin de revue-
actrice Louisette op zoek naar carrière
achtervolgd wordt door haar jaloerse
man die op het Rembrandtplein aan het
bekende standbeeld vraagt of hij Loui
sette soms gezien heeft. Met zijn rech
terhand wijst het tot leven gekomen
beeld in de richting van Milles Colonnes.
Tot het meer echte Rembrandtwerk
behoort vervolgens de film die Alexan
der Korda in 1936 in Engeland maakte
met Charles Laughton in de titelrol en
waarbij onze toneelregisseur Johan de
Meester (die omstreeks diezelfde tijd
Gerard Rutten assisteerde bij diens
„Rubber”) nog als adviseur is opgetre
den. Ook Rutten heeft een Rembrandt
film willen maken, maar moest zijn
activiteiten staken toen de Duitsers de
Cinetone Studio’s in beslag namen. Een
stukje uit Ruitens film werd verwerkt
Bert Haanstra (rechts) met cameraman Anton van Munster en geluidstechnicus Ed Polster bij het filmen van „De stem van
het water".
Grootste grief van Stordiau is dat
Ferdinand Leitner, de nieuw aangestelde
dirigent van het Residentie Orkest, bij
zijn komt in onvoldoende mate is geïn
formeerd over de moeilijkheden binnen
het orkest en zijn eigen positie daarin.
Volgens Stordiau is Leitner bijvoorbeeld
niet meegedeeld dat niet hij maar de
Artistieke Commissie de werkelijke ar
tistieke macht in het orkest in handen
heeft.
In de brief aan wethouder Vink wijst
Stordiau er voorts op dat de strubbelin-
Haanstra is tenslotte toch weer terug
gekeerd naar de speelfilm en revanche
genomen op „De Zaak M.P.” met „Dr.
Pulder”, gemaakt naar een perfect sce
nario van Anton Koolhaas die hem ja
renlang „literair” begeleid had bij het
maken van scripts, draaiboeken en com
mentaren. Zoals ook bijna geregeld An
ton van Munster, Ed Pelster en Rolf
Orthel als cameraman, geluidstechnicus
en regie-asslstent tot de vaste ploeg
behoorden die een werkzaam aandeel in
het succes had.
Haanstra is nog lang niet uitgefilmd.
Hij denkt opnieuw aan een bewerking
van een van Koolhaas, magisch-realisti-
sche romans. En hij weet nog steeds de
spanning bij zijn film vrienden gaande te
houden, in welke mate deze nieuwe
onderneming een nieuw succes zal wor
den.
Zaterdag 19 juni.
Muziek. Amsterdam, Concertge
bouw 20.15 uur: Concertgebouwor
kest. Den Haag, Diligentia 20.15 uur:
Muziek uit de hoogbarok. Den Haag,
Lutherse Kerk 20.15 uur.. Steve
Reich.
Ballet. Amsterdam, Stadsschouw
burg 20.15 uur: Nederlands Dans
Theater. Scheveningen, Circustheater
20.15 uur: Martha Graham Dance Cy.
Toheel. Amsterdam, Mickery
20.30 uur: Woyzeck.
Acht van die klassieken worden ach
tereenvolgens in uiteenlopende stijlen
door Disney’s vaardige tekenstaf in beeld
gebracht: Bachs „Toccate en Fuga in D
mineur”, Tsjaichowsky’s „Voorjaars-
symphonie”, Ludwig van Beethovens
„PastoralePonchielli’s „Dans van de
Uren”, Moussorgsky s „De Nacht op de
kale Berg”, dit alles waardig afgesloten
met Schuberts „Ave Maria”.
In de inleiding van musicoloog Deerns
Taylor, gehouden terwijl het Pniladeip-
hia Orchestra onder leiding van Leopold
Stokowski zijn plaatsen opzoekt, wordt
nog gesuggereerd dat ieder onderdeel
van „Fantasia” een persoonlijKe inter
pretatie van de muziek is, maar het
wordt al gauw duidelijk dat die muziek
slechts kan inspireren tot Disney-frag-
menten, grappig, vindingrijk, smakeloos
en dikwijls van een onbeschrijvelijke
kitsch. Bij de Toccate van Bach wordt
nog even gewerkt met absolute vormen
die op de maat van de muziek zich
bewegen, maar in de Notekraker Suite
duiken de elfjes, vlinders en bloemen in
Disney-stijl al op, wel streng in het
rythme van de muziek maar mnoudelijk
zonder enig verband met wat ten gehore
wordt gebracht. De Toverleeriing wordt
een zuivere Mickey Mouse-klucht en
Stravinsky’s „Rite of Spring” wordt een
romantische verbeelding van het om
staan van menselijk leven op aarde die
rechtstreeks uit een populair-weten
schappelijk leerboek voor de jeugd had
kunnen zijn overgenomen. Maar Disney
weet „kitsch” met zoveel overtuiging ie
brengen en stapt zo handig af van zijn
oorspronkelijke opzet om „kunst” te
brengen dat „Fantasia” als fenomeen
van enorme inventiviteit, tekenvaardig
heid en wansmaak een schouwspel ople
vert dat zeker de moeite waard is er een
avondje aan te spenderen.
