?1
I
F
Boekwerk over Van
Marum voltooid
■mm
il
Ml
ZESDE BIENNALE IN WARSCHAU BEWIJST NOG EENS:
Environment 74
■«fi
GRONDLEGGER VAN TEYLERS MUSEUM
2J
F
i H
11
**"E€**
door Paul Aletrino
Ontraden
r
Paardestaart
Eén m2 en Da Vinci
-
1
wi i m t ©t h ©it
Een in wit op een groot zwart vlak uitgespaarde hand met zes
vingers gaf deze zomer overal in Warschau aan dat in het paleis
achtige neo-barokgebouw van de tentoonstellingsvereniging, de
Zacheta aan het Malachowski-plein, de zesde tweejaarlijkse interna
tionale tentoonstelling van het affiche werd gehouden: een keuze van
negenhonderd uit ruim drieduizend inzendingen uit zevenenveertig
landen.
HAW WtTHOAY OSAT
Bij affiche, poster of plakaat denke men niet in de eerste plaats aan
de beperkte betekenis van (commerciële) aanbeveling in War
schau bleek dat het evenzeer om afraden kon gaan. Maar deze keer
ging het bovenal om het aankondigen van een reeks problemen die
iedereen aangaan, met het karakter van een appèl een sterk
ethisch ingestelde Biennale. Voor zoiets is het affiche door zijn
bondigheid en zijn visueel karakter nog altijd te rekenen tot de beste
middelen om mensen fe bereiken en wel als individu èn als groep.
Of het nu gaat om nagellak of om het wereldwelzijn, zoals de
leefbaarheid.
Habitat
,:.;Xzfek. -
I
•am"’*'»»*'®7*
Grondlegger Van Marum
J. G. DE BRUUN
4
4
Met dit al kon de keuzecommissie
steeds strenger tewerk gaan, wat op
zijn beurt de aantrekkelijkheid van
het inzenden verhoogde voor zbwel
ondernemende jonge ontwerpers
als voor gevestigde talenten. Dit
laatste blijkt nog altijd te gelden
voor de Poolse inzenders en in
eigenlijk nog sterker mate voor de
buitenlanders. Want wie zich in
Polen wil meten juist op het gebied
van het affiche moet wel over goede
papieren beschikken. Wie er in de
loop van het bestaan van dit insti
tuut ook allemaal prijzen van staat
en instelling of kunsttijdschrift heb
ben gewonnen, altijd zijn er in rui
me mate Polen bij geweest, en dit is
niet in de eerste plaats een gevolg
van hun numeriek sterke inbreng.
de meidagen van 1968, of een Peki
nese muurkrant.
Ze leverden in deze Habitat-
afdeling heel veel. Maar niet de dof
fe dreun waardoor de ontoerei
kendheid van complete greep of
kennis specifiek werd duidelijk
gemaakt, en ook niet de flits van
doorzicht waardoor een manier van
„Environment 74", dat de zorg voor het
milieu uitdrukt en waarmee de Zwitser
Jean Robert een eerste prijs won.
Het beste wat hij kon bereiken was
een scherpe en onverbloemde ver
duidelijking dat dit vraagstukken
complex over ons verblijf er is, door
radicale voorbeelden te geven van
het hoe.
Voor Leonardo het beeld van een
constructie-formule, voor affiche-
ontwerpers van vandaag een ietwat
a la mode bij te werken teken van
ingeklemd zijn. Het valt dan wel op
dat hun opvatting van het Habitat-
vraagstuk meestal de kluchtige en
Een affiche ter gelegenheid van het200-
jarig bestaan van Amerika van de hand
van George Tschemy.
