JOOP WILDBRET:
TOT NU TOE HEEFT ME DAT WEL GELD GEKOST
99
99
r
I
b
ft
J.
„In Alkmaar voelde ik me thuis”
Sfeer bij Haarlem meegevallen”
Ifil
lp
22
•nï
1
„Na een zege volg ik steeds dezelfde weg naar het veld”
ka
#1
t
Betaald
voetbal
’7B-’77
DONDERDAG
I 9
AUGUSTUS
1976
I
SPORT
I
Z'
Verloren
Versneld
L ’4
Sjaal
P
-
Oj
«O
f' JF
F WB
-
,r> 'N
F
99
99
Ik zeg alles, anders slaap ik niet
Fe
y
'4
JAN PREENEN
Joop Wildbret: „De mens in een trainer vind ik het belangrijkste”.
L,1-’
ABE VAN DEN BAN
EN HET BIJGELOOF
(Van onze sportredactie)
weddenschap had
een desillusie
van
me
JAN PREENEN
1
1
Die formule hanteerde hjj ook al in de vier jaar dat hij bij
FC Amsterdam op de loonlijst stond. Weigerde het fortuin
zijn medewerking dan zocht Abe eenvoudig een nieuw traject
op om Vrouwe Fortuna voor het blok te zetten. „Gelukkig
heb ik nogal wat mogelijkheden om van Westzaan naar Haar
lem te rijden, zodat ik het voor Haarlem beslist niet somber
inzie”, profeteert de nieuweling in de équipe van trainer Barry
Hughes.
Zl
ii
E
h
h
k
g
v
h
b
z
d
h
I
n
d
g
t
8
I
t
l
S
t
HAARLEM De balans opmakend van een zwerftocht, die hem via Amersfoort,
Blauw Wit, Amsterdam. Den Bosch, Twente en AZ ’67 nu heeft gebracht bij Haarlem
stelt Joop Wildbret vast dat er in het betaalde voetbal op belangrijke momenten
nauwelijks sprake is van collegialiteit: „Ik heb ervaren dat spelers uit angst voor
hun eigen hachje niet voor je durven op te komen, bang als ze zijn door de trainer of
het bestuur op de vingers te worden getikt. Protesteer je dan sta je vaak alleen”.
„En neem een speler als Frank Kra
mer, die nu al weer een paar jaar weg
is bij Amsterdam. Ik kmn goed met hem
overweg, net zoals met de anderen, maar
hij was niet zo getapt bij de Amster
dammers. Hij had een ander soort hu
mor. Bij hem moest je altijd nadenken,
terwijl kinderen al de grappen van
Jongbloed en Flinkevleugel konden be
grijpen”.
Abe van den Ban neemt het op de
koop toe, omdat zijn activiteiten in het
buitenland uiterst beperkt zijn en hij op
de Nederlandse veldent och wel herkend
wordt. Met of zonder snor. Vandaar dat
hij zijn bovenlip weer ijlings camou-
flerde nadat hjj begin vorg seizoen een
„Myn sliding is niet mjjn beste kant,
ik ben ook niet geweldig in de lucht en
als er een man wordt gezocht die bij het
minste en geringste foutje van een keep
er klaar st aat om toe te slaan dan
moeten ze bij mij niet aankloppen. Laat
mij met Wildbret en De Vries maar op
het middenveld staan. Als mijnheer
Hughes het daar tenminste mee eens is”.
WESTZAAN. Als het aan Abe van den Ban ligt hoeft
Haarlem, wanneer het straks op herhaling gaat in de ere
divisie, niet in de kortste keren de weg kwjjt te raken. De
„vreselijk bijgelovige” voetballer uit Westzaan pleegt na een
overwinning van zijn elftal steeds dezelfde route va» huis naar
het veld af te leggen, om zodoende het geluk „af te dwingen”.
che sta al die moeilijkheden
afglijden”.
Dat hijzelf zelden of nooit een blad voor de mond heeft genomen is volgens
Wildbret de reden dat hij nu als 29-jarige te boek staat als een voetballende nomade.
Bij enkele clubs had hij niet meer dan een jaar nodig om de moeilijkheden te inven
tariseren en dan tot de conclusie te komen dat het maar beter was om het voor gezien
te houden: „Ik ben iemand, die zich uit als hij iets heeft. Ik houd niet van slijmen.
