Castenmiller: VERFRISSEND EFFECT DOOR NIEUWELINGEN „Van.mij zul je geen excuses horen” •I" 99 Betaald voetbal ’76-’77 Telstar WELLERDIECK: M O® n 1 „TELSTAR GEEN ZEKERE MIDDENMOTER MEER,” 23 SPORT 1976 1 9 AUGUSTUS DONDERDAG Uitgebalanceerd team Verjonging - IM i Aderlating I (Van onze sportredactie) VELSEN. Ooit, zoals hij zelf zegt, is Joop Castenmiller op eigen initiatief bij een club weggegaan. Bij het Rotterdamse Excelsior vond hij de omstandigheden zodanig dat hij „niet meer optimaal” presteren kon. De Haagse voetbaltrainer zei gedag en kwam tot zijn schrik een vol jaar niet meer aan de slag. Hij had er namelijk op gegokt wel een baan als bondscoach in Indonesië te zullen krijgen maar dat pakte an ders uit. |K 1» jé J 'JUI f I' I - I k.. en Centrumspits Eddie Kraal PIETER MUL Joop Castenmiller: „Spelers waren zeker van hun plaats en kenden geen concurrentie”. Tussen alle berichten over vertrek kende spelers ging het nieuws dat de oefenmeester toch op zijn oude stek bleef, bijna verloren. Het onderhande- en Couperus vormden in de aanval een prima koppel en toen Wytze wegviel (hij stopte op medisch advies red.) kon dat door Diok Helling worden opgevan gen. Helling ging vorig jaar naar Ajax, maar de transfercenten mochten niet voor nieuwe spelers worden gebruikt. Kramer kwam er als aanvaller bij maar hij is een aangever, geen afmaker. Met De Goey troffen we het dat hij snel tot een volwaardige eredivisiespeler uit groeide. Meer dan de jaren daarvoor edhter kwam de druk nu op de schou ders van Van Kooten terecht en ik ben ervan overtuigd dat dat te zwaar voor hem is geweest. Dat verklaart voor een deel ook zijn mindere spel. Allerlei fac toren (lengte, snelheid, fysiek, tactiek, karakter en dergelijke) spelen een rol binnen een elftal en dat moet allemaal in elkaar passen, net als een legpuzzel. Met Helling en Couperus ging er veel tactische wijsheid verloren, dat was het afgelopen jaar niet gecompenseerd. Wellerdieck: „Desnoods moet de ploeg maar anders gaan spelen. Wat de defen sie betreft, ik kan niet zomaar André’s plaats innemen. Hij Was voorstopper, ik ausputzer. Eigenlijk ben ik helemaal niet zo’n goeie verdediger op die plek want het dan hierheen snellen om een gaatje te stoppen en dan weer daarheen rennen ligt me niet zo. Dan word ik makkelijk uitgespeeld, zoals ook in de oefenwedstrijd tegen Vitesse. Het aan wijzingen geven en organiseren is daar naast een zaak die moet groeien, dat kun je niet forceren. Het is wel iets dat ik snel geneigd ben te doen. Je zal toch eerst door de andere spelers geaccep teerd moeten worden en dat gebeurt pas als je je waarmaakt. Het is echt mijn houding eerst de kat uit de boom te kijken.” lingsspelletje was daarmee uit. „Moet je luisteren, Telstar is geen vereniging waar je erg zelfstandig werkt. Na twee jaar van samenwerking mag je bij af loop van een contract wel eens een aantal dingen bespreken. Tussentijds is er weinig contact en de club noch ik had haast. De club is laconiek en dat kwam mij niet slecht uit.” Castenmiller tekende dus voor één jaar bij („die termijn werd mij aangebo den en waarom zou ik voor meer jaren vragen?”) en dat lag geheel in de lijn der verwachtingen. Voorzitter Zwikstra en zijn bestuurlijke collega’s beschou- i wen het bestieren van Telstar als een aangenaam tijdverdrijf en doordramme- (Van onze sportredactie) VELSEN. Een jaar maar heeft Arno Wellerdieck de tijd gehad zich in de kijker te spelen. Met Wageningen beleefde hij een spectaculair seizoen ’74-’75, een voetbal competitie waarin de eredivisie uiteindelijk te hoog gegrepen bleek voor de ploeg van trainer Frits Korbach. De pas gepromoveerde formatie werd door niemand een lang leven in de hoogste voetbalfdeling voorspeld maar de Bergbewoners waren met name in de thuiswedstrijden niet van plan die pessimisten te