COR VAN RIJN HOUDT NIET VAN KOUWE DRUKTE
ItL
door
Kees
Tops
I
ff
1,1
|f F
I#
99^
I
tl
F®
lm
«?i
a
J|
Geen hoofdrol
Bang
Herbie Hancock
ül
praten eer de grote rol die hij speelt in René van Nie’s nieuwste speelfilm „Een
stille liele.” Liever dan over zichzelf. Tóch komt het daarvan, want we doen het
op zijn tanier: die van een gezellig gesprek in de bar Dan blijkt na twee en een
half uurlat zijn angst voor interviews niet identiek is aan een angst om zich bloot
te geve. Want die is er niet.
Handjes
Beach Boys
Wanneer we kort na middernacht, begeleid door onafgebroken neuzelende
achtergrondmuziek in het Brusselse Holiday Inn-hotel, afscheid nemen van Cor
van Rijn, is ons in hoofzaak één ding duidelijk geworden: nimmer is een
vraaggesprek ons zo uit de hand gelopen als vanavond. Cor van Rijn is eigenlijk
niet te interviewen. Hij is er bang voor. De schaarse interviews die hij heeft
gegeven, betroffen zonder uitzondering een rol die hij speelde. Nu wil hij dus best
I
Er moet iets tussen de
mensen
Toch speel je nu een hoofdrol.
Liever iln dan theater dus voor Cor
Maar je hebt het altijd gedaan.
Vindt je dat theater niet echt is?
Het frisse, onschuldige imago van de surfing Beac boys uit de beginjaren.
■M
Het spelen van zo’n rol, houdt voor Cor
van Rijn in dat er iets gebeurt tussen
mensen. „Dat is het allerbelangrijkste. In
alles. Dat geldt voor acteren. Dat geldt in
het dagelijks leven. Dat geldt voor ons.
Als wij hier zitten te praten en er gebeurt
niets tussen ons, dan is het geen gesprek.
Dan blijft het bij beleefdheden op een
afstand.” Het verklaart zijn angst voor
een vraaggesprek. Cor: „Ik ben bang voor
dit interview. Ik heb het nog nooit gedaan,
zo over mijzelf. Ik was trouwens daarnet
ook bang dat je niet meer zou komen.”
(Contactpersoon Anke Taverne heeft,
zonder dat Cor van Rijn het tevoren wist,
de afspraak van half tien naar tien uur
verschoven). „Ik zit daar op het hoekje
van de bar en ik denk: O jezus, die is
beledigd. Die heeft gedacht: Hij laat zeg
gen dat hij om half tien niet kan.”
van Rijn. ,Ikheb het altijd graag gewild.
Hèt grote roedeel van film boven theater
is dat je het lein moet brengen, dat je niet
kunt liegen, at je bloot staat. Als je in het
theater een loeizame passage hebt, dan
sleep je je e doorheen en ga je gewoon
weer verder.Het theater kun je de zaak
behoorlijk bezeren. In de film moet zo’n
passage over
„Toch gek dat gebeuren tussen men
sen juist ookoor het theater. Als ik in een
stel klotelozegen kijk, dan is er niets. Het
is: ik heb jo nodig en ik hoop in gods
naam dat jij lij ook nodig hebt. Als er één
„Bij film heb je geen publiek. 'Daardoor
is het eerder waar. Het is daar niet moge
lijk je te manifesteren tegenover dat
publiek. Je krijgt ook nooit „rushes” te
zien. Maar ja, als acteur ben je natuurlijk
toch wel een geil meubel, dus je wilt
weten: Hoe heb ik dat gedaan. Maar daar
door ben je wel échter.”
„Ja. Toch geloof ik niet dat ik al die tijd
een grove leugenaar ben geweest. Het is
alleen dat het niet dóórging, dat theater.
Dat ik niet verder kwam dan dat stra
mien. Dat ik was vastgeraakt. En dat het
hele theater was vastgeraakt. Ik heb die
tomaatbeweging meegemaakt. Het had
geen enkele zin. Als de mentaliteit van de
acteurs niet verandert, gebeurt er niets. Ik
had gehoopt dat, toen het zaakje aan het
branden ging, er iets bij zou komen. Het
„Nou, belangrijker is, ik kan het gewoon
niet op die manier.”
theater kón verder. Een stuk is niet alleen
de verantwoordelijkheid van de regisseur.
