Bridge
Schaken
Dammen
Filatelie
W
I
1
o
O o
k
Is
I
I
A
H
EW
I?
fl ÖAA
•3
a
2(
Q
o
i
n.
1,
■I
u.
i
ah
1
jij
.nr
s
MiRFOLKISÜB
ff
e-
^3°^
L
i
O
o
'i
m
1'
H.
K
N
33.
3*
‘t
.19
•7
•12
V
9
.6
/7
16
Trekpuzzel
V
22
,29
ET
•23
29'
v»/5
10 8 5
6
4
6
4
ikele
H
3)
ir
6 4
ulp bij
ED HOLSTVOOGD
94000.
7
>*a».
8
7 6
5
3 2
2
7 5
K. J. F HEYMANS
<1
.1»
19
ijblijvem
staande
i de veil
verdier
bruto
illende
ag komt
leer
n kranei
s
17.200,-
le
al
i
CANADA. De laatste serie zegels ter
gelegenheid van de Olympische Spe
len te Montreal kwam tot uitgifte op
18 juni, thans met verschillende olyjn-
pische ceremoniën: 8 c. het overbren
gen van de olympische fakkel van
Griekenland naar Canada via een com
municatiesatelliet, 20 c. het binnen
dragen van de olympische vlag in het
stadion tijdens de openingsplechtig-
heiden 25 c. drie vrouwelijke atleten
ontvangen hun resp. medailles (goud.
zilver en brons).
MONACO. Gewijd aan het Mone
gaskische Rode Kruis verschijnt in
november een zegel van 4.00 F. met de
heilige Louise de Marillac en een aan
tal naakte kindertjes: de zegel werd
door Pierrette Lambert ontworpen en
door George Haley uitgegeven met
Trek een lijn van 1 naar 2 en zo verder
tot 34. Hij heet Olivier, maar wat is het?
NIUE. Naar ontwerpen van Allan
Mitchell uit Wellington werden op 7
juli drie zegels verkrijgbaar gesteld,
gewijd aan de vooruitgang van de
diensten van openbaar nut op dit
koraaleiland in de Pacific: 10 c. meisje
tapt water uit een kraan, 15 c. bewoner
vq.n Niue bedient de telex en 20 c.
opnamen van Niue’s krachtstation in
Tuila bij Alofi.
steen zitten, laadde het geweer met het
poeder uit het zakje en schoot in de rich
ting van het zeepschuim-
„Pang, plof, pief, ...proest, proost...” en
nog veel meer ander geluiden klonken
kort achter elkaar. Door de niespoeder,
want daar schoot Trammelant mee, gin
gen de mensen in de stad niezen en zelfs
de zeepbellen niesten mee en knapten
daardoor. Door al dat niezen en knappen
kwam er zoveel lucht onder het schuim,
dat even later een grote wolk omhoog
steeg en bovenop de berg met het schoen-
huis van tovenaar Trammelant bleef
hangen.
’k Ga met m’n zak vol knikkers
naar buiten om te knikkeren.
Wie zou er vandaag gaan winnen?
Jam Jaap kan het echt vreselijk goed,
maar heel misschien maak ik een kans
als Jan-Jaap moet beginnen.
Kijk, hij wacht al bij de stoeprand.
Oei, hij heeft twee zakken vol!
Ja, Jan-Jaap is een stuiter-ster.
Gelukkig is hij eerst.
Hij staat al klaar en mikt...
He, hoe kan dat? Hij gooit, te ver!
OOSTENRIJK. Op 2 augustus wer
den drie zegels in omloop gebracht:
ten eerste een 3 S. voor het 25-jarig
bestaan van de Oostenrijkse Hout-
beurs in Klagenfurt: getoond wordt
het embleem van de Messe. Dan een 3
S. ter herdenking van de 100e geboorte
dag van de onderzoeker Constantin
Economo (1876-1931) met zijn portret.
