1 L>' w i Er gaat stevig geweend worde: Bk ■I I- AJ I B liJ IS F 1 b i ili 1 O w i 11 tl I Z9 i S I O o Bi® 5 B 'I Bi - H t ii i ttSS f i i Ui will 9 i L'k l: o f II :W F 9b i w 1 ff li 3.3 3 1 f‘ e lil 51 g üi door Hans Rombouts Parkeerverbod Vlaamse vloek i f 1 foto’s Roland de Bruin 3 99. L i F 99 Helikopter WO 99^ Louisette, de veldwachtersvrouw van het Oostvlaamse dorp Mere, is aan het einde van haar zenuwen. Dat is te begrijpen en te billijken als ge weet dat: a. Lucien van Impe op het punt staat de Tour de France definitief te winnen én b. ze haar eerste kleinkind verwacht. Twee zaken, die haar allemachtig ter harte gaan en die dan ook gekoppeld worden. Op het pluche van het tafelkleed in de op-kamer ligt een gele bandhanddoek gespreid met daarop uitge stald de doopsuikers, feestelijke zakjes met lekkernijen. Kleur van de crèpepapierverpakking: geel. De traditionele geboortesuikers zijn voor Lucien van Impe (die daar nu nog van onkundig rondfietst op Champs Elysées, de elysefeche velden van Frankrijk) en zijn gezinnetje. Even verder, in de eetkamer, staat een kraakwit-beeld van het liefvrouwke met er naast een kaars zo geel, datje er tranen van in de ogen krijgt. Louisette, die ons meedeelt dat ze stilaan toe is aan het slikken, omdat haar krachten het in deze gelukszwangere dagen bijna begeven, heeft net de kaars gedoofd. De Tour-etappe van de dag is ten einde. Al jaren brandt ze stillekes een kaars voor dat liefvrouwke, zolang Lucien van Impe de ronde van Frankrijk rijdt. Bij de start ontsteekt ze de kaars. Als de kleine Merenaar laars-klein zelfs, zoals Het Laatste Nieuws hem aanduidt weer veilig over de cols gekomen is, wordt de vlam gedoofd. Andere jaren was het een witte kaars. Dit jaar voor het eerst een gele. „En ge ziet wat er van gekomen is”, zegt de nerveus ronddribbelende Louisette gelovig. 3 33 3 H i irv L Vis r y' Niet te geloven Even samen i i vx 9 f«^ t’ ■w 1 I t V Een gele kaars voor Lucien 4 of: "t •iw y ^SS> D w in in ie. ire >A vW Het gehucht Mere, aangeschurkt tegen het oude stadje Aalst, zindert van gelukza ligheid. De bewoners willen het weten: hun Lucien van Impe heeft het summum aan roem gepakt. Ze hebben alles wat maar geel is uit de huizen gehangen: handdoeken, gordijnen, ondergoed, stuk ken plastic, de vlag met de Vlaamse leeuw. Zelfs wat ze bij sloten tegelijk drinken is geel, goudgeel: de Stella, Wiels of Roman, kloek schuimend in de hand. Het is alsof de roomse glorie van weleer is teruggekeerd: de dagen van de processies door het land. Ook toen werden kleden uitgehangen. Ook toen werden kaarsen ontstoken bij de heiligebeelden. Je hoort dezer dagen in Mere een nieuwe tekst op een oud Lourdesbedevaartlied: „Te Mere in de bergen” De heilige van de laatste dagen is Lucien van Impe. De erediensten spelen zich af in de herbergen en cafés, waar de afbeeldingen van Van Impe (nog in de rode bollekestrui van de bergkoning, want de affiches met Lucien in de gele trui zijn er nog niet) hoog boven de vrolijke supporters opgehangen zijn. Maar laten wij u enkele wrochtsels van onze poëtische Belgische vrienden door geven: Wie zou ze niet begere die gele trui van Mere Maar als Lucien het zo nog doet maakt hij Joop de melk en ’t leven zoet Lucien in ’t geel Zoetemelk ziet scheel Van Impe in bollekes rood Joop op den tweede root moet ze ook toch tegemoet komen Met shirtjes, petjes, foto's. Die laten we zelf maken. Er is nu een firma gekomen, die die truitjes wel wil sponsoren”. Buiten rijden auto’s rond met de glorieuze tekst: „Ik ben supporter Lucien van Impe”. H Ie <g u 3 Middelpunt van deze Van Impe-cultus is natuurlijk de herberg „sportcafé