Sweet d’Buster toont nog wat kinderziekten Jan Raas weer winnaar van orgel-impro visatieconcours IF 5000 m2 meubelen, keukens en vloerbedekking i TECHNICUS DIE ORGANIST, COMPONIST EN MUZIEKAUTEUR WERD Tweede heruitgave Verkade-albums Film Pirn de la Parra op Antillen Edvard Munch als gevonden voorwerp Tweede Orgeltocht Toer-in 1976 beverwijk Veelbelovende groep in Paradiso thema's van Louis Toebosch Op meubel dnve-in SERGIO LEONE presenteert vanaf 1 Juli in 20 theaters i v R IJ D A G 9 JULI 19 7 6 KUNST 15 door Johan van Kempen 5000 m2 woonsfeer Rechtstreekse verkoop aan partikulieren. Bijna alles uit voorraad leverbaar. Grote parkeerruimte. Kmderkresj. Ma. t/m za. geopend van 9.00 t/m 18.00 uur. Weg Velsertunnel Zaandam nederiand O rnnpsfeer beverwijk --- EUROPA Parallelweg 43, 02510-29018 MEUBEL zekering te sluiten. Verder schijn ik al een jaar lang recht te hebben op een C Kinderliedjes ZANDVOORT. De componist Paul Christiaan van Westering, be kend door zijn kinderliedjes (waaronder Dikkertje Dap), protestantse kerkmuziek en de vele publikaties als artikelen en ook in boekvorm (De mens achter de musicus) wordt vandaag (9 juli) 65 jaar. Het is een wel kome aanleiding met hem over zijn werk te praten. Is het bereiken van die leeftijd een belangrijke mijlpaal? „Ja, maar eigenlijk alleen door dat gedoe van al die administratieve kerels. Ze willen je in een ziekenfonds voor bejaarden stoppen. Het idee! Een ramp die ik nog net hebkunnen voorkomen door een particuliere ver- Technische opleiding TERENCE HILL MIOU-MIOU 65+ paspoort, waarmee je leunend op je wandelstok, overal tegen gereduceerde prijs binnen kunt schuifelen. Zo is er meer. Het gevolg is wel, dat je door al die dingen er toe komt een terugblik op je leven te werpen. - - Eerste successen Ziet u daarin duidelijke hoogtepunten? Westering op het balkon van zijn Zandvoortse flat. (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) JAN RAAS tafel P. ZWAANSWIJK. JOHN OOMKES. moet itoire platen maakten glorieuze cijfers, maar zijn toch niet meer te krijgen”. over gen. de elen :nde eeds r te het ilms s. r van >kter- A'ordt t, die t dan over goede >mber t tij- >ering i ver dagen 11e in heeft >lech- ij den Mort drage, unes- j ont- over d ac- Grard zijn baan, To- Ikaar nnen in is ir op Hij liable oetite het van Vil- e. En r het liipe”, aarin ndig- sr en speelt repu- het doen, g of een ?hili- latio- lis de jegin- De vier deelnemers stonden voor de zeer veeleisende taak met deze thema’s een sonate te improvisern, waarvan het laatste deel een fugavorm moest gegeven worden. Hoe zou de relatie van hun persoonlijke muzikale fantasie tot de verstrekte thema’s, indien er al sprake was van contact hiermede, zich gaan ontwikkelen en in hoeverre zouden zij zich daarbij houden aan de gestelde opdracht en verworven vakbekwaamheid in toepassing kunnen brengen? Op deze vragen werd door de deelnemers ieder voor zich een heel eigen antwoord gege ven en in deze zin werd de diversiteit van hun begaafheid en hun technische beheersing een duidelijk waarneembare realiteit. Prijswinnaar Jan Raas was door het lot aangewezen het eerst zijn improvisa tie te brengen. De stoere, kernachtige inzet hiervan getuigde van een zeer bewuste aanpak en bij de verdere uit bouw van zijn vertolking werd het dui delijk, dat de organist een vast plan had ontworpen niet alleen voor de vormge- „Maar verreweg het meeste werk was voor andere doeleinden gedacht. Mijn kinderliedjes op teksten van Annie M. G. Schmidt, Han Hoekstra en anderen, schreef ik voor huiselijk gebruik. Tevens had ik de bedoeling met deze concert- liederen voor kinderen, hen te prepare ren op het desbetreffende oeuvre