Bij mij moet het er uit, anders slaap ik niet. Dat heeft me in de loop der jaren wel
geld gekost, maar dat heb ik er wel voor over gehad. Kapitalen heb ik dan ook nooit
verdiend. Ik voetbal omdat ik het heerlijk vind, maar is er iets dat me niet bevalt
dan zeg ik het. Dat wil nog wel eens verkeerd vallen. Zoals indertijd bij FC Den
Bosch. Op de training was het normaal dat er vechtpartijen waren. Er werd nooit
iets van gezegd, totdat het slecht ging met Den Bosch en Dick Beek van de training
werd gestuurd. Ik als aanvoerder naar de trainer toe. Waarom is dat nou pas gebeurd,
dat is toch waanzin, zei ik. Zoiets had toch eerder moeten gebeuren. Nou, dat werd
me ook niet bepaald in dank afgenomen. Ik moest mijn excuus aanbieden .en de
trainer een hand geven. Dat verdomde ik. Prompt werd ik twaalf weken geschorst”.
Ach, ik had natuurlijk naar het bestuur kunnen stappen en kunnen vragen waarom
ik overbodig was geworden. Maar wat zou dat voor nut hebben gehad. Toen er
sprake van was dat Deyna naar AZ zou komen vroegen we als spelersgroep wat er
van die geruchten waar was. Deyna? Tsssst, zei Klaas Molenaar en hij lachte een
beetje minachtend. Een dag later werd Deyna gecontracteerd. Zo gaat dat in het
betaalde voetbal. Er wordt geen open kaart gespeeld, waarom zou ik dan in mijn
geval om uitleg vragen? De nog in Alkmaar wonende Wildbret, die niet gelooft
dat hij vanwege zijn leeftijd in de voorjaarsopruiming is gedaan, ergert zich er wel
aan dat hij als „ruilobject te koop is aangeboden”: „AZ heeft dat ontkend, maar ik
weet vrijwel zeker dat de club mij overal heeft aangeboden. Het was in ieder geval
opvallend dat zoveel verenigingen belangstelling voor me hadden, terwijl ik bij AZ
nog een jaar voor de boeg had. Ik had AZ kunnen wijzen op het contract, maar dan
pakken ze je op de training. Dan kun je beter meteen opstappen. Je weet nu een
maal wat-je te wachten staat als je profvoetballer bent. In het betaalde voetbal
zijn die praktijken normaal. Ik heb al zoveel meegemaakt dat ik me daar niet meer
druk over maak. Het blijft alleen jammer dat ik op deze manier bij AZ ben ver
trokken. De sfeer zal ik erg missen.
„Voordat ik bij Haarlem kwam hoorde ik via, via, dat het daar een stille bedoening
was, dat er weinig gezelligheid was. Dat is me bij Haarlem erg meegevallen. Ik
verwacht ook mét een trainer als Hughes goed te kunnen samenwerken. Ik geloof
wel dat ik weet wat ik aan hem heb. Hij is in ieder geval recht door zee. Als hij je
een zak vindt zal hij dat zeggen. Hij lijkt me niet iemand, die je via anderen probeert
te bespelen. Ik heb genoeg trainers meegemaakt, die zo te werk gingen. Psychologie
noemen ze dat dan, nou voor mij hoeft dat niet”, aldus Joop Wildbret, die nog eens
benadrukt dat hij de „mens in een trainer het belangrijkste vindt en dat het trainen
op de tweede plaats komt”. Daarom hebben we nogal wat gesprekken gehad. Hughes
kent mijn standpunt en ik dacht hem wel te kennen”. De kennismaking verliep in
ieder geval zo goed dat Haarlem een tweejarig contract niet voorbarig achtte. De
ploeg, die in de eredivisie terug van weggeweest is, kreeg daarmee twee midden
velders in ruil voor schakelspeler John Metgod. Een wissel, waardoor Haarlem
volgens een in dit opzicht zeker niet objectieve Joop Wildbret de winnaar werd:
„AZ heeft twee spelers, die constant in het eerste stonden, plus dacht ik nog wat
geld gegeven voor een jongen, die zich nog helemaal moet waarmaken. Dat komt bij
mij wat overdreven over. Metgod heeft op mij nog niet veel indruk gemaakt, al
moet ik er bij zeggen dat ik hem alleen heb zien voetballen tegen Camibuur en VW”.
Het vervolg van zijn „kritische” beschouwing laat Wildbret bij nader inzien ver
vallen. „Nogmaals, ik wil niet dat ik overkom als iemand met kapsones. Trouwens,
ik heb ook geen revanchegedadhten of wraakgevoelens ten opzicht van AZ”.
„Het lag voor de hand, dat de club
spelers moest verkopen, maar waarom
zoveel tegelijk? Er stond niets achter.
