mens met zijn omgeving Over de relaties van de t I In serie voor middelbare schoolleerlingen Jeugdboeken door Miep Diekmann Publiekstheater speelt de Kaukasische Krijtkring 22 door Ko van Leeuwen Als toneelgezelschap heb je ook de plicht om rottigheid aan te tonen. Roggeveen terug Mens en dier We hebben meer te doen dan de dames en heren alleen maar verstrooiing te bieden. Ellebogen Harmonie lereeii Vernieuwing voorop Boeiend thema 5 Hans Croiset is blij met Bertolt Brecht Het Publiekstheater speelt dit sei- F „Het is de morele rechtvaardig heid die Brecht laat zegevieren Leonard Roggeveen zou nu 78 jaar iken, lijks- iat 9 voor /erse laan- inties Uitgeverij Van Goor kwam met een zeer wetenswaardige serie Mens Dier; Mens Strijd; Mens Diepzee; Mens Pool, oorspronkelijk uit Span je, en zeer gewetensvol vertaald door Ruud Schuursma. Deze vertaler leefde ver van alle tumult in een bergdorp op Mallorca, een zeer erudiet, humaan mens, die in deze serie duidelijk hier en daar vanuit zijn eigen kennis aanvul lingen heeft aangebracht. De aanyul- De Kaukasische Krijtkring kreeg als centrale figuur het keukenmeis je Groesje, dat door omstandighe den een kind te verzorgen krijgt dat het hare niet is. Dat kind is wel totaal van haar afhankelijk. Wan neer aan het einde van een moeilij ke zwerftocht de oorspronkelijke moeder het kind opeist volgt er een proces. Dan klinkt er een merk waardig vonnis dat Groesje het kind doet toekomen, omdat zij het was die aantoonde het kind oprecht lief te hebben. ling die nog ontbreekt is in het eerste deel de vermelding van landennamen en streken op het landkaartje. Want zelfs de leerlingen van vwo, op wie deze serie is afgestemd, zullen ook Uit het blote hoofd Somaliland, Atlas, Mesopotamië niet zo snel kunnen loka- boven de wetmatige”, zegt Croiset. „Het is een stuk dat al veel stof tot discussie geleverd heeft. Je moet je als gezelschap ook de vraag stellen of het zin heeft om het stuk in deze tijd te spelen. Wel, het heeft zin wanneer je kunt duidelijk maken waar het precies om gaat. Als toneelgezelschap heb je ook de plicht om rottigheid aan te tonen. Ik heb niets tegen een verstrooiend karakter; wij spelen geen kanselto- neel, maar we hebben echt meer te doen dan de dames en heren alleen maar verstrooiing te bieden”. „Mens Strijd” komt heel wat genu anceerder over, al moet je voor het verhaal over David en Goliath aardig bijbelvast zijn. Grote mannen zoals Alexander de Grote en Julius Caesar hebben gezelschap gekregen van Atti la. Over de laatste zegt de auteur fijn tjes. dat hij en zijn volk als oorlogszuch tig en barbaars worden afgeschilderd, zoen vier klassieke toneelwerken. Dat zijn Medea van Euripides, Sha kespeare's Hamlet, De Kersentuin van Tsjechov en dan als eerste De Kaukasische Krijtkring. Illustratie in de Roggeveen-omnibus van J. Hummel orde komt. Hoe groot en nobel de beschreven helden ook zijn (geweest), de auteur pleit voor dan maar geen helden, geen oorlogen. „Mens Pool” doet uit de doeken, dat al die reizen indertijd uit louter centenbejag zijn opgezet: kortere vaar routes ontdekken. Pas toen dat geen haalbare zaak leek, kwam het weten schappelijk aspect van de expedities voorop te staan. Wat mij betreft had het zinnetje „dat we trots kunnen zijn op het menselijk ras”, eruit gemogen. Want dit trotse ras heeft er dan wel even voor gezorgd dat de schadelijke invloeden van DDT tot op de Zuidpool merkbaar zijn. Maar daarover zal dan over vijftig jaar wel weer een nieuwe serie geschreven worden. Benieuwd hoe we er dan afkomen! Petra Laseur speelt in de Kaukasische Krijtkring het meisje Groesje, dat zich over 'n kind ontfermt dat het hare niet is. geweest zijn wanneer hij in 1959 niet overleden was. In alle interviews met VIP’s over hun lievelingsboeken van vroeger kom je op het lijstje de jon gensboeken van Roggeveen tegen. Uit geverij van Goor heeft enkele van die boeken in twee, wat je noemt, kloeke omnibussen heruitgegeven. Dus rijden maar! Met, in de eerste omnibus: „De