f Nog altijd moeten de leraren het maar uitzoeken Mensen voor dag en dauw die geloven in een God van mensen n 1 ER ZIJN VEEL TE VEEL SCHOOLBOEKEN Een overbodige verdediging van Huub Oosterhuis F ja door Th. J. Koeckhoven Marxisme en christendom Mensen met een visie Kritiek stand in Afrika. Een statistiek laat zien hoeveel studenten er op een hoopje wonen in Utrecht en een andere hoeveel Duitsers er in de zomer van 1973 in ons land hebben gekampeerd. Met een lichte argwaan wordt het standaardwerk doorgebladerd. De Bosatlas wordt steeds leuker. Er is nu een grafiek met tijgertjes, waaruit valt af te lezen hoe droevig het is gesteld met de roofdieren „Vooropgesteld kan worden dat bij de voorberei ding van deze druk voorrang is gegeven aan de didactische invalshoek”. Daar gaat het dus om. Ze doen maar. Of is het toch eigenlijk te gek, dat ze maar doen van jouw <?enten? Maar je zou zo’n nieuw werk natuurlijk serieus met de ogen van de vakman moeten kunnen bekij ken, want de verantwoording van de uitgever luidt: Franciscus Fondsen Hulp nodig Terug van vakantie. In de stapel post ligt een kaartje van de boekhandel. De bestelde schoolboe ken kunnen worden afgehaald. Bij de nieuwe aan winsten is de 48e druk van de Grote Bosatlas. De 45e, die in de studeerkamer ligt, is nog lang niet versleten en de wereld is sinds die druk niet ingrijpend veranderd, maar Wolters-Noordhoff is op het aardi ge idee gekomen om de aardrijkskunde vanuit een andere „invalshoek” te benaderen. Mensen voor dag en dauw zijn wakker voordat de dag begint. Ze zien vol verwachting naar de tekenen aan de ochtendhemel die de naderende dag aankondigen. Terwijl de andere mensen slapen, is het voor hen tijd op te staan, want de dag breekt aan en de nacht loopt ten einde. Het is de tijd tussen donker en licht, het uur van de belofte. Vandaag zal het misschien gebeuren. Dit ochtendgloren is het uur van mensen met een open oog en een open hart, voor profeten. Mensen die zeggen dat men de dag niet mag prijzen, voordat het avond is, doen er beter aan in bed te blijven. Maar de profeet ziet op naar de hemel die zijn hart vervult met de verwachting van alles wat vandaag kan komen. Een profeet is een mens van de toekomst. Hij is geladen met kracht als de opgaande zon, zegt een joodse spreuk. Karl Marx Huub Oosterhuis Franciscus van Assisi L In feite spelen de uitgevers een opmer- e Die joodse spreuk vinden we op de achterkant van een boeiend boek van Huub Oosterhuis, dat Mensen voor dag en dauw als titel draagt. Ik hoop van harte dat ik hierboven bij benadering heb aan gegeven wat Oosterhuis met dergelijke mensen bedoelt. Wie het beter wil weten kan het zelf nagaan in het boek dat bij Ambo in Baarn is uitgegeven, (prijs 12,50) Uit de voorbeelden die de schrij ver heeft gekozen blijkt al wat voor men sen hij voor ogen heeft: Eckhart, Marx, Kafka, Neruda, Nijhoff en Jezus van Nazareth. De tegenstanders van Ooster huis want die heeft hij fronsen bedenkelijk hun wenkbrauwen. Kan dat zo maar, Marx en Jezus in één serie? En gesteld dat Karl Marx een heilige was. Dan geeft het nog geen pas een mens en de zoon van God in één adem te noemen. En hiermee hebben we meteen de twee voornaamste bezwaren tegen Huub Oos terhuis in het algemeen en tegen dit boek in het bijzonder gesignaleerd. Voor alle duidelijkheid: ik deel die bezwaren tegen de schrijver niet. Tegen Huub Oosterhuis wordt nu ingebracht dat hij een gesprek tussen christendom en marxisme alleszins zinvol acht. Ja zelfs, dat de grondgedach ten van beide zich volgens hem uitstekend met elkaar laten verzoenen. Verder wordt de schrijver natuurlijk verweten dat hij de goddelijkheid van Jezus van Nazareth niet erkent, maar dat hij hem rangschikt onder de mensen. Misschien mag Jezus bij Oosterhuis dan de mens bij uitstek zijn, goddelijke waardigheid wordt hem niet toegekend, aldus de tegenstanders. Nu mogen we Oosterhuis gerust het een en ander verwijten, maar zeker niet een miskenning