André Bolhuis: „Je ziet het hè; Nieuw Zeeland was toch stukken beter
Zuid-Afrika
en Rhodesië
ook uit FINA
Kanoduo: Geen illusies omtrent finale
i
fl
□t
Montreal 1976
3
5
f
BW
au
■i
Mt
f
7^/4
a
w A
15
DONDERDAG
2 9
1976
SPORT
JULI
4
Vastberaden
I
I
Geen onderschatting
a
23
«v i1
UW
FT
Br
door
Bert
Brevoord
MBHM
MHBMM
cCO
FAVORIETENROL WAS FATAAL
l-
André Bolhuis (zittend rechts) probeert de Nieuw ze elands e doelman Trevor Manning te passeren- De bal wordt echter gestopt.
are
Bloem-Jacobs
mgs:
Waterpolo is
een rare sport
en in
STOPPER
i
*4
MMBMHMMHMM
gde
;n van
André Bolhuis: „Een lullige zaak dat
je uitgerekend in de belangrijkste ont
moeting in het toernooi tot nu toe je
slechtste wedstrijd speelt. Maar eerlijk
is eerlijk, Nieuw-Zeeland was de enige
ploeg die voor een overwinning in aan
merking kwam. Het was weer het oude
liedje. In de poulewedstrijden begonnen
we als underdog en dat is een rol die
ons geweldig ligt. We stapten met vijf
overwinningen uit de groepswedstrijden
en meteen werden we in een favorieten-
rol gedwongen. En je ziet het hè, meteen
is het mis”.
enkele
Ja. Bloem en
toch volstrekt
Het kanoduo Bloem-Jacobs vermaakt
zich, in één van de recreatieientn van
het Olympisch dorp achter de piano.
Een hostess luistert aandachtig mee.
rte of
ng-
veede
kbaar
m wij
)lf-
m-
en
'ö-
Hoewel Bolhuis’ uitlating, dat Neder
land de slechtste wedstrijd tot dusver
speelde, voor discussie vatbaar is (de
ontmoetingen tegen Argentinië en Ma
leisië stonden beslist niet op een hoger
niveau) was het een feit dat Nieuw-
Zeeland de eerste tegenstander was die
niet het slachtoffer werd van de door
bondscoach Wim van Heumen uitgestip
pelde tactiek.
I
MONTREAL (ANP). De Internatio
nale zwetnbond (FINA) heeft woensdag
in Montreal, op het jaarlijkse congres,
besloten Zuid-Afrika en Rhodesië in
verband met de in die landen gehanteer
de apartheidpolitiek uit te sluiten van de
FINA. Het congres aanvaardde dit be
sluit met 85 stemmen voor, terwijl een
totaai van 79 stemmen vereist waa De
uitsluiting heeft tot gevolg dat geen van
de beide landen nu aan internationale
zwemontmoetingen kan deelnemen.
Dit alles gezegd zijnde, blijf ik toch
bij mijn mening dat waterpolo een
„gemankeerde sport" is. De spelers
verdienen het grootst mogelijke res
pect, dat wel natuurlijk, want ik
werd alleen al van het kijken dood
moe van al dat gesjor en geduw
onder water, en dan weer terugsprin
ten, oprijzen uit het water om de bal
te vangen om vervolgens weer onder
geduwd te worden door Zwartkopje
en je vrij te moeten worstelen, mijn
'■W
MONTREAL. „We hebben geluk
gehad met de loting. Ach, de ene
keer zit het je tegen, nu een keer
mee. Vergeet niet dat de beste negen
toch wel in de finale komen. We
maken ons beslist nog geen illusies”,
aldus Ix> Jacobs, vijftig procent van
Nederlands enige kano-vertegenwoor-
diging.
