JULES CROISET OVER ZIJN NIEUWE SOLO-PROGRAMMA: Balanchine zonder frasering Sentimenteel amusement r Alphenaar Wie naar de muziekschool gaat, gaat naar Alphenaar. Onze mensen zijn ingesteld op mensen als u, voor wie muziek een hartstocht is. Nu de muziekschool weer is begonnen, weten ze dat u komt en dat u rustig en op uw gemak wilt kijken en proberen en kiezen. Terecht ook. Een instrument kopen doe je niet elke dag; daar wil je over praten, over denken en advies over hebben; welke merken, welke kwaliteit, welke prijzen. I Til 99 99 1/ i JSm I fl r NATIONALE BALLET LEVERT WISSELEND WERP F „Quitte of dubbel” 21 19 7 6 V R U D A G 1 0 SEPTEMBER KUNST De Kersentuin door Ko van Leeuwen Ook op scholen E :2 CH 341 Strijkinstrumenten, slagin strumenten, elektrische in strumenten, accordeons in veie uitvoeringen. Mijn kind geworden Huur en betalingsspreiding Voor verschillende instrumenten hebben wij een moge lijkheid van huur met recht van koop. Voor andere kunnen we bemiddelen voor een passende betalings spreiding. KRUISWEG 45-49 HAARLEM- 023-320244 NAARDEN „Dit betekent voor mij weer zo’n geweldige explosie een krachtsinspanning die enorm is. Maar ook een krachtsinspanning die straks niemand mag zien, want Tjsechov dat moet champagne zijn. Men zegt altijd dat Tsjechov somber is maar als je hem goed be studeert en over zijn leven leest, z’n brieven, korte stukken, dan ont dek je een man die sprankelt van vrolijkheid en humor. Ja, ja, die in derdaad die prachtige melancholie kan bereiken in zijn toneelwerken, maar je moet dat alsjeblieft niet te zwaar zien. De drie zusters, meest al heel ernstig gespeeld, dat noemde hij zelf een blijspel”. - I - Verdiende geen 'cent .1 g - I 20 y? A9 Tsjechov vind ik een verrukking per ers- (ADVERTENTIE) 1 9} 9* Gitaren Tatay, Hanika, Cortes, Hopf, Hagström, Yamaha. Een door de Muziekschool goedgekeurde gitaar al vanaf f 150 Dat heeft Ton met me gedaan, hij heeft het helemaal afgezwakt. Ik was eerst ordinair aan het schelden.” Een vriend heeft hij nu weer gevon den in Ton Lutz, die hem na het werke lijk instuderen van zijn rol twee weken lang regisseerde. „Ton zei: Ik wil het doen. Graag zelfs, maar je mag het niet op het affiche zetten. Ik heb het toch gedaan. Ton Lutz stondhem hierbij artistiek terzijde, heb ik gezet. (Lacht in blijdschap). Nu is hij boos dat er niet staat: regie Ton Lutz. Want, zegt Ton, nu is het mijn kind géworden. (Pauze en dan:) Wat heb ik in die paar weken krankzinnig veel geleerd van die man. Zo fantastisch als hij met me gewerkt heeft. Hij heeft er zo’n draai aan gege ven. toen hij kwam was het nacht en onder zijn handen werd het een grote stralende dag”. Een totaal omgekeerde ervaring lever de de Four Schumann pieces op. Om te beginnen werd het kwartet van Schu mann (door leden van het Balletorkes) bijzonder fraai en genuanceerd uitge voerd maar tevens volgenden de 11 dan- I Scène uit Epitaaf dat gisteren als een reprise door het Nationale Ballet ten tonele werd gevoerd. Blokfluiten Aura, Moeck en de bekende solo-instrumenten van Rotten burg. Weet je dat Tsjechov het niet kon aanzien hoe zijn stukken gespeeld wer den? In mijn programma komt bijvoor beeld de volgende tekst van hem voor: Ik ben naar Iwanov geweest, verschrik- Jules Croiset maakt van Tsjechov ook een programma dat hij op scheden wil doen. Aanstaande zaterdag (11 septem ber) geeft hij daarvan een voorproefje in de Haarlemse schouwburg (’s middags om 16 uur, gratis toegang). Daarover zegt hij„Daarin laat ik zien hoe dit gegroeid is. Eerst