gemakkelijk aan hun gelijk te laten komen. Pas ver in de tweede helft van de competitie kwam Wage ningen zelf de eerste nederlaag tot stand. Wellerdieck (hij hoopt zijn studie te hebben beiëndigd tegen de tijd dat het betaald voetbal voor hem is afgelopen, over twee tot drie jaar dus) is een der weinige voetballers die zich metterdaad heeft verdiept in wat hij ziet als een „hobby waarmee je geld verdient”. Voor de vereniging van contractspelers heeft hij meegewerkt aan een onderzoek van het vormingsinstituut van het NW naar arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van de betaalde voetballer. „Twee jaar geleden hoorde ik tot de groep die de scholingscursus van de VVCS ging vol gen. Zo ben ik bij dat werk betrokken geraakt. Je hebt natuurlijk een bepaald ideaal beeld voor ogen maar niet elke voetballer heefthetzelfde idee. Ze zijn ook niet volledig met werknemers ver- tuatie daar naar was”. En met name die acties maakten van Wellerdieck een opvallende figuur, begeerd door ver schillende eredivisieclubs die hun slag wilden slaan toen bleek dat Wageningen toch te weinig in zijn mars had om het verblijf in de eredivisie te prolongeren. Samen met Haarlem moest -er worden afgedaald maar Wellerdieck bleef voor de ploeg behouden. „In vergelijking met de eredivisie speelt de eerste divisie zich af in de anonimiteit. En wat het spel betreft: ide vrijheid om te voetballen is in de eredi visie veel groter. Een klasse lager komen de teams alleen maar verdedigen en dat maakt het er niet leuker op. Het afgelo- pen jaar had ik er goede hoop op weer te promoveren. Maar uit het materiaal is minder gekomen dan er volgens mij inzit.” Die teleurstelling is maar een van de factoren die er toe leidden dat de nu 29- jarige Wellerdieck persé uit Wageningen weg wilde. Gedurende de vijf jaar van zijn verbintenis reisde hij met de auto op en neer vanuit woonplaats Amster dam, zijn vaste stek sinds hij daar werd ingeloot voor de studie psychologie. Daarnaast werd zijn contract, net als dat van de andere spelers, verlaagd. „Ik was echt van plap met betaald voetbal te stoppen,” aldus de donker gelokte Wellerdieck, „toen Telstar eind juni op de proppen kwam.” Vleugelspits Stipan Matic gelijkbaar, dikwijls zijn het kleine mid denstanders die alleen aan hun eigen belang denken. Bij de topclubs zijn een hoop zaken al geregeld, bovendien wordt daar door gaans zo goed betaald dat de spelers alleen nog maar aan voetbal denken. Ik zelf ben van mening dat er nog meer openheid zou moeten komen. Een of twee vertegenwoordigers van de spelers in het bestuur, dat is een belangrijke stap waar ik voor ben,” aldus Weller dieck die kortgeleden met Wim Meutste- ge tot adspirant-bestuurslid van de WCS is verkozen. „Zoiets blijft toch meespelen, want ik heb wel spijt van mijn stap gehad. Excelsior kwam toch weer aardig terug, terwijl ik niet aan een baan kon ko men.” En dat beviel slecht. Vandaar ook dat Castenmiller er een paar maanden geleden niet over piekerde „zijn” Telstar te verlaten. Twee seizoenen had hij de Velser voetbalstichting als oefenmeester gediend en zijn contract liep ten einde. Bestuur en trainer leken elk moment tot een akkoord te zullen komen, maar op het laatste nippertje volgde er weer uitstel. Joop Castenmiller liet ook dóór schemeren niet voor eeuwig aan Telstar te zijn gebakken. En de mogelijkheden om aankopen te doen zijn nu eenmaal erg beperkt bij deze club, zoals bij de meeste anderen. Ik fungeer binnen het beleid dat het bestuur heeft uitgestippeld, dat is hun recht om dat te doen. Grote investerin gen in spelers worden er niet gedaan, dus waar hebben wij uit te kiezen? Uit de spelers die er elders niet uit komen, de spelers die het nog moeten maken en de buitenlandse voetballers boven een bepaalde leeftijd.” En dat was een uitkomst voor hem want