Van Heumen: „Iedereen heeft het met
eigen ogen kunnen zien, de Nieuwzee-
landers waren gewoon een stuk beter
(coach John Gillespie: „Het was voor
ons juist de beste wedstrijd die we dit
toernooi speelden”) en die overwinning
is dan ook voor honderd procent ver
diend. Bij ons liepen de combinaties
helemaal niet, terwijl het tempo aan
zienlijk gedrukt werd door veel te veel
MONTREAL. Het minifeest ter gelegenheid van de 75e interland van Bart
Taminiau ging gewoon door, maar een sprankelende bijeenkomst kan het niet geweest
zijn. Daarvoor was de teleurstelling bjj het Nederlandse hockeyteam over het verlies
tegen Nieuw-Zeeland in de halve finales van het olympisch toernooi toch echt te
groot. Bondscoach Wim van Heumen drukte zich dan ook betrekkeijjk zwak uit, toen
hij stelde dat „de jongens even iets weg moesten slikken”. De spelers waren, en dat
wai bepaald niet onlogisch, aan het karwei tegen Nieuw-Zeeland begonnen in de
overtuiging dat zij een zeer reële kans op het bereiken van de finale hadden het
zou na 1952 de eerste keer geweest zijn. Een trefzekere lange hoekslag van de Nieuw-
zeelandse verdediger Tony Ineson maakte in de eerste minuut van de derde ver
lenging een wreed einde aan de illusies, die ten aanzien van zilver of misschien zelfs
goud wartn gekoesterd. Terwijl de Nederlandse ploeg met gebogen hoofd van het veld
liep, vierden de Nieuwzeelanders op het astroturf van Montreal de tot dusver grootste
triomf in hun hockeyhistorie.
Voordat de Spelen begonnen heb ik
mijzelf voorgehouden dat ik leefde
voor mijn plezier, dus dat ik niet
naar sporten zou gaan kijken die
mijn instinctieve afkeer oproepen.
Dat is me voor een deel gelukt. Ik
ben niet naar boksen gegaan, al heb
ik via de tv (als er zes naast elkaar
op een rijtje staan wil je oog wel
eens iets ongewensts ontmoeten) mijn
mening over deze onsport menigmaal
bevestigd gezien. Ik geef toe, na af
loop is het altijd ouwejongenskren-
tenbrood, ze omhelzen elkaar alsof ze
verloofd zijn, maar dat maakt op mij
toch niet meer indruk dan de man
die mond-op-mond-beademing toepast
op degeen die hij eerst vier minuten
met geweld onder water heeft gehou
den. v
Maar naar waterpolo ben ik toch
nog wel geweest: Nederland-Italië
zilver of brons of bordkarton. Dank
zij het gelijke spel dat onze Witkop
jes tegen de vileine Zwartkopjes wis
ten te bewerkstelligen, werd het
brons en bleven de Roemenen met
het bordkarton zitten. Ik moet toege-
hemel, ik moet er niet aan denken!
Geen wonder dat alle spelers na af
loop van iedere wedstrijd eerst hun
maag moeten laten leegpompen om
zeven liter chloorwater kwijt te ra
ken! Maar met sport heeft het weinig
te maken. In de vier maal 5 minuten
zuivere speeltijd (dat is dus in 1200
seconden) kreeg Nederland 93 vrije
worpen te nemen tegen Italië 60. Bij
elkaar 153, dat is gemiddeld één vrije
worp binnen de acht seconden. Het
lijkt wel hockey! Bij Nederland-India
heb ik eens geteld hoe vaak er door
de scheidsrechters in ,10 minuten
speeltijd werd afgefloten. Dat was 27
keer, oftewel eens per 22 seconden.
