Jan Raas en Kees van Eersel nemen deel aan concours Subsidie blijft voor Holland Festival Sterren stralen overal Peter Chinni: afgewogen esthetiek /paarbank uuazt naderiond tl lï i vanaf naar keuze: aan uw budget r voor 5jaarvast voor 3 jaar vast H aflossing aangepast spaarspecialisten sinds 1817—J Heerlijk, helderHeineken. U «I 1 ■i ;A Kunstenaars-stipendia w:? DONDERDAG 24 1976 JUNI KUNST 15 4 a Stadseigendom 1 Peter Chinni te door Hein Steehouwer Beeld schrift U V i. Vroedschap Een belevenis voor liefhebbers van abstract ruimtelijk beelden op een geraffineerd knap niveau, ■dat getuigt van een voldongen vak manschap in allerlei materialen, brons, roestvrij staal en blank mar mer. Tot en met 3 september is deze expositie te bezichtigen. Betonnen plaat <7 exposeert zijn plastieken bij Felison in het kader van de Toer-in Noord-Holland. De monumentale beelden staan glanzen in hun afgewogen esthe tiek in de grote tuin voor Beecke stijn en kleine modellen zijn te vinden op de expositiezolder van het noordelijk koetshuis. fel 'AA HAARLEM. Tijdens de Haar lemse Orgelmaand 1976, die met een concert op 6 juli in de Grote Kerk in Haarlem wordt geopend, zal bij zondere aandacht worden besteed aan de veelzijdige musicus Anton Heiller. Middels een viertal concer ten op 6, 7, 8 en 9 juli zal het werk van Heiller vorm krijgen, terwijl op het openingsconcert naast het Te Deum van Bruckner ook orgel- en koorwerken van Heiller op het pro gramma staan. de improvisatiewedstrijd (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) hypotheken Een geaderd wit marmeren plastiek, van Peter Chinni in de tuin van Beeckestijn. f Het interieur van de Grote öf Bavokerk met het Müller-orgel zoals Wolfgang Amadeus Mozart dat nog moet hebben gezien. Roberto Meili. Vanaf 1954 exposeert Chinni in de gehele wereld. HAARLEM. Het ministerie van CRM heeft stipendia en reistoelagen toegekend aan een groot aantal beeldende kunste naars. In Haarlem en omgeving is er een stipendium voor Douwe Jan Bakker en Marinus Fuit. Een reistoelage kreeg Herman van Tongeren in Heemstede. Wel is in overleg met de Culturele raad van Noord-Holland in het kader van de Toer-in meegewerkt aan een orgelkrant waarin een groot aantal con certen in de provincie worden genoemd. Met de wedstrijd op 8 juli zal voor de 26e keer de orgelimprovisatiewedstrijd worden gehouden. Dat is bijna evenveel keer als het Holland Festival - waarvan de orgelmaand een onderdeel vormt- maar het concours beperkt zich tot een veel kleiner en dus gespecialiseerder fa cet. Peter Chinni, in 1928 in New York geboren, studeerde aanvankelijk in Amerika, later aan een academie in Rome en kreeg lessen van twee Itali aanse leermeesters, Felice Casorati en Toen op 21 juni 1634 een aantal mu- aekminnende Haarlemmers een rekwest bij de vroedschap indienden zal waar schijnlijk niemand hebben vermoed dat zij een aanzet gaven tot de thans we reldvermaarde Haarlemse orgelcultuur. De Haarlemse burgers dankten de vroedschap voor het tot stand brengen van de restauratie van het grote orgel; zij wezen erop dat „deze Stadt tegen- wwrdigh is versien van een goed erva ren ende sonderlingh vermaard meester” (de organist Cornells Helmbreecker) en vragen het orgel vaker te laten bespelen dan alleen op de zondagen, tijdens de kerkdiensten. Zo ontstonden de orgelbe spelingen. voor het muziekgenot van de luisteraars en niet alleen als ondersteu ning van de kerkelijke liturgie. Dat er luisteraars zouden zijn was volkomen zeker. Immers de kerk werd beschouwd, en gebruikt als openbaar terrein. Voet gangers, maar ook handkarren, kwamen door de kerk. Zij kozen de kortste weg: van de Warmoesstraat naar de Jans- straat, van de Spekstraat naar de Ri- dervischmarkt. En als dan, elke dag, „des middaghs ten half twaelven”, het orgel bespeeld werd, werd het een muzi kale onderbreking van de wandeling. In de jaren van de Tweede Wereld oorlog is zo lang mogelijk geprobeerd om de twee concerten in de week ge woon door te laten gaan. Direct na de meidagen is begonnen met het aanbren gen van een betonnen plaat boven het orgel, als beveiliging tegen bominslagen. In 1955 werd aan het orgelfestival een Internationale Academie voor Organis ten toegevoegd. Inspirator en grote orga nisator van deze academie was dr. J. F. Obermayr. Van de aanvang af aan is de belangstelling voor deze drieweekse zo mercursus internationaal groot geweest. Zo wordt de