Wellerdieck betaalt met de voetba- linkomsten zijn studie. Anderzijds was Telstar zeer in zijn nopjes met het beschikbaar zijn van de lange man want de Velser club had een gevoelige aderla ting ondergaan met het vertrek van Fred André. Een karakterspeler met een voortreffelijke mentaliteit, een bindende figuur in de ploeg met bovendien de benodigde lengte voor het hart van de verdediging. Volendam lokte André weg terwijl Wellerdiecks oude club Utrecht na aanvankelijk belangstelling te hebben getoond niets meer van zich liet horen. Wellerdieck, op zijn zestiende bij het roemruchte DOS begonnen (later met Velox en Elinkwijk gefuseerd tot FC Utrecht), was de interesse van Telstar zeer welkom. „De ideale club natuurlijk. De reistijd is minimaal en Telstar is altijd een goede middenmoter geweest. Het pakte altijd wel de acht tot tien punten die nodig waren voor een be hoorlijke positie. Er zijn nu veel wisse lingen in het spelersbestand gekomen en iedereen heeft altijd twijfels over nieu we aankopen, die heb ik ook. Ik denk ook dat het nu lang zo zeker niet meer is dat Telstar als goede middenmoter meedraait.” Arno Wellerdieck: „Het heen en weer rennen om gaatjes te dichten ligt me niet zo". Castenmiller wordt kortgehouden om derwiUe van de sluitende exploitatie, wat dat aangaat heeft hij een „slechte” voorzitter in Ton Zwikstra die er alles aan gelegen is een goed voorbeeld te geven. Een voorbeeld aan de andere dubs want de ambitieuze Zwikstra ge niet van zijn werk als financiële steun beer van het sectie bestuur betaald voet bal. „Als de andere verenigingen het net deden als wij zou de situatie heel wat gezonder zijn”, roept hij uit. Speelt Tel star uit in Amsterdam dan moet je niet raar opkijken dat Zwikstra in de tweede helft bij Haarlem thuis op de tribune verschijnt om „even een lucht je te scheppen.” Kortom, geen ctabfanaat. Castenmiller: „Ja, hij bekijkt het voet bal heel afttandelijk. Ik zou wel willen dat hij wat emotioneler op het spel reageerde. Hij stelt de financiële grenzen en dan mag ik mijn gang gaan. Het is echt niet zo dat er gezegd wordt: die of die speler moet je nemen”. Op dat punt heeft de Hagenaar, op en rond de velden furore makend met zijn immer fraai verzorgde verschijning, de afgelopen tijd aan het werk gekund. In De Goey, Fens en Bijl verloor hij een compleet middenveld, met André (assis tent van Steegman bij Volendam) een lange karaktervolle routinier en in Van Kooten zijn beul in de aanval. Ay-re en Bloem maakten het zevental vol. Wel lerdieck, Kraal, Matic, Jaap Staats en Jaap Visser is het vijftal nieuwe spelers dat het meeste kans maakt in het eerste tew orden opgenomen. De selectie wordt vermoedelijk aangevuld met doelman Hans Kok, Gerard Staats, Koos Kuut, Kees Kerkhof en Gilles Hendrikse. Ondanks de benarde positie die de ploeg gaande het seizoen bezette was er vrijwel nimmeer sprake van een louter verdedigend ingesteldl optreden. Een houding waarin met name Wellerdieck het goed kon vinden want hoewel de lange ex-Utrechter als laatste man speëlde was hij veelvuldig voorin te viniden. „Töen ik vijf jaar terug bij Wageniingen kwam werd me dat in het begin ook veel verweten. Ik zou teveel risico’s nemen zodat er achter gaten vielen. Daar ben ik het nooit mee eens geweest want ik ging alleen mee in de aanval als de si- Geld speelt ook een rol bij de moeite die spelers hebben met het grote aantal ver- en aankopen. Ze waren jarenlang zeker van een behoorlijke bron van inkomsten en dat is nu niet meer zo. Maar ik heb geen zin pessimistisch te doen. Na een reeks oefenduels zie ik nu de organisatie terug komen. Met Visser, Kraal en Jaap Staats hebben we een stuk karakter terug, in Wellerdieck een organisator en lengte. Bovendien begint Stout een goeie op het middenveld te worden: zijn actieradius is groot en hij heeft