Atlete Ruth Fuchs over prestaties in DDR: DDR SPOR1ÉF i 1 „Sport is GEEN HORMOONGEBRUIK” politiek” I O i J m# 99 99 Montreal 1976 I I KANOCOACH ANTOON GEURTS OVER MONTREAL 17 SPORT Reservoir Dromen Geheim Cl II s? Vooral de baanloting en §8 wordt erg belangrijk mogen BERT BREVOORD (Van onze speciale verslaggever) (Van onze speciale verslaggever) we Sire van die drie gevallen (100 meter, ver en kogel) slechts mag dromen. Renate Stecher, de sprintkoningin van München, is een van de atletes die in de aanloop naar deze zomerspelen volledig m’n tong laten zien”, sprak zij nader hand veelbetekenend. De pure sprint dreigt door die trek naar de langere afstanden echter aan kwaliteit te verliezen. Met uitzondering Wij en de atleten gaan daarbij uit van de stelling, dat topprestaties voorbereid moeten worden via de training, en niet door allerlei hulpmiddelen die bovendien nog eens de gezondheid kunnen scha den”. Veelzeggend is' echter de opmerking van een topfunctionaris aan de sportho- geschool van Leipzig, die in dat verband terloops opmerkte: „De anabolica staat dan heeft het gebruik ons inziens ook geen nut. Een Engelse arts heeft een groep gewichtheffers laten trainen met en zonder gebruik van anabolica. De re sultaten waren totaal verschillend. Het zou echter aanbeveling verdienen wan neer het IOC nu eindelijk eens met een lijst komt die voor alle bonden geldt Pas dan kan een aantal onzekerheden worden weggenomen”. Ruth Fuchs: „Om als speerwerpster de absolute top te halen, moet je dagelijks trainen en daarnaast een erg veelzijdige atlete zijn. Doordat ik de techniek van het hoogspringen niet beheers, heb Ik een relatief slechte vijfkamp. Op de vier andere onderdelen kan ik redelijk mee komen. De 100 meter loop ik in 11,8 de 200 meter in 23,3, met de kogel stoot ik over de 16 meter en bij het verspringen zit ik continu boven de zes meter”. Voor een speerwerpster zijn dat imposante verrichtingen, waarvan vijfkampster en nationaal recordhoudster Mieke Sterk in 1UI8 47 >56-58 ag 135 16-18 ■art 16 ,«167 jkplei» aan 27 56-58. belijdenis werpster München getuigt daarvan. „Sport is politiek; daar hoeven we niet om heen te draaien. Dat is trouwens ook nooit anders geweest. Voor onze staat gold de sportieve presta tie jarenlang als een politiek pressiemid del om erkenning van de DDR af te dwingen. Vooral in de beginjaren heeft dat aspect een erg belangrijke rol ge speeld. En met succes, want door de sport zijn (economisch) deuren geopend die jarenlang gesloten waren”. Arend Bloem en Lo Jacobs staan dus voor de taak om de eer van de nationale kanosport (er zijn in ons land in totaal zo’n 500 wedstrijdvaarders, red.) hoog te houden. Geen eenvoudige opdracht, te meer niet omdat de voorbereiding van het Zaanse tweetal nu niet bepaald over rozen is gegaan. Zo moest Lo Jacobs de OOST-BERLUN Van de huidige generatie Oostduitse topsporters is Ruth Fuchs een van de velen die aanvankelijk zelf voor een totaal afwijkende tak van sport had gekozen. Als turnster miste de nu 29-jarige wereidrecordhoudster speer werpen (haar record van 67.22 meter dateert van Rome 1974) echter de natuurlijke aanleg om het in deze sport ooit ver te kunnen brengen. Op aanraden van haar sportleraar Hermann Brandt,- die In Ruth Fuchs unieke mogelijkheden als speer- werpstcr onderkende, werd zij op een voor DDR-begrippen relatief late leeftijd alsnog naar een atletiekclub