■1
Je moet een verhaal niet
rotsvast dichtmaken
Sfeer is een kwestie van fantasie
zu
Talent onderscheiden met kinderboekenprijzen
5 1
'E
est
eral.
Guus Kuijer:
zekerheid vriend
gaf stoot tot
schrijverschap
Lidia Postma:
zonder kindere\
zou bestaan
erg leeg zijn
door Cees Straus
Probleemkinderen
Angst als thema
~lt
Onbereikbaar ideaal
Hij debuteerde in 1971 met
Amsterdam een aantal jaren geleden definitief de rug toekeerde.
GUUS KUUER
■R
L
Ik probeer het probleem te beschrijven, wat er
LIDIA POSTMA
L
boeken voor volwassenen die meer op fantasie
berusten.
deze
tie te
oning
at 1,
ten).
id die
ar wil
zaakt
len.
Het gezin Kuijer was erg godsdienstig. „Pas in
een laat stadium heb ik met het geloof durven
breken. Ik durfde het niet eerder, ik was bang dat
’t mijn vader erg pijn zou doen. Ik heb het hem
ook nooit duidelijk gemaakt. Uit mijn eerste boe
ken blijkt wel hoe ik er over denk, die vindt ie dan
ook niet prettig om te lezen. Toen het derde boek
uitkwam hebben we een briefwisseling gehad,
toen kon ie het wel accepteren. Maar hij vindt
mijn houding nog altijd niet fijn, zegt dat ik Gods
naam ijdel gebruik. Ik ben het er niet mee eens,
zelfs in de bijbel staat dat je mag vloeken. Lees in
'Job en Prediker, daar staat het vol met vloekin-
gen. Ik vind dat Gods naam ijdel gebruikt wordt
in Zuid-Afrika door meneer Vorsten Dat zijn
echte vloeken, bij mijn vader is het meer een
ethisch gedrag waarbij God wordt aangehaald*'
De kinderboekenschrijver Guus Kuijer is blij
geen kind meer te zijn: „Ik heb me nog nooit zo
vrij gevoeld als nu. Het kinderleven was voor mij
een reeks van plichten en zorgen over school en de
familie thuis”. Over het milieu waaruit hij komt
en dat hij omschrijft als „wel aardig” zal hij onder
meer vertellen dat zijn ouders in goede doen zijn
geweest, „dat er betrekkelijk veel centjes waren,
zeker na de oorlog, maar ik werd niet verwend.
Kreeg op literair gebied ook niets mee, moet ik er
bij zeggen”.
De jury die onder auspiciën
van de CPNB de kinderboeken
prijzen toekent, heeft dit jaar
een gelukkige keuze gedaan.
kan gebeuren als je de verkeerde weg inslaat
wanneer je uit dat angstgevoel wil komen. In een
fractie van een seconde heb ik wel eens gewild het
huis helemaal dicht te timmeren. Dat doe je niet,
maar in een boek (De man met de hamer - red.)
kan je het wel beschrijven.
Noemt de Engelsen John Bau
er en Arthur Rackham als dege
nen die haar in belangrijke mate
beïnvloed hebben. Bij Rackham
wijst ze op het „groteske van zijn
trollen, zijn aardmannen en hek
sen die precies lijken of ze
bestaan. Rackham heeft eens
gezegd dat hij ze zelf gezien
heeft. Daar kan ik best inkomen,
ze zijn voor mij ook tot leven
als ik heb nog de rijpheid en
ervaring om bepaalde situaties
weer te geven. Ik voel duidelijk
dat ik in een groeiproces zit, ik
gekomen. Zodanig dat ik ze zelfs
wilde gaan tekenen. In het laat
ste jaar dat ik op de Rietveld zat,
is dat de aanleiding geweest om
sprookjes te gaan tekenen"
Over haar affiniteit tot boaken
schrijfster Alet Schouten en uit
gegeven door Van Holkema en
Warendorf, de illustraties bij de
Ik vond het opvallend dat kinderen in de leef
tijdsgroep die ik had, zo graag willen leren lezen.