„Ik geloof niet in sterrentheater. Prach
tige rollen maken het theater niet. Het is
niet reëel. Je doet niets zonder anderen.
Als ik blij ben, dan komt dat door een
ander. En dan heeft dat effect op een
ander. Je bent niet alléén blij; dat zou
trouwens niet leuk zijn.”
Cor van Rijn weet niet goed waarom
juist hij door Van Nie is uitgekozen voor
de vaderrol. „René wilde me persé heb
ben. Iets anders waarmee ik bezig was
moest ik maar laten varen, omdat hij me
absoluut moest hebben. Ik weet niet waar
om. Ik ben niet te vergelijken met grote
acteurs. Misschien heb ik die rol gekregen
door het volkse wat ik uitstraal.”
Hij houdt er niet van, Cor van Rijn. Zegt
ook in wezen verlegen te zijn. En zich van
nietszeggende praatjes af te zonderen.
„Als je alleen zit, denken de mensen dat je
ongelukkig bent. Ik vind het fijner hele
maal niemand in m’n buurt te hebben dan
iemand tegen wie je geforceerd zou moe
ten praten. De dwang om mee te doen. Het
gelul om het gelul. En dat terwijl het
helemaal niet nodig is om maar te praten,
wil je een goede verstandhouding hebben.
Als je een tijd stil bij elkaar zit, kan je ook
het gevoel hebben dat je samen bent.”
We komen terug op het onderwerp
acteurs. „Altijd groepsvorming”, aldus
Cor van Rijn. „Een clubje waar je nooit
tussen komt. Dat bedoel ik als ik zeg dat je
in het theater niets goeds kunt doen als je
niet één groep bent.”
Cor van Rijn heeft zo zijn visies op het
acteren. Visies die bij hem nauw samen
blijken te hangen met zijn opvattingen
over het leven. „Acteren, wordt er vaak
gezegd, is een kwestie van in andermans
huid kruipen. Onzin! De auteur heeft iets
geschreven. Pas als je in dat gegeven iets
herkent, dan is het mogelijk er wat mee te
doen. Nogmaals: er moet iets tussen de
mensen gebeuren. Dat móet! Bij de repeti
ties denk ik: Godverdomme, nu moet het
gebeuren! En dan gaat het niet om het
uiterlijk maar om het innerlijk. Theater
bezoekers komen vaak voor mooie cos-
tuums. Maar het moet niet in m’n pak
gèbeuren, ’t moet in m’n smóél gebeuren!
Daar gaat het om. Het is zwemmen of
verzuipen en ik wil niet verzuipen. Het
fijne van film is dat je wel móet. Je kunt
niet teren op acteertechniek, want dan
zegt de regisseur: Stop maar, dit is the
ater.”
Aanstaande woensdagavond staat in
het Congresgebouw in Den Haag een
concert van de Herbie Hancock Group
op stapel. De organisator verkeerde
oorspronkelijk in de mening dat Her
bie Hancock dit maal maar liefst een
tien-mans groep zou meenemen. De
platenmaatschappij beschikte over
andersluidende informatie. Hancock
heeft de beschikking over een vijf-
mans band; dezelfde die onlangs - zij
het aangevuld met een extra gitarist -
optrad op het Newport Jazz Festival in
New York.
De Herbie Hancock Group bestaat
momenteel uit Benny Maupin (saxen,
fluit en klarinet) en Paul Jackson (bas),
beiden afkomstig uit Hancock’s Head-
We praten over de schrijver Jan Arends.
Cor van Rijn gaat in de verfilming van
diens „Keefman” de titelfiguur spelen.
Weer zo’n rol. „Arends werd als een
zonderling beschouwd. Die was écht een
zaam. Heeft tenslotte zelfmoord gepleegd.
Wee zo’n man waar de mensen om grieze
len. Maar wat hij zei was raak. Niet plezie
rig, maar wél waar. Dat vind ik ontzettend
goed.”
En ineens: „Weet je waar ik bang voor
ben? Voor de première, straks in februari.
Al die mensen die handjes komen schud
den en die zich verplicht zullen voelen een
praatje te maken. Dat ik dus met een
vriend zit te praten en dat er dan ineens
een wildvreemd mens naar me toekomt en
zegt: O Cor, nu moet ik je toch éven
feliciteren. Afschuwelijk! Kijk, als er een
kameraad langskomt die ziet dat ik in
gesprek ben, dan even zijn duim opsteekt,
zo van „Okee jongen”, en dan weer door
loopt. .dat is fijn. Dat zal me goed doen.