Men kan deze week in Kriterion deze
merkwaardige film van Wenders zien
die begint met een gesprek tussen de
centrale figuur Bruno en een bioscoop
muzikant uit de tijd van de zwijgende
film. Bruno rijdt in een grote verhuis
wagen door het land om in dorpsbiosco-
pen reparaties aan versleten projectie-
apparaten te verrichten en soms ook zelf
als operateur op te treden. Door die
functie brengt „lm Lauf der Zeit” ons in
aanraking met verschillende droeve, af
gematte bioscoopzaaltjes waar de af val
van de filmproduktie vertoond wordt en
nog de wonderlijkste toestanden op pro-
jectiegebied bestaan.
Bruno krijgt gezelschap van Robert,
een vreemde losgeslagen jongeman die
uit het huwelijk gevlucht is, maar ver
stolen pogingen blijft ondernemen zijn
vrouw op te bellen. Bruno en Robert
vormen een tweetal jongemannen die
planloos door het leven gaan en passief
afwachten wat dit bestaan hun nog aan
verrassingen te bieden heeft. Enig hou
vast en achtergrond krijgen ze als Ro
bert zijn vader opzoekt en met hem
enige jeugdconflicten uitpraat, terwijl
Bruno afrekent met het verleden door
het ouderlijk huis aan de Rijn op te
zoeken om daar te ontdekken dat zijn
moeder gestorven is en de woning een
vervallen stuk afbraak is geworden. In
Intussen zijn er een verrassend aantal
oude tot zeer oude films op de weeka
genda te signaleren: Cinema Internatio
nal komt met een sterk gedateerde oor
logsfilm, „Terug uit de Hel” met de
veelvuldig gedecoreerde en inmiddels
overleden oorlogsheld Audie Murphie.
Alhambra 2 vertoont „De Muis die brul
de” met Peter Sellers die al in 1959
werd uitgebracht, „The Posseidon Ad
venture” is nog altijd aanwezig in Belle-
vue-Cinerama, „Tora, Tora, Tora” is te
rug in Du Midi, „De Eend en de Cadil
lac” gaat met Bourvil en De Funès zijn
tiende week in Rialto in en een oude
James Bond met Sean Connery geniet
het voorrecht opnieuw in Tuschinski
uitgebracht te worden.
'Haanstra continueert een situatie die
eigenlijk al kort na de oorlog is ingezet.
Want na 1950 komt Haanstra’s naam
voortdurend opduiken in de vaderlandse
filmerij maar hij krijgt ook een interna
tionale reputatie, vaak van een omvang
die maakt dat hij in het buitenland zo’n
beetje als de enige vertegenwoordiger
van het Nederlandse filmen beschouwd
wordt.
Niets in de vroegste activiteiten van
Bert Haanstra kon dit succes doen ver
moeden. Hij was vroeg al bezig met
smalfilmen en fotograferen, bezocht een
avondcursus aan de Amsterdamse Aca
demie voor Beeldende Kunsten (in zijn
familie komen meer schilderkundige
ambities, voor) en werd een tijdlang
beroepsfotograaf.
In 1948 trad hij dan voor het eerst in
de openbaarheid als cameraman bij een
vaag filmproject van Paul Bruno
Schreiber dat „Myrthe en de Demonen”
heette en dat alleen opviel door de
fotografische verzorging. Aansluitend
daarop maakte hij als „eenmansfilm”
een historische reconstructie van „De
Muiderkring”, een kostuumfilm die geen
enkele aansluiting vertoont met wat het
volgende jaar een doorbraak naar de
internationale bekendheid zou beteke
nen. Dat was de kort, poëtische docu
mentaire „Spiegel van Holland”, Neder
land weerspiegeld in het water en het
spiegelbeeld rechtop gezet, wat esn mer
kwaardig onzeker en kwetsbare impres-
1 sie van het land opleverde.
DEN HAAG. De leiding van het
residentie Orkest heeft een van de le
den van het orkest, de slagwerker Guido
Stordiau, zwijgplicht opgelegd. Hiertoe is
overgegaan nadat Stordiau vorige maand
een brief aan wethouder Vink van
kunstzaken van de gemeente Den Haag
stuurde, waarin hij uiting gaf aan zijn
grote bezorgdheid over de toekomst van
het Residentie Orkest. Bestuur en direc
tie van het residentie Orkest vonden dat
de slagwerker buiten zijn boekje was
gegaan door een buitenstaander in te
lichten over de interne problemen van
het orkest.
Zondag 20 juni.
Muziek. Amsterdam, Concertge
bouw 11 uur: Nederlands Kamerkoor.
Amsterdam, Carre 20.30 uur: Steve
Reich.
Ballet. Amsterdam. Stadsschouw
burg 20.15 uur: Martha Graham Dan
ce Company.
Toneel. Den Haag, Diligentia
20.15 uur: Een grappige oude man.
Maandag 21 juni.
Muziek. Amsterdam, Carre 20.15
uur. Meeting Mr. Ives. Den Haag,
Diligentia 20.15 uur: LaSalla strijk
kwartet.
Opera. Scheveningen, Circusthea
ter 19 uur: Der Rosenkavalier.
Toneel. Amsterdam, Brakke
Grond 20.30 uur: Een grappige oude
man.
AMSTERDAM. Wie het Festival of
Fools een beetje volgt-.en dat valt
niet mee, want er is een overladen
programma over drie theaters uitge
smeerd ontdekt dat er steeds meer
groepen zijn die hun succes beproeven
op dwaas geforceerde verkleednummers.
Dit is bijvoorbeeld ten dele ook het
geval bij Natural Theatre, een groep van
voornamelijk rock-musici uit Engeland.
Donderdag traden zij op in Shaffy.
-