Kuijer: „Henk van Kerkwijk, An Rutgers van
der Loeff-Basenau en natuurlijk het mooiste
voorbeeld, Annie M. G. Schmidt. Dat zijn er
inderdaad niet veel. Voor mij is het schrijven voor
de jeugd of voor volwassenen een pot nat. Het
komt toevallig voor de pen, ik ga er niet over
nadenken voor welke groep ik nu ga schrijven.
Kinderboeken zijn alleen iets dunner en kosten
dus iets minder tijd om te schrijven.
Kijk, onderwijzer was een vak dat me volledig
sloopte. Ik had klassen van zo’n 30 leerlingen en
dan doe je toch een poging om te individualiseren.
Ik heb bemerkt dat 20 van de 30 leerlingen met
problemen zitten. Problemen thuis, op school en
met vriendjes. De school had de roep iets indivi
dueels met het kind te doen, trok daardoor veel
probleemkinderen aan hetgeen enorm veel werk
gaf.
Als ze net op school zijn denken ze dat ze het
binnen een week kunnen. Dat wordt dan de eerste
grote teleurstelling als ze het pas met de kerstda
gen kunnen. Het is een probleem om die gretig
heid vast te houden.
Et zijn maar weinig schrijven die er voor
volwassenen en voor de jeugd, c.q. kinderen
schrijven.
Met de poppen gooien kwam voort uit de laatste
fase dat ik bezig was met De man met de hamer.
Ik had toen veel moeite om de juiste sfeer vast te
houden en ik kreeg de behoefte om iets te gaan
schrijven dat helder en duidelijk was. Nadat ik
Ik vind kinderen heerlijk om
ze gade te slaan. Het is een volkje
met een eigen wereld die volko
men van die van de volwassenen
verschilt. Ik voel me erg aange
trokken tot kinderen tot een jaar
of zes, die echte prentenboeken
leeftijd dus. Maar denk nu niet
dat ik het type van de kleuterjuf
ben dat opvallend goed met kin
deren kan opschieten. Er zijn nu
eenmaal altijd kinderen die je
aardig en leuk vindt en anderen
die je minder goed liggen."
Eigen kinderen ze heeft een
drie jaar oud zoontje en een
meisje van enkele weken dat bij
na gelijktijdig met de gouden
penseel kwam noemt ze essen
tieel voor haar werk. „Ze hebben
een sterke invloed op je geestelij
ke ontwikkeling, je groeit met ze
mee. Zonder kinderen zou het
bestaan erg leeg zijn. Ze brengen
soms dingen mee die je totaal
Lachend: „Ik ben bij mijn
weten niet agressief, nee. Ik wil
een bepaalde sfeer overbrengen,
dat kan alleen met gedekte tin
ten. Die sfeer omvat een zekere
hang naar mystiek, waar je de
natuur in kan onderbrengen,
maar ook mensen kunnen een
mystieke sfeer uitstralen.
Mensen, daar raak je nooit op
uitgekeken. Gezichten spreken
me ontzettend aan. Ik probeer
Kuijer kreeg honderden reacties sinds Met de
poppen gooien vorig jaar april uitkwam. Tekenin
gen, veel gedichtjes, verhaaltjes waarin de lezert
jes zichzelf een plaats geven naast een der figuurt
jes uit het boek. „Ik wil ze graag allemaal beant
woorden, dat ben je wel verplicht. De boeken voor
volwassenen leveren veel minder reacties op, die
worden dan ook minder goed verkocht.
Ik merk aan de brieven die ik krijg dat veel
kinderen uit lezende gezinnen komen. De meesten
hebben al veel gelezen, ze noemen andere titels die
ze lazen. Trouwens, ook bibliotheekgroepjes rea
geren vaak en masse. Het werkt todh wel degelijk
democratisch dat de bibliotheek nu gratis is voor
de jeugd, waardoor het boek ook binnen het
bereik is gekomen van die kinderen wier ouders
daar vroeger het geld niet voor over hadden.
Overigens ben ik van mening dat het leenrecht
een grote noodzaak is, zodat de schrijver er niet
op achteruit hoeft te g; >n als zijn boeken in kleine
oplaag door veel mensen gelezen worden.”