van Schubert. Schumann, Wolff, Poulenc. Vijf jaar lang slingerden mijn kinder- composities op mijn vleugel en pas in 1956 werd Dikkertje Dap met vijf lotge noten. zoals Tante en Oom in Laren, het STOCKHOLM (Reuter) Toen het schilderij vier maanden bij de gevonden voorwerpen van het Centraal station in Stockholm had gestaan zonder dat ie mand het kwam ophalen besloot het personeel van die afdeling het stuk maar in hun kamer op te hangen. Het bleek een gestolen schilderij te zijn van de Noorse schilder Edvard Munch, ter waarde van anderhalf miljoen gulden. Het schilderij, daterend uit 1908, werd in maart gestolen en is kennelijk achterge laten in bagagekluis op het station. Don derdag werd het teruggegeven aan het Stockholmse museum voor moderne kunst. Volgens deskundigen is het ge kreukt, maar wel te herstellen. Deze film zal zijn gebaseerd op de roman „Dubbelspel’ ’van Frank Martinus Arion. De première van „Wan Pipel”, Sur names eerste volledige speelfilm, is vast gesteld op woensdagavond 14 juli in theater Star te Paramaribo. Premier Ar ren, zijn ministerraad en het Surinaamse parlement zijn voor de première uitge nodigd. De Nederlandse première van de film is woensdagavond 18 augustus in Amsterdam, waarna „Wan Pipel” in twintig Nederlandse steden te zien zal zijn. Paul Chr. van Westering 65 jaar s en n en Joris Jilen- naar riden, i zijn hmis- .peler rlijke ge- Ge- ongeveer vier jaar als invaller te heboen gefungeerd. Dat feit zou je misschien ook een hoogtepunt kunnen noemen. Ik bleef overigens uiteindelijk veertig jaar organist-cantor. Mijn grote orgelwerken ontstonden in de loop van de jaren zestig, nadat ik in Parijs bij Marcel Dupre had gestudeerd. Ook die kwamen op de plaat en werden uitgegeven”. Wat voor opleiding volgde u? „Na de Mulo ging ik naar de MTS, die ze tegenwoordig HTS noemen. Er zat geen brood in de muziek, zeiden mijn ouders en waarom zou ik ze tegenspre ken. Ik was goed in wiskunde en omdat je die kennis via de HTS praktisch kon leren toepassen ging ik daarheen. Het was een heerlijke school, ik heb er drie fijne jaren gehad. Mijn eerste radio- recital, dat ik nog gedurende mijn HTS- studie al in 1928 voor de NCRV gaf. bezorgde me in de klas de naam van „orgel-Pietje”. Mijn jaar praktijk bracht ik door op de Amsterdamse vuilverbran ding, dat was naast de Centrale Noord, aan de overkant van het IJ. Over dat praktisch-jaar zou ik een boek kunnen schrijven. Misschien doe ik dat ook nog wel”. „Direet daarna kreeg ik, ondanks de crisis van de dertiger jaren. een baan bij een tandarts, voor wie ik een automati sche tandenborstelmachine bedacht. Bij de vervaardiging ervan, stak ik mezelf in overall en hielp dapper mee. Toen ik in 1934 een baan kreeg op de afdeling bedrijfsmechanisatie van Philips in «een genie, twee partners en een uilskuiken» CONCORDE FILM HAARLEM. De organist Jan Raas, die in 1975 winnaar werd van het Inter nationale Orgelimprovisatie-concours, heeft ook het concours, dat dit jaar op donderdagavond in de Grote of Sint- Bavokerk in Haarlem gehouden werd, gewonnen. De jury, die gevormd werd door de organisten Bernard Bartelink, Anton Heiller uit Wenen en Peter Hur- ford uit Engeland, was unaniem van oordeel, dat Jan Raas zijn drie medekan- didaten voor de Wisselprijs met de ver werking van de twee door de organist Louis Toebosch gecomponeerde thema’s had overtroffen. Even afgezien van het feit dat de Nederlandse popscène te klein is om een broedplaats van talent te kunnen zijn en teveel op het buitenland gericht is om veel orginele creativiteit te kunnen waarborgen, wordt de Nederpop geken merkt door vervlakking. Zanger/saxofo- nist Bertus Borgers: „Waar ik telkens weer