Sweet d’Buster toont
nog wat kinderziekten
Jan Raas weer winnaar van
orgel-impro visatieconcours
IF
5000 m2
meubelen, keukens en
vloerbedekking
i
TECHNICUS DIE ORGANIST, COMPONIST EN MUZIEKAUTEUR WERD
Tweede heruitgave
Verkade-albums
Film Pirn de la Parra
op Antillen
Edvard Munch als
gevonden voorwerp
Tweede Orgeltocht
Toer-in 1976
beverwijk
Veelbelovende groep in Paradiso
thema's van Louis Toebosch
Op
meubel
dnve-in
SERGIO LEONE presenteert
vanaf 1 Juli in 20 theaters
i
v R IJ D A G
9
JULI
19 7 6
KUNST
15
door Johan van Kempen
5000 m2 woonsfeer
Rechtstreekse verkoop aan partikulieren.
Bijna alles uit voorraad leverbaar.
Grote parkeerruimte.
Kmderkresj. Ma. t/m za. geopend
van 9.00 t/m 18.00 uur.
Weg Velsertunnel Zaandam
nederiand O
rnnpsfeer beverwijk
--- EUROPA
Parallelweg 43, 02510-29018 MEUBEL
zekering te sluiten. Verder schijn ik al een jaar lang recht te hebben op
een C
Kinderliedjes
ZANDVOORT. De componist Paul Christiaan van Westering, be
kend door zijn kinderliedjes (waaronder Dikkertje Dap), protestantse
kerkmuziek en de vele publikaties als artikelen en ook in boekvorm (De
mens achter de musicus) wordt vandaag (9 juli) 65 jaar. Het is een wel
kome aanleiding met hem over zijn werk te praten.
Is het bereiken van die leeftijd een belangrijke mijlpaal?
„Ja, maar eigenlijk alleen door dat gedoe van al die administratieve
kerels. Ze willen je in een ziekenfonds voor bejaarden stoppen. Het idee!
Een ramp die ik nog net hebkunnen voorkomen door een particuliere ver-
Technische opleiding
TERENCE HILL
MIOU-MIOU
65+ paspoort, waarmee je leunend op je wandelstok, overal tegen
gereduceerde prijs binnen kunt schuifelen. Zo is er meer. Het gevolg
is wel, dat je door al die dingen er toe komt een terugblik op je leven
te werpen.
- -
Eerste successen
Ziet u daarin duidelijke hoogtepunten?
Westering op het balkon van zijn Zandvoortse flat.
(ADVERTENTIE)
(ADVERTENTIE)
JAN RAAS
tafel
P. ZWAANSWIJK.
JOHN OOMKES.
moet
itoire
platen maakten glorieuze cijfers, maar
zijn toch niet meer te krijgen”.
over
gen.
de
elen
:nde
eeds
r te
het
ilms
s.
r van
>kter-
A'ordt
t, die
t dan
over
goede
>mber
t tij-
>ering
i ver
dagen
11e in
heeft
>lech-
ij den
Mort
drage,
unes-
j ont-
over
d ac-
Grard
zijn
baan,
To-
Ikaar
nnen
in is
ir op
Hij
liable
oetite
het
van
Vil-
e. En
r het
liipe”,
aarin
ndig-
sr en
speelt
repu-
het
doen,
g of
een
?hili-
latio-
lis de
jegin-
De vier deelnemers stonden voor de
zeer veeleisende taak met deze thema’s
een sonate te improvisern, waarvan het
laatste deel een fugavorm moest gegeven
worden. Hoe zou de relatie van hun
persoonlijke muzikale fantasie tot de
verstrekte thema’s, indien er al sprake
was van contact hiermede, zich gaan
ontwikkelen en in hoeverre zouden zij
zich daarbij houden aan de gestelde
opdracht en verworven vakbekwaamheid
in toepassing kunnen brengen? Op deze
vragen werd door de deelnemers ieder
voor zich een heel eigen antwoord gege
ven en in deze zin werd de diversiteit
van hun begaafheid en hun technische
beheersing een duidelijk waarneembare
realiteit.
Prijswinnaar Jan Raas was door het
lot aangewezen het eerst zijn improvisa
tie te brengen. De stoere, kernachtige
inzet hiervan getuigde van een zeer
bewuste aanpak en bij de verdere uit
bouw van zijn vertolking werd het dui
delijk, dat de organist een vast plan had
ontworpen niet alleen voor de vormge-
„Maar verreweg het meeste werk was
voor andere doeleinden gedacht. Mijn
kinderliedjes op teksten van Annie M.