Kuijer wijst op een zijns inziens merkwaardig
verschil tussen het kinderboek en de literatuur
voor volwassenen. „Het kinderboek krijgt veel
meer aandacht. Zo’n gouden griffel heeft een
magische aantrekkingskracht voor wat betreft de
publiciteit. Daarentegen heeft het jeugdboek wat
ook om in de figuren die ik
teken, niet te veel van mezelf te
projecteren, leder verschilt zo
geheel van zijn medemensen, dat
probeer ik er juist in te leggen.
Maar dat is een bijna onbereik
baar ideaal. Je gaat altijd van
jezelf uit zodat je bij het observe
ren van de ander natuurlijk zeer
subjectief bent.
minder de aandacht. Maar er is op gebied van
boekjes voor de echt kleinekinderen-erg weinigite
vinden dat goed is. De meeste boeken worden
geschreven voor kinderen vanaf een jaar of
negen, tien.
Ik probeer voor de jeugdbeen snehen-spannend
verhaal te maken. Het moet net zo snel zijn alsop
de televisie. Kinderen krijgen door middel van
televisie en film ontzettend veel sneHe zaken aan
geboden. Het is een voorwaarde voor het verhaal
dat het als een trein loopt, wil je de lezer kunnen
boeien.
Of een kinderboek een sociale taak heeft? Ik
schrijf voor de vaak weg, ik doe ook niets met
opzet. Er staat in het juryrapport over Met de
poppen gooien dat ik met Madelief typische rolpa-
tronen heb doorbroken. Ik moet je zeggen dat ik
daar erg van opkijk. Ik weet wel dat zulkemeisjes
bestaan, maar ik heb het niet bewust gedaan. Ik
ben er van overtuigd dat je geen bepaalde meisjes
kunt maken”.
Stel je jezelf bepaalde voor
waarden als je zo’n boek gaat
maken?
een
>uter
lege-
sn je
wer-
UNI-
i aan
ben voorlopig dan ook niet uitge
tekend”.
Ik heb bijna nooit de behoefte
om me te documenteren wan
neer ik een tekening maak. Ik
teken alle prenten uit het hoofd,
stel ze samen naar de eisen van
het verhaal. Voor de sfeer moet
je elke dag uit je ogen kijken. Ik
heb een bepaalde gerichtheid in
mijn karakter dat ik bijvoor
beeld meer op mensen en op
landschappen val dan op dieren.
taald door Alet Schouten) dat
eveneens bij Van Holkema en
Warendorf is uitgekomen.
Ik heb een periode doorgemaakt dat ik zeld
zaam agressief was in mijn angst. Ik kan nu ook
pas voor kinderen schrijven, daarvoor moet je een
beetje van jezelf verlost zijn”.
Zelf vind ik het leuk als er om m’n kinderboe
ken gelachen wordt. Er moet ook een probleempje
in verstopt zitten, een gegeven dat mogelijkerwij
ze tot nadenken leidt en dat door het kind kan
worden aangevuld. Je moet een verhaal-niet rots
vast dichtmaken. Dat is hetzelfde als je een kind
een technisch perfect stuk speelgoed geeft. Dat is
vaak steriel, het kind kan er niets mee doen.
Lidia Postma was het type kind dat altijd thuis zat te tekenen. „Poppetjes tekenen, dat niet
veel om het lijf had” noemt ze het. Haar keuze om met tekenen door te gaan maakte ze pas in
het laatste jaar van de middelbare school. „Daarvoor dacht ik dat je opvallend goed moest zijn
om naar de tekenacademie te kunnen gaan. Overigens zag ik tijdens dat laatste jaar ook niet
in wat ik anders zou moeten doen. Ik had gewoon geen alternatief voor mezelf, ik moest en
zou gaan tekenen".
Je wordt natuurlijk niet direct schrijver. Bij mij
heeft het tot 1973 geduurd voordat ik beroeps
werd. Het eerste jaar ging bijzonder moeilijk, al
had ik wel wat in de voorafgaande jaren gesp
aard. In die tijd ben ik onderwijzer geweest op een
lagere school. De eerste drie klassen, de categorie
van Niet met de poppen gooien. De school, die
nogal het een en ander deed aan een persoonlijke
benadering van het kind, bood de mogelijkheid
om veel naar kinderen te luisteren en te kijken.