van schrik is het gebrek aan pure lef, muzikale durf van de Nederlandse groepen. Maar al te vaak wordt klakke loos voortgeborduurd op datgene wat de Engelse of Amerikaanse muziek eerder opleverde.” Borgers vormt samen met Tom Barla- ge (Solution) en Ronald Ottenhoff (Al- quin) het drietal werkelijk goede blazers dat in de Nederlandse pop voorhanden is. Enkele jaren terug maakte hij furore met de getalenteerde Brabantse Mr. Al bert Show. Het debacle van die groep werd veroorzaakt door niet-muzikale factoren. Bertus knapte daarop af. Een tijdlang hield hij zich met uiteenlopende zaken bezig. Hij schreef filmmuziek, werkte als sessiesaxofonist (onder meer bij de Golden Earring) en leidde een serie opmerkelijke jamsessions in het Eindhovense jongerencentrum De Effe- naar, tot hij de kans kreeg een aantal eigen songs op te nemen. De produktie van het album had tot resultaat dat Sweet d’Buster sneller zijn beslag kreeg dan hij durven dromen. „Kijk, ik vind het niet erg om in iets goeds te trappen, hoewel je meteen weer En hoe kwam u lot de journalistiek? „In 1957 haalde ik het in mijn hoofd gratis het Holland Festival te willen bijwonen. Dus werd ik muziekjournalist. Ik liep alle kranten in Amsterdam af, heb lang voor de Volkskrant en Vrij Nederland geschreven, maar tenslotte werd de Haagse Post mijn geestelijk tehuis. Daar was ik twaalf jaar eerste man. Daarnaast natuurlijk allerlei plaat- recensies. Ik meen dat ik de eerste was. die direct na een concert, soms ook al eerder, contact zocht met solist of diri gent en zelfs ook wel met een heel ensemble zoals 1 Musici, waardoor kri tiek en interview aan elkaar gekoppeld Werden. Boeken schreef ik ook. Muziek theoretische werken, maar ook het suc cesvolle en al snel uitverkochte „De mens achter de musicus”. En er zijn nog steeds nieuwe opdrach ten? „Ja, ik heb nog tal van opdrachten liggen, waarbij ik me echter niet meer aan een datum heb willen binden omdat mijn gezondheid de laatste jaren te wensen overlaat. Maar als ik het zo bekijk ben ik Wel voor minstens drie jaar „volgeboekt”. Voor zowel boeken als muziek, het laatste dikwijls als op dracht van particulieren. Dat komt steeds meer voor. Een vioolsonate met orgel on een voos' viool-solo; een werk voor sopraan en hobo zonder verdere begeleiding; de instrumentatie van mijn Bach-variaties. oorspronkelijk voor or gel; een werk voor elf koperblazers voor de NCRV; liturgische muziek voor de protestantse kerk in België. Daar heb ik al heel wat van afgeleverd. Dan een tweede „Mens achter de musicus”; een bundel popularie beschouwingen. Een lid van een Bergens comité vroeg me een lied te maken op een gedicht van A. Roland Holst. Ook andere componisten werden uitgenodigd. Ik koos er een uit de bundel „Onderhuids", maar werd zo gegrepen door de tekst, dat ik vermoe delijk wel de hele cyclus zal nemen. Fluitketeltje, Beertje Pippeloentje, door iemand meegenomen en wat aarzelend op een kleine grammofoonplaat gezet. Dikkertje Dap, dat toch werkelijk niet gemakkelijk is, kreeg eer ongele lelijke populariteit. Er volgden talrijke platen van verschillende maatschappijen en de Wereldomroep zorgde ervoor dat de plaatjes over de hele wereld verspreid raakten. Israel en Jordanië sloegen el- in de zakelijke beslommeringen verwik keld raakt. Dat betekent dat we het voorlopig met een klein maar werkzaam repartoire moeten doen, totdat we alles rondhebben. De groep wil echter al wel spelen, de zaak opbouwen”, legt Borgers uit. De groep dat zijn Paul Smeenk (gitaar), het roemruchte ritme-tandem Deinum-Lafaille en oud-Earring toetsen man Robert-Jan Stips, die desgevraagd vriendelijk verklaart dat hij verwacht dat Sweet d’Buster