Ook al waanzinnig veel, maar toch
bijna drie keer zo weinig als bij
waterpolo. Stel u even voor dat bij
een bekende bovenwatersport als
voetbal eens per 8 seconden werd
gefloten voor een overtreding, dan
zou bij een geschatte zuivere speeltijd
van 60 minuten per wedstrijd de
scheidsrechter 450 keer voor een vrije
schop moeten fluiten!
ven dat het erg spannend was, de
bevrijdende gelijkmaker kwam voor
de Witkapjes immers pas in de 18e
seconae voor het eindsignaal tot
stand. Het was ook een aardig gezicht
om de vreugdedans op de kant te
zien van Andy Hoepelman bij die
bronzen gelijkmaker, want hij had
toch eigenlijk moeten zitten mokken
omdat Trumbic hem eruit had ge
haald om het team nieuwe impulsen
te geven.
en hoeveel afvalstoffen er geprodu
ceerd zijn. Aan ons wordt gevraagd
of we ons goed voelen en krijgen
desnoods een aspirientje. Belachelijk.
Zo langzamerhand wordt het nood
zaak wedstrijden te gaan scheiden.
Oosteuropese en Westeuropese kampi
oenschappen. Het gat wordt steeds
groter door die geperfectioneerde me
dische begeleiding”.
Paul Hoekstra, in Tokio en Mexico
met Anton Geurts nog uitkomend
voor Nederland, is sinds vier jaar
Belg. Hij studeerde lichamelijke op
voeding en geeft les in Gent. „Ik heb
mijn diploma in België gehaald. Ik
woon er fijn en kon er gemakkelijker
dan in Holland een baan krijgen. Het
bevalt me best”, klinkt het in sappig
Vlaams-
Hoekstra dus voor twee naties ver
tegenwoordigd op de Olympische
Spelen. ,.In 1972 is het reglement
gewijzigd. Daarvóór was het onmoge
lijk om' deel te nemen als je ooit
voor een ander land was uitgekomen.
Vlak voor de Spelen in München
kwam dat er door. De kanobond
vroeg me om Belg te worden zodat ik
naar de OS zou kunnen. Ik had er
wel oren naar. Heb gelijk een aan
vraag ingediend, maar die moest met
enige spoed door de Kamer behan
deld worden. Nou, dat lukte niet
want de landsbestuurders gingen op
vakantie en hadden maling aan ene
Hoekstra die zo nodig Belg wilde
worden om mee te kunnen naar de
Olympische Spelen”.
,.Ik ben nu dus aan mijn derde
bezig. Met Jean-Pierre Burny zijn we
de zestig gepasseerd. Niet zo jong
meer, maar nog lang niet de oudste
deelnemers. Conditioneel zit het met
ons goed. We hebben hard getraind.
Ik heb het idee dat ik er meer aan
heb gedaan dan ooit. Of het genoeg
is? Een overwinning in de heat zegt
niet zoveel. Het ligt ook aan de
indeling, maar feit is dat we „hoger”
hadden gekund. Het was niet no
dig”.
Is ?en leeftijd van boven de dertig
geen nadeel op de 1000 meter? De 500
Tot dat moment had Nederland ook
het betere van het spel gehad, maar de
gelijkmaker van Borren had niet alleen
een nadelige invloed op de voor Neder
land rooskleurige stand, maar vooral op
het hele wedstrijdgebeuren. Zowel in de
tweede helft als in de eerste twee ver
lengingen drukte het vastberaden
Nieuw-Zeeland, dat geen team van
hoogvliegers heeft maar een geweldige
eenheid van elf zeer stickvaste spelers
vormt, de Nederlandse ploeg overtuigend
op eigen helft terug. Bolhuis c.s. hadden
daarbij geluk, dat de Nieuwzeelandse
„beul” Tony Intson bij de lange reeks
straf- en lange corners die zijn ploeg
kreeg toegewezen, nadrukkelijk bewees
dat hij zijn dag niet had. De hoekslagen
die wel goed werden ingeslagen werden
een prooi voor de opnieuw uitstekend
spelende doelman Maarten Sikking.
De corners. Ook bij Nederland lag er
een zwarte schaduw over het gevaarlijk
ste aanvalswapen. Hoewel de Nieuwzee
landse verdedigers slechts twee strafcor-
balverlies. En in de verdediging ging
men veel onzekerder te werk dan te
doen gebruikelijk. Vooral Bolhuis had
zijn dag niet en daardoor werd het in
het centrum nogal eens gevaarlijk.