van de persoon van Jezus van Nazareth. Het blijkt alleen al aan de ruim te die de profeten krijgen toebedeeld. Eckehart en de andere krijgen een paar pagina’s en Jezus krijgt de rest van het boek. Uit het werk van Oosterhuis spreekt een voortdurende voorliefde voor het profeti sche, zijn liefde voor mensen met een visie, die de situatie van nu onder kritiek - stellen, die de lijnen en die zin van de mensengeschiedenis geloven. Want het verhaal van de mensen is verweven met het verhaal van God en beide verhalen worden één geschiedenis in Jezus van Nazareth, de grootste van alle profeten, het levende Woord en de levende Naam van God onder ons mensen. Aan deze slachtoffers van onderdruk king, onrecht en armoede wagen de profe ten het een nieuwe dag van vrede en gerechtigheid in het vooruitzicht te stel len, tegen alle menselijke verwachtingen in. Eens komt de dag dat God alles in allen is, eens komt het koninkrijk van God onder de mensen. De dageraad is reeds aangebroken. De zon komt op bij Jezus van Nazareth, maar helaas wordt hij ver duisterd door wolken van onrecht en ongeloof. Gelukkig breekt af en toe een straal van de zon door. Dat gebeurt steeds als een mens het waagt mens voor de Maar op zestig procent van de middel bare scholen (en op twintig procent van de mavo’s) wordt de voorkeur gegeven aan het eigen initiatief, ouderwets met de boe kenbeurs in de aula of de gymzaal. mensen te zijn. Dat is de dienst aan God. Het enige, wat we Oosterhuis mogen ver wijten is, dat hij althans in dit boek voor sommige hardnekkige lezers niet duide lijk genoeg is over de eer aan God die de 'mens gehouden is te brengen. Maar als men goed leest, kan ook dit verwijt Oos terhuis niet worden gemaakt. Zijn het immers niet de eigén woorden van de Heer, die het beslissende oordeel laten afhangen van wat de mens zijn medemens heeft aangedaan of gedaan. „Wat gij de minsten der mijnen hebt gedaan, hebt gij aan mij gedaan”. Oosterhuis is misschien wat te poëtisch, misschien wat te profe tisch om goed te kunnen worden verstaan. Maar wat verwachten we dan? Dat hij het zou wagen wat vele vermetelen reeds hebben ondernomen in menselijke woorden te vatten wat het geheim is van de onuitsprekelijke en onnoembare naam van God? Een naam die zich alleen ten naaste bij laat vangen in de openbaring aan Mozes, waar Jahwe zich laat kennen als Degene die er zal zijn voor de Israëlie ten zoals hij er was voor hun vaderen Abraham, Isaac en Jacob. Dan mag men Huub Oosterhuis mis schien wel euvel duiden dat hij te goed gelovig heil verwacht van een gemeen schappelijk credo dat tegelijk marxisten en christenen aanspreekt en inspireert. Ongetwijfeld laat zowel marxisme als christendom zich althans in theorie inspi reren door de mens zelf en door de geschiedenis van mensen. Beide worden De bedenkingen 'worden met andere argumenten onderstreept door drs. B. Wil- deboer van de stichting Leerplanontwik keling in Zeist: „Het nadeel van zo’n fond senpakket is dat de boeken een aantal jaren moeten meegaan, dat docenten boe ken waar ze vertrouwd mee raken al gauw nog langer zullen blijven gebruiken en dat daarom nieuwe ontwikkelingen langs hen heen kunnen gaan”. kelijke rol in het onderwijs. Het ontbreekt Nederland allerminst aan professionele onderwijsvernieuwers, die onder het oog van de minister opereren, maar de voor ziening met bijbehorende leermiddelen wordt aan onafhankelijke ondernemers overgelaten die meer belangen hebben dan het zo goed mogelijk bedienen van het onderwijs. Aan critici ontbreekt het dan ook niet. Uitgever De Groot heeft al eens bitter (of juist humoristisch?) geschreven dat men zich voorstelt hoe bij Wolters-Noordhoff, gespeend van elk verantwoordelijkheids besef, „louter systeembestendige en dus vernieuwingsblokkerende boekjes” op de markt worden gesmeten met „geen ander doel dan de belangen te dienen van een gering aantal aandeelhouders die handen wringend naast de drukpers de buit staan te