We moesten die verliezen maar zien op
te vangen, dat klopte toch niet. De
aparte sfeer is wel gebleven, al is het in
al die jaren niet altijd zo’n vreselijk
lollige bende geweest als iedereen wel
dacht. Er werd veel gedold. Tien minu
ten voor de wedstrijd lagen we vaak
nog blauw van het lachen in de kleed
kamer. Dat is ook het beeld dat de
journalisten voor ogen hadden, maar er
waren wél degelijk conflictjes. Geert
Meijer is echt niet alleen voor het geld
weggegaan. Hij kon niet opschieten met
de trainer”.
Reynolds is een echte goaltjesdief, sterk
aan de bal en sterk in de lucht en Geoff
Hutt, die linksachter staat, doet opbou
wend goed werk. Hij moet alleen wat
sneller en beweeglijker worden”. Van
den Ban is zich ook bewust van zijn
eigen zwakheden:
Volgens Wildbret heeft zijn openhartigheid ook tot voortijdig vertrek geleid bij
AZ ’67. Terwijl hij nog een jaar onder contract stond werd hij enkele maanden
geleden met Cees de Vries aan Haarlem afgestaan in ruil met John Metgod. „Ik had
zonder meer verwacht dat AZ het eindstation voor mij zou worden. Ik voelde me
best thuis in Alkmaar. Een leuke groep, toffe jongens onder elkaar, na de wedstrijd
lekker met z’n allen er tussenuit. Iedereen had wat voor een ander over. Toen ik
mijn zaak opende heeft de hele ploeg me de avond tevoren tot in de nacht geholpen.
Als ik een paar dagen wegwilde dan was er altijd wel iemand, die het werk in de
zaak van me wilde overnemen. Dat maak je toch nergens anders mee. Bij Twente
was het ook wel leuk, maar daar had je van die groepjes. Op het veld een eenheid,
maar daar buiten niet. Bij AZ was het op en naast het veld één geheel. Het voet
ballen ging ook lekker. Ik had een vaste plaats in het eerste. Vooral de laatste tijd
draaide ik goed. Niet dat ik kapsones heb, maar ze kunnen me niet weggedaan hebben
omdat ik slecht geworden was. Ik geloof eeider dat allerlei kleine probleempjes daar
de oorzaak van zijn. Als ze je zomaar wegdoen dan moet er iets gebeurd zijn. Met
Cees de Vries en Kristen Nygaard zat ik in de spelersraad. Dan moesten er ook wel
eens punten op tafel worden gelegd, die niet zo prettig waren. Daar draaide ik nooit
omheen. Maar goed, het blijft gissen. Echt grote zaken zijn niet aan de orde geweest.
Van den Ban, wiens naam vorig jaar
nog op de verlanglijst van Go Ahead
Eagles prijkte („De transfersom van
175.000,- was te hoog”) ging enkele
maanden geleden niet op aanbiedingen
van de eerste divisieclubs Volendam en
Fortuna Vlaardingen in omdat hij zich
met zijn 28 jaar voorlopig nog niet als
afgeschreven beschouwt voor de eredivi
sie. Zoals hij ook Haarlem niet bij
voorbaat van het etiket „te licht” wil
voorzien:,, Met de routine, die wij in de
ploeg hebben kunnen we ver komen. Ik
geloof ook niet dat Haarlem miskopen
heeft gedaan. Die twee Engelsen doen
het tot nu toe zo gek nog niet. Ritchie
J
FE
F
De alternatieve geloofsbeleving van
Van den Ban manifesteert zich ook tij
dens de besprekingen voor en na de
wedstrijden. Bij winst reserveert hij
voor de week erna dezelfde zitplaats, in
geval van verlies kunnen zijn nieuwe
teamgenoten rekenen op een stoelen-
dans-voor-ee-man. Voor het overige zit
Van den Ban niemand in de weg. Of het
moet zijn dat hij bij het traditionele
geknuffel na een doelpunt met zijn
weelderige snor wat ongemak kan ver-
oorzuken. Die stoffering herinnert aan
een weddenschap en werd enkele jaren
geleden onder de neus aangebracht.
„Met jongens uit de Zaan had ik gewed,
om de snor te laten staan. Bij mij ging
het zo vlug, dat ik ’m op een gegeven
moment tot boven m’n ogen kon optrek
ken. Ik vind het wel leuk, al kan het
wel eens een nadeel zijn.
Aan mijn snor heb ik het te danken
dat ik twee keer uit het veld ben
gestuurd. In die UEFA Cup-wedstrijd
met Amsterdam tegen FC Köln en in
een intertotowedstrijd drie jaar terug in
Tsjechoslowakije. Ik maakte in beide
gevallen twee overtredingen. Dat ge
beurt uiteraard vaak in een wedstrijd.