Nieuw-Zeeland speelt dan misschien een
beetje behoudend, als ze aanvallen doen
ze dat op een manier die ontzettend
gevaarlijk kan zijn”.
Met name de behendige aanvallers
Selwyn Maister en Samesh Patel profi
teerden nogal eens van de niet al te
consequente dekking door de Nederland
se verdediging, waarin met name jubila
ris Bart Taminiau nogal eens op snel
heid werd geklopt. Taminiau had zes
minuten voor de rust dan ook geen
antwoord op een uitgekiende solo van
Thur Borren (een Nieuwzeelander van
Nederlandse afkomst) die de Tilburger
de hielen liet zien en vervolgens met
een boogbal de uitgelopen Sikking pas
seerde. Het was een doelpunt dat
Nieuw-Zeeland een kick gaf, want drie
minuten eerder had Koen Kranenberg
hij speelde zijn 96e interland
Nederland de leiding gegeven door slim
te reageren op een sublieme pass van
Paul Litjens (een van de weinige) en
zeer koelbloedig te scoren.
ners en vier lange hoekslagen toeston
den, werd duidelijk dat ook Paul Litjens
zijn vizier niet al. te scherp had afge
steld. Zijn schot was als altijd griezelig
hard, maar miste deze kef r de toch
onontbeerlijke zuiverheid.
Van Heumen: „Normaal slaat Paul er
toch altijd wel eentje in. Was dat ook
nu gebeurd, dan hadden we wellicht
toch nog gewonnen, want je weet nooit
wat voor invloed op het spelbeeld zo’n
doelpunt kan hebben. Maar verdiend zou
het niet geweest zijn. Ik heb vrede met
de manier waarop Nieuw-Zeeland heeft
gewonnen”.
Dat had ook André Bolhuis. „We heb
ben het initiatief uit handen moeten
geven tegen een ploeg die zowel als
team als in individueel opzicht onze
meerdere was. Dat is ons nog niet over
komen in Montreal”.
Wim van Heumen wees een suggestie
als zou er onbewust toch sprake zijn
geweest van onderschatting met klem
van de hand. ,,Nee, dat is beslist niet zo.
Wel waren de spelers er stuk voor stuk
van doordrongen dat er een geweldige
kans lag op het bereiken van de finale.
Nieuw-Zeeland was op papier de zwak
ste van de halve finalisten. Maar je
maakt in zo’n stadium van een toernooi
natuurlijk niet de fout een wedstrijd
licht op te vatten. Daaraan lag het niet
en ook niet aan een te grote gespannen
heid. De enige oorzaak van de nederlaag
is dat onze tegenstander beter was”.
Voor de Nederlandse ploeg, die het
gisteren tweemaal vijf minuten lang met
een man minder moest stellen (Jorrits-
ma en Theodoor Doyer die in het veld
kwam als vervanger van de falende Van
Eijk, werden na grove overtredingen je
gens Barry Maister en Alan Chejmey
achter het doel van Sikking gestuurd),
wordt het nu zaak de kater tijdig uit te
bannen. Bolhuis: „Dat wordt het groot-
is een verlengde sprint, een explo
sie.
Hoekstra: „Nee, merkwaardig ge
noeg komen de jongeren er op de 500
meter beter uit. Ook de solo-vaarders.
De ouderen zitten beter op de kilo
meter- Niet alleen een kwestie van
hard aan de peddels trekken- maar
ook van techniek en tactiek. Routine
hebben we wel, maar toch zie ik voor
ons meer kansen op de 500 me
ter”.