speel ik een scene zoals ik het in het begin deed en daarna zoals ik het nu, na de regie van Ton Lutz doe. Dan zien ze het resultaat. Op de scholen vertel ik er ook iets bij over Tsjechov.” vreselijke diepe depressie had ik daarna. Ik had er zo ontzettend hard aan ge werkt. Coen Flink heeft me daar over heen geholpen. Ik zag het allemaal zo zwart. Je dacht, Jezus, hoe moet ik straks alles betalen als het mis loopt? Coen praatte helemaal niet over geld en hij trok zich van niets en niemand iets aan, liet alle kritiek aan zich voorbij gaan en verdedigde me door dik en dun. Dat is een vriend.” „Tsjechov vind ik een verrukking. Ha, Tsjechov somber, ja omdat hij altijd zo kwaad kijkt als hij op de foto staat. Let maar op, je ziet hem nooit lachen. Dat komt omdat hij er een afschuwelijke hekel aan had voor een foto te poseren. Weet je wat hij dan zei: „Waarom moet dit, op een foto zie ik eruit alsof ik net een glas inkt met vliegen gedronken heb”. Jules Croiset moest voor de uitbeel ding van Tsjechov rigoureus afslanken: „Ik was nogal stevig. Vijftien kilo is er af gegaan. Afgelopen met de lekkere dingetjes, de slaatjes en de frietjes. Ook geen bier,wel een glaasje wijn. (Schenkt jdimlachend nog eens in). Ton heeft ontroering en vertedering gebracht. Hij gaat bij het Publiekstheater „De Kersen tuin” regisseren. Daar speel ik de koop man Lopachin in. Mijn broer Hans en mijn vader (Max Croiset) doen er ook in mee”. Tot en met januari zal Jules Croiset deze nieuwe produktie spelen. Dan doet hij niets meer, zal zich alleen aan de Kersentuin-rol wijden: „Dat heb ik be loofd”. „Volgend jaar juni ga ik met mijn soloprogramma drie weken naai- Londen. Optreden in het Shaw Theatre. Tsjechov in het Engels. En ’s middags doe ik daar Vincent nog in het lunchtheater. Dat is voor mij ook weer zo’n avontuur. Mijn salaris schiet er bij die dingen meestal helemaal bij in, maar ik vind het heer lijk.” AMSTERDAM. Het was gisteren een merkwaardige avond bij Het Natio nale Ballet. Alsof alles op zijn kop stond. Een ballet, dat ik als een absoluut meesterwerk beschouw, Symfonie in C van George Balanchine op muziek va:: Georges Bizet, werd een zo saaie aange legenheid (behalve het laatste deel), dat ik het gevoel kreeg niet meer van ballet te houden. Een andere choreografie, Four Schumann pieces, van Hans van Manen, waarvan ik bij de premiere in juni schreef, dat het wel leek alsof het maar niet op gang wilde komen, kwam nu wel dé gelijk op gang en pakte aanmerkelijk boeiender uit dan ik toen maar vermoeden kon. En tenslotte, een grafschrift, Epitaaf, van Rudi van Dant- zig op muziek van Györy Ligeti, dat bij de premiere in 1969 een zo zwaar gela den sfeer overbracht, dat ik vreesde de choreograaf spoedig te zien sterven, blijkt nu een, met veel effect gemaakt, werkstuk met nogal wat lege plekke:- en af en toe stukjes opgetrokken-schou- ders-dramatiek. witte schuifpanelen die voor verassende opkomsten en afgangen zorgen. Er is aan het slot een enorme zwarte glanzen de doos waarin een berg bewegingsloze lichamen verdwijnt terwijl er aan de buitenkant twee rode bidstoelen tevoor schijn komen. De muziek van Ligeti (op band uitgevoerd) bevat veel aanzwellend en wegstervend geruis en veel onaange naam snerpende tonen. Naast een groot aantal fraaie trage bewegingsevoluties (vooral de twee kronkelende mannenlichamen in het be gin en dan het daar tussenin vallen van een meisje was erg mooi) waren er ook nogal wat lege momenten. CONRAD VAN DE WEETERING O hanigen. Dat is bijvoorbeeld bij