muzikaal gezien inte ressantere perspectieven te bieden heeft. Afgaande op het album, dat goed debuutmateriaal bevat, is Sweet d’Buster een heavy-funk sorbet, met hier en daar wat Latijnse, symfonische en R B smaakbepalers. Het wat hese stemgeluid van Borgers heeft daarnaast wat van de swing van een Stevie Wonder weg. Kor tom een aantrekkelijk geheel. Gistera vond had de groep het zwaar te verdu ren. Paradiso (’t weer, de moelijkheden) zat slecht gevuld en zoiets inspireert in de regel niet. De new-look van het centrum was al gedeeltelijk zichtbaar. De oude gebrandschilderde kerkramen, die vanachter het projectiescherm ge haald waren, zorgden toch nog voor wat sfeer. Vanaf het eerste akkoord werd er hard gezwoegd. Smeenk peurde met sto tende bewegingen vloeiende soli tevoor schijn in „Tip Of My Tongue”, dat met „You’re gonna be a Winner” tot het betere van hun repertoire gerekend moet worden. Eerder werd helaas de indruk van het te compacte geluid ver sterkt tijdens de Lennon-McCartney- song „Can’t buy me Love”. Fraai afwisselend was een goed gear rangeerde bewerking van de Kevin Ay- ers-eomposftie „I didn’t feel lonely till I thought of you”waarin afgewogen sa menspel van Stips en de bas van Her man Deinum de potentie van de groep even krachtig onderstreepte. Voor het overige kan ik helaas (nog) niet al te enthousiast zijn, hoewel ik er alle begrip voor heb dat Sweet d’Buster nog in de beginfase zit. Het geluid was te hard, de aankondigingen onverzorgd en een podi- umdynamiek ontbrak af en toe. Ach, het zijn kinderziekten, groeistuipjes zullen we maar denken. AMSTERDAM (ANP) De uitgeverij Zomer en Keurring Boeken BV gaat in het najaar van 1976 de Verkade-albums „Blonde duinen” en „De bonte wei” op nieuw uitgeven. Dit is het gevolg van het grote succes van de vorig jaar her uitgegeven Verkade-albums „Lente’’, „Zomer”, „Herfst” en „Winter”. Ook nu zal voor een vrijwel onveran derde uitvoering worden gekozen. De teksten van dr. Jac. Thijsse blijven on gewijzigd. evenals de illustraties van Jan van Oort, Jan Voerman jr. en L. Wenc kebach. De tekeningen zullen los bij de albums worden geleverd, zodat men ze, net als vroeger, zelf kan uitknippen en inplakken, De albums zullen per stuk 19,50 gaan kosten. ving van zijn efemere „compositie”, maar ook voor de register-timbres van het klankengewaad hiervan. Driedelig werd zijn improvisatie. Op het hier en daar door spontane overdadigheid wat onduidelijke, maar overwegend door verrassende invallen gekenmerkte fraaie eerste deel volgde een zangerig midden deel, waarbij een in toccata-sfeer opge zette, soms door massaliteit wat ver drongen fuga aansluiting vond De volgorde, waarin de candidaten AMSTERDAM (ANP). Filmmaker Pim de la Parra, wiens Surinaamse speelfilm „Wan Pipel” volgende week in Paramaribo haar wereldpremière be leeft en vanaf medio augustus in de Nederlandse bioscopen is te zien, gaat zijn volgende film geheel op te nemen op de Nederlandse Antillen. AMSTERDAM. Radio STAD Am sterdam verschafte gisteravond een aan tal, deels voormalige Paradiso-medewer kers het spreekgestoelte om zich fel af te zetten tegen de koersverandering die het open jongerencentrum heeft ingezet. Het in het gebouw van de Vrije Ge meente gehuisveste Paradiso heeft dui delijk de Underground-beweging, van waaruit het ontstaan is, overleefd, zoals eerder met de periodieke Hitweek en Aloha gebeurde. Of en hoe het nou verder moet is, naast de plannen van hotelmagnaat Bouwes met het Leidse- plein, het grote vraagstuk. Dit alles nam echter niet weg dat Sweet d’Buster, een veelbelovende Nederlandse groep, gister avond in Paradiso en voor het eerst boven de rivieren te aanschouwen