Tenslotten een „Europa”-zegel van 4
S. met voorstelling van de Tassilo-kelk
uit het Stift Kremsmünster(Oberöster-
reich). (afbeelding).
NIGERIA, een voormalige Britse kolo
nie, werd in 1960 een onafhankelijke staat.
Het land is een van de dichtstbevolkte van
Afrika en telt eigenlijk wel 100 verschil
lende volken. Deze volken leven samen in
een federatie. Door al die verscheidenheid
heeft er vanaf hun onafhankelijkheid
vaak onrust geheerst. Een paar van de
grootste volken vertrouwen elkaar niet zo
heel erg. Daardoor zijn er opstanden en
oorlogen in Nigeria geweest. Vooral de
Ibo’s hebben daaronder geleden (Biafra).
Nigeria is 923.773 km2 groot en telt
56.500.000 inwoners. De hoofdstad heet
Lagos.
4
10
8
V
7
2
10 6
V 7
A B
A 8
B 6
6
6
4
7 6 4
lis.
liveau
va
5
V
H
4
V
A
A
H
was hem dan te veel. Hij had het er al eens
over gehad met de burgemeester van de
stad, maar die had wel naar hem geluis
terd en gezegd, dat ze zouden bekijken, of
er iets aan te doen was, maar door de
drukte van het stadsbesturen was er nog
nooit iets van gekomen.
Tovenaar Trammelant was net weer
thuisgekomen van zijn wekelijkse bezoek
aan de stad, toen er op de deur van zijn
schoen-huis werd geklopt.
„Kom maar binnen. De deur is niet op
slot!” riep hij.
„Dank u, tovenaar Trammelant, maar
wilt u even buiten komen. Dat lijkt me
veel verstandiger”, klonk het nogal
benauwd van buiten. Trammelant stond
moeizaam op en deed de voordeur open.
En weet je, wat hij zag? Een hele grote
berg schuim!
Toen Trammelant die dag in de stad
was om de mensen aan goede dingen te
helpen, waren er een paar huisvrouwen
geweest, die hun was aan het wassen
waren. Ze wasten alle witte dingen uit hun
huis. Ze kregen hun was niet wit genoeg
en vroegen toen aan tovenaar Tramme
lant, of hij ze niet aan een waspoeder kon
helpen, dat hun witte was nog witter
maakte dan wit. Trammelant had toen
I
r"L
z
X 4)
1
ea
-■ j
alter me
>ngevee
iraktijk-
fjaar e
n
er.
iet
’9000,-.
It,
Ie
Hoog-
ig.
nuiden
gaand
31.
3o*
tudie.
innen
orden.
F H
Nou, Jan-Jaap, nu is 't mijn beurt.
Ik moet nu heel goed mikken,
dan kan ik misschien zijn stuiters pakken
en als we zo verder gaan,
loop ik straks naar huis toe
met niet een, maar twee volle zakken!
Zo kan het zijn, dat rond een hoge berg
een wolk zweeft. Dan woont Trammelant
de tovenaar daar in z’n schoen-huis in een
zeepwolk. Zo hoeft de stad onderaan de
berg niet meer bang te zijn, witter dan wit
te worden dan een wolkenwasje.
1f.
portret van Honoré IV (vorst van 1815-
1819) en een 4.00 F. met de beeltenis
van Louise d’Aumont Mazarin (1759-
1826), beide naar schilderijen. Even
eens in november worden twee kerstze-
gels van 0.60 en 1.20 F. verkrijgbaar
gesteld; wij zien een meisjeskopje
omgeven door kerstballen met het
woord „Noël”, „Christmas”, etc. in ver
schillende talen, (afbeelding).