Doet een andere speler dat. dan weefde
scheidsrechter zich zoiets meestal niet te
herinneren. Maar die snor is zo’n duide
lijk herkenningsteken dat ik het die
scheidsrechters wel eng gemakkelijk
maakte”.
■-
Niettemin heeft Van den Ban, die
eerder „twee jaar bij AZ’67 acteerde en
vijf jaar bij ZFC speelde „de mooiste
tijd gehad bij Amsterdam”: „Zoveel gein
als je daar had heb ik nergens anders
gevonden. Ik ben daarom blij dat er bij
Haarlem ook wel jongens met humor
zitten, zoals Wildbret, De Vries en Hug
hes. Hughes vind ik een komiek. Toch is
zijn aanpak serieuzer dan van v.d.
Meent. Ik heb nog nooit zo’n stevige
voorbereiding gehad. Hughes weet je
echt af te matten. Niet dat ik een keer
tijdens de training heb moeten afhaken.
Dat gaat tegen mijn eergevoel in. Ik kan
namelijk slecht tegen mijn verlies. Zit
het in een wedstrijd tegen dan loop ik
me te verbijten. Gelukkig ben ik wel zo
dat wanneer ik eenmaal onder de dou-
verloren en Amster
dams verzorger Jantje Wiezeman zijn
snor met de schaar had mogen verwij
deren.
„In het verleden zijn de onderhande-
lingen met Haarlem steeds op niets uit
gelopen, maar nu werd alles versneld,
omdat ik van Amsterdam af wilde en
Amsterdam van mij. Het laatste jaar bij
Amsterdam is voor mij
geworden. De eerste drie jaar was alles
even mooi geweest. We pakten Feye-
noord en Ajax, we speelden Europa Cup
3-voetbal, waarin we van Inter Milaan
en Fortuna Düsseldorf wonnen. Maar
door die leegloop, door het vertcek van
spelers als Nico Jansen, Gerard v.d. Lem
en Geert Meijer vroeg Amsterdam om
moeilijkheden”.
FC Amsterdam had tegen de ver
wachtingen van Van den Ban van NAC
gewonnen en kon in dat prille stadium
van de competitie og niet voorzien
welk een lijdensweg nog zou moeten
worden afgelegd. Van den Ban werd
toen nog als een „Lieverdje” beschouwd,
maar moest al gauw ondervinden dat
het bepaald niet allemaal ’’snor” zat.
Een blessure - kalkafzetting op het bot
bij het dijbeen - vormde de inleiding
van een reeks moeilijkheden. Terwijl
het Sheeds verder wegzakkende Amster
dam aan simuleren dacht gaf Abe v.d.
Ban te kennen dat hij onmogelijk kon
spelen. Hij liet zich operatief behande
len, w'at er toe bijdroeg dat hij drie
maanden verstek moest laten gaan. Een
maal hersteld raaide hij weer snel aan
de enkel geblesseerd, wat de leiding van
de inmiddels nog meer gedevalueerde
stadionclub tot nieuwe verwijten inspi
reerde. Abe: „Amsterdam wilde graag
dat ik speelde, maar ik kon niet. Toen
die blessure genezen was weid ik twee
keer opgesteld in het c-elftal. Let wel,
ik vind het normaal als je terugkomt
via het c-elftal, maar Amsterdam wilde
me gewoon pakken”. Volgens Van den
Ban zijn alle problemen te herleiden tot
de slechte resultaten van het eerste
elftal: „Vanuit het standpunt van de
club kan ik me wel voorstellen dat men
zo reageerde. Voor Amsterdam was het
belangrijk om in de eredivisie te blijven,
maar ik had zelf het gevoel dat de ploeg
toch niets aan me zou hebben. Ik kon
geen duel aangaan”. Hoewel Van den
Ban officieel nog een jaar tegoed had
bij Amsterdam lieten voorzitter Stoop
c.s. hem voor ongeveer een ton vertrek
ken naar Haarlem, dat al drie jaar naar
de gunsten van de linkermiddenvelder
had gedongen.
O-
I
HUTT
Abe van den Ban en Joop Wildbret
behoren tot de zes nieuwelingen, die
eredivisionist Haarlem voor het nieu
we seizoen heeft aangetrokkén. De
overige nieuwkomers zijn Cees de
Vries, Gerrie de Winkel en de Engel
sen Geoff Hutt en Ritchie Reynolds.
Vertrokken zijn Jerzy Sadek, Johan
Derksen, John Metgod, Gerrie Kleton
en Jan Fransz. Laatstgenoemde zal
trainer Barry Hughes overigens In
het nieuwe seizoen assisteren.