was. „Ik weet niet of ik dat woord mag gebruiken. In zijn prille kinderjaren kende ik eerder het notenschrift dan de letters van het .alfabet. Men zegt dat ik op mijn vijfde jaar feilloos kon harmo niseren. Daar weet je zelf natuurlijk niets van. En thuis werd er over muzi kale begaafdheden niet de minste drukte gemaakt, temeer daar mijn ouders zelf fervente amateur-musici waren. Van wensen kaar op de hersenen, terwijl hun beider radiostations Dikkerjte Dap uitzonden om de troepen aan te vuren. De opdracht voor mijn opera „SSTT” kwam evenals die voor het „Lelijke Eendje” van Citroën echt uit de lucht rollen. Dat geval van die „Eend” zou oorspronkelijk door Cor Izunaire wor den getoonzet, maar die had geen zin in het verplichte fabrieksbezoek. Iets v.aer ik natuurlijk alles voor voelde. Ook Annie Schmidt wou de fabriek niet in en het heeft me veel moeite gekost c i haar bij de directie van Citroen te doen handhaven”. Slaat u nu niet van alles over: de journalistieke loopbaan, d" radio, de TV? „Ach ja. En de lezingen niet te verge ten. In mijn drukste jaren tot over de honderd per seizoen. Maar inderdaad, ik moest muziek bij hoorspelen maken en later ook bij TV-stukken. Tussen ’56 en ’66 kwam alles als een lawine op me af. Zo ook mijn opera (1961) voor het jubileum van de Rijksuniversiteit van Utrecht. Zelf gedirigeerd. Twee avonden, enthousiaste kritieken, daarna nooit meer uitgevoerd. Voor mijn kerkkoor, eerst in de Be gijnhofkapel, later in Heemstede, schreef ik twee complete jaargangen liturgische muziek. Pim en Wim kwamen met hun eerste film „AH TAMARA”. Dat was dan weer een gevolg van de opera, waarvan de hoogtepunten op de plaat kwamen. Veel werd uitgegeven en is ook al lang weer uitverkocht. Behoorlijk wat HAARLEM. De tweede Orgeltocht in het kader van de Toer-in 1976 zal zaterdag 10 juli voeren naar de Her vormde kerken in Limmen en Akersloot, de Boerderij kerk in Zuid-Schermer en de Grote Kerk in De Rijp. Het gaat deze keer om orgels die gewoonlijk niet zo gemakkelijk toegankelijk en beluister- baar zijn. De orgónist, die tevens de toelichtin gen zal geven is Jan Jongepier. Op het Batz-orgel in de Grote Kerk van De Rijp zal hij een langduriger concert geven. De begintijd voor de tocht is half elf in de kerk te Limmen, waar een uitvoerige brochure over route, kerken, orgels en programma wordt verstrekt. De kosten voor deelname onaangekon digd en met eigen vervoermiddel - be dragen 5.00, kinderen en CJP-ers 2.50. In de tocht is een lunchpauze opgenomen in een dorpsherberg. Eindhoven, was mijn machine net klaar een braakte tandenborstels uit, die keu rig netjes in een gereedstaande doos terechtkwamen. Dat zie ik achteraf ook als een hoogtepunt”. „Na Philips kwam een ingenieursbu reau voor aërodynamica en aansluitend had ik de controle op alle hijskranen van de Hoogovens. Toen werd het oor log. Ik raakte tot aan mijn nek in de illegaliteit, waar ik verder niet op in wil gaan. De Duitsers zochten me. Eerst thuis, toen op het bedrijf. Dat was meteen het moment dat ik helemaal in de muziek ben gegaan”. Heeft de technische opleiding nog in vloed gehad op de verdere loopbaan? „Vermoedelijk wel. In 1944 zat ik veilig opgeborgen in het steenkoude Teylers Museum, waar ik meedeed aan de prijsvraag van het gelijknamige ge nootschap voor het schrijven van een serie stukken voor het proef instrument met 31 tonen in het octaaf. Ik had ondertussen wel een grondde muzikale opleiding gehad, met het componeren als hoofdschotel. Veel heb ik daarbij te danken aan Jan Mul (gestorven in 1971). bij wie ik acht jaar studeerde en die me geweldig achter mijn vodden zat. Hoe wel ik de prijsvraag van het Teylers Genootschap