Iwanov” gebeurd en ook bij „De Meeuw”. Zo’n stuk ging dan helemaal de mist in. Toen kwam er eens een opvoering van „De Kersentuin” en daarbij haalden ze Tsje chov zelf op het toneel. Ze vierden zijn zilveren schrijvers jubileum. Het was een jaar te vroeg, maar kort daarop overleed hij in het kurort Badenweile, in Duits land:” We wandelen tussen het lover van de Naardense bossen. Jules Croiset draagt de lange zwarte Tsjechovjas, de gleuf- hoed, de knijpbril weer. De zon verjaagt eensklaps even de regenachtige grauw heid en stralend blijft de toneelspeler staan en zegt met een breed-gebaar: „Dit is toch helemaal De Kersentuin, niet waar?” Als de fotograaf zijn camera pakt: „Ik zal humeurig kijken, want dat deed Tsjechov ook altijd”. Het toneelbeeld voor „Over Tsjechov gesproken” is samengesteld uit verschil lende kleine speelvlakken. Er zijn slechts drie realistische elementen te zien: een telefon, een wit klapstoeltje en een kapstok. Alphenaar is muziekhandel van oudsher. Specialist op het gebied van instrumenten, met bovendien de grootste sortering bladmuziek die er in de wijde omtrek te vinden is. En met een service waar u op kunt rekenen: 8 vak mensen staan voor u klaar om u in eigen atelier of bij u thuis snel en vakkundig te helpen! Zo hebben we in de loop der jaren de reputatie opgebouwd waar we nu trots op zijn. En ook dat is een stukje zekerheid, dat u aan het goede adres bent. Piano’s en vleugels Koopt u misschien maar eens in uw leven. Dan ook maar meteen een goeie: bij ons kiest u uit een met zorg samengestelde kollektie Bechstein, Ibach, Schimmel, Ya maha, Zimmermann,Forster, Gaveau, Bentley, Horügel, e.a. Van f 2.950 tot f 10.000, alle 5 jaar gegarandeerd. Orgels De grootste kollektie van Kenne- merland, in soorten en prijzen. Bij Alphenaar koopt u het orgel dat gegarandeerd aan de eisen van de muziekschool voldoet. Solina, Philicorda, Eminent, Ya maha, Johannus e.a. Met twee klavieren van 3!6 oktaaf en 13- tonig pedaal vanaf f 1.895. Vraag onze uitgebreide prijslijst en ook welke occasions wij voor u hebben! Ik kan niet zeggen dat de muziek bijzonder genuanceerd gespeeld werd, maar er kwam toch nog wel aanmerke lijk veel meer frasering uit de orkest bak, dan er terug te vinden was in de bewegingen van het corps de ballet. Symfonie in C is een bijzonder moeilijk uit te voeren danswerk en misschien hebben de dansers de vakantie nog wat in de benen. In dat geval mogen we spoedig op verbetering hopen. Nu moet ik als enige verrassing noemen het pril en stralend optreden in het vierde deel van Rebecca Ross. ROTTERDAM. Dat had de Ameri kaan Frank D. Gilroy ook niet kunnen denizen! dat hij Rijk de Gooijer met zijn blijspel „The only game in town" nog eens een dienst zou bewijzen voor een toneelrentree. Fox zag in het stuk aan het eind van de jaren zestig al brood als film. George Stevens probeerde tever geefs er met Warren Beatty en Liz Taylor toen al in violet afslankende gewaadjes iets te maken. Het zal wel de oorzak geweest zijn dat men aan de beste spits in de dialogen stekende ko medie hier op het toneel niet heeft durven beginnen. Vol geestdrift is deze vriendelijke ac teur ook over decorontwerper Nol Tria nus: „Met Nol werk ik nou al enkele jaren. Een heel fijne jongen. Ik kan geen gigantische salarissen betalen, maar hij vindt het gewoon fijn om ook hier weer samen aan te werken. Nol had een juweeltje van een decor gemaakt. Toen kwam de impresario en nog wat .mensen dlie met de produktie te maken hebben en toen hebben we het geshowd. Ieder