ongelofelijke avonturen van Bram Vingerling” (1927); „Voorjaar op de Klaverweide” (1932); „In de staart van de Komeet” (1935). Én in de tweede omnibus: „De klok voor de spiegel” (±1953) en „Draadloze ogen” (1930). Wij oen! snst 58 jr 'illen voor >uw- irek- jhrijf :oekt heb iaal- Zou mee Can idere ived soc 4oei- let of V, v 19 en „Maar ik voel me ferm genoeg om daar fors tegenin te gaan. Ik her haal geen gemakkelijk succespa troon. Het succes van vorige opvoe ringen betekent niet automatisch een nieuw succes, daar moet wel zkt. m. 3-65 Br Kind Holl ver huis >ma- 30- >m in sr is kind G lanb Ie kl. 2000 exle- iften '143. „Je kunt best tegen me zeggen: Jullie gaan nu vier stukken spelen en die staan al alle vier bij mij in de boekenkast. Akkoord. Maar wat dan vergeten wordt, is dat wij naar een bepaalde harmonie tussen die stukken zoeken. Het kost ons een half jaar denken en speuren voor dat we een dergelijke combinatie hebben samengesteld. Dat gebeurt niet zomaar klakkeloos. Daar wordt over gepraat en er wordt gekeken: wat zien de regisseurs daar nou in en kunnen we het met ons gezel schap waar maken”. „Amsterdam heeft op dit moment overigens een prima toneelaanbod. Wij als gezelschap voor de klassie ken en daarnaast Centrum en Baal. En dan nog wat in Shaffy en De Melkweg gebeurt. Maar als wij meer gaan spelen, dan krijg je een versnippering binnen het gezel schap. Dan is er geen lijn meer. Daar wil ik samen met Ton Lutz het Publiekstheater voor behoeden. Er moet rust zijn in de situatie in Amsterdam. Dit gezelschap is niet zo groot, maar de sfeer bij ons maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat een belangrijk actrice als Annet Nieuwenhuyzen in Elektra deel uit maakt van het koor, een kleine rol dus, terwijl ze straks weer Medea speelt. Die sfeer maakt het mogelijk dat mijn vader (Max Croiset, red.) in Hamlet maar tien zinnen gaat zeggen, terwijl zijn vorige rol nota bene koning Lear was. En dan zeg gen ze weer: Het Publiekstheater trekt alleen maar sterren aan. Nou ja.nu hebben we eindelijk een gezelschap met zo’n hoogwaardige kwaliteit en nu is het weer niet goed!” burg op het plein, z’n kostje is gekocht. Dit besef ik wel: Als het fout gaat word ik er zo weer uitge schopt. Dit wordt ons vierde sei zoen”. jaar. EIS- oord >15 liseren. Door de verhalen over de rela tie van de mens met de leeuw, hond, tijger, olifant, walvis, beer, kameel en het paard spelen de namen van Xer xes, Homerus, de Hyksos. De kracht van Roggeveen was dat hij een stuk goed, gezellig en degelijk gezinsleven wist in te passen in zoge naamde fantastische avonturen, die naderhand meer werkelijkheid bleken te bevatten dan de lezers vermoeden konden. Hij was en bleef de onderwij zer, die de kinderen iets wilde meege ven. Maar hij gaf die wetenschap een kleurig pakkie-an. Persoonlijk vind ik „Mens Diep zee” het meest interessant, waarschijn lijk omdat hierin een stuk onontdekte aarde aan bod komt, waarvan we mis schien maar al te gauw afhankelijk zullen zijn wanneer onze voedselvoor raden tekort zullen schieten, ons drink water ondrinkbaar is geworden, onze bodem uitgeput is geraakt. Het toe komstbeeld van de onderwaterstand lijkt een Jules Verne-gegeven, maar die zat er indertijd ook niet zover naast met zijn „fantasieën”. Het Publiekstheater gaat De Kau kasische Krijtkring spelen met als uitgangspunt de iets verkorte ver sie, die Brecht maakte voor de voor stelling van het Berliner Ensemble. De oorspronkelijke muziek van Paul Dessau voor de liederen die in de voorstelling gezongen worden, is op een aantal plaatsen vereenvou digd. Daarvoor tekenen Frits Lam brechts, Margriet de Groot en Wim van de Meeberg. Lambrechts doet overigens mee in het stuk als de verteller. In Groesje bezit het stuk een van de grote vrouwenrollen, vergelijkbaar met Shen Te uit De Goede Mens van Sezuan en Moeder Courage. Petra Laseur gaat de rol van Groesje spelen en Hans Bos winkel neemt de rol van rechter Azdak voor zijn rekening. Van deze zegt Brecht: „Door de woelingen