bij ren ner Van Impe” aan de Magerstraat. Veld wachter Karei Verlaeckt heeft onmiddel lijk drastisch ingegrepen. Hij heeft aan één kant van de Magerstraat een parkeer verbod verordonneerd Terecht, want het is een drukte van jewelste bij het café van de ouders van Lucien. Hier wordt al de eerste forse winst geboekt van de gele trui. Zaterdag na de fameuze koningsrit van Van Impe, waarin hij in feite de Tour won, werd de Magerstraat volkomen geblokkeerd door de luid toeterende auto’s. Er waren zo’n 3000 man op de been. Er werd zo stevig op de overwinning van de muiskleine ronderenner gedron ken, dat de biervoorraad op raakte. Vader Van Impe en zijn zoons hebben er rap voor gezorgd, dat dat voorlopig niet meer gebeuren kan. De voorraad wordt goed op peil gehouden. En voor dit weekeinde is er een biertent opgezet bij de Van Impen De oude heer, ook klein van stuk trouwens, maar wat forser uitgevallen dan zijn fiet sende zoon, wrijft zich de handen. Ieder een is in de weer Geburen en jonge doch ters steken een handje toe. In het café hangt de bollekenstrui van vorig jaar breeduit Een prachtige trofee natuurlijk, maar de mensen van Mere waren daar op uit gekeken. Bergkoning is mooi, maar er moest nu maar eens geel komen. Aldus is ook de strekking van de rijmen en dichtseis die aan de namaak eiken balken hangen. Waarbij Joop Zoetemelk steeds onder uit de zak krijgt Joop heeft het bij onze Benelux-partners nog immer gedaan. Zo wordt gemeld, dat de Zoete melk is uitver kocht Er is wel berggeitemelk voorradig Rita van Impe weet haai' man op waar de te schatten. „Mijn Lucien is gene Merckx. Maar hij is toch een schone win naar Hij is met een gans andere moraal naar deze Tour vertrokken. Hij wilde win nen. Maar ja, Lucien heeft iemand achter zich nodig, die hem inspireert; die hem achter zijn vodden zit. Ik denk dat Sta- blinski (zijn vroegere ploegleider, HR) te zacht was Guimard pakt hem stevig aan. Die trekt zelfs als Fransman ene vloek af Alle telefoontjes voor de familie Van Impe (in uitgebre kiste zin: Rita geeft niet thuis en de ouweh van Lucien weigeren om zich een telefo pn aan te schaffen in hun café, omdat daMi toch maai' iedereen daar op hun kosten staat te bellen) wor den praktisch dooi' lie veldwachter opge vangen. „Van de weilk belde me een fir ma, die me vroeg te regelen, dat Lucien komende week per Helikopter naar de nederzettingen van da l bedrijf in België gevoerd zou kunnen wenden. Het kon niet schelen wat Lucien daa ivoor zou vragen. Ik heb dat niet kunnei i regelen. Ik ben Lucien’s manager niet'. Er klonk enige spijt door bij die laatste constatering Verlaeck heeft het op al |e fronten druk. Zijn vrouw bekent in ons bijzijn zodat '9Z gw-zS'" w w 1 Toegegeven, het zijn niet allen Van Ostaijes in het Vlaamse land, maar de ontboezemingen geven wel aan wat er leeft onder de bevolking van Mere. Men wacht er ook met enig ongeduld af tot de gele truien klaar zijn met de beeltenis van de kleine grote triomfator De bollekes- truien die in massa’s aangemaakt waren, omdat men zich aan dié zekerheid kon vastklampen, zijn al dagen uitverkocht bij de plaatselijke textielhandel De regen boog. Rita van Impen, de vrouw van Lucien, heeft de eerste proefexemplaren van de gele truitjes en T-shirts in huis. Niemand mag het weten, want anders wordt het huis bestormd. Wat dat betreft kun je zelfs je familie niet vertrouwen. Luister naar wat Rita daarover meldt: „Ik heb de belangrijkste gele trui die van zaterdag, waarin hij Zoetemelk op drie minuten zette ergens op zolder verstopt. Als ik ’m hier in de kamer zou hangen en mijn zwager zou bij mijn afwe zigheid voor de