Slechts één Hollander Wouter
van Dijk, viel in de Habitat te ont
dekken, met een blad vol hartjes,
gedeeltelijk onherkenbaar gemaakt
door krabbels, en een tekst: we heb
ben besloten elkaar te helpen en
eerlijk te zijn in onze wereld, stad,
huis en bed. Dichter bij het zo ver
hoopte wegwijzen kwamen twee
affiches: een van Stan Wasilewski
(Polen) een oude vrouw die zon
der agressie maar wel waakzaam
vanuit een wat vervallen venster in
een verweerde muur de toeschou
wer zit aan te kijken, want My
Home Is My Castle. Twee aspecten
heeft dit affiche, nl. een ongege
neerd realisme dat moet waken
tegen simplificatie en betutteling
m.b.t. het Habitat-vraagstuk, èn het
blijvend besef van de „eigen plek”,
wat daaraan ook moet worden ver
beterd, en dwars tegen de gelijk
schakeling in. Een ander, van de
Japanner Shinichiro Wakao, laat op
zeer verfijnde manier de omtrek
ken van een duidelijk Japans bos
zien (het raffinement bestaat in de
suggestie van stille, zeer natuurlij
ke, eenzaamheid, iets van een vroeg
uur als er nog geen mensen zijn). Op
de ijle voorgrond staat een al even
ijl en elegant zebraatje: niet op de
bosgrond, maar op een gemaakt,
houten voetplaatje, zoals dat met
(vele andere) speelgoedbeesten het
geval is.
Naast de kunst van het wakker
willen maken en van het appèl liet
Warschau de kunst van het aanbe
velen ook zien. Ontwerpers aller
Affiche voor de tentoonstelling van de
schilder Stanislaw Teisseyre
Mannen van Europese betekenis zijn in Neder
land in Van Marums dagen met een lamp te
zoeken: een paar goede vaklieden, meer niet.
Temidden van hen blijft Van Marum zowel de
veelzijdigste als de meest Europese persoonlijk-
Ons eindoordeel over Van Marum mag niet
voorbijgaan aan het geestelijk klimaat van ons
land in zijn tijd, een periode waarin de nabloei
van de gouden eeuw onherroepelijk voorbij is en
die overgaat in een minder dan middelmatige,
zéér provinciale, vlakke en sombere romantiek.
landen verenigden zich hier, als het
om de cultuur en haar produkten
gaat men hoeft er geen specifieke
en eventuele riskante stellingname
voor te hebben, en dat geldt ook
voor het aanbevelen van dienstver
leningen. Vooral in de landen waar
het privé-cultuurbedrijf niet of bij
na niet een rol speelt, vormt de
cultuur een vruchtbaar terrein voor
het affiche: tentoonstelling, theater,
circus. Zoals blijkt uit de affiche
van de Joegoslaaf Boris Bucan, van
een jonge vrouw, op de rug gezien,
het lange haar met een lint tot paar
destaart gebonden. De overlangs op
die staart geschreven tekst infor
meert over een optreden van Lippi-
zaner paarden, in Zagreb Boris
viel niet in de prijzen, net zo min als
een van de twaalf (dertien, als men
de als statenloos opgegeven André
Drenth zou meetellen) Nederlan
ders. Het door zijn perspectief heel
suggestief affiche voor een Zwitser
se tentoonstelling van een van onze
pioniers in de vernieuwing van de
(toegepaste) kunst. Piet Zwart, door
Gert Dumbar, of zijn werkstuk voor
het Mickery-theater had best offi
ciële erkenning mogen hebben.
heid. „Docteur-dès-sciences”, zoals hij zichzelf
graag noemde; niet meer, ook niet minder. Het
monument in de vorm van zes boekdelen dat
thans voor Van Marum is opgericht doet hem als
zodanig, mijns inziens, recht.
De mens kan zijn soort zeer gepo
lijst en afstandelijk tot wolf zijn in
een blad dat De Noor Terje Roalk-
vam maakte van een bekommerde,
ongeschoren, man over zijn ogen
een plakstrook met daarop salue
rende militairen. Tekst onder de
kop van de man: „Toestand nor
maal in Chili, meldt de Noorse
gezant”. Maar n" b de taakopvat
ting van de gezar.c .1 de toestand
in Chili is uniri Lat verschijnsel
komt in de kern v irt uit de grcce
gebreken van onze Habitat
oplossen zichtbaar wordt. Met al
zijn variatie en spitsvondigheid
bleek ook de affichemaker (neem
het hem maar kwalijk) niet verder
te komen dan de bezorgde betrok
kenheid bij ons „verblijfsvraag-
stuk” die we op onze goede ogen
blikken allemaal wel eens hebben.
Misschien speelde het grote aan
tal inzendingen in deze afdeling wel
een rol van vervaging of zelfs anti
climax. Misschien werkten juist wel
het uitgerekend vakmanschap en
(meer nog) de daarbij behorende
esthetiek averechts een karakte
ristiek risico van een ontwerpkunst
die het „brengen”, de doeltreffend
geregisseerde presentatie, als doel
heeft.