Van: God, hij vond het toch goed. Maar al
die kouwe drukte.
gevoel zou moeten zijn tussen acteurs, dan
is het dat je elkaar niet moet laten zakken.
Theater is communiceren. Met het
publiek, maar óók met elkaar. Anders is
het onaneren.
en drijfveer, maar vooral tijdens zijn
afwezigheid zijn 'ook anderen binnen
de groep tot wasdom gekomen. Dat
moet hij wel beseffen.”
Brian Wilson wilde daar echter niets
van weten. Commercieel zijn de Beach
Boys nooit zo succesvol geweest als
onder zijn leiding en daarom kostte het
hem weinig moeite om ook de platen
maatschappij, waarvan de Beach Boys
zelf mede-eigenaar zijn, ervan te over
tuigen dat een come-back alleen via
Brian Wilson kon lopen. Ondanks het
feit dat hij ook nu nog alleen maar op
de been blijft dank zij de steun van zijn
privé-psychiater en zijn vrouw Mari
lyn. Er bestaat dan ook intern onvrede
over de laatste produktie. Carl Wilson:
„Onze fans hebben vier jaar op een
nieuwe plaat moeten wachten. Ik vind
het toch wel heel erg dat wij ze dan dit
in de maag hebben geplitst. De hele
gang van zaken heeft me erg aange
grepen.”
Het merkwaardige is echter dat ook
Brian Wilson zelf wel beseft dat hij
vroeger bepaald betere muzikale
zaken heeft geproduceerd. „15 Big
Ones” heeft zelfs volgens Brian Wilson
„weinig diepte”, maar hij orakelt ver
der dat hij zich met zijn volgende elpee
wel zal revancheren. Of die er ooit nog
komt onder zijn leiding is echter de
vraag. De veelvuldig miljonair leeft
namelijk volkomen in het verleden als
hij de Beach Boys nostalgisch
omschrijft als „de grootste groep van
de zeventiger jaren”. Toch is „15 Big
Ones” nog ergens goed voor. Het geeft
namelijk op fascinerend duidelijke
wijze aan met welke moeilijkheden
ouder wordende popartiesten, Brian
Wilson is nu 34 jaar, te kampen
hebben.
Hoe beroemd, verschrikkelijk goed
en succesvol de Beach Boys eigenlijk
wel geweest zijn werd deze maand nog
eens bewezen door een merkwaardig
voorval. Voor het eerst sinds vier jaar
heeft één van Amerika’s en ’s werelds
grootste popgroepen van weleer, weer
een nieuwe plaat uitgebracht. „15 Big
Ones” (waarvan het getal slaat op het
feit dat de groep nu vijftien jaar
bestaat), had in Amerika in de voorver
koop al een miljoenenverkoop bereikt
voordat het album feitelijk was uitge
bracht. Ook in Nederland bereikte de
plaat even de eerste plaats in de elpee
top tien. Voornamelijk door fans en
kopers, die op de grote naam van de
groep waren afgerend.
Als studio-groep konden de Beach
Boys aan het einde van de zestiger- en
in het begin van de zeventiger jaren in
bepaalde opzichten zelfs wedijveren
met een groep als The Beatles, terwijl
zij met hun perfecte close-harmony
singing een geluid produceerden, dat
uiterst gemakkelijk en plezierig in het
gehoor lag. Er was nog iets wat tot de
faam van de Beach Boys bijdroeg.
Zelfs tijdens hun vele concerten wisten
zij het schitterende geluid van hun vele
millionsellers volledig waar te maken.
Daarom is „15 Big Ones” ook zo’n
grote desillusie. Ten eerste moet een
wereldgroep als de Beach Boys
natuurlijk niet haar heil zoeken in een
aantal, door anderen geschreven,
oudere songs. Er staan ook weer een
lijks meer «getreden. Daarom waren
andere ledt van de band, voorname
lijk zijn brers Carl en Dennis Wilson,
ook niet ergecharmeerd van het feit
dat Brian llilson de produktie van
deze nieuw elpee voor zich opeiste.
Hoewel rian Wilson nog steeds
onder psyciatrische behandeling is
(wel een scril contrast met het frisse
onschuldigimago dat de groep jaren
lang heeft ügestraald) kon hij het niet
over zijn tart krijgen om andere
groepslede: een wat volwassener
plaats in ;ijn groep” toe te delen.