gedirigeerd. Zelf zegt zij daarvan: „Kinderen zijn vaak gemakkelijk te be ïnvloeden. Ik vormde daarop geen uitzondering. Op school was ik erg goed ito slagbal, vandaar het advies van mjjn sport leraar. Ik heb echter nooit spijt van die wissel gehad”. Het meest indrukwekkend in de Oost duitse damesatletiek is de dit seizoen imposante sterkte in de breedte op de midden-afstanden. Zowel op de 400 als de 800 meter kan chef-trainer Wemer Trelenberg putten uit een enorm reser voir aan loopsters van nagenoeg gelij kwaardig niveau. Het geheim van dit ongekende niveau in de breedte schuilt voornamelijk in de sprintvorming, die alle 400 meter-loopsters hebben genoten. Ruth Fuchs noemt de gelijke trai- ntngsaanpak van jongens en meisjes ook als een van de voornaamste oorzaken van het huidige topniveau waarop de atletes, turnsters en zwemsters zich in ternationaal manifesteren. „Dat we in deze takken van sport de dienst uitma- ken, heeft rechtstreeks te maken met de emancipatie. Die emoncipatie is bij ons een stuk verder ontwikkeld dan In de westerse wereld. Dat geeft ook het grote verschil aan tussen een socialistische en een kapitalistische samenleving”. „In de kapitalistische wereld komt de vrouw nog altijd op de tweede plaats. Bij ons wonden prestaties van een wouw net zo hand bejubeld als die van een man. In het Westen gaat men er ook per definitie van uit dat een vrouw mindier kan presteren dan een man. Wij denken daar gelukkig anders over. Er zijn op dit moment buiten de DDR weinig atletes van ons niveau, maar vrouwen in het westen die doorzetten, zijn meestal ook gelijk van superklasse”. Wij selecteren ook niet op namen, maar uitsluitend op prestaties. Ongeacht wie, moet zich voordurend waarmaken. Ook een wereidrecordhoudster heeft geen enkele garantie dat zij wordt afge vaardigd naar Montreal wanneer de prestaties op het beslissende moment daarmee niet in overeenstemming zijn. Onze atletes realiseren zich dat elke dag. Vandaar die verbitterde onderlinge con currentie, want iedereen bij ons be schouwt het als een grote eer de DDR in Montreal te mogen vertegenwoordigen”. Renate Stecher hult zich ten aanzien daarvan in een diep stilzwijgen. Tijdens dit interview trouwens toch aanzienlijk minder explosief reagerend dan op de smtelbaan, komt zij ook in het verdere verloop van het gesprek eigenlijk niet veel verder dan een serie gemeenplaat sen. Haar antwoorden zijn vaak net zo obligaat als de manier waarop zij de laatste vier jaar de internationale sprinttop haar wil oplegde. Een uitzon dering daarop vormde slechts de Engelse Sonja Lanneman, die de 26jarige Oost duitse begin dit seizoen een verrassende nederlaag toebracht op de 100 meter. Voor haar koestert Renate Stecher ook de meeste vrees, wanneer straks in Montreal de olympische sprintmedailles verdeeld moeten worden. Niet zozeer voor de Westduitse Inge Helten, die haar (en Wyomia Tyus) het van München 1972 daterende wereldrecord op de 100 meter (met een tijd van 11,05 tegen 11,07) afhandig maakte. leel a. noS ncrn- ’ag a» aar na&’ issen’r «Hl. VQg. In ee- mee t bij hs voor o DE EMANCIPATIE” dames-atletiek de eigen limieten ook nog lang niet genaderd. Werner Relenberg deelt die visie: „De dit seizoen gemaakte tijden bewijzen, dat ook bij ons de heeft beantwoord aan de uiterst strenge, zorgvuldig geheim gehouden DDR-limie- ten voor Montreal. Aanvankelijk had deze rijkelijk stevig