onoverzichtelijke risico’s vrijwillig te
nemen. Van Wijgerden daarentegen doet
dit juist graag. Zijn spel wordt ’t beste
gekenschetst met ’t etiket „onbevangen
heid”. Nona deed ’t anders. 12)0-0-0 13)
c6xb7+ Kc8-b8 Na Kb7: 13) Lf3t 14) Ke2
zou wit overwegend staan. 14) Kd2-c2 g7-
g6 En niet Pf2: wegens 15) Lf4t 15).Lcl-d2
Lf8-g7 16) Ld2-c3 Lg7xc3 17) Pblxc3 Pd3-
b4+ Misschien kwam nu Pf2: wel in aan
merking. 18) Kc2-b2 a7-a5? Veel sterker
was hier 18) Td2t Na 19) Ka3 a5!
immers staat de witte koning ongunstig en
op 19) Kcl Tf2: dreigt reeds Pd3t Tb2
mat. Het verschil blijkt aanstonds. De
voorlopige conclusie is dan ook dat ’t witte
avontuur objectief dubieus is, doch in dg,
praktijk van ’t wedstrijdspel succesvol.
19) a2-a3! Pb4-d3t Thans zou 19)Td2t
falen op 20) Kcl en er staan twee zwart-
stukken in Td3 21) ab4: Tc3:t 22) Kd2! ab4:
23) Lf3 20) Kb2-c2 a5-a4 21) Pc3xa4
Pb6xa4 22) b3xa4 Pd3xf2 23) Thl-el!
De witte pionnen links lijken een „zootje
ongeregeld”, maar na 23) Pdl: 24)
Tadl: e6 25) Tbl Td7 26) Tb5! Tb7: 26)
Tebl moet zwart op b5 ruilen, waarna wit
eensklaps drie verbonden vrijpionnen
heeft. 23) Td8?d4(?) Zwart zit ’t niet
meer. 24) Telxe7 Th8-d8 25) Ldl-f3
Td4xc4+ Ook Td2t haalt niet veel uit,
omdat de koning via b4 ontsnapt. 26) Kc2-
b3 Tc4-f4 27) Tal-el! Pf2-d3 28) Tel-dl
Belet 28) Pc5t 29) Ka2 Tdl: 30) Te8t
plus promotie; Td8 mag de achtste rij niet
verlaten. 28)Kb8-a7 Een beter alterna
tief is niet te zien. 29) Kb3-c3 Tf4-c4t 30)
Kc3-c4 Pd3-b2t 31) Kc4-b3 Pb2xdl 32)
Te7-c7! er. in deze hopeloze stelling over
schreed zwart haar tijd; tegen de dreiging
Tc8 is geen kruid gewassen, b.v. 32)
Kb8 33) Tc8t Tc8: 34) bc8: Dt 35) Ldl:.
Zal Van Wijgerden er in slagen, defini
tief de „geluidsbarrière” naar het mees
terschap te doorbreken? Misschien is hij
daarvoor al te oud en te weinig bezeten.
Maar in ieder geval is hij definitief een
welkome aanwinst in de hogere vader
landse schaakregionen.
MR. E. SPANJAARD
AITUTAKI. Naar aanleiding van
het 200-jarig bestaan van de Verenigde
Staten werden op 1 juni 9 zegels uitge
geven, drie strips van elk 3 zegels, met
drie reprodukties van schilderijen van
de Amerikaanse patriot en schilder
John Trumbull (1756-1843): 3 x 30 c.
..De Onafhankelijkheidsverklaring. 4
juli 1776”, 3 x 35 c. „De Overgave van
Lord Cornwallis by Yorktown, 19
oktober 1 181 ”en3x 50 c. „Het aftreden
van Generaal Washington, 23 decem
ber 1783”. De zegels zijn gedrukt in
velletjes van 15 stuks (5 stroken van
drie tezamenhangend) plus een strip
van drie vignetten. Bovendien ver
scheen een miniatuurvelletje, omvat
tende 9 zegels (drie stroken van iedere
waarde: 30, 35 en 50 c.)met op de linker
velrand het embleem van het „Ameri
can Revolution Bicentennial” en het
portret van John Trumbull.