planten en de vogels zor gen. en hij zou die trui zien, dan nam ie 'm mee”. Rita was trouwens wel zo trots op die trui dat ze hem even ging halen en er t:: mee op de foto ging. Met die truien wordt iiet nog een heel gedoe. Het zou geen verbazing wekken, als dat aanleiding tot felle familietwisten zou geven. Rita „de ploegmaten van Lucien krijgen er één, het café van zijn ouders, de supportersclub, het kledingma gazijn De Regenboog, mijn broer voor zijn zaak in Knokke en ga zo maar door Vorig jaar waren er al kwaad, omdat ze geen bollekestrui hadden gekregen. Wat moet dat worden met die gele. Weet je er komen mensen aan de deur en die willen veel geld geven voor zo'n trui Het is toch te gek Het is toch niet te ge.loven’ ’<3 «Wis I ;„S de eventuele tiforn van haar man wat afgezwakt wordtidat ze haar vader en moeder uitgenodigd heeft om naar Mere te komen, teneR.ide de triomftocht van Van Impe mee te maken. Verlaeckt grijpt in komisch gespeelde wanhoop naar het veel gekwelde hoof’d („als ik die huldiging niet goed regel komit er niets van terecht”) en roept uit: „vrouw.,, hoe krijg je liet in je hoofd? Je oude vader en moeder. Maar ik zal er nu niet over klappen met je”. Loui sette glimlacht verontschuldigend: „Karei, ik kan die menisen het mooiste in hun lange leven toch miet onthouden, de huldiging van Lucien". Een pijl, die volop de brede roos van de veldwachter raakt. mogen het niet, hun vrouw laten overko men. Het was toen wat triestig, omdat hij zijn gele trui verloren had aan Delisle. Die gele trui is alles voor Lucien. Ach, hij was toch zo intens gelukkig, toen hij die gele trui veroverde Hij weende. Ik weet zeker dat dat toen het gelukkigste moment uit zijn leven was, zelfs nog meer dan op onze trouwdag Als pronte huisvrouw zich steeds excu serend, omdat haar huis door alle toestan den met gekuist is zoals zij het zou willen we ontwaren niettemin geen enkel pluisje of stofje weet ze zich geholpen door de nicht, die alle telefoontjes aan neemt en meedeelt (als het supporters zijn), dat Rita niet thuis is. Ze weet trou wens heel goed wie de ware supporters zijn en wie niet „Nu lopen ze hier rond. Nu zingen ze Maar toen Lucien zijn trui verloren had aan Delisle zag je ze niet Maar dat hoort er nu eenmaal bij. En je Het is toch met te geloven. Dat komt steeds weer bovendrijven, die verwonde ring. Die droom van de geringe, eenvoudi ge Lucien van Impe m de gele trui m het hartje van Parijs naast president Giseard d'Estaing Rita van Impe is gevlucht voor alle drukte. „Ik kon nooit voor twee uur naar bed en s morgens om zeven uur belden ei al weer supporters Om gek van te wor den. Met de twee kinderen ben ik naar Knokke gegaan. Tussentijds ben ik wel tijdens de laatste rustdag bij Lucien geweest. Dat heeft hij graag. Ik doe het met al te veel, want de andere renners 'ZZZZZZZZZ.-^Z ’«•zKyh. Rita, die inmiddels afgereisd is naar de Tour, ziet erg op tegen de inkomst in Mere. Natuurlijk is ze trots.. Maar ze is bijzonder nerveus. „Hoe zal Lucien dat oppakken? Hij komt niet aan slapen toe van zondag op maandag. Eer,st dat ban ket, dan de reis naar hier. Dan die huldi- ’ging. Ik heb de centrale gevraagd om de telefoon voor een paar uurtjes ,af te slui ten. Ik zet de bel af. We moeten toch een paar uurtjes kunnen samen zijn na zijn triomf. Een paar uurtjes slapen. Maanda gavond moet hij alweer koersen in Aalst”. Rita van Impe weet het: de oogst moet nu, zoals na elke Tour binnen gehaald worden. De ronde van Frankrijk zelf levert niets op in die zin, dat alle inkomsten aan de ploegmaten worden gegeven. Het grote geld komt daarna, bij de reeksen criteria, waar men graag