gebouwde sp pinster het voornemen direct na de spelen van München afscheid te nemen van de internationale atletiekarena’s. Op last van haar superieuren moest Renate Ste cher dat plan echter vier jaar opschor ten. Op grond daarvan meent Renate Ste cher ook: „Ofschoon de omstandigheden in Montreal voor de sprint zeker niet ongunstig zijn, verwacht ik toch eerder een tijd van boven dan onder de 11 seconden. Op le 200 meter liggen de zaken heel anders. Ik ben er zelfs van overtuigd dat ik onder het wereldrecord van Irena Szewinska (22,0 seconden) zal moeten komen om het goud te verove ren”. OOST-BERLIJN. De Oostduitse sportautoriteiten bespotten elke beschul diging van mannelijk hormoongebruik bij zwemsters en atletes. Zij verwijzen daarbij in eerste instantie naar de eigen strenge dopingscontrole bij kampioen schappen en kwalificatiewedstrijden en beroepen zich vervolgens op „het ge bruik van stimulerende ggiddelen, dat bij ons op principiële grondén verboden is”. dames-atletiek nog onvolledig in een opbouwstadium verkeert. De tijden van Montreal zullen dat bevestigen”. Gespierde teksten, die Ruth Fuchs op lepelt alsof zij deze reeds jaren geleden van buiten heeft moeten leren. Dat is in feite ook zo. De thans voor sportpedago- ge studerende Ruth Fuchs, die in een eerder stadium afstudeerde als medisch analiste en op dit gebied praktisch on derricht geeft op de universiteit van Jena, heeft in haar studieperiode heel wat uren moeten wijden aan de marxis- tisch-leninistische leer. Op de sporthoge- scholen van Leipzig, Berlijn, Dresden, Erfurt en Maagdeburg worden daaraan wekelijks vier lesuren besteed. Het opmerkelijke verschijnsel doet zich nu voor dat zowel de zwem- als de atletiekprestaties van de DDR-heren ver achterblijven bij die van de dames. De verklaring daarvoor van chef-trainer Werner Trelenberg sluit enigszins aan bij die van Ruth Fuchs: „De trainingsij- ver van onze meisjes is duidelijk groter dan die van onze heren. Dat is een kwestie van discipline en heeft daar naast te maken met de sterke onderlinge concurrentie”. niet op de dopinglijst van het IOC, maar komt bijvoorbeeld wel voor op de lijst van de IAAF, de internationale atletiek- federatie. Toch blijft dit middel een duidelijk gevaar inhouden, omdat nog steeds onvoldoende weten welke eventuele nadelige uitwerkingen dit kan hebben op de gezondheid”. „Het verhaal dat het gebruik van anabole steroiden een half jaar later niet meer valt te bewijzen, is juist, maar wedstrijden in het Belgische Gent (e< i van de vier selectiewedstrijden in de maand meii) als gevolg van een zeer hardnekkige verkoudheid missen en bij de pre-Olympics in het Engelse Notting ham werd (alweer) Jacobs door een keelontsteking geveld voordat de wed- strijdn geoed en wel waren begonnen. Toch heeft Antoon Geurts vertrouwen in het tweetal, dat zich de afgelopen jaren meer dan eens als een koppel van internationale allure heeft gemanifes teerd. Geurts: „In die vijf weken moet er heel wat gebeuren, maar het is na tuurlijk een periode waarin er ook wat kan gebeuren”. Antoon Geurts is in zijn verwachtin gen van de wedstrijden in Montreal, waar Bloem en Jacobs zowel op de K2 SSS&WwW igW Het politiek vermoedelijk meest geën gageerde lid van die Oostduitse dames- atletiekploeg beschouwt het ook als iets volstrekt normaals dat kinderen die tak van sport gaan bedrijven waarin zij het meest op de voorgrond