BHOETAN. Voorstellingen van ver
schillende soorten orchideeën sieren
een serie van 8 zegels plus een minia
tuurvelletje, die in juni het licht
zagen. De waarden zijn 1, 2. 3, 4 en 5
ch., 1, 3, 6 en 10 Nu. (afbeelding)
.32
2».
'26
O
21
2o.
Euwe” geeft nu aan 9) Le2 c6 10) Dd4 „en
wit staat goed”. Maar na Pg6 schijnt zwart
door de mogelijkheid e7-e5 redelijk tegen
spel te verkrijgen. Daarom koos wit de
geprepareerde zet 9) b2-b3!? Hiermede
geeft hij zwart de kans, onoverzichtelijke
complicaties in ’t leven te roepen. 9)c7-
c6 10) d5xc6 Dd8xdl+ 11) Lf3-x4 Pe5-d3
12) Kel-d2 Diagram. Tot zover precies
gelijk aan de partij uit 1968 tussen ons
onbekende spelers. Die ging als volgt ver
der: 12)Pf2: 13) cb7: Td8t 14) Kc2 Phl:
15) Lf4 Pion b7 is een reus, maar een
toren is een toren. 15)Pd7 16) Lf3 e6 17)
Lc6 met fraaie kansen voor ’t geofferde
materiaal. Hoe gaat ’t echter verder na 16)
e5? Misschien moet wit er dan nog
méér tegenaan gooien, b.v. 17) Pc3 ef4: 18)
Telt Le7 19) Pd5 en wit wint van alles
terug. Begrijpelijk overigens dat de mees
te witspelers ervoor terugdeinzen, zoveel
V 10 9
10 9
8
H
Het tweede diagram toont een klassieke
stand, die volgens een verzameling van L.
Bergveld jr. stamt uit 1910 (auteur J. de
Jong). Wit aan zet speelt hier het „klassie
ke” offer 1. 25-20!, 24x15; 2. 35-30. Als
zwart nu de beste verdediging mist door
26-31!, 27x36,19-24, 30x19, 23x14 (op ande
re zetten: 9-14, direct 19-24, eerst 23-29 en
dan 9-14, verliest zwart) en voortzet met 2.
.15-20 dan wint wit met een doorbraak-
combinatie en daarna een uiterst secuur
te spelen eindspel met leerzame finesses.
De oplossing laat ik graag aan de lezer
overals liefhebber van partij-
kombinatoriek en eindspel-problematiek!
«X
S MK j
K
ig:
10
2S
ZUIDWEST-AFRIKA. Als propa
ganda voor het natuurbehoud werden
op 16 juli drie zegels in koers gebracht
naar ontwerpen van Dick Finlay: 4 c.
een ondersoort van de Kaapse Klipdas
(Procavia capensis welwitschi), 10 c.
Kongo-Eekhoom (Funiscirius congi-
cus) en 15 c. Kirk’s Dik-dik (Madoqua
kirki).
PORTUGAL. In verband met de 600-
jarige herdenking van de Wet op de
„Sesmarias”, het ongecultiveerde
land, kwamen op 2 juli drie zegels in
circulatie: 3, 5 en 10 Esc. (afbeelding).
Wéér heeft een sterke Nederlandse
hoofdklassespeler, Cor van Wijgerden dit
maal een meesterresultaat behaald. Hij
deed dit dezer dagen in de meestergreep
van het I.B.M.-toernooi en het bijzondere
van zijn succes is dat hij voor 100% de
amateurstatus heeft. Dat begint langza
merhand te lijken op de kwadratuur van
de cirkel, want tegenwoordig wordt er aan
studie en training zóveel verlangd, dat het
vrijwel geen amateur meer gelukt, zich te
midden van de profs te handhaven. De 26-
jarige van Wijgerden echter, eerstebord-
speler van „Charlois”, heeft ’t gepresteerd
door een score te bereiken van 7 uit 11,
goed voor de derde prijs en een plaats
volgend jaar in de grootmeestergroep. In
onze rubriek van 1 mei j.l. vertelden wij
reeds dat hij een volledige taak als onder
wijzer vervult en zijn fysieke conditie op
peil houdt met volleyballen en tafeltennis.