Dennis Wion: „Vroeger was Brian
dan misseten wel de grote producent
bZXLLLLlt
aantal eigen composities op deze nieu
we elpee, maar die staan kwalitatief in
geen enkele verhouding tot het vroege
re werk.
De reden van de terugval ligt bij
Brian Wilson. Deze oprichter, grote
componist, tekstschrijver en beste
muzikant van de Beach Boys heeft de
laatste jaren privé een zeer moeilijke
periode doorgemaakt. Sinds zijn ineen
storting in 1974 is de groep ook nauwe-
hunters formatie; en James Levi
(drums), Ken Mash (percussie) en ster-
gitarist Wah Wah Watson.
Met name de aanwezigheid van
laatstgenoemde bevestigt de indruk
dat Hancock vrijwel heeft gebroken
met zijn jazz- (Miles Davis) en jazz-
rockverleden (Headhunters). Watson is
een gitarist met een soul- en disco-
funkachtergrond en dat heeft niet
nagelaten het karakter van Hancock’s
muziek danig te beïnvloeden. Watson
heeft zijn bijnaam te danken aan zijn
veelvuldig gebruik van geluidsvervor-
mende pedalen, waaraan hij zijn stijl
van spelen zelfs zover heeft aangepast,
dat hij nauwelijks staat. Hoe het ook
zij, de bezoekers van Newport konden
weinig waardering opbrengen voor
Hancock’s nieuwe stijl.
Deze maal speelt Cor van Rijn de rol
van een gescheiden man, die zijn zoontje
bij zijn ex-vrouw weghaalt, ermee op stap
gaat, uiteindelijk om die vrouw weer
terug te krijgen. „Een moeilijke film voor
een groot publiek”, aldus de laconieke
toelichting van René van Nie, wanneer we
die middag de opnamen bijwonen in de
grot van Crupet, een rustiek Waals bede
vaartplaatsje in de Vallée de Bocq. Van
Nie heeft zeventig communikantjes uit
Rochefort laten aanrukken, die de
sneeuwwitte omlijsting moeten vormen
van een vluchtscène.
gebeuren”
„Nee hoor. Sem heeft de hoofdrol. Die is
tenslotte het kind dat tussen beide ouders
instaat Ik ben me niet eens bewust dat ik
een grote rol heb. Wat is trouwens een
hoofdrolJe inzet verandert er niet
door, als het goed is.”
Cor van Rijn, ’s avonds: „Het is ontzet
tend moelijk voor mij, die zelf geen kinde
ren heeft, zo’n vaderrol te spelen. Maar
met Sem (de Jong - zijn 12-jarige Amster
damse tegenspelertje) is het erg fijn. Als
hij je aankijkt, dan gebeurt er iets. Dat is
voor mij erg belangrijk. Evenmin heb ik
ooit iets met een scheiding te maken
gehad (Van Rijn werd op zijn derde jaar
wees, K.T.). Maar je herkent toch dingen.
De rancune die erbij komt kijken, rechter
lijke zaken en al die andere dingen die
mensen moeten uitknokken. Die dingen;
dat je echt klein wordt, bittere dingen
ophaalt, al de drab die jarenlang onder
heeft geborreld..Ten koste van de kin
deren. Waarmee ik overigens niet wil zeg
gen dat zulke ouders ter wille van de
kinderen bij elkaar zouden moeten
blijven.”
Cor van Rijn. Een sympathieke, wat
kalende man met een scherp gesneden
gezicht. Iedereen heeft hem wel eens
gezien, in ’n toneelstuk of 'n televisie-spel.
Speelt doorgaans eigenaardige rollen.
Cor: „Ik speel vrijwel altijd mensen waar
iets mee is. Gekken of andere mensen
waarvoor men in het algemeen bang is.
Waarom ik altijd zulke mensen speel, weet
ik niet. Maar die rollen liggen me. Die
mensen boeien me. Het is moeilijk de
grens te trekken tussen wat gek is en wat
niet. Het een bestaat nooit zonder het
ander. Ideaal gezien kun je zeggen dat je
een bol bent. Een bol waar alles inzit. Alle
menselijke eigenschappen. Van de
omstandigheden hangt het af welke van
die eigenschappen je aan de dag legt.”
'WW.