van de tijd was hij tot het rechte rambt gekomen. Zoveel was zeker, dat hij het wetboek niet snapte, en dus vielen zijn vonnissen vaak rechtvaardig uit”. Al heeft de uitgever de jaartallen van de eerste uitgaven niet in de boeken vermeld, ik heb het toch gedaan. Want er zijn altijd wel overkritisehe en gewoon kritische lieden die zich mis schien storen aan bepaalde opvattin gen, een zekere gedachtengang achter het verhaal en die vergeten dat je een boek ook tegen de achtergrond van de tijd, waarin het geschreven werd, moet zien. Nuchter klinken de woorden bij Hans Croiset, toneelregisseur, vast verbonden aan het Publiekstheater in Amsterdam, waarvan hij samen met Ton Lutz ook de artistieke lei ding voert. Croiset is nu bezig met de regie van Bertolt Brechts Kauka sische Krijtkring. Op 1 oktober is de Amsterdamse première, een week eerder (24 september) is er al een opvoering in de Haarlemse schouw burg te zien. Praten over zijn regie, over Brecht en speciaal over dit stuk, wordt door Croiset herleid tot een beschouwing over zijn gehele gezelschap. Hans Croiset regisseert met de Krijtkring zijn vijfde Brecht. Zijn eerste was De heilige Johanna van de slachthuizen. Croi set: „De volgorde waarin ik Brecht regisseerde is volstrekt toevallig. Je zou zelfs kunnen zeggen dat ik met de moeilijkste begonnen ben”. Croiset: „We doen dat niet zomaar, we achten het opportuun dat die stukken gespeeld worden en de verantwoordelijkheid ervoor is groter dan zelfs bij nieuw repertoi re. Het uitzoeken van een volgend stuk om te gaan spelen levert elke keer weer veel discussiestof. Maar voorop moet steeds weer vernieu wing staan, niet het steunen op vroegere ervaringen. Je mag verge lijken, maar niet méér. Wat de acteurs bij vorige opvoeringen ver worven hebben, kunnen ze nu gebruiken als uitgangspunt. Daar toe beweeg ik me graag tussen de polen Brecht en Shakespeare. Als ik met de een bezig ben, verlang ik weer naar de ander”. Van het Publiekstheater wordt wel gezegd dat het het zich gemak kelijk maakt door de klassieke repertoirekeuze. Stukken die hun kwaliteit bewezen hebben, in een sterke bezetting, kortom: weinig risico. :RM Kan i en vijf- ntw wil enw omdat de Romeinse geschiedschrijvers in die tijd toevallig zijn slachtoffers waren. Via de Vikingen, George Was hington, Napoleon en diens „zwarte schaduw”: Nelson, komen we bij het beste hoofdstuk, dat over Lawrence van Arabië. Hier niet enkel chronolo gisch goed geordende feiten, maar meer een uitdieping naar politieke en sociale achtergronden van de strijd. Een lijn die doorgetrokken wordt in het laatste hoofdstuk over de Tweede Wereldoorlog, waarin de verplaatsing van de oorlog 'van het slagveld naar het woongebied van de burgers aan de „Het spelen van de Kaukasische Krijtkring vind ik bijzonder belang rijk in de ontwikkeling van ons gezelschap. Na de Goede mens van Sesuan, dat we eerder speelden, kunnen we al bijna niet anders. Wij zijn als Publiekstheater een gezel schap dat de klassieken wil spelen, maar we proberen niet alleen maar aan het uiterlijke resultaat te wer ken. Bij elk nieuw te spelen stuk komt er bij ons een denkproces op gang over wat en hoe we het willen gaan doen. Daar komt bij dat je als regisseur rekening te houden hebt met de instelling van de acteurs. Hoe is die instelling bij een toneel speler die net uit Heijermans komt ■en nu in Brecht staat? We plakken niet zomaar stukken achter elkaar om een repertoire te .krijgen. Je moet er als toneelmaker zeker van zijn dat je de bedoeling van zo’n stuk, van de schrijver dus, in de voorstelling kunt uitdragen. Dat klinkt misschien allemaal erg bekend, maar het is gewoon de waarheid waar wij mee bezig zijn. Niets bijzonders, gewoon oprecht en hard werken.” Dat vrijwel in alle kinder- en jeugdboeken mensen centraal staan, is geen opzienbarende mededeling. We hebben onszelf nogal hoog zitten en verder schijnt het opvoedkundige waarde te hebben wanneer kinderen via boeken hun goede en kwade driften, plus die van hun voorouders