G. Schmidt, Han Hoekstra en anderen,
schreef ik voor huiselijk gebruik. Tevens
had ik de bedoeling met deze concert-
liederen voor kinderen, hen te prepare
ren op het desbetreffende oeuvre van
Schubert. Schumann, Wolff, Poulenc.
Vijf jaar lang slingerden mijn kinder-
composities op mijn vleugel en pas in
1956 werd Dikkertje Dap met vijf lotge
noten. zoals Tante en Oom in Laren, het
STOCKHOLM (Reuter) Toen het
schilderij vier maanden bij de gevonden
voorwerpen van het Centraal station in
Stockholm had gestaan zonder dat ie
mand het kwam ophalen besloot het
personeel van die afdeling het stuk
maar in hun kamer op te hangen. Het
bleek een gestolen schilderij te zijn van
de Noorse schilder Edvard Munch, ter
waarde van anderhalf miljoen gulden.
Het schilderij, daterend uit 1908, werd in
maart gestolen en is kennelijk achterge
laten in bagagekluis op het station. Don
derdag werd het teruggegeven aan het
Stockholmse museum voor moderne
kunst. Volgens deskundigen is het ge
kreukt, maar wel te herstellen.
Deze film zal zijn gebaseerd op de
roman „Dubbelspel’ ’van Frank Martinus
Arion.
De première van „Wan Pipel”, Sur
names eerste volledige speelfilm, is vast
gesteld op woensdagavond 14 juli in
theater Star te Paramaribo. Premier Ar
ren, zijn ministerraad en het Surinaamse
parlement zijn voor de première uitge
nodigd. De Nederlandse première van de
film is woensdagavond 18 augustus in
Amsterdam, waarna „Wan Pipel” in
twintig Nederlandse steden te zien zal
zijn.
Paul Chr. van Westering 65 jaar
s en
n en
Joris
Jilen-
naar
riden,
i zijn
hmis-
.peler
rlijke
ge-
Ge-
ongeveer vier jaar als invaller te heboen
gefungeerd. Dat feit zou je misschien
ook een hoogtepunt kunnen noemen. Ik
bleef overigens uiteindelijk veertig jaar
organist-cantor. Mijn grote orgelwerken
ontstonden in de loop van de jaren
zestig, nadat ik in Parijs bij Marcel
Dupre had gestudeerd. Ook die kwamen
op de plaat en werden uitgegeven”.
Wat voor opleiding volgde u?
„Na de Mulo ging ik naar de MTS, die
ze tegenwoordig HTS noemen. Er zat
geen brood in de muziek, zeiden mijn
ouders en waarom zou ik ze tegenspre
ken. Ik was goed in wiskunde en omdat
je die kennis via de HTS praktisch kon
leren toepassen ging ik daarheen. Het
was een heerlijke school, ik heb er drie
fijne jaren gehad. Mijn eerste radio-
recital, dat ik nog gedurende mijn HTS-
studie al in 1928 voor de NCRV gaf.
bezorgde me in de klas de naam van
„orgel-Pietje”. Mijn jaar praktijk bracht
ik door op de Amsterdamse vuilverbran
ding, dat was naast de Centrale Noord,
aan de overkant van het IJ. Over dat
praktisch-jaar zou ik een boek kunnen
schrijven. Misschien doe ik dat ook nog
wel”.
„Direet daarna kreeg ik, ondanks de
crisis van de dertiger jaren. een baan bij
een tandarts, voor wie ik een automati
sche tandenborstelmachine bedacht. Bij
de vervaardiging ervan, stak ik mezelf
in overall en hielp dapper mee. Toen ik
in 1934 een baan kreeg op de afdeling
bedrijfsmechanisatie van Philips in
«een genie, twee partners
en een uilskuiken»
CONCORDE FILM
HAARLEM. De organist Jan Raas,
die in 1975 winnaar werd van het Inter
nationale Orgelimprovisatie-concours,
heeft ook het concours, dat dit jaar op
donderdagavond in de Grote of Sint-
Bavokerk in Haarlem gehouden werd,
gewonnen. De jury, die gevormd werd
door de organisten Bernard Bartelink,
Anton Heiller uit Wenen en Peter Hur-
ford uit Engeland, was unaniem van
oordeel, dat Jan Raas zijn drie medekan-
didaten voor de Wisselprijs met de ver
werking van de twee door de organist
Louis Toebosch gecomponeerde thema’s
had overtroffen.