Daarmee zijn we weer teruggekeerd naar het
schrijverschap. Kuijers wens om schrijver te wor
den dateert uit zijn jeugd. „Op mijn veertiende
had ik een vriend die besloot kunstschilder te
worden. Hij wist dat pertinent zeker van zichzelf
en ik weet nog goed dat de zekerheid die hij had,
me erg aantrok. Een jaar later besloot ik schrijver
te worden. Ik had de vage notie dat ik wel aanleg
voor schrijven had. Oorspronkelijk was het ook
het soort leven dat me aantrok. Mijn vader ging
elke dag naar kantoor en ik wilde me daar tegen
af zetten. Ik heb bewust gezocht naar wat ik dan
kon doen.
Ik ben er nu drie jaar weg. Aanvankelijk met
een subsidie van het rijk, maar het vorig jaar
waren we behoorlijk arm. Gelukkig was er toen
een kinderboek in aantocht. In 1975 kwamen er
drie boeken tegelijk van me uit. Dat tikt toch wel
aan en het lukt me nu veel beter er van rond te
komen.”
Lidia Postma krijgt de prijs
voor haar illustraties bij de
sprookjes en vertellingen van
Andersen, een kapitale en uit
stekend verzorgde uitgave van
Van Holkema en Warendorf.
Ik heb dan ook voor mijn kinderboeken veel
aan observatie gedaan, veel meer dan voor de
Er zijn natuurlijk wezenlijke verschillen in het
schrijven voor kinderen of voor volwassenen. Een
boek voor volwassenen geeft een andere uitdruk
kingsmogelijkheid. Voor kinderen kan je over
dingen schrijven die je beter overziet. Er zijn ook
onderwerpen die een gecompiceerdheid hebben
waar je met een kind niet over kan praten. Kinde
ren kunnen bang zijn voor concrete zaken, maar
als het een bepaald abstractieniveau heeft
bereikt, vinden ze het gezeur worden.
^'4 f
Als je een vluchtige blik slaat
op het vele werk dat ze op de
Rietveld heeft gemaakt die ze
twee jaar geleden afmaakte
dan zie j e hoe ze in snel tempo
vorderingen heeft gemaakt. Van
de wat onbeholpen modelteke-
ningen uit het eerste jaar tot de
bijn professionele schetsen uit
de volgende jaren. Ondanks
haar kwaliteiten is ze zich volko
men bewust van haar beperkin
gen: „Dieren zijn nog steeds
razend moeilijk voor me om te
tekenen. Ik heb toch wel
gemerkt dat mensen en land
schappen me beter liggen En
natuurlijk mis je op zo’n leeftijd
in het algemeen zegt ze: „Ik had
al vroeg het gevoel boeken te
willen illustreren. Pas in de laat
ste tijd is het me duidelijk
geworden dat ik me tot kinder
boeken voel aangetrokken. Ik
heb gemerkt dat het illustreren
van boeken voor volwassenen
totaal anders is dan bij die voor
kinderen. Bij literatuur voor vol
wassenen gaat het al gauw over
een ontleding van karakters
waar kinderboeken verhaaltjes
bevatten die iets vertellen over
gebeurtenissen met andere kin
deren of andere wezentjes. Ze
missen totaal die psychische ont
leding. Dat is een onderwerp
waar ik ook weinig in zie om het
te illustreren, het ligt me gewoon
niet.
Sfeer is een kwestie van fanta
sie. Ik heb drie jaar in de Bijl
mermeer gewoond, tussen de
betonblokken. Daar zijn ook de
Andersen-prenten gemaakt. Ik
heb daarvoor veel uit m’n
gedachten moeten putten en als
er dan weinig nieuwe inspiratie
bijkomt heb je na afloop wel het
gevoel opgedroogd te zijn.
Ik put mijn ideeën uit erva
ring, maar ik heb geen uitstapjes
en reisjes nodig. Alleen de dage
lijkse wereld met een beperkt
aantal mensen om me heen is al
genoeg. Ik heb ook altijd in een
beschermd wereldje-geleefd. Het
wereldje van een provinciestad
je zoals je dat vindt in Schagen,
Beets, Medemblik en Hoorn
waar ik met mijn ouders heb
gewoond. Beschermd in die zin
dat ik geen extreme situaties in
mijn jeugd heb meegemaakt. Ik
was niet alleen op de wereld en
geen kind van begaafde ouders
of een artiestenechtpaar. Een
heel doodgewoon milieu, met
een gemiddeld inkomen en een
gemiddeld huis. En eigenlijk
heel aardige ouders die niet
moeilijk doen, niet vastgeroest
zitten aan denkbeelden van hun
generatie.”