kunnen treden. Ruth Fuchs: „De leer van de antropo- metrie komt ons daarbij uitstekend van pas. Het is toch eigenlijk vanzelfspre kend dart we reeds op een vroege leeftijd gaan onderzoeken welke tak van sport het meest geëigend is voor een kind. Vaak kiezen kinderen op aandrang van hun ouders voor een bepaalde sport. Later blijkt den echter dat het kind alle natuurlijke eigenschappen mist om bij voorbeeld als turnster te kunnen slagen. Die factor sluiten we met toepassing van de aimtropomietrie zoveel magelijk uit”. Fel bestrijdt Ruth Fuchs de veronder stelling dat zo'n kind op deze manier een stuk spelvreugde kan worden ontno men. „We adviseren, maar dringen niks op. Staiat er te veel drang achter, dan is de motivatie vaak verdwenen”. Maar dan zijn er de ouders, die op aandrang van bovenaf zo'n kind er in de meeste gevallen toch toe kunnen bewegen het advies op te volgen. Het bedrijven van topsport brengt in de DDR nu eenmaal talloze voordelen met zich mee. Het mogelijk ontbreken van die op een jeug dige leeftijd toch zo dringend gewenste spelvreugde .wordt daaraan gemakkelijk ondergeschikt gemaakt. Ruth Fuchs kan die feiten onvoldoen de weerleggen. „Met die voordelen vult het heus nog wel mee. Het ligt er maar aan wat je daaronder verstaat, of hoe je dat wilt uitleggen. Als topsporter krijg je van staatswege weliswaar alle mede werking en hulp, maar er zijn wel degelijk grenzen”. In Montreal hoopt Ruth Fuchs, die dit seizoen overigens nog nauwelijks tot een opzienbarende prestatie kwam, haar suc ces van vier jaar geleden in München te kunnen prolongeren. De laatste maanden waren de Oostduitse atletes elke dag op de sintelbaan te vinden. Ook Ruth Fuchs, die daarvoor haar sportpedagogi- sche studie heeft onderbroken. net zo snel als Mj gekomen was. Wie wel bleef, was Antoon Geurts. die straks als leider van het duo Arend Bloem-Lo Jacobs, zoals bekend de enige kanoploeg die van het Nederlands Olympisch Co mité de zegen kreeg voor een optreden in Montreal, naar Canada vertrekt. Antoon Geurts: „Het was voor mij een enorme teleurstelling toen ik hoorde dat alleen Bloem en Jacobs werden uitge zonden. Ik had er echter op gerekend dat er een ploeg van vijf zou gaan. Nog steeds ben ik van mening dat Nel Broekstra en Ans Stormink, en zeker ook Tjeerd Tilkema, het verdiend heb ben om naar Montreal te worden ge stuurd”. Met Bloem en Jacobs benut Antoon Geurts de laatste weken voor de rets naar Canada optimaal. „Er is een trai- Tot een dergelijke krachtexplosie moet Renate Stecher wel degelijk in staat worden geacht. Getuige ook haar imposante optreden tijdens de DDR- o kwalificatieduels. In de finale had zij wellicht van de 100 en 200 meter is de het wereldrecord duidelijk binnen haar bereik, maar op de laatste 200 meter hield Renate Stecher zich duidelijk in. „Ik wilde bewust niet het achterste van Ruth Fuchs: „Wij beschouwen ons niet als elite de DDR. Wij willen behandeld worden als ieder ander burger". 