Even afgezien van het feit dat de
Nederlandse popscène te klein is om een
broedplaats van talent te kunnen zijn en
teveel op het buitenland gericht is om
veel orginele creativiteit te kunnen
waarborgen, wordt de Nederpop geken
merkt door vervlakking. Zanger/saxofo-
nist Bertus Borgers: „Waar ik telkens
weer van schrik is het gebrek aan pure
lef, muzikale durf van de Nederlandse
groepen. Maar al te vaak wordt klakke
loos voortgeborduurd op datgene wat de
Engelse of Amerikaanse muziek eerder
opleverde.”
Borgers vormt samen met Tom Barla-
ge (Solution) en Ronald Ottenhoff (Al-
quin) het drietal werkelijk goede blazers
dat in de Nederlandse pop voorhanden
is. Enkele jaren terug maakte hij furore
met de getalenteerde Brabantse Mr. Al
bert Show. Het debacle van die groep
werd veroorzaakt door niet-muzikale
factoren. Bertus knapte daarop af. Een
tijdlang hield hij zich met uiteenlopende
zaken bezig. Hij schreef filmmuziek,
werkte als sessiesaxofonist (onder meer
bij de Golden Earring) en leidde een
serie opmerkelijke jamsessions in het
Eindhovense jongerencentrum De Effe-
naar, tot hij de kans kreeg een aantal
eigen songs op te nemen. De produktie
van het album had tot resultaat dat
Sweet d’Buster sneller zijn beslag kreeg
dan hij durven dromen.
„Kijk, ik vind het niet erg om in iets
goeds te trappen, hoewel je meteen weer
En hoe kwam u lot de journalistiek?
„In 1957 haalde ik het in mijn hoofd
gratis het Holland Festival te willen
bijwonen. Dus werd ik muziekjournalist.
Ik liep alle kranten in Amsterdam af,
heb lang voor de Volkskrant en Vrij
Nederland geschreven, maar tenslotte
werd de Haagse Post mijn geestelijk
tehuis. Daar was ik twaalf jaar eerste
man. Daarnaast natuurlijk allerlei plaat-
recensies. Ik meen dat ik de eerste was.
die direct na een concert, soms ook al
eerder, contact zocht met solist of diri
gent en zelfs ook wel met een heel
ensemble zoals 1 Musici, waardoor kri
tiek en interview aan elkaar gekoppeld
Werden. Boeken schreef ik ook. Muziek
theoretische werken, maar ook het suc
cesvolle en al snel uitverkochte „De
mens achter de musicus”.
En er zijn nog steeds nieuwe opdrach
ten?
„Ja, ik heb nog tal van opdrachten
liggen, waarbij ik me echter niet meer
aan een datum heb willen binden omdat
mijn gezondheid de laatste jaren te
wensen overlaat. Maar als ik het zo
bekijk ben ik Wel voor minstens drie
jaar „volgeboekt”. Voor zowel boeken
als muziek, het laatste dikwijls als op
dracht van particulieren. Dat komt
steeds meer voor. Een vioolsonate met
orgel on een voos' viool-solo; een werk
voor sopraan en hobo zonder verdere
begeleiding; de instrumentatie van mijn
Bach-variaties. oorspronkelijk voor or
gel; een werk voor elf koperblazers voor
de NCRV; liturgische muziek voor de
protestantse kerk in België. Daar heb ik
al heel wat van afgeleverd. Dan een
tweede „Mens achter de musicus”; een
bundel popularie beschouwingen. Een lid
van een Bergens comité vroeg me een
lied te maken op een gedicht van A.
Roland Holst. Ook andere componisten
werden uitgenodigd. Ik koos er een uit
de bundel „Onderhuids", maar werd zo
gegrepen door de tekst, dat ik vermoe
delijk wel de hele cyclus zal nemen.
Fluitketeltje, Beertje Pippeloentje, door
iemand meegenomen en wat aarzelend
op een kleine grammofoonplaat gezet.
Dikkertje Dap, dat toch werkelijk niet
gemakkelijk is, kreeg eer ongele lelijke
populariteit. Er volgden talrijke platen
van verschillende maatschappijen en de
Wereldomroep zorgde ervoor dat de
plaatjes over de hele wereld verspreid
raakten. Israel en Jordanië sloegen el-
in de zakelijke beslommeringen verwik
keld raakt. Dat betekent dat we het
voorlopig met een klein maar werkzaam
repartoire moeten doen, totdat we alles
rondhebben. De groep wil echter al wel
spelen, de zaak opbouwen”, legt Borgers
uit. De groep dat zijn Paul Smeenk
(gitaar), het roemruchte ritme-tandem
Deinum-Lafaille en oud-Earring toetsen
man Robert-Jan Stips, die desgevraagd
vriendelijk verklaart dat hij verwacht
dat Sweet d’Buster muzikaal gezien inte
ressantere perspectieven te bieden heeft.