laatste 18 jaren elk jaar een aantal van ongeveer 50 organisten geweigerd omdat het aantal plaatsen beperkt moet blijven tot ca. 70. Deze beperking is het gevolg van het gebrek aan ruimte op de orgelgalerij, waar de lessen gegeven worden. Het grote orgel, waarvan hiervoor sprake is, is vanzelfsprekend niet het huidige grote orgel, dat in de jaren 1735- 1838 door Christiaan Müller, in opdracht van het stadsbestuur gebouwd werd, maar een eerder instrument, gesitueerd aan de Noordzijde van het koor. Kort na de bouw van het Müllerorgel wijzigde zich de situatie enigszins. In 1740 werd op diens verzoek, de organist toegestaan, om niet meer elke dag bespelingen te geven, maar zich te beperken tot twee maal per week. Opvallend is dat reeds toen de keus viel op de dinsdagen en donderdagen, de dagen dat ook nu nog de stadsorganisten hun gemeentelijke orgelbespelingen verzorgen. De situatie is echter niet helemaal dezelfde. Achtte men het in de 18e eeuw heel normaal, om ook ’s winters, lange tijd in onver warmde kerken te vertoeven; tegen woordig wordt alleen gedurende het „zo merseizoen”, van april tot oktober ge concerteerd. Tot zover vormde Haarlem geen uit zondering. In de 17e en 18e eeuw heeft vrijwel elke stad in de Nederlanden een rijk geschakeerd muziekleven gekend, waarbij het orgel en orgelmuziek een niet geringe plaats innamen. En aange zien de musici-organisten, beiaardiers, blazers, muziekkorpsen van de schutte rij- bijna allemaal in dienst van het stadsbestuur waren, kan men spreken van een opmerkelijk voorbeeld van de toenmalige overheid voor de tegenwoor dige. Immers alle musici werden door de stad betaald en luisteren was gratis. Zoals gezegd, Haarlem vormde in de 17e en 18e eeuw geen uitzondereing. Wel was men zeer op het orgel gesteld, en vooral trots op het grote Müllerorgel. Ook de gehele v - Europese kunstwe reld kende -n roemde het instrument, getuige mededelingen in de brieven van Goethe, het muziekreisboek van Burney; getuige ook de bespelingen van het orgel door groten als Handel en Mozart. Het Müllerorgel werd beschouwd als „een werk dat het Capitaalste van geheel Nederland is getuigde de Alkmaar- se organist Gerardus Havingha. HILVERSUM (ANP). Minister Van Doorn van CRM zal nog dit jaar, of anders in de eerste helft van 1977, beslissen over voortzetting van de rijks- subsidie aan het Holland Festival. Voor 1977 is de rijkssubsidie in ieder geval gewaarborgd. De minister zei dit woensdagavond in een interview voor de NOS-radio tijdens de slotuitzending van het Holland Festi val 1976. Zijn vroegere werk ken ik niet. De beelden nu kenmerken zich door zeer vindingrijke variaties in een breed scala op een bepaalde vormidee. Hij creëert schijnbaar losstaande frag menten binnen een grondvorm soms twee, drie of meer onderdelen soms ook een doorboring van een enkele vorm. Die fragmenten grijpen telkens als vorm en contravorm in elkaar, vaak min pf meer met elkaar verwe ven volumen. Die gaan dan soms lijken op geabstraheerde technische structuren compleet met tanden of als het om kamwielen gaat lange of brede vleugels en andere vormen die het midden houden tussen architec tuur en ontleend aan machine-onder- delen. Ook het toepassen van hoekige vormen afgewisseld met ronde ver hoogt die suggestie. Het is of deze plastieken soms koelribben hebben. Mr. Van Doorn is het eens met het afvies van de Raad voor de Kunst, dat het Holland Festival de ontwikkeling van de hedendaagse kunst dient te be vorderen. Dat betekent volgenss hem echter niet, dat het Holland Festival dan voor een klein select publiek zou moeten zijn. „Ik zou graag willen dat serieus wordt bekeken of bij de ontwikkeling van nieuwe kunstvormen op een of andere manier een grotere groep mensen kan worden betrokken dan nu met de aanpak van het Holland Festival het geval lijkt”, vond hij. De minister zei positief te staan tegen over sponsering door het bedrijfsleven van bepaalde Holland Festivalevenemen- ten, zoals dat dit jaar voor het eerst door twee banken is gebeurd. „Zolang ik geen aanwijzingen heb dat het kunstle ven daardoor op een vervelende manier in dienst van de commercie wordt ge steld, vind ik het gewoon een geschikte zaak dat bepaalde bedrijven daaraan bijdragen leveren”, zo merkte hij op. Uitzonderlijk wordt de situatie rond het Haarlemse orgel pas, als in de tijd na de Franse revolutie, de scheiding tussen kerk en staat doorgevoerd wordt. Alle