365, k voor in onoe,. >ij Ven, o» Ofschoon dat wereldrecord nog steeds voor verbetering vatbaar is, gelooft Re nate Stecher stellig dat het slechts zal gaan om honderdsten van seconden. De feiten stellen haar in het gelijk, want sinds 1968 slaagden er slechts drie atle tes in de 100 meter te overbruggen in een (elektronisch geklokte) tijd van minder dan 11,08 seconden: Tyus, Ste cher en Helten. „SUCCESSEN DOOR Antoon Geurts: Reëel. Christina Brehmen de onlangs door de naar de 400 meter overgestapte Irena Szewinska onttroonde wereidrecord houdster, vult haar trainer aan: „In Montreal zullen de beste drie tij dén lopen van rond de 49 seconden. Het zou me zelfs niet verbazen wanneer de win nares van het goud daaronder blijft. De tijden die ik tot dusver dit seizoen heb gelopen, zeggen daarom in het kader van de Olympische Spelen ook heel erg weinig. Vergeleken met de 100 en 200 meter verkeert de ontwikkeling van de 400, 800 en 1500 meter nog slechts in een beginstadium. De eerstkomende jaren zullen op deze afstanden de wereldre cords nog talloze keren worden verbe terd”. Gelet op het sportbeleid dat in de DDR wordt gevoerd, kan het niet anders of de Deutsche Demokratische Republik zal ook in dit opzicht een hoofdrol vertolken. 1000 meter als op het nieuwe Olympi sche onderdeel K2 500 meter zullen varen, erg reëel. „Vooral in Nottingham heb ik kunnen zien dat er veel ploegen zijn dlie in kracht weinig of niets voor elkaar onder doen. Voor Bloem en Ja cobs behoort een redelijke klassering in de beide finales (waarvoor negen kop pels zich plaatsen, red.) tot de mogelijk heden.. Je hoort mij niet zeggen dat ze best wel eens met een medaille naar huis zouden kunnen gaan, want dat zou een onjuiste voorstelling van zakne zijn. Als Arend en Lo een keer een zesde plaats pakken - een klassering die zij ook In 1974 bij de WK in Mexico haalden - dan ben ik dik tevreden” „De ploegen van Rusland en de DDR steken wat boven de rest uit, daarna komt een stel combinaties waarvan de (Van onze speciale verslaggever) AMSTERDAM. In 1964 veroverde Antoon Geurts in Tokio samen met de inmiddels tot Belg genaturaliseerde, en nog steeds volop actieve Paul Hoekstra de voorlaatste in de reeks van zes me dailles die tot dusver voor de Neder landse kanosport op Olympisch niveau waren weggelegd. Op de K2 1090 meter bleken alleen de Zweden Sjcdellus Utterberg sneller dan het Nederlandse tweetal, dat in de Japanse hoofdstad zijn grote internationale reputatie overtui gend onderstreepte. Vier jaar later, in Mexico, vielen Geurts en Hoekstra net buiten de prijzen. De combinaties uit Rusland, Hongarije en Oostenrijk hiel den de beide Nederlanders va® een plaats op het ereschavot af. Na de spelen van Mexico zette Antoon Geurts (inmiddels 44) een punt achter zijn Lange wedstrijdcarrière. maar de kanosport bleef hem in ‘haar greep hou den. Onder de nog altijd bewonderde Karei Muis, nu alweer jarenlang een succesvol trainer van de Westduitse ploeg, was de Eindhovenaar enkele jaren chef d’equSpe van de Nederlandse kano- formatie. Na een periode van betrekke lijke rust (hij bleef in Eindhoven volop actief binnen „zijn” club Beatrix*, keer de Antoon Geurts vorig jaar terug als chef d’equipe. „Dat gebeurde toen Theo Marijt als bondscoach werd aangesteld. Ik had vol op vertrouwen in die man, zijn aanpak was er een waarmee ik me helemaal kon verenigen”, aldus Geurts. Zoals velen voor hem hield ook Theo Marijt het in dienst van de kanobond echter niet lang uit. Marijt ging en Jaap Wendelgëlst kwam, maar deze Amster damse sport instructeur verdween bijna ningskamp van vijf weken, waarbij we de ene week op de Bosbaan in Amster dam bezig zijn, de week daarop op het Beatrix-kanaal bij Eindhoven, dan weer in Amsterdam, enz. Ik hen ervan over tuigd dat ook het dameskoppel en Tjeerd Tilkema in die periode flink