Afgaande op het album, dat goed
debuutmateriaal bevat, is Sweet d’Buster
een heavy-funk sorbet, met hier en daar
wat Latijnse, symfonische en R B
smaakbepalers. Het wat hese stemgeluid
van Borgers heeft daarnaast wat van de
swing van een Stevie Wonder weg. Kor
tom een aantrekkelijk geheel. Gistera
vond had de groep het zwaar te verdu
ren. Paradiso (’t weer, de moelijkheden)
zat slecht gevuld en zoiets inspireert in
de regel niet. De new-look van het
centrum was al gedeeltelijk zichtbaar.
De oude gebrandschilderde kerkramen,
die vanachter het projectiescherm ge
haald waren, zorgden toch nog voor wat
sfeer.
Vanaf het eerste akkoord werd er
hard gezwoegd. Smeenk peurde met sto
tende bewegingen vloeiende soli tevoor
schijn in „Tip Of My Tongue”, dat met
„You’re gonna be a Winner” tot het
betere van hun repertoire gerekend
moet worden. Eerder werd helaas de
indruk van het te compacte geluid ver
sterkt tijdens de Lennon-McCartney-
song „Can’t buy me Love”.
Fraai afwisselend was een goed gear
rangeerde bewerking van de Kevin Ay-
ers-eomposftie „I didn’t feel lonely till I
thought of you”waarin afgewogen sa
menspel van Stips en de bas van Her
man Deinum de potentie van de groep
even krachtig onderstreepte. Voor het
overige kan ik helaas (nog) niet al te
enthousiast zijn, hoewel ik er alle begrip
voor heb dat Sweet d’Buster nog in de
beginfase zit. Het geluid was te hard, de
aankondigingen onverzorgd en een podi-
umdynamiek ontbrak af en toe. Ach, het
zijn kinderziekten, groeistuipjes zullen
we maar denken.
AMSTERDAM (ANP) De uitgeverij
Zomer en Keurring Boeken BV gaat in
het najaar van 1976 de Verkade-albums
„Blonde duinen” en „De bonte wei” op
nieuw uitgeven. Dit is het gevolg van
het grote succes van de vorig jaar her
uitgegeven Verkade-albums „Lente’’,
„Zomer”, „Herfst” en „Winter”.
Ook nu zal voor een vrijwel onveran
derde uitvoering worden gekozen. De
teksten van dr. Jac. Thijsse blijven on
gewijzigd. evenals de illustraties van Jan
van Oort, Jan Voerman jr. en L. Wenc
kebach. De tekeningen zullen los bij de
albums worden geleverd, zodat men ze,
net als vroeger, zelf kan uitknippen en
inplakken, De albums zullen per stuk
19,50 gaan kosten.
ving van zijn efemere „compositie”,
maar ook voor de register-timbres van
het klankengewaad hiervan. Driedelig
werd zijn improvisatie. Op het hier en
daar door spontane overdadigheid wat
onduidelijke, maar overwegend door
verrassende invallen gekenmerkte fraaie
eerste deel volgde een zangerig midden
deel, waarbij een in toccata-sfeer opge
zette, soms door massaliteit wat ver
drongen fuga aansluiting vond
De volgorde, waarin de candidaten
AMSTERDAM (ANP). Filmmaker
Pim de la Parra, wiens Surinaamse
speelfilm „Wan Pipel” volgende week in
Paramaribo haar wereldpremière be
leeft en vanaf medio augustus in de
Nederlandse bioscopen is te zien, gaat
zijn volgende film geheel op te nemen op
de Nederlandse Antillen.
AMSTERDAM. Radio STAD Am
sterdam verschafte gisteravond een aan
tal, deels voormalige Paradiso-medewer
kers het spreekgestoelte om zich fel af
te zetten tegen de koersverandering die
het open jongerencentrum heeft ingezet.
Het in het gebouw van de Vrije Ge
meente gehuisveste Paradiso heeft dui
delijk de Underground-beweging, van
waaruit het ontstaan is, overleefd, zoals
eerder met de periodieke Hitweek en
Aloha gebeurde. Of en hoe het nou
verder moet is, naast de plannen van
hotelmagnaat Bouwes met het Leidse-
plein, het grote vraagstuk. Dit alles nam
echter niet weg dat Sweet d’Buster, een
veelbelovende Nederlandse groep, gister
avond in Paradiso en voor het eerst
boven de rivieren te aanschouwen was.