Paul Hoekstra, ook uit oogpunt van
zijn beroep geïnteresseerd in de trai-
ningsmethodiek van anderen, heeft
een duidelijke mening over het werk
van de Oosteuropeanen, hoewel hij
zijn op- en aanmerkingen moet lar
deren met vraagtekens, omdat hij-
ondanks verwoede pogingen om ach
ter de ware toedracht te komen, nog
steeds in het duister
Wijzend op de Rv en Nina Go-
pova en Galina Kreft, zegt hij: „Moet
je nu toch eens zien. Die slaan 500
meter lang een idioot hoog tempo.
Typisch de stijl van de Oosteuropea
nen. Bij de Oostduitse dames zie je
hetzelfde. Je vraagt je af wat ze daar
doen, wat ze willen bereiken- Soms
bekruipt me het gevoel dat ze bezig
zijn een ander ras te kweken.
Krachtpatsers, uitsluitend geschikt
voor één bepaalde tak van sport”.
,-Wij zijn pas twee dagen geleden
in Montreal gearriveerd. We hebben
twee en een halve week in de bossen
noordelijk van Montreal gezeten. Je
vindt overal meertjes waar je uitste
kend kunt trainen. Tenminste als het
niet waait, want anders kan je net zo
goed op het Ijsselmeer blijven. In de
hele streek liggen meertjes. Overal
werd getraind”.
„Volgens mij zat er geen
kanoër in het dorp.
Jacobs, maar het is
zinloos om hier twee weken te zitten,
terwijl de baan bezet wordt door de
roeiers. Dan kan je toch niet regel
matig naar de wedstrijden toewerken.
Ik heb de oversteek zo vroeg ge
maakt omdat ik bij het vervoer van
de boten wilde blijven. Een aardige
smoes om rustig in Canadese wateren
te kunnen trainen”-
„Dat hebben alle Oostduitse deelne
mers ook gedaan. Die mensen werden
wel zeer gericht getraind. Ik verbaas
me er alleen over dat de dames meer
uit de kluiten zijn gewassen dan de
heren. Die zijn normaal geproportio
neerd. Zover ik heb kunnen nagaan
is de trainig voor dames en heren
hetzelfde. Dat komt er op neer dat de
meisjes veel harder moeten werken
en dat ze daarom uiterlijk zo veran
deren. Wat ze verder doen met sti
mulerende middelen weet ik niet.
Wel dat ze een gigantische staf aan
medici bij zich hebben- Wij moeten
in feite alles zelf doen”.
Lo Jacobs haakt op dat onderwerp
in. „Ais wij moeten varen, krijgen we
wel een masseur mee, maar die man
kent ons niet, wij kennen hem Biet.
Wij hebben nog het meeste baat bij
de wielersoigneur Kuiper. Hij voelt
ons het beste aan, omdat wij thuis
ook bij een wielermasseur, L«en Jan
sen, komen. Maar een echte medicus,
die weet wat kanovaren vraagt, is er
niet. We stappen nog wel eens naar
John Rolink (Ajax). worden dan eens
goed bpkeken, maar echte medische
begeleiding hebben wij nog nooit ge
had”.
Paul Hoekstra ten slotte: „Hoe be
staat het. Kijk nu eens hoe hoog dat
slagentempo van die meiskes ligt. On
gelooflijk”.
Twee verdedigers zitten Paul Litjens (rechts) achterna. De Nederlander heeft tijdens
dit toernooi zo’n faam opgebouwd dat hij ook tegen de Nieuwzeelanders „dubbele”
bewaking kreeg.
„Geluk
gehad met de loting”
Het Zaanse duo voer een vrij rusti
ge 500-meterrace. die werd gewonnen
door het Belgische koppel Jean-Pier-
re Burny en Paul Hoekstra, de man
die samen met de huidige Nederland
se bondscoach Anton Geurts zilver
won in Tokio. Jacobs: „We hebben er
echt aan moeten trekken”. Teamge
noot Arend Bloem: „Misschien had
den we de Australiërs John Soutwood
en John Sumegi nog wel kunnen
pakken, maar een derde plaats was
voldoende om de reeks herkansingen
te ontlopen”-
De uit Wormer afkomstige Bloem
relativeerde de derde plaats met: „Als
je de indeling van de tweede heat
zag. mochten we niet klagen. We
kunnen nu de herkansingen rustig
gadeslaan en zien hoe sterk bijvoor
beeld de Zweedse broers Andersson
en de Hongaren Deme en Ratkai zijn.