kerkelijke gebouwen en bezittingen moeten dan verdeeld worden, en wat de kerk in eigendom heeft zal in het ver volg niet meer met gemeenschapsgeld onderhouden kunnen worden. In alle steden nu, valt bij de „scheiding van de Boedel” het orgel toe aan de kerk. Alleen in Haarlem niet. In Haarlem blijft het orgel stadseigendom en dit heeft grote consequenties. Eerst de zakelijke consequenties, zo wel voor de kerk als voor de stad. Door de stad worden, op dit moment, drie organisten betaald voor diensten die in de kerk verricht worden (concerten ge ven, liturgische taken, beheer) onderhou dt ook de grote restauratie in de jaren 1959 tot 1961) betaalt eveneens de stad. De kerk daarentegen behoeft voor geen van deze zaken meer geld op te brengen dan een luttel bedrag, dat indertijd (1817) werd vastgesteld. Ten tweede zeker belangrijker te noe men, zijn daar de gevolgen voor het culturele leven van de stad. Toen in de andere steden het orgel niet langer een zaak voor het stadsbestuur was, hield vanzelfsprekend ook de interesse ervoor, en de neiging om er gemeenschapsgeld in te steken, op. De kerk van haar kant had weinig belang bij het gebruik van het orgel voor andere dan liturgische taken. Gevolg: er werden geen orgelcon certen meer gegeven; de belangstelling van het publiek zakte weg en het orgel Orgelmaand: aandacht voor Anton Heiller Je zou kunnen veronderstellen dat de Amerikaans-Italiaanse opleiding tot deze vormtaal bij Peter Chinni heeft geleid een Amerikaans zintuig voor techniek en een Italiaans voor architectonische verhoudingen klas siek afgewogen ook als het om ab stracte vormen gaat. De Italiaanse neiging tot verfijnd materiaalgebruik en doorvoerd vakmanschap is er ook in te vinden. Weer als Amerikaans zou je de amper bedwongen agressi viteit kunnen zien. Ondanks de glad de koelheid (en de feitelijke reële betekenisloosheid omdat het om pure abstracties gaat suggereren de vele in elkaar grijpende vertandingen toch een soort spiegelgevecht binnen een mathematisch vormenspel. Maar mis schien laat ik me door bewondering wel teveel suggereren en zijn deze ideeën niet in het hoofd van Peter Chinni op zo’n manier voorradig. Deze expositie kwam tot in stand in samenwerking met Gallery Alexandra Monett in Brussel in Ga lerie Bouma, Huidenstraat 3 in Am sterdam, waar gedurende dezelfde pe riode kleine plastieken van Peter Chinni te zien zijn. De bij vele Velse- naren nog bekende Carmi Butteling exposeert in deze galerie op de eerste etage haar schilderijen, gouaches en zeefdrukken. De orgelwerken worden uitgevoerd door Elly Kooiman en Monika Henking, I leiding van het Stabat Mater op zich te I nemen waar het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor voor worden uitgenodigd. Heiller is tevens jurylid van de impro visatiewedstrijd op 8 juli. Met de twee andere juryleden, te weten Bernard Bar- telink en Peter Hurford geeft hij een „jury concert” op 9 juli. Aan de improvisatiewedstrijd wordt I deelgenomen door de winnaar van vorig jaar, de Nederlander Jan Raas en voorts Hans Georg Bosshammer, Jaroslav Tu- I ma en Kees van Eersel. Zij zullen zich aan het publiek voorstellen door middel I van een concert op 7 juli. De stichting Internationaal Orgelcon- cours Haarlem heeft dit jaar afgezien van het organiseren van orgelconcerten in de provincie en Amsterdam. Het initi- atief om in gemeenten als Alkmaar, Oosthuizen en anderen concerten te la ten verzorgen werd in 1961 geboren, toen nog maar weinig orgelmuziek in Noord-Holland buiten de twee grootste steden was te horen. Sindsdien zijn i overal tal van zelfstandige orgelactivitei- ten tot uitvoering gebracht en het leek de stichting niet zinnig daar nog langer aan mee te werken. werd een „godsdienstig” instrument en de orgelmuziek had niets meer met cul tuur, maar alles met religie te maken. In Haarlem daarentegen liep het an ders. Toen het orgel expliciet eigendom van de stad werd, diende de stedelijke overt d ook de organist in dienst te nemen (of eigenlijk „te houden”, want de organist was ook in stadsdienst). En voor een organist in dienst van de stad was het natuurlijk een heel normale zaak, om de op dat moment anderhalve eeuw oude traditie van orgelbespelingen buiten de kerkdienst, voort te zetten. Zo behield de Haarlemse burgerij haar or gelconcerten, waarvoor zij in 1634 zo vurig gepleit had. g

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 15