„Ik weet niet of ik dat woord mag
gebruiken. In zijn prille kinderjaren
kende ik eerder het notenschrift dan de
letters van het .alfabet. Men zegt dat ik
op mijn vijfde jaar feilloos kon harmo
niseren. Daar weet je zelf natuurlijk
niets van. En thuis werd er over muzi
kale begaafdheden niet de minste drukte
gemaakt, temeer daar mijn ouders zelf
fervente amateur-musici waren. Van
wensen
kaar op de hersenen, terwijl hun beider
radiostations Dikkerjte Dap uitzonden
om de troepen aan te vuren.
De opdracht voor mijn opera „SSTT”
kwam evenals die voor het „Lelijke
Eendje” van Citroën echt uit de lucht
rollen. Dat geval van die „Eend” zou
oorspronkelijk door Cor Izunaire wor
den getoonzet, maar die had geen zin in
het verplichte fabrieksbezoek. Iets v.aer
ik natuurlijk alles voor voelde. Ook
Annie Schmidt wou de fabriek niet in
en het heeft me veel moeite gekost c i
haar bij de directie van Citroen te doen
handhaven”.
Slaat u nu niet van alles over: de
journalistieke loopbaan, d" radio, de TV?
„Ach ja. En de lezingen niet te verge
ten. In mijn drukste jaren tot over de
honderd per seizoen. Maar inderdaad, ik
moest muziek bij hoorspelen maken en
later ook bij TV-stukken. Tussen ’56 en
’66 kwam alles als een lawine op me af.
Zo ook mijn opera (1961) voor het
jubileum van de Rijksuniversiteit van
Utrecht. Zelf gedirigeerd. Twee avonden,
enthousiaste kritieken, daarna nooit
meer uitgevoerd.
Voor mijn kerkkoor, eerst in de Be
gijnhofkapel, later in Heemstede, schreef
ik twee complete jaargangen liturgische
muziek. Pim en Wim kwamen met hun
eerste film „AH TAMARA”. Dat was
dan weer een gevolg van de opera,
waarvan de hoogtepunten op de plaat
kwamen. Veel werd uitgegeven en is ook
al lang weer uitverkocht. Behoorlijk wat
HAARLEM. De tweede Orgeltocht
in het kader van de Toer-in 1976 zal
zaterdag 10 juli voeren naar de Her
vormde kerken in Limmen en Akersloot,
de Boerderij kerk in Zuid-Schermer en
de Grote Kerk in De Rijp. Het gaat deze
keer om orgels die gewoonlijk niet zo
gemakkelijk toegankelijk en beluister-
baar zijn.
De orgónist, die tevens de toelichtin
gen zal geven is Jan Jongepier. Op het
Batz-orgel in de Grote Kerk van De
Rijp zal hij een langduriger concert
geven. De begintijd voor de tocht is half
elf in de kerk te Limmen, waar een
uitvoerige brochure over route, kerken,
orgels en programma wordt verstrekt.
De kosten voor deelname onaangekon
digd en met eigen vervoermiddel - be
dragen 5.00, kinderen en CJP-ers
2.50. In de tocht is een lunchpauze
opgenomen in een dorpsherberg.
Eindhoven, was mijn machine net klaar
een braakte tandenborstels uit, die keu
rig netjes in een gereedstaande doos
terechtkwamen. Dat zie ik achteraf ook
als een hoogtepunt”.
„Na Philips kwam een ingenieursbu
reau voor aërodynamica en aansluitend
had ik de controle op alle hijskranen
van de Hoogovens. Toen werd het oor
log. Ik raakte tot aan mijn nek in de
illegaliteit, waar ik verder niet op in wil
gaan. De Duitsers zochten me. Eerst
thuis, toen op het bedrijf. Dat was
meteen het moment dat ik helemaal in
de muziek ben gegaan”.
Heeft de technische opleiding nog in
vloed gehad op de verdere loopbaan?