Kijk, een illustratie moet bij
het verhaal passen, maar ze
moet op zichzelf ook een eigen
verhaal te vertellen hebben. Het
te illustreren verhaal moet in één
prent terug te vinden zijn. Je
moet er de hele sfeer uit kunnen
halen.
„Idee en uiteraard de omvang
van het boek die door de uitge
ver wordt bepaald, zijn de enige
voorwaarden waarmee ik reke
ning houd. Met het idee heb ik
geen moeilijkheden. Voor De
gestolen spiegel bijvoorbeeld
heb ik een idee gebruikt waar
mee ik lange tijd heb rondgelo
pen. dat mensen achter een fa<;a-
de zitten, hun ware aard verschi-
len. Toen ik als meisje van het
platteland in de grote stad'kwam
is me dat bijzonder duidelijk
opgevallen.
Wie Kuijers boeken voor volwassenen leest,
merkt dat angst een belangrijk thema voor hem is.
„Het heeft voor mij een grote rol gespeeld. Angst
voor mensen, de behoefte om je terug te trekken.
Ik weet niet waar het uit voortkomt. Angst is per
definitie onduidbaar. Ik ken het vage gevoel dat
iedereen wel heeft, van onbehagen, het je
bedreigd voelen. Daar kan tenslotte ook het mar
telen en oorlogvoeren uit voortkomen. Het rare is
dat mensen uit doodsangst gaan doden, kijk naar
de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Dat waren
in wezen doodsbenauwde mensen, vaak op het
psychopathische af. Angst veroorzaakt een mer
kwaardig soort kwaadaardigheid. Dat tref je ook
aan bij dieren. Die zijn nauwelijks gevaarlijk,
alleen als ze bedreigd worden.
Ik ben hier gelukkig tot rust
gekomen, al is het op gang
komen toch nog moeilijk
gegaan. Ik ben nu bezig met een
nieuwe opdracht voor een pren
tenboek dat bij Lemniscaatgaat
verschijnen en waarvoor ik zelf
het verhaal mag bedenken.”
Maar ook haar overige werk
zou de moeite van het bekronen
waard zijn: de tekst en de teke
ningen van De gestolen spiegel
(Lemniscaat), de omslagen voor
Het vege kolkje en Huon en de
ganzejonkvrouw, beide van de
hand van de Heemsteedse
Ik maak in m’n voorkeur geen
onderscheid tussen bepaalde
soorten sprookjes. De sprookjes
die op het dagelijks leven zijn
geënt vind ik even aantrekkelijk
als die met een fantastisch ele
ment er in. Beide typen vind je
Je hebt in je werk een voor
keur voor zachte tinten en
vormen.
ook bij Andersen, van wie ik
overigens lang niet alles aan
trekkelijk vind. Soms zijn ze me
te breed uitgesponnen en ook te
gedateerd. Ik had de vrije hand
bij het uitkiezen van de verhalen
waar ik een illustratie bij kon
maken, daar kan ik ook achter
staan. Zou je dat niet doen dan
lijkt me de tekening ook niet te
lukken, hè.
Een sprookje moet volgens mij
oude wijsheden hebben die veel
generaties hebben overleefd.
Het is een kenmerk dat ik in
sprookjes zoek en als ik dat vind
ben ik ook in staat het te ver
beelden.”
gestolen spiegel
Bos-basisatlas en de omslag van
Severino van de zilveren griffel-
winnaar Eduard Klein (ver-
Ik zag toen het boek af was
gewoon geen mogelijkheden
meer om nieuwe inspiratie op te
doen. Gelukkig zijn we toen ook
verhuisd naar waar we nu zitten.
kunnen verrassen. Een eigen
denkwereld en een benaderin
gswijze die jezelf aan het denken
zetten. Bovendien hoeven ze niet
alles te verklaren, dat lijkt me
erg fijn.”
Rose met vrome wimpers bij
Meulenhoff die twee jaar later
Het dochtertje van de was
vrouw van zijn hand uitbracht.