leren kennen. Al zal het nooit het wonder baren dat op een dag een zakje patat mét goedkoper zal zijn. Wei groeien ze uit die ziei-en-zaiigheid-periode en moeten zakken vol wijsheid die frietjes en mayonnaise vervangen. De boeken, die dit Grote Omturnen moeten begeleiden zijn meestal op jongens afgestemd. Ik ken jongens, die dit een oneerlijke lastenverdeling vinden. Maar wie hoort hun aarzelend protest? En het is ook een schrale troost om op de omslag van dit soort boeken de mannen als bijzonder fraai en meer dan stoer afgebeeld te zien. Hans Croiset tijdens de repetitie van De Kaukasische Krijtkring: „Ik ben blij dat we het klassieke repertoire goed kunnen uitdiepen.Op de achtergrond Marijke Veugelers. Het Amsterdamse toneelgezelschap Publiekstheater gaat aan zijn vierde seizoen beginnen. Na een woelige toneelperio- de in de hoofdstad (denk aan de actie-tomaat) heeft dit gezelschap, dat onder artistieke leiding staat van Ton Lutz en Hans Croiset. rust gebracht in de Amsterdamse situatie. De Stadsschouwburg trekt weer publiek dankzij het Publieksthea ter, dat zich specialiseert in het spelen van klassiek toneel. Dit Hans Croiset is blij met de Krijt kring: Ja, zeg maar gerust érg blij. Het is misschien wat oneerbiedig tegenover de schrijver van een omvangrijk stuk om zijn werk in één thema samen te vatten, maar de Krijtkring heeft een erg boeiend thema en Brecht heeft dat zelf in de volgende woorden aangegeven: „Wat bestaat moet behoren aan wie er goed voor zijn, dus: het kind aan de moederlijke vrouw, opdat het gedije, de wagen aan de goede rij der, opdat goed wordt gereden, en het dal aan de bevloeiers, opdat het vruchten draagt". Dat is een zeer duidelijk gegeven. In dit stuk bete kent het dat een kind wordt toege wezen aan de vrouw die er het best voor zorgt en dan nu toevallig eens niet de biologische moeder”. aan gewerkt worden. Elke produk- tie wordt helemaal doorgrond.ik laat me er elke keer weer door over vallen, als ik de belangstelling van het publiek zie voor wat wij doen. Men werkt met ellebogen aan de kassa om aan kaarten te komen en dat vind ik een prachtig gezicht. Het is goed dat de acteurs hier hun zekerheid terughebben. Het is een spannende taak. Die voel ik niet zo van: Nou zit ie in de Stadsschouw- trum >uwe met lie u raag ands ver- lijks- 485. rant- en laar: 3918 913. dde- ede- n en part- >dm ll.? U pers >647 1704 Hans Croiset veert nu energiek op en zegt met een lichte toon van bitterheid: „Iets helemaal goed doen, dat schijnt in Nederland onmogelijk te zijn. Op het moment dat iets echt goed gaat schijnt het weer aangepakt te moeten worden. Tegen dit soort kritiek zal ik me verzetten met alles wat in me is. Wat wij doen moeten we niet verwarren met wat de Nederlandse Comedie deed. Wij hebben geen universeel repertoire gekozen. We hebben een deelopdracht en we spelen geen elk wat wils toneel. Ik ben blij dat we ons eigen gebied, het klassieke repertoire goed kunnen uitdiepen. Maar iedereen gaat nu plotseling de grote klassieken spelen. Ik begrijp dat niet helemaal. Als toneelgroep Baal perfect Handke speelt, dan ga ik toch niet zeggen: ooooh, dat gaan wij ook doen.” inis- van ftijd ■nid- ver- >r G seizoen slaan Brecht, Euripides, Shakespeare en Tsjechov op het programma. Hans Croiset regisseert op het ogenblik De Kaukasische Krijtkring, een van de populairste stukken van Brecht. Petra Laseur en Hans Boswinkel zullen er de belangrijk ste rollen in spelen. Uitgaande van deze voorstelling geeft regisseur Hans Croiset zijn visie op de artistieke werkwijze van zijn gezelschap. Geïnteresseerde jongeren, die al die wijsheid op school niet gehad hebben, zullen zich met een encyclopedie moe ten behelpen om de moeilijke en vreemde woorden op te zoeken. En misschien zijn zij verder geëvolueerd dan de oorspronkelijke tekstschrij vers, die de „negers” schilden uit oli fantshuid laten maken. en lezen zij daarvoor in de plaats „de Afrikanen”. -4.Ü i I i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 23