tellen”. Van Dijk in Kampen heeft met de kri tiek weinig op: „wie kritiek heeft op de commerciële invloed op het onderwijs moet wel bedenken dat er uitstekende systemen op de markt worden gebracht door die uitgevers. Dat hebben de niet- commerciële werkgroepen, die er tegen woordig zijn, ondanks subsidies niet bereikt”. Een lid van de groep, de heer Bakker van Educaboek in Culemborg vindt trou wens dat ook de kritiek op de chaotische toestanden die op de schoolboekenmarkt zou bestaan, niet meer terecht is. „De laatste tijd is er ook vanuit het bedrijfsle ven nogal wat gesaneerd. De produktie- kosten zijn gestegen, zodat je niet meer zo gemakkelijk een boek op de markt brengt als in de jaren vijftig. Er zijn bovendien in de uitgeverswereld nogal wat fusies geweest, waardoor dubbele produkties uit de roulatie werden genomen”. suniversiteit in Groningen, krijgen echter de bezwaren de meeste nadruk. De uitge vers brengen zoveel op de markt, terwijl maar een klein deel goed wordt verkocht, dat de prijzen alleen al daardoor hoger zijn dan nodig is. Dat wordt bijvoorbeeld nog eens beïnvloed door het feit dat vaak een aardig deel van een oplage als presentie-exemplaar naar de leerkrach ten gaat. En uiteindelijk (maar dan zijn we zeker vijftien jaar verder, aldus Raat) zou er een standaardrecensie voor schoolboeken tot stand moeten komen. Eenmaal zover, is de kans op een stevige sanering aanwezig. Wat er op dat gebied gebeurt, is echter uitermate bescheiden. Anderhalf jaar geleden heeft minister Van Kemenade van Onderwijs een „Adviesgroep Leer middelen” geïnstalleerd. De voorzitter, dr J. H. Raat, vertelt dat zijn groep de minis ter nog dit jaar wil adviseren om een centrale registratie van leerboeken te organiseren. Er zou een databank moeten komen zodat een leraar tenminste makke lijk te weten komt, wat er te koop is. Daarna zal vermoedelijk het advies worden gegeven om de schoolboeken nu eerst maar eens wetenschappelijk te laten doorlichten. Het resultaat daarvan zou moeten zijn dat Nederland voor het eerst officieel weet hoe een schoolboek precies hoort te zijn het bepalen van de criteria van de leerboeken voor de verschillende soorten onderwijs was dan ook de taak, die de adviesgroep meekreeg. Dan zijn er nog twee boeken die aan dacht verdienen. Beide handelen over Franciscus van Assisi, de man die wel eens een tweede Christus is genoemd. Beide boeken kan ik met een gerust hart van het nieuwe schooljaar ongeveer 4000 nieuwe leerboeken (nieuwe titels dus) op de markt zijn gebracht. Dat komt wel overeen met een telling die een jaar of vijf geleden eens is gemaakt. De Unesco stelde toen vast dat Nederland op dit terrein een triest record in handen had. Boeken, die niet aan de criteria voldoen, vallen uit de markt en de leraren kunnen zich het beperkte aanbod, met toelichting van onafhankelijke deskundigen, keurig thuis laten sturen. Over vijftien jaar dus, als het een beetje meezit. De keus is weliswaar uitbesteed aan de leraar. Die hoeft zich echter niet te scha men als hij erkent het allemaal ook niet zo precies te kunnen beoordelen. Zo’n atlas, nou ja. maar een leraar Duits vertelt dat hij alleen al bij Wolters-Noordhoff (de grootste onder de educatieve uitgevers) kon kiezen uit bijna veertig lesmethodes. Het ministerie van onderwijs waagt zich aan de grove schatting dat bij het begin Er zijn scholen, die de aankoop van boeken verzorgen en de ouders hun aan deel in een boekenfonds laten storten. Boeken worden dan voor een jaar of vier aangeschaft, de ouders betalen een kwart van de prijs die een nieuw boek zou heb ben gekost, en dan lijkt het allemaal wel mee te vallen. De vraag, wanneer er resulta ten zijn te verwachten van het onderzoek naar de schoolboe ken, is ook in Den Haag gesteld. Het Tweede-Kamerlid Laban (PvdA) informeerde er schrifte lijk naar bij minister Van Kemenade van Onderwijs. „Er moet een eind komen aan de misstanden, die leiden tot hoge re onderwijsuitgaven ten