Zoiets komt van pas in toernooien, die
veel uitputtender zijn dan de outsider zich
voorstelt. De nog ongehuwde jongeman
won in 1969 het open jeugdkampioen
schap van Denemarken. Tweemaal werd
hij kampioen van Rotterdam en in Zürich
1972 deelde hij de derde prijs achter o.a.
de grote Ljubojevic. In het afgelopen sei
zoen versloeg hij aan ’t eerste bord van
zijn hoofdklasseteam o.a. I. M. Zuidema,
terwijl hij remise maakte tegen de
kandidaat-grootmeester Sosonko, de
Engelse crack Keene en de Eindhovense I.
M. Ir. Kuypers. Ook in de jongste twaalf-
kamp om de landstitel (Leeuwarden, april
1976) deed hij van zich spreken; toen ver
sloeg hij b.v. Donner, Ligterink en Kuy
pers. Sprekend voor zijn gestage ontwik
keling zijn z’n resultaten in de I.B.M.;
vorig jaar gedeelde eerste (met 7 uit 9) in
de reservegroep, promotie dankzij dit suc
ces naar de meestergreep en nu dit. Vol
gens v. Wijgerden zelf doet hij relatief
weinig aan theoretische voorbereiding,
behalve tijdens een toernooi. Dan obser
veert hij nauwkeurig ’t repertoire van zijn
tegenstanders en tracht hij hen met
nieuwtjes te verrassen.
Een aardig voorbeeld daarvan is zijn
overwinning op de Russische wereldkam
pioene Nona Gaprindasvili, die in schaak-
kracht verre uitsteekt boven haar sekse
genoten, maar ’t ditmaal te Amsterdam
tussen de mannen niet verder bracht dan
de gedeelde 7e plaats. Getoetst aan de Elo,
Nona 2425, Cor 2200, eigenlijk een opmer-
I V...
De strijd om de wereldtitel is ontbrand
en daarvan komen de volgende keer in
deze rubriek de eerste flitsen. Intussen
vraag ik uw belangstelling voor een ande
re, wat minder open strijd in het wereldje
van de problemisten. Volgens de „vakhe
den” staat de inhoud van de damproble-
matiek op het spel nu er onder invloed van
de jaarlijkse internationale Suikerwed-
strijd een andere vorm, de zgn. partij-
problematiek, wordt geaccepteerd.
Een probleem is een vraagstuk. Elke
opgave, die de maker aan de oplosser stelt
is dus acceptabel. Bijv, wit speelt en wint,
leek het er op, dat hij iets had gevonden
om de ramp in de stad ongedaan te
maken. Hij pakte een geweer, deed wat
poeder in een zakje en stapte met de man
in het schuim de berg af.
In de buurt van de stad aangekomen,
ging tovenaar Trammelant op een grote
NORFOLK-EILAND. Het 200-jarig
bestaan van de Verenigde Staten werd
herdacht door de uitgifte van 4 zegels
op 5 juli: 18 c. walvisvaarder „Charles
W. Morgan”, 25 c. „Thanksgiving", 40
c. „vliegend fort” in de 2e Wereldoor
log boven Norfolk en 45 c. Califomi-
sche Kuifkwartel (Lophortyx califor-
nicus). Ieder zegbeeld toont aan de
linkerzijde een vlag die op de Ameri
kaanse onafhankelijkheid betrekking
heeft, (afbeelding).