Het affiche „Sluiseido CosmeticS" van
de
Japanner Makoto Nakamura
De Italiaan Emilio Vedova had
zijn expressionistische werkwijze
en temperament in dienst gesteld
van het protest tegen Spaanse en
Chileense handelwijzen, tegenover
wie anders denkt dan de regering
wenst, met fotomontages, verhe
vigd door rafelige scheuren en prik
keldraadachtige lijnen, een tralie
werk.
Enerzijds is dat als een man van zijn tijd een
tijd die ondanks de grote woelingen van de Franse
revolutie oneindig rustiger moet zijn geweest dan
de onze. Zo belet de oorlogstoestand Van Marum
Met de verschijning van het zesde deel van de
serie „Martinus van Marum, Life and Work” is dit
boekwerk, gewijd aan de Haarlemse geleerde Van
Marum (1750-1837), voltooid. Deze gebeurtenis
mag aanleiding zijn om hier nog eens iets over
deze uitgave van de Hollandsche Maatschappij
der Wetenschappen te vertellen.
Nog altijd immers is Van Marum bij betrekke
lijk weinigen bekend. Wie Teylers Museum
bezoekt, waarvan hij van 1784 tot aan zijn dood
(meer dan een halve eeuw!) directeur was, loopt
daar zeker niet voorbij aan zijn enorme electri-
zeermachine. Dat Van Marum daarnaast ook ver
schillende andere apparaten welke in dit museum
worden bewaard, zelf gebouwd heeft, is al minder
bekend. Dat hij de kern van alle natuurweten
schappelijke verzamelingen van Teyler heeft aan
gekocht (behalve de instrumenten óók mineralen,
fossielen en boeken), weet slechts een kleine
groep. En over zijn verzamelaarswerk ten behoe
ve van het voormalige Naturaliënkabinet van de
Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen,
van welk geleerd genootschap Van Marum secre
taris is geweest van 1794 tot 1837, hangt al even
zeer de sluier der vergetelheid.
Na drie boekdelen over Van Marum word in het
vierde deel een catalogus gepubliceerd van de
door hem voor Teyler aangekochte instrumenten.
Dit deel was onderwerp van een artikel in dit blad
van 6 oktober 1973 door ondergetekende.
Maar op het gebied van de helde
re omschrijving van onze vraag
stukken bood Warschau zeker een
aantal volwaardige voorbeelden.
Op doordenken doet het ogen
schijnlijk heel simpele affiche van
Zenon Porada (Polen) een beroep,
dat met een krijtje op een zwart
vlak verwijst naar het oneigenlijke
De Biennale van Warschau is
sinds de eerste manifestatie in 1966
gestadig uitgegroeid tot een instel
ling van omvang, bekendheid en
gezag. Iedere keer werd het aantal
inzendingen groter en hoger van
gehalte; de inhoudelijke waarde
steeg sinds 1974 bovendien aanzien
lijk door de invoeging van een
thema-opgave met een sociaal (en
daardoor algemeen politiek) karak
ter. Zo was dit jaar het onderwerp
van de leefbaarheid, de Habitat, op
de grote Unesco-conferentie te Van
couver, ook leidraad voor War
schau.
Overal hebben we in recente jaren
kunnen zien hoe er een taaie rage is
ontstaan in het verzamelen of op de
eigen muur plakken van het
beschuldigend, uitdagend of tot
aanschaf verlokkend affiche.
satirische kant uitgaat, wat wel
vaker voorkomt als men een
bekend beeld uit een vroegere of
geheel andere samenhang als citaat
in een nieuw beeld opneemt. Een
andere knipoog naar vroegere voor
stellingswijzen is manipulatie van
de Toren van Babel. De spookachti
ge bedreiging die het eigen bouwsel
voor de mens kan hebben toonde
Andrzej Chojecki door er verschil
lende op te bouwen uit fragmenten
van foto’s van grote bouwblokken
van een bewerkelijke stijl, tot er de
illusie van een enorme woonfabriek
ontstond, gezien door een sterk ver
tekenende lens.