koste van de belastingbetalers”, aldus Laban. Bij Van Dijk’s Boekenhuis in Kampen, in staat om veranderingen op dit terrein goed te registreren, wordt gezegd dat de tendens bestaat om van het fondsensy steem af te stappen en dat niet alleen vanwege de rompslomp die het voor de scholen meebrengt. „De basis voor een huurfonds is dat de boeken vier jaar mee gaan. Veel boeken verouderen in die tijd. Er komen ook andere exameneisen, denk maar aan vakken als boekhouden en natuurkunde, waar echt wat verandert”, aldus de heer L. H. van Dijk. Best mogelijk, reageren leraren op deze redenering, maar wat er moet komen is een echte sanering. Als maar twee procent van alle leerboeken op meer dan 25 scho len wordt gebruikt, is er iets lelijk mis. Het onderwijs zit niet verlegen om een dras tisch ingrijpen van de overheid (die voor een fractie van de huidige prijzen „een- heidsboekjés" zou kunnen verspreiden) maar wel om een goed beeld van een overzichtelijke markt. De grotere uitgeverijen besteden veel aandacht aan research. Ieder doet dat zelfstandig, wat weer een onnodige invloed heeft op de prijzen. Bovendien noemt Stobbe als bezwaar tegen het re- searchwerk dat daarin weliswaar volop wordt geprofiteerd van gegevens uit het onderwijs, maar de uiteindelijke bevin dingen geheim worden gehouden. Het onderwijs heeft geen directe invloed op de produktie van leermiddelen. De uitgeve rijen hebben zich (27 man sterk) verenigd in een groep Educatieve Uitgeverijen, die zelf vinden dat ze uitstekend in staat zijn om de leraren van informaties te voorzien. gekenmerkt door een geloof in de vooruit gang van de mensheid, door een visie op een betere toekomst. Christendom en marxisme kunnen elkaar zonder bezwaar vinden in de opvatting dat het een eerste plicht is van mensen om mens voor men sen te zijn, en vooral een mens te zijn in dienst van de onderdrukten, de verneder den, de armen. Hij is wel een God van mensen, die mensen van God willen zijn, doordat zij mens voor mensen willen zijn. Mens voor medemensen aan wie onrecht wordt gedaan, die worden misleid door syste men die de waarheid in pacht menen te hebben, die hun eigen ideologie tot god heid hebben verheven, die de naam van God hebben ontheiligd door deze te mis bruiken voor vestiging en handhaving van hun systeem ten koste van de Waarheid en ten koste van het geluk en het bloed van talloze slachtoffers. Bij tientallen miljoe nen zijn ze gevallen: onder Assyriërs en Babyloniërs, onder Hunnen en marxisten, onder nazi’s en de politieke terroristen van bijvoorbeeld Latijns-Amerika, ja zelfs in de naam van God door mensen die zich christelijk (hebben) durven noemen. Wat klopt er dan niet in het verhaal van Huub Oosterhuis? Dat wel alle christenen communist zouden kunnen zijn en mis schien wel zouden moeten zijn maar dat niet alle communisten christen zouden kunnen zijn. Een christen is niet alleen iemand die zich christelijk gedraagt door mens te zijn voor mensen; een christen is ook iemand die Jezus erkent als de Chris tus, de Messias. Het zuivere christendom is messiaans, het zuivere marxisme is materialistisch. Als voor christenen geldt dat zij de naam van Christus moeten vestigen op deze aarde, door mens te zijn voor mensen, geldt dit niet voor de marxist. De naam van Karl Marx is van een geheel andere orde. Bij Oosterhuis blijkt dit duidelijk. Van Marx is nooit gezegd wat van Jezus is gezegd. „Daarom heeft God hem verheven en hem een naam gegeven die is boven alle namen, opdat in de naam van Jezus iedere knie zich buigt die is onder de aarde, op de Andere „invalshoeken” duiken niet alleen in de aardrijkskunde op en enkele tientallen uitgeverijen zijn inventief en uiterst actief doende de markt te verzadi gen en het ook voor de leraren volstrekt onmogelijk te maken om een goed over zicht te krijgen. aanbevelen. Auteur van de eerste is Mor ris Bishop. De titel van zijn boek luidt: Franciscus, een biografie. Uitgever is Ambo en de prijs