Problematiek of kombinatoriek, dat
weet ik niet, maar hier volgen wel twee
fraaie afwikkelingen in partijstanden,
met een scherp slot! In de eerste diagram
stand, ontleend aan het Russische dam- en
schaakblad „64”, is de slechter ogende
stand van zwart toch goed voor winst door
de verrassende combinatie 1. .18-2212.
27x9, 29-34! 3.40x18,19-24: 4.30x19,10-14,
5. 19x10, 15x31, enz.
Toen ik mij afvroeg, wat het resultaat
zou zijn als wit in de diagramstand aan zet
is, kwam ik tot mijn verbazing tot de
volgende uitgebalanceerde winstvariant:
1. 40-34! 29x40; 2.45x34,8-12 gedw. Op 10-
14 volgt 30-24, 28x10, 38-33, 32x3 en op 15-
20 wint 34-29, 27-21, 28-22, 32x3. 3. 27-21!!,
26x17; 4. 30-24, 19x39; 5. 28x8, 12x3; 6. 38-
33, 39x28; 7. 32x21.
Zwart is ver teruggeworpen, maar het 3
om 3 eindspel is nog lastig genoeg: 7.
.15-20; 8.21-17! (35-30 of 37-32 is remise),
20-24; 9.17-12,24-29; 10.12-7,29-33; 11. 7-1,
33-39; 12. 1-34! Een bekend damoffer dat
net toereikend is voor de winst: 12.
.39x30; 13. 35x24,10-15. Op 10-14, 37-32,
3-8, 32-28, wint op tempo. Op 3-9 direct 24-
19, wint als hierna. 14.37-32,3-9; 15.24-19!,
9-14; 16. 19x10, 15x4; 17. 32-28, 4-9.
Beide lopen nu naar dam en wit is
precies op tijd om zwart voor de achterlijn
tegen te houden (een basisversperrihg
noemen we dat).
wit forceert winst, wit wint een schijf, wit
lokt de foutzet uit. Maar de moderne pro
blematiek heeft zich los gemaakt van het
partijspel door alleen problemen te accep
teren, waarvan de ontleding voldoet aan
de zgn. scherpe regels. De aanvangsstand
hoeft geen verwantschap te hebben met
het partijspel. Bizarre opstellingen, waar
in de witte en zwarte schijven op alle
plaatsen van het bord mogen staan, zijn
toegestaan. In de part-problematiek gaat
het echter uitsluitend om problemen met
een „natuurlijke of natuurlijk aandoende
stand (bij voorkeur met een partij-
karakter)”, zoals in de Suiker-wedstrijd is
bepaald. De beoordeling betreft dus de
stand, de ontleding en de originaliteit.
Daarmee valt het accent niet in de eerste
plaats op de toetsing aan slagregels en
ontbreekt de eis van een „scherp slot”,
d.w.z. een stand na de eindslag zónder
overbodige schijven en maar op één
manier te winnen.
Waar zit nu de pijn van de echte proble-
misten, die zich als Rederijkers aan bij
zondere regels hebben onderworpen? In
twee bezwaren: de partijcombinaties, for
cings en lokzetten, die meestal geen zuive
re eindstand (kunnen) hebben, mogen vol
gens hen niet tot de damproblematiek
worden gerekend. En ten tweede: de echte
problemen, van begin tot eind „scherpe”,
die wèl een partij-achtige aanvangsstand
hebben, mogen door de heren partij-
problemisten niet worden geannexeerd.
Met andere woorden: er is maar één soort
damproblematiek, dat is de „goede” pro
blematiek.