bereid is vorstelijke startgelden neer te leggen voor de vedetten van de weg. Dat worden ook drukke tijden voor Rita. Zij gaat mee als chauffeur van haar man. Daar ontmoet ze de vrouwen van de ande re coureurs, zoals Francoise Zoetemelk. „Met haar kan ik lekker praten. Zo weinig als Joop zegt, zo veel babbelt zij". Vakantie is er voor de Van Impes voor lopig niet bij. „Ik zou er graag eens met Lucien op uit trekken, maar hij is het liefste thuis. Logisch, want hij maakt zijn gezinnetje weinig mee. En ik doe zijn gedacht natuurlijk Er vertrekken zondag zeker vijftien bussen met supporters uit Mere en omge ving, plus dan nog de stroom auto’s, naar Parijs. De Van Impenaars willen lijfelijk het grote moment meemaken. Veldwach ter Verlaeckt zal er niet bij zijn. Hem kan men aan de TV vinden. Daar kunnen Louisette en hij in stilte een traan wegpin- ken. want dat er stevig geweend gaat worden in Mere is vast en zeker. Karei Verlaeckt wil trouwens wel weten, dat de TV hem de afgelopen Tours s middags onbereikbaar heeft gemaakt, per telefoon. „De hoorn van de haak. En voor de TV Ik moest toch weten hoe Van Impe het gedaan heeftAis we weg gaan trekt hij voor ons even de rolluiken op. Aan hel oog verschijnt een affiche met Van Impe. Louisette roept ons nog na: „Ik heb voor iedereen zondag in de familie een gele bloes klaar liggen' Mere is klaar voor zijn feest van de eeuw. De bierpompen zijl» gevuld. Laat Lucien maar komen in 't Vlaams, als ie achter hem rijdt in de tijdrit. Lucien is een fijne mens. Hij is altij vriendelijk, altijd gelukkig” Het gesprek wordt onderbroken door een telefoontje „even stil, anders horen ze me” Achter Rita van Impen prijkt ’n grote foto van Lucien, koersend in zijn gebied, de bergen. De foto is omkaderd dooi- een grote vergulde en gekrulde schil derijlijst. „Die laat ik hangen. In het nieu we huis doe ik er een foto van Lucien in met zijn gele trui”. Dat nieuwe huis, waaraan driftig gebouwd wordt, staat in Impe, een plaats je vlak bij Mere. Van Impe in Impe. Veld wachter Karei Verlaeckt, die met zijn vrouw kan doorgaan voor de fervenste supporter van Lucien, maakt zich er kwaad over als dat thema later op de dag ter sprake komt. „We hadden Lucien hier in Mere kunnen houden, als ze hem wat meer ter wille waren geweest. Hij zocht hier een lapje grond. Nu gaat hij naar Impe”. Alleen bij deze gedachte al schijnt de wereld van de rijkswachter ineen te storten. Verlaeckt heeft tot ieders tevredenheid de zaken in Mere in de hand. Op zijn bureau ligt een brief aan alle verenigingen vaï^het dorp: ze moeten zich donderdag melden in het turnlokaal van de jongens school teneinde voorbereidingen te tref fen voor een grote huldiging van Van Impe in augustus. De burgemeester Frans den Herder en zijn schepenen hebben reeds een bedrag van 100.000 francs toege- zegd voor de kosten van die huldiging. Kaneï Verlaeckt heeft met Rita overlegd hoe adles bij de komende spontane huldi gingsexplosie van ’t volk nu maandag ochtend rond zes uur, als Lucien met zijn ploeg van het Tour-banket uit Parijs arri veert bilj het ouderlijk café - moet gaan verlopevv Tijdens dat gesprek maakte Louisetfa-'fvan de gele kaars) zich verdien stelijk doejr de driejarige Suzie van Impe in bad te stoppen, hetgeen nog eens een werk vd n uitstekende supportering genoemd tnag worden. Trouwens: Karei zelf, die dol iderdag met vakantie naar de Ardennen is gegaan, komt spoorslags terug om de zaken in Mere te regelen dit weekeinde. Elij krijgt hulp van zo'n tien man rijkswacht. „Ik verwacht vijftiendui zend man. Dat wordt me een gekkenhuis" £1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 13