bedraagt 17,50. Even als het tweede boek is het verschenen bij gelegenheid van een herdenking. Op 4 oktober van dit jaar is het 750 jaar geleden dat Franciscus is overleden. Bishop geeft een echte levensbeschrijving, waaruit de heilige springlevend te voorschijn komt. In een onlangs verschenen studie van H. J. Stobbe, verbonden aan de Rijk- Tot zover klopt alles met Oosterhuis en met de mogelijke dialoog tussen marxis me en christendom. De tegenstanders kunnen hem zelfs niet aanwrijven dat hij blind blijft voor de afschuwëlijke gevol gen van de stalinistische terreur, wat natuurlijk niet hetzelfde is als marxisti sche terreur. Kortom, Oosterhuis weet bliksems goed wat voor onrecht is gepleegd in naam van de revolutie, in naam van het marxisme, maar ook in de naam van het christendom, in de naam van Jezus en zelfs in de naam van God. aarde en boven de aarde.” Van KarlMarx mogen we zeggen dat hij een beslissende wending heeft gegeven aan de mensenge schiedenis. We kunnen van Marx niet beweren dat hij de sleutelfiguur is in de menselijke historie. Dat is Jezus van Nazareth wel, omdat hij ten volle de Naam van God onder ons mensen heeft waar gemaakt door zijn dood op Golgo tha, waar de dageraad de Dag van alle dagen heeft aangekondigd. De dood is overwonnen, mensen mogen leven, men sen mogen vanaf nu verwachten dat eens de mens een mens voor mensen zal zijn en wat wezenlijk is: dat God alles in allen zal zijn. Omdat deze gedachte zo intensief spreekt uit het boek van Huub Oosterhuis, heb ik gemeend mij uit overtuiging te moeten opwerpen als zijn verdediger, vanuit de ijdele gedachte dat hij hieraan behoefte zou hebben. I Zo gaat het bijvoorbeeld op het Doornse Reviuslyceum, waar een leraar zegt: „Het is niet aangetoond dat een fonds op een grote school een goedkoper systeem is. Zelfs met boeken die hun eigendom zijn, gaan leerlingen vaak zo nonchalant om dat die na een jaar niet meer bruikbaar zijn. Daar zitten ze dan zelf mee. Wie wèl‘ netjes is, kan zijn boeken voor misschien twee derde van de oorspronkelijke prijs verkopen. Leerlingen die behoorlijk voor hun boeken zorgen worden tenminste niet de dupe van de slordigheid van de anderen”. Walter Nigg beperkt zich tot een schets van de persoonlijkheid en de visie van Franciscus. Hij doet dit heel boeiend en overtuigend, sober en gelovend in de inspirerende kracht van de grootste heili ge van de Middeleeuwen. Vooral door de voortreffelijke kleurenfoto’s van de foto graaf Toni Schneiders is het boek ook visueel zeer aantrekkelijk geworden. De titel luidt: De man van Assisi. Uitgever is ook hier Ambo. De prijs bedraagt 32,50 wat niet te hoog is door de kwaliteit van de tekst en die van de foto’s, waardoor de man van Assisi tweemaal voor de lezer gaat leven. Vanzelfsprekend blijkt uit de titel al welke waardevolle plaats de schrij ver toekent aan Franciscus, de personifi catie als het ware van de Man van Naza reth. Niemand weet precies hoeveel leerboe ken er in omloop zijn. Er zijn schattingen van 20.000 voor het hele terrein van het onderwijs. Van Dijk’s Boekenhuis, dat zich op de middelbare scholen richt, heeft 4000 titels beschikbaar. In elk geval zijn het er veel en veel te veel. Directeur J. de Groot van Wolters-Noordhoff zegt dat tachtig procent van de scholen niettemin gebruik maakt van één of slechts enkele al jaren bestaande methodes. Vanzelfsprekend en onvermijdelijk vindt de opvatting van Oosterhuis haar bodem in de Schriften van het oude en het nieuwe verbond. Als vanzelf begint ook zijn verhaal in de woestijn, waar volgens het boek Exodus (uittocht) God zijn naam aan Mozes en via hem aan Israel en de wereld openbaart. God is geen God van tempeldienst en dogma’s, van stabiliteit en onvruchtbare waarheid, geen God van de bestaande orde en van vastgelopen instituten of ideologieën. En dan maakt het niet uit of hun etiket joods, christelijk, islamitisch of marxistisch is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 18