De kunst van het aanbevelen
houdt zich aldus met meer bezig
dan het aanbevelen van kunst of
cultureel gerichte dienst. Ze ont
raadt ook bijvoorbeeld roken,
gevaar op de weg e.d., zoals dit van
ideële reclame bekend is. Een in de
heg roestend en door groeisel over
woekerd kinderfietsje van de Fin
Kangas en het met Oorlog gelar
deerde Zijn of Niet Zijn van de Pool
Wasilewsky bezitten een indringen
de kracht. Wasilewsky kreeg de eer
ste prijs in deze afdeling van de
ideële reclame, waarin Mens en
Maatschappij is opgenomen. De
Brit James Wright maakte van
rokers vertraagde kleuters, door
hun de sigaret voor te zetten als
bedrieglijk echte fopspeen
De instelling van deze ook voor het
grote publiek zo aantrekkelijke
Biennales heeft er bovendien aan
meegewerkt, dat Warschau in de
buitenwijk Wilanow er een fraai,
internationaal affichemuseum
annex documentatiecentrum aan
heeft overgehouden. Ook daardoor
weer is het affiche als voorwerp
gestegen in het publieke aanzien.
van een alleen maar calculerend
beleid waarbinnen het normaal kan
worden dat we het met 1 m2 per
aardbewoner zouden moeten doen.
Of het boomblad met een EHBO-
voorziening tegen zijn kwetsuur, als
waarschuwing tegen het abnormaal
worden van onze verhouding tot de
natuurlijke omgeving. De Zwitser
Jean Robert kreeg er de eerste prijs
voor van het Poolse Ministerie van
Cultuur.
Dit deel bevat brieven van en aan Engelse
instrumentmakers als Dollond, Adams, Hurter,
Nicholson, aan de plantkundigen Salm, Haworth,
Aiton, Jacquin, aan de Franse chemici Berthollet,
Guyton, Monge. Maar ook aan en van Nederland
se geleerden als Camper, Van Geuns, Van Breda,
Ingen Housz, Reinwardt. We treffen zowel de
Zwitserse Senebier als de Italiaan Volta aan, en
vele tientallen anderen. Noemen we nog de Haar
lemse magistraat Willem Anne Lestevenon, die in
Rome belangrijke aankopen voor Teylers
Museum heeft gedaan, en Van Marums chef Adri-
Toch, menen wij, verdient Van Marum beter, en
dat was ook de gedachte van wijlen Professor Dr.
Ir. R. J. Forbes, secretaris van de Hollandsche
Maatschappij van 1956 tot 1969, toen deze reeds
kort na zijn komst alhier het plan opwierp, een
reeks historische studies te wijden aan de Haar
lemse onderzoeker. Na vele jaren van voorberei
ding kwam in 1969 het derde deel van de persen
van Enschedé, bij de uitgeverij H. D. Tjeenk
Willink.
Een geleerde van de hoogste rang was hij niet:
geen Lavoisier, geen Volta, geen Wemer en geen
Herschel; zeker ook geen Linnaeus. Maar daaraan
moet onmiddellijk worden toegevoegd dat ons
land in zijn tijd geen figuren van het eerste plan
bezat. Evenmin was hij een grote geest als Goethe
of als Kant. Maar hij kende zowel zijn beperkin
gen als zijn mogelijkheden. Strekte zijn belang
stelling zich aan de ene kant niet uit tot zaken als
kunst, godsdienst en politiek, een de andere kant
zocht hij het minder in de beperkte diepte van een
enkel wetenschapsgebied dan wel in het wijde
veld van de gehele natuurwetenschap, met inbe
grip van de medicijnen, de landbouw en de tech
niek.
Deel 5 bevat een zéér beperkte keuze uit het
eigen oeuvre van Van Marum, uit de ongeveer
tachtig door hem in zijn lange leven gepubliceerde
boeken en artikelen. Deze selectie bestaat uit vier
van zijn verhandelingen welke oorspronkelijk
zijn uitgegeven door Teylers Tweede Genoot
schap, thans voor het eerst in het Engels vertaald
uit het origineel dat in het Nederlands en het
Frans werd geschreven. Met daarnaast zijn cata
logus van dieren (opgezette, gewoon bewaarde of
op sterkwater geconserveerde) behorende tot het
Naturaliënkabinet van de Hollandsche Maat
schappij der Wetenschappen. En zijn catalogus
van de planten die hij in 1810 kweekte op zijn
buitengoed Plantlust aan het Zuider Buiten
Spaarne in Haarlem (ongeveer ter plaatse van het
huidige verblijf van de Dienst Openbare Werken).
De beide laatste boekwerkjes bestaan geheel