Nadien zouden alle boeken van
Kuijer bij Querido verschijnen.
In 1975 waren dat De man met
de hamer Met de poppen gooien
en Een gat in de grens, respec
tievelijk literatuur voor vol
wassenen, kinderen van 7-9 jaar
en voor de jeugd. Dit jaar kwam
Grote mensen, daar kan je beter
soep van maken uit en vlak voor
de Kinderboekenweek ver
schijnt nog Drie verschrikkelij
ke dagen waarin Kuijer de con
frontatie beschrijft van een 15-
jarige jongen met zijn vader.
„Een boek over liefde, waarheid
en leugen” noemt hij het.
Terecht gaat straks bij de ope
ning van de Kinderboekenweek
(woensdag 13 oktober) de gou
den penseel naar Lidia Postma
uit het Noordhollandse Sijbe-
karspel. De penseel is een aan
moedigingsprijs voor een aan
komende illustrator die daar
door als een „veelbelovend
talent” kan worden beschouwd.
Lidia Postma heeft zij het nog
met een klein oeuvre haar
belofte al volledig kunnen inlos
sen. Ze heeft een volstrekt eigen
kleurentaal en kan zich geheel
in haar opdracht inleven.
Bovendien beheerst ze het
tekenvak op de belangrijkste
punten dat gezien haar jeugdige
leeftijd als een winstpunt mag
worden gezien.
Het werd de Gerrit Rietveld
academie in Amsterdam. Een
grote stap naar de hoofdstad
noemt ze het: „Als je van het
platteland komt, heb je een sterk
soort minderwaardigheidsge
voel. Amsterdam leek me eerst
erg mondain, maar dat raak je
na een paar maanden wel kwijt".
Ze heeft alle klassen doorlopen,
is er dankbaar voor dat ze de
meeste technieken heeft kunnen
leren. „Ik heb een voorkeur voor
de aquarel boven de zuivere gra
fiek. Met grafiek kreeg ik een
uitdrukkingsmogelijkheid die
me niet ligt. Aquarel biedt me de
gelegenheid om de sfeer die ik
zoek en die een mystieke onder
toon heeft, wel in mijn werk te
kunnen leggen”.
Haar voorkeur voor het teke
nen van sprookjes dateert van
tamelijk recente datum, loopt
eigenlijk parallel met de
opdracht die ze van de uitgever
kreeg om de platen bij de
sprookjes van Andersen te
maken. Wel had ze al eerder een
sterke band met sprookjes. „Ze
spreken me bijzonder aan, verte
genwoordigen een andere
wereld. Ik vind het heel aantrek-
kerkelijk dat je er allerlei onge
rijmdheden in kunt zien. Dat zit
ook in kinderen, die kunnen
onlogische zaken verklaren en
hoeven ze niet te beredeneren
zoals volwassenen dat moeten
doen.
toen vijf of zes verhaaltjes had gemaakt, zag ik
dat het een volledig kinderboek kon gaan
worden.”
Terborg, even ten oosten van Doetinchem, is een van die vele dorpen in ons land die sterk de
indruk wekken uit hun krachten te zijn gegroeid. Hoewel de Gelderse gemeente maar
drieduizend inwoners telt, moet de vraag naar de straat waar Guus Kuijer woont aan zo’n negen
autochtonen worden gesteld voordat een bevredigend antwoord wordt verkregen. Kuijer woont
er in een nieuwbouwwijkje, nogal stil en zeker ten opzichte van de randstad behoorlijk
geïsoleerd. Het blijkt een bewuste keuze te zijn geweest van de schrijver die zijn geboortestad
De gouden griffel gaat dit jaar
naar Guus Kuyer voor zijn kin
derboek Met de poppen gooien.
Kuijer heeft voor dit boek veel
waardering gekregen voor de
manier waarop hij de beschre
ven kinderen de volwassenen
laat observeren en zijn conse
quente houding in het neerleg
gen van de kinderlogica. Kuijer
is pas enkele jaren full-time
bezig als schrijver hij was
voordien onderwijzer op een
basisschool in Didam maar
hij heeft reeds een naar verhou
ding grote productie geleverd,
zowel op het gebied van kinder
en jeugdboeken als literatuur
voor volwassenen.
ie
Illustratie van Lidia Postma uit De