Die behoren natuurlijk ook in de
halve finales thuig”.
Lo Jacobs valt bij: „Je moet ervan
uitgaan dat de Oosteuropeanen hier
de toon aangeven. Uitsluitend door de
serie-indeling moeten ze nog een keer
extra varen. Ook de Spanjaarden
hebben me verrast. Anderen hebben
er wellicht niet vreemd van opgeke
ken, maar wij varen in verhouding
tot de Oostblokdeelnemers weinig in
ternationale wedstrijden. Dat merk je
tijdens de races ook- Wij hebben in
Nederland geen concurrentie, behoe
ven nooit tot het uiterste te gaan en
als je dat niet regelmatig beleeft, kan
je dat in grote wedstrijden ook
niet”.
„In Oost-Duitsland wordt na elke
race bloed afgenomen. Op die manier
kunnen de medici precies zien of de
zuurstofopname voldoende is geweest
ste probleem. Het is vrijwel onvermijde
lijk dat de motivatie met sprongen te
rugloopt na zo’n nederlaag. Maar toch
zal de accu opgeladen moeten worden,
willen we een kans maken op de bron
zen medaille”.
Dat brons zal dan uit het vuur ge
sleept moeten worden ten koste van
Pakistan, dat in de andere halve finale
wedstrijd werd verslagen door Australië:
2-1, de zoveelste grote verrassing. De
Pakistani, in hun groep een superieure
winnaar met als meest overtuigende re
sultaten de grote overwinningen op
West-Duitsland (4-2) en Nieuw-Zeeland
(5-2), kwamen in de eerste minuut al op
1-0 doordat Akhtar Rasooi een omstre
den strafbal benutte. Ronald Riley
maakte nog voor de rust gelijk na
subliem voorbereidend werk van Char-
lesworth en in de tweede helft knalde
Irvine de bal uit een strafcorner in het
Pakistaanse doel.
Met Australië-Nieuw-Zeeland krijgt
het olympisch hockeytoernooi een finale
die niemand zal hebben verwacht. Het is
een geweldige triomf voor het jongste
werelddeel, dat tot dusver teerde op het
zilver dat Australië in 196$ in Mexico
City veroverde. Opvallend detail: met
Australië en Nieuw-Zeeland bereikten
twee teams de eindstrijd die afgelopen
maandag nog zware beslissingswedstrij
den hadden moeten uitvechten tegen
India (Australië) en Spanje.
Een finale dus zonder artistieke
staaltjes van Indiërs en Pakistani en ook
zonder het machtsvertoon van de West-
duitsers. De eindstrijd wordt ongetwij
feld een demonstratie van franjeloos
krachthockey, waarmee het toernooi een
uiterst merkwaardige, door niemand
verwachte apotheose zal beleven. Ook
Pakistan is dus ten prooi gevallen aan
het in Montrtal voor de hockeyers zo
grillige lot. Een lot dat de Aziaten lange
tijd hartelijk toelachte met het elimine
ren van de teams die met Pakistan tot
de grootste favorieten voor het goud
behoorden, India en West-Duitsland.
Voor Pakistan zal een bronzen medai’ie
nog veel minder betekenen dan een
troostprijs. Misschien dat Nederland
daaruit profijt kan trekken.
Nederland speelde in de volgende op
stelling:
Sikking; Taminiau; Jebbink, Jorritsma,
Kranenberg; Ron Steens, Bolhuis, Lit
jens; Van Eijk (52e min. Doüer), Leefers
en Hans Kruize.
jèr
U'