bijgespijkerd hadden kunnen worden. Tilkema bijvoorbeeld ging steeds beter varen. Maar et heeft niet zo zijn, en dat vind ik erg jammer”. onderlinge krachtsverschillen nauwelijks uiteenlopen. Ik denk aan Noorwegen, aan Zweden, aan Spanje, aan Hongarije en aan Polen. Maar ook West-Duitsland en België zijn momenteel erg sterk, en tot de categorie vlak onder de top moet je ook Bloem en Jacobs rekenen”. Veel zal in Montreal, volgens Antoon Geurts, afhangen van de baanloting. „Die wordt ontzettend blangrljk. Het kan in Montreal veel uitmaken of je in baan 1 of in baan 9 vaart. Ik ben er vorig jaar geweest met de voor-Olympi- sche wedstrijden. Toen was het steeds zo dat ’s morgens de wind recht van voren kwam, 's middags dwars op de boot stond en in de vooravond zodanig draai de, dat de vaarders hem schuin van achteren hadden. De windrichting kan dan per minuut gaan verschillen en het is maar net de vraag op welk moment je moet varen. Die loting is een zaak waarover je van tevoren natuurlijk geen zinnig woord k®nt zeggen, maar dat er gekke uitslagen uit de bus kunnen ko men, dat staat voor mij wel vast”. Antoon Geurts heeft inmiddels met voldoening vastgesteld dat Bloem en Ja cobs de afgelopen weken vooral qua techniek vorderingen hebben gemaakt. „Als het straks op snelheid aankomt, dan is die techniek van kardinaal be lang”, aldus de man die het afgelopen jaar weer zo veel plezier heeft gekregen in zijn taak als chef d’equipe. dat hij na de Spelen wel verder met de kanobond in zee wil. Niet ten onrechte stelt Antoon Geurts wel dat er, met de bijna duize lingwekkende reeks trainerswisselingen van de afgelopen jaren in het achter hoofd, „over de nodige zaken gepraat zal moeten worden”. Kennelijk volledig doordrongen van de haar voorgespiegelde idealen be schouwt SED-kaderlid (sinds 1972) Ruth Fuchs het ook als haar morele plicht topprestaties te leveren. „Toen ik een maal had besloten sport te gaan bedrij ven, heb ik voortdurend gestreefd naar het hoogst bereikbare. Tk wilde de beste zijn en dat ben ik nu. Tegenover mijn medeburgers en de staat voel ik mij verplicht iets terug te doen. Het zijn tenslotte de belastingbetalers die het mij mogelijk maken onbekommerd topsport te bedrijven. In dit land krijg ik de mogelijkheden daartoe. Daarom was ik ook zo gelukkig toen in München de droom van Olympisch goud in vervul ling ging. Zo’n prestatie veroorzaakt bij ons volk vreugde en trots en verstevigt het saamhorigheidsgevoel”. De Oostduitse sport wordt voor een niet onaanzienlijk deel misbruikt om jongeren politiek bewust te maken. De Ruth Fuchs, de speer- vier jaar geleden in Olympisch goud veroverde, Ruth Fuchs, die zich in een van deze weinig spaarzame persoonlijke inter views die buitenlandse journalisten wor den toegestaan, manifesteerde als een voortreffelijk DDR-propagandiste, be schouwt het ook als een enorm voor recht dat zij in staat wordt gesteld het aanzien van haar land nog meer allure te geven. „De prestatiesport wordt in onze staat hoog gewaardeerd. Dat komt vooral tot uiting in de erkenning die wij van staatswege krijgen. Wij beschouwen ons echter niet als de elite van de DDR, en wensen daarom in principe ook be handeld te worden als iedere andere burffer. Voor mezelf en de DDR ben ik echter gelukkig dat ik de mogelijkheden bezit om deze topprestatie te kunnen leveren”. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 17