niet won, was ik toch de gene die het in 1950 klaargekomen in strument met de witte, zwarte en blau we toetsen, voor de pers demonstreerde. Toen ik de volgende dag mijn portret in vrijwel elke krant terugvond, begon ik te beseffen dat het afgelopen was met mijn onbezorgde leventje. Ik had toen al veel geschreven. Met name heel wat concertliederen, waarvan vooral die op teksten van Jacques Prevert, gezien de afrekeningen van de BUMA, een inter nationaal succesje oogstten. Ik had de rare eigenschap om op mijn composities te zitten als een broedende kip op het ei, met slechts dat verschil dat ik de broedsels angstvallig bij me hield. Elke keer als ik in de openbaar heid werd gesleurd, deed me dat bijna lijfelijk pijn. Tegen publiekelijk succes kan ik nog steeds heel slecht. Maakte u ook composities voor het door u bespeelde instrument in Teylers? „Voor het 31-toonsorgel schreef ik, gedurende een heel jaar, vrijgehouden door het Prins Bernhardfonds, enige stukken en vooral ook een leermethode, die men weggemoffeld schijnt te hebben. Mij een zorg”. zich lieten horen, was noch aan de jury, noch aan de talrijke toehoorders bekend. Het viel echter niet moeilijk vast te stellen, dat de Tsjechische organist Ja roslav Tuma de tweede improvisator was, die zich met de thema’s van Toe bosch bezighield en al heel spoedig mengde met muzikale gedachten, waar van het Tsjechisch karakter onver bloemd aan de dag trad. Jaroslav Tuma bracht een gulle, melodisch rijke en lyrisch-romantisch geaarde, door heldere tekening 'treffende improvisatie tot stand, warm van klank in het midden deel en helder in de expositie van de fuga, waarin hij met de omkering van het thema knap werk leverde. De organist Kees van Eersel had merkbaar moeite met de uitvoering van zijn taak. Bij zijn improvisatie moest te vaak ontkoppeling van de thema’s ge constateerd worden en de expositie van de fuga liep niet zo goed. De organist Hans Georg Bosshammer kwam als laatste aan de beurt. Hij ging in het eerste deel van zijn improvisatie nogal vrij te werk en toonde een voor keur voor dynamische contrasten. Een liefelijk gestemd langzaam deel volgde, waarna de fuga kwam met een behoor lijke expositie. In het verdere verloop van deze fuga bleek het moeilijk om duidelijkheid van tekening te bewaren en zo werd dit slotdeel wisselend van waarde en het pompeuze slot was niet overtuigend. De beraadslaging van de jury nam niet veel tijd. Spoedig kon de heer D. J. A. Geluk, voorzitter van het bestuur van de stichting „Internationaal Orgelcon- cours” de uitslag bekend maken. Paul Christiaan van amateur-musici jongs af aan had ik echter drie ik wilde componist worden en journalist (grootvader Van Westering was dat ook) en tenslotte had ik graag een eigen handeltje gehad. Het liefst had ik met een karretje gestaan op een van de vele markten die mijn geboortestad Amster dam rijk was. Die hang zal ik wel van mijn grootvader Paul Sanders hebben, die weliswaar geen ventvergunning had, maar wel een winkeltje in van alles en nog wat, in de buurt van de Dapper- straat. Dat stalletje of winkeltje is er nog steeds niet. (Van Westering lacht breed). Wel heb ik soms op een bepaalde manier met mijn composities moeten leuren om ze uitgegeven te krijgen. Vertelt u eens wat over uw composi-, ties? „Wat ik componeerde voor mijn twaalfde jaar is niet de moeite waard en ook zelden volledig uitggwerkt. Het wa ren meer schetsen. Na mijn twaalfde ging dat beter. Al vroeg schreef ik ook voor het orgel en dat was haast vanzelfsprekend. Want al op mijn veertiende jaar kreeg ik mijn eerste vaste aanstelling als organist, na

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 15