Het conflict is duidelijk: Eerst was er
alleen proza (het partijspel), toen kwam
de poëzie, met regels voor ritme en rijm
(het damprobleem) en toen kwamen de
poëten, die zich niet meer aan de regels
stoorden. Zij schreven „proza in de vorm
van poëzie” (de partij-problematiek). De
vormen van problematiek hebben natuur
lijk allebei bestaansrecht. En als de term
„partij-problematiek” aanvechtbaar is,
dan nemen we het voorstel over van de
redactie van „Het Nieuwe Damspel” en
noemen we de partijproblematiek voort
aan „Kombinatoriek in herkenbare spel
vormen”. Dan zijn zij, die de problematiek
zuiver willen houden, weer tevreden.
f
/I
I
I I
i'
f'
Er was eens... een tovenaar die in een
schoen woonde. Het was een echt goede
tovenaar, want hij wilde altijd alleen het
beste voor de mensen.
Niet zo heel erg ver van de stad, boven
op een berg, stond zijn schoen-huis. Het
was een geriefelijk huis, want het had een
salon, een eetkamer, een keuken, een
slaapkamer en een badkamer. Het stond
er ook erg mooi; het uitzicht was prachtig.
Het enige wat niet zo prettig was: de berg
af was moeilijk, maar de berg op nog veel
moeilijker. Tovenaar Trammelant was
altijd erg moe als hij in de stad aankwam
om de mensen aan goede dingen te helpen
,en daarom mislukte er wel eens iets.
Tovenaar Trammelant was nog veel
moeer als hij na zo’n dagje stad weer thuis
kwam. Dan kon hij helemaal niets meer
doen, zelfs zijn eigen eten klaarmaken
EQUATORIAAL-GUINEA. Een
omvangrijke serie van zestien zegels,
tezamengedrukt in een klein velletje
met randinschrift „Obras maestras del
desnudo Repüblica de Guinea Equa
torial", toont reprodukties van vrou
welijk naakt van beroemde kunste
naars, vanaf het oude Egypte en Grie
kenland tot de moderne tijd. De waar
den zijn 0.05, 0.10, 0.15, 0.20. 0.25, 0.30.
0.35, 0.40. 0.45. 0.50, 0.55, 0.60. 1. 2, 10 en
70 Ekuele. (afbeelding).
Een lezer legde een probleem voor
waaraan zoveel algemene kanten zitten
dat het zeker waard is in deze kolommen
behandeld te worden. Het betreft het vol
gende geval:
4
A
A
H
4 3
A B 7
H B 9
H 6 2
Met het eerste spel is 7 KI een gezonde
onderneming, met het tweede 6 Sch en
met het derde kan het zelfs moeilijk zijn 4
Ha (of 4 Sch) te maken. Kortom oost moet
niet beginnen azen te vragen, maar begin
nen met aan te geven dat hij een sterk spel
heeft.
Dat kan op twee manieren: door 3 Ru te
bieden (manche-forcing). waarna het goe
de eindcontract wordt bereikt van 3 SA.
Of door 3 Sch te bieden (sterk spel, goede
kleur), waarna eveneens 3 SA zal worden
bereikt of misschien wel 6 KI. Geen fraai
slem, maar in elk geval het meest kansrij
ke. Hiermee is dan ook weer eens aange
toond dat azen vragen met 4 KI niet goed
is; klaverslems zijn dan als regel moeilijk
biedbaar, omdat zoals hier een kla-
verkleur nooit op 4-niveau kan worden
geïntroduceerd (als tweede kleur), of
gesteund.
In de praktijk werd uitgekomen mei
Sch 2. Na Sch A werd getracht op Sch H
een ruitentje te lozen, maar noord troefde.
Op zich natuurlijk niet zo vreemd, want
een dergeljjke uitkomst duidt meestal op
een singleton. Noord had Ha H-derde en
zuid KI V-dito met bovendien Ha 10 9 3,
hetgeen resulteerde in één down.
De post-mortem vraag was natuurlijk of
het contract misschien toch had kunnen
worden gemaakt. Oost beweerde bijv, dat
het troeven van twee ruitens tot het
gewenste resultaat zou hebben geleid,
maar zag daarbij waarschijnlijk over het
hoofd dat dan twee troefslagen verloren
gaan. Het beste lijkt (met open kaart): Sch
A, kleine klaver naar de tien, kleine har
ten al dan niet voor noord’s heer. Oost
heeft hierna nog twee entrees in klaveren
om de schoppenkleur vrij te troeven en te
benutten.