een vond het prachtig, maar wat denk je dat Nol tegen me zegt. Hij schqdt zijn hoofd en zegt: „Nee, Jules, nu zie ik het, ik maak toch wat anders. Nou..waar vind je dat? Hij was al helemaal klaar en begint opnieuw”. ik bijna zeker dat ik om de hoek Stanislavsky tegenkom”. Eenmaal in Naarden betekent een gesprek met Jules Croiset enige uren onstuimig praten in weelderige afwisseling met tekstgedeel ten die hem klaterend uit de mond rollen. Als we in het bos lopen met de fotograaf, Croiset is dan helemaal Tsje chov in kostuum, compleet met knijp- briüetje, klinken zacht - bijna liefdevol - strofen uit „Iwanov” uit zijn mond. kelijk. niet om aan te zien, wat een verschrikking”. Tsjechov had ook een ontzettende hekel aan een jubilaris. Hij werd bij de opvoering van zijn stukken meestaf geconfronteerd met een speler die jubileerde. Dat had een theaterdirec teur dan zo verzonnen, want dat trekt mensen. En meestal was het dan nog een slecht acteur ook. Ze lieten hem dan middenin de voorstelling een krans om- „Voordat Ton Lutz zich ermee be moeide deed ik het helemaal verkeerd. Weet je, Tsjechov was een man die altijd op iedereen kritiek had. Maar het was altijd een kritiek die van een lief- devolle bestudering van zijn medemens uitging. Maar dat zie je niet aan de tekst, dat begrijp je als je zijn brieven bestudeert. Maar ik had het nog niet door. Neem deze tekst: over toneelspe lers: „Het zijn gemene, zelfingenomen, wispelturige creaturen, naast hun schoe nen lopende halfontwikkelde hoerenlo pers”, nou zeg, dat liegt er niet om hè. Dat speelde ik als een woesteling. Nu zeg ik het zacht en ingetogen en dan 's het plotseling heel anders. Menseiijker. Jules Croiset als Anton Tsjechov: „Het is hier helemaal de sfeer van de schrijver". (Foto Poppe de Boer) Jules Croiset, een man die nu al jaren barstend van genot buiten alles om op theateravontuur is, heeft zich het laatste half jaar intensief met de grote Russi sche schrijver bezig gehouden. Met zijn tomeloze speeldrift heeft hij zich gretig geworpen op alles wat hij maar van Tsjechov te pakken kon krijgen. Toneel stukken, onbekend werk, brieven, noti ties, kleine aantekeningen. Daaruit stelde hij een programma samen dat hij'„Over Tsjechov gesproken” noemde. Aanstaan de donderdag is de landelijke premiere in de Stadsschouwburg in Haarlem: „Een heerlijk theater waar dit zóóó mooi zal staan”. In het theatertje van toneelgezelschap De Plankeniers in Naarden heeft Croiset zijn programma ingestudeerd en daar praten we ook. Als ik hem opbel: „O, kom hier naar toe, de sfeer is hier helemaal Tsjechov met dat prachtige bos rondom. Als ik naar buiten wandel weet sers op het toneel iedere frasering nauwkeurig met hun bewegingen op. Ze dansten letterlijk met hun oren. Daarbij kwam, dat dit werk bij zijn premiere de schijn opriep van geladen te zijn met bedoelingen terwijl het nu overkwam als louter bewegingenspel waarbij vooral het tweede en vierde deel erg sterk werkten. Epitaaf is een ballet over de dood De stapel lijken aan het eind, de in staande doodkisten hangende lichamen, de tel kens weer langzaam vallende lijven waar de beweging en dus het leven uit vliedt, laten daar geen misverstand over bestaan. Er zijn twee dames in witte bruidsjaponnen die onverstoord tussen al het versterf doorstevenen. Er zijn twee Maar wie zoekt die vindt, en zo ging gisteren in Rotterdam in het Hofplein- theater als vrije produktie „Quitte of dubbel”, dat goed bleek voor anderhalf uur amusement, al is de onderliggende basis ook wat