meer persoonlijkheid gekregen. In Visser hebben we er een man bij die een pass kan geven op de diepgaande man. Kijk, de waarheid zie je in de compe titie want met voetbal weet je het nooit. Maar als men over mijn tijd bij Telstar de balans opmaakt, ben ik daar niet bang voor. Excuses als ik moet de tijd hebben om te bouwen zul je van mij niet horen. Als er maar wel bij wordt verteld onder welke omstandigheden ik heb moeten werken.” Middenvelder Jaap Staats rige trainers die voor opschudding zor gen passen niet in dat beeld. Jan Rab paste daar vijf jaar lang wél in en wist met een spelersgroep die voor een groot deel jaren het zelfde bleef, zelfs een zesde plaats op de ranglijst te bereiken. Tot genoegen van Vëisen en Hoogovens leverden hun geldinjecties nog sportief rendement op ook en dat wias mooi meegenomen naast het belangrijkste uit gangspunt: passieve recreatie. Castenmiller nam in 1974 Rabs boedel over en beheerde de zaak op kalme wijze. Dat Telstar spelers van belang kwijtraakte, op de eindranglijst zakte van zeven naar negen en een ongunsti ger doelsaldo verwierf dat alles is van minder belang in de filosofie achter de stichting. Castenmiller heeft er mee leren leven en heeft zijn ambities aardig ingeperkt. „Toen Telstar twee jaar terug als. zesde eindigde vond ik dat echt niet sportieve einde. Ik was van mening dat het nog beter kon, zeker als we een seizoen zouden maken waarin alles zou meezitten. Dus geen blessures ziektes, scheidsrechterlijke beslissingen tegen, enzovoorts. En als je het eerste jaar bekijkt dat ik hier meemaakte dan had dat ook gekund. Alleen al de keren dat we kansen voor open doel misten, wer kelijk ongelooflijk.. Toch eindigden we destijds op een gedeelte zesde plaats. We hadden toen een uitgebalanceerd team. Van 'Kooien Een terechte opmerking natuurlijk want de Velser-equipe, voorheen immer royaal in de middenvelders, raakte maar liefst drie van die spelers kwijt. Naast de inspirerende routinier André liet nog een andere lange man het afweten, stormram Cees van Kooten. Telstars topscorer had dan wel een minder sei zoen maar het aanvalsspel was echt rond zijn persoon gebouwd. „Twijfels zijn er altijd „Jan Rab haalde een prima zesde plaats, maar de ploeg was niet de jong ste meer. Dat hindert niet maar verjon ging zat er dus wel in. Op zich is het ook zo erg niet dat er nieuwe spelers komen, dat kan verfrissend werken. Een' groot deel van het oude spelersbestand kende sociale zekerheid naast het voet bal. In 1974 konden ze gestimuleerd worden door een extra premie voor het behalen van die zesde plaats, vorig jaar was er het aantrekkelijk vooruitzicht van de intertotocompetitie waarvoor ze konden vechten. Het afgelopen seizoen echter waren er nogal wat voldaan- heidsverschijnselen, een foute zaak na tuurlijk. Spelers waren zeker van hun plaats en kenden geen concurrentie. De situatie is nu wat gezonderè In het persoonlijke vlak betekent dal dat de nieuwe spelersgroep Paul van der Meeren tot aanvoerder heeft gekozen. Ruim een jaar terug keerde een groot deel van de selectie zich nog tegen de Haarlemse figaro die nooit goed heeft kunnen opschieten met tweede keeper Jaap Bloem. Deze gaat of naar De Graafschap of naar de amateurs, nadat hem een minimaal contract werd aange boden. Castenmiller: „Biloems trainings- instelling was uitstekend, hij keepte en kele zeer goede wedstrijden in de eredi visie maar had ook missers. Op de lange duur is Van der Meeren gewoon beter en Bloem had nou eenmaal niet het vermogen wisselspeler te wezen. Van dei Meeren heeft altijd respect bij de spe lers afgedwongen door zijn inzet en een voetballer is wel zo link dat ze weten dat het om het spel gaat en niet of je met een medespeler thuis een borrel wil drinken of niet. A - K ”3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 23