„Vermoedelijk wel. In 1944 zat ik
veilig opgeborgen in het steenkoude
Teylers Museum, waar ik meedeed aan
de prijsvraag van het gelijknamige ge
nootschap voor het schrijven van een
serie stukken voor het proef instrument
met 31 tonen in het octaaf. Ik had
ondertussen wel een grondde muzikale
opleiding gehad, met het componeren als
hoofdschotel. Veel heb ik daarbij te
danken aan Jan Mul (gestorven in 1971).
bij wie ik acht jaar studeerde en die me
geweldig achter mijn vodden zat. Hoe
wel ik de prijsvraag van het Teylers
Genootschap niet won, was ik toch de
gene die het in 1950 klaargekomen in
strument met de witte, zwarte en blau
we toetsen, voor de pers demonstreerde.
Toen ik de volgende dag mijn portret in
vrijwel elke krant terugvond, begon ik
te beseffen dat het afgelopen was met
mijn onbezorgde leventje. Ik had toen al
veel geschreven. Met name heel wat
concertliederen, waarvan vooral die op
teksten van Jacques Prevert, gezien de
afrekeningen van de BUMA, een inter
nationaal succesje oogstten.
Ik had de rare eigenschap om op mijn
composities te zitten als een broedende
kip op het ei, met slechts dat verschil
dat ik de broedsels angstvallig bij me
hield. Elke keer als ik in de openbaar
heid werd gesleurd, deed me dat bijna
lijfelijk pijn. Tegen publiekelijk succes
kan ik nog steeds heel slecht.
Maakte u ook composities voor het
door u bespeelde instrument in Teylers?
„Voor het 31-toonsorgel schreef ik,
gedurende een heel jaar, vrijgehouden
door het Prins Bernhardfonds, enige
stukken en vooral ook een leermethode,
die men weggemoffeld schijnt te hebben.
Mij een zorg”.
zich lieten horen, was noch aan de jury,
noch aan de talrijke toehoorders bekend.
Het viel echter niet moeilijk vast te
stellen, dat de Tsjechische organist Ja
roslav Tuma de tweede improvisator
was, die zich met de thema’s van Toe
bosch bezighield en al heel spoedig
mengde met muzikale gedachten, waar
van het Tsjechisch karakter onver
bloemd aan de dag trad. Jaroslav Tuma
bracht een gulle, melodisch rijke en
lyrisch-romantisch geaarde, door heldere
tekening 'treffende improvisatie tot
stand, warm van klank in het midden
deel en helder in de expositie van de
fuga, waarin hij met de omkering van
het thema knap werk leverde.
De organist Kees van Eersel had
merkbaar moeite met de uitvoering van
zijn taak. Bij zijn improvisatie moest te
vaak ontkoppeling van de thema’s ge
constateerd worden en de expositie van
de fuga liep niet zo goed.
De organist Hans Georg Bosshammer
kwam als laatste aan de beurt. Hij ging
in het eerste deel van zijn improvisatie
nogal vrij te werk en toonde een voor
keur voor dynamische contrasten. Een
liefelijk gestemd langzaam deel volgde,
waarna de fuga kwam met een behoor
lijke expositie. In het verdere verloop
van deze fuga bleek het moeilijk om
duidelijkheid van tekening te bewaren
en zo werd dit slotdeel wisselend van
waarde en het pompeuze slot was niet
overtuigend.
De beraadslaging van de jury nam
niet veel tijd. Spoedig kon de heer D. J.
A. Geluk, voorzitter van het bestuur van
de stichting „Internationaal Orgelcon-
cours” de uitslag bekend maken.
Paul Christiaan van
amateur-musici
jongs af aan had ik echter drie
ik wilde componist worden en journalist
(grootvader Van Westering was dat ook)
en tenslotte had ik graag een eigen
handeltje gehad. Het liefst had ik met
een karretje gestaan op een van de vele
markten die mijn geboortestad Amster
dam rijk was. Die hang zal ik wel van
mijn grootvader Paul Sanders hebben,
die weliswaar geen ventvergunning had,
maar wel een winkeltje in van alles en
nog wat, in de buurt van de Dapper-
straat. Dat stalletje of winkeltje is er
nog steeds niet. (Van Westering lacht
breed). Wel heb ik soms op een bepaalde
manier met mijn composities moeten
leuren om ze uitgegeven te krijgen.
Vertelt u eens wat over uw composi-,
ties?
„Wat ik componeerde voor mijn
twaalfde jaar is niet de moeite waard en
ook zelden volledig uitggwerkt. Het wa
ren meer schetsen. Na mijn twaalfde
ging dat beter.
Al vroeg schreef ik ook voor het orgel
en dat was haast vanzelfsprekend. Want
al op mijn veertiende jaar kreeg ik mijn
eerste vaste aanstelling als organist, na