sentimenteel; twee eenza men in de stad van glitter en plezier, barpianist Bob als een gokker, die het niet laten kan en chorusdanseresje Francis als een vrouwtje dat in het aangezicht van alle echtscheidingen om haar heen beducht is voor een huwe lijksrelatie. Ze hebben (en krijgen) el kaar. Bewerker Gerard van Lennep had de twee een Hollandse achtergrond gegeven en dat smaakte aanvankelijk als poffert jes en een hamburger samen op een bord. Later werd dat toch wel gerecht vaardigd toen bleek dat Berend Boude- wijn in zijn regie met overigens aan trekkelijke vondsten rond een jenever kruik en een naaiboxje het er om te doen geweest was Rijk in zijn waarde van Rijk te laten als een man gepant serd met sarcastiche uitspraken en ver der een lief klein hartje. Zijn entree was die van Sinatra (voor de film de gedoodverfde tegenspeler van Liz), vervolgens bleek de rol hem op het lijf geschreven, vooral bij het tegenspel van Ronnie Bierman, die haar danseres je alle warmte gaf, die men aan een overschotje ver van haar vaderland graag verbindt. Jan Vreekens rivaal moet nog wat meer soepelheid krijgen. De kwinkslagen van „Quitte of dubbel” zullen het zeker bij een breed publiek doen. PIET RUIVENKAMP „Continu ben ik hier een half jaar mee bezig geweest”, vertelt hij, weer binnen, na het openbrakken van een fles frisse mosel. „Een half jaar kon ik niets anders doen, ook niet optreden, verdien de dus geen cent. Ik kon dat doen van het geld dat ik met Van Gogh verdiend heb”. Met Van Gogh doelt hij op zijn vorige solo „Een zekere Vincent”, waarin hij heel treffend levensepisodes van de vermaarde kunstschilder uitbeeldde. Toen bleek al dat Croist zich - eenmaal op het theaterspeelvlak - ontdaan had van zijn vroegere zo barokke speeltrant. Als Vincent was hij bijna de tegenpool van de uitbundige overrompeling die uit nog eerdere creaties van hem naar vo ren kwamen: „De zangen van Maldoror”. Croiset: „Dat is inderdaad nu over. Maldoror betekende voor mij niet alleen dat prachtige afschuwelijke toneel, dat was ook een felle aanklacht; mijn agressie tegen de gevestigde gezelschap pen. Mijn hele onvrede brak er in door. De onvrede met dat wereldje waarin ik moest leven. Resultaat? Ik ben eruit gestapt. Ben zelf gaan spelen en god zij dank, het is me geluRt. Wat ben ik daar iedereen dankbaar voor, want wat heb ben ze me geholpen. Denk maar aan m’n artistieke uitstap met Coen Flink. Daar deed ik Rabelais mee. „Grote bek en grote buik” heette die voorstelling. We wilden het publiek laten lachen tot het barstte. Dat lukte, maar de kritieken waren vernietigend. Nu weet ik dat ze op veel punten gelijk hadden, toen nam ik het niet. Ben je bedonderd. Een Symfonie in C is een abstract dans werk, dat alleen maar een vertaling in beweging wil zijn van de prachtig zin gende muziek van Bizet. Maar wat we vooral te zien kregen waren kort afge hakte bewegingen en poses waar iedere zangerigheid uit verdwenen was. Het was alleen nog maar een skelet van een ballet, een eerste aanzet, iets zonder enige frasering. De dansers keken veel naar de grond; kwamen ze samen op, dan hadden ze geen enkele aandacht voor hun partner(tweede deel) en in de plaats van een zich stralend laten stro men op het gejuich van de muziek, waren er erg veel verbeten koppies en verstarde glimlachen. Topkoilektie blaasinstrumenten Dwarsfluiten, trompetten, klari netten, trombones, etc. Yamaha, Selmer, Gemeinhardt, Buffet, Krampon, Reynolds, Bach, Noblet, e.a. w

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 19