A H 3
A H
7 2
A V B
B 8 4
V B 10 3
B 4 2
6 2
A 9 4
10 9 8
Het probleem van de vorige week. Zuid
moet 3 SA maken waartegen west begint
met drie ronden ruiten. Zuid moet op de
derde ruiten Sch A af gooien. Hij creeërt
daarmee een extra entree naar de hand
om de vrije klaveren te benutten. Zuid
geeft KI H af, neemt de teruggespeelde
harten, incasseert alle hoge kaarten van
noord en speelt vervolgens een kleine
schoppen. Oost maakt Sch V, maar moet
zuid daarna de resterende slagen laten.
T. SCHIPPERHEYM
kelijke uitslag.
’t Is bekend dat Nona vaak de minder
gebruikelijke Scandinavische verdedi
ging toepast. De Rotterdammer had
bemerkt dat de Russin met meer dan
normale belangstelling zijn gevecht met
Ciocaltea had gevolgd, in welke de zgn.
Panov-variant op ’t bord kwam en dat
bereidde hij nauwkeurig een ander sys
teem voor aan de hand van een vrij onbe
kende partij uit 1968. Dat ging zó: Wit: van
Wijgerden. Zwart: Gaprindasvili. 1) e2-e4
d7-d5 2) e4xd5 Pg8-f6 3) d2-d4 Na 3) c4
c6 4) d4 cd5: hebben we de „Panov”. 3)
Pf6xd5 4) c2-c4 De theorie keurt deze
zet niet onvoorwaardelijk goed, omdat hij
punt d4 verzwakt. Wit heeft echter iets
speciaals op ’t oog. 4)Pd5-b6 5) Pgl-f3
Lc8-g4 6) Lfl-e2 Pb8-c6 Reeds zijn de witte
c- en d-pionnen aanvalsobject. 7) d4-d5
Lg4xf3 8) Le2xf3 Pc6-e5
B 7
V 8
B 10 6
A H B
V 2
10
A 7 5 3
West opende (niemand kwetsbaar) 1 Ha,
noord 2 Ru, oost 4 KI (azen vragen) NZ
passen verder west 4 Sch, oost 4 SA
(heren vragen), west 5 Ru, waarna het
slechte eindcontract werd bereikt van 6
Ha.
De eerste vraag was: is dit spel te
maken, maar de eerste vraag had natuur
lijk moeten zijn: is dit spel goed geboden.
Het antwoord is stellig nee. Oost stort zich
door zijn directe vragen naar azen en
heren in een afgrond, waarvan hij de
bodem niet eens kan zien. De west-hand
kan nog altijd bestaan uit:
1)
een toverformule uitgesproken en een
poeder gemaakt, dat de was witter dan wit
moest maken en was daarna naar huis
gegaan. Het resultaat zag hij onderaan de
berg: schuim en nog eens schuim. De hele
stad was begraven onder het schuim van
de witter dan wit waspoeder.
De man, die van de ramp was komen
vertellen, was ook een berg schuim. Als
hij sprak, stegen er allemaal bejletjes
omhoog, die in de lucht uit elkaar spatten
en weer nieuw schuim maakten. Het was
verschrikkelijk! Het was een echte ramp!
Tovenaar Trammelant bekeek de toe
stand eens en kwam tot een besluit. Hij
kon niet naar beneden, want dan zat hij
ook meteen onder het schuim, nee, hij
moest hierboven iets zien te verzinnen.
Trammelant zette de man uit de stad
met schuim en al in het gras voor z’n
schoen-huis en stapte z’n werkplaats bin
nen. Daar pakte hij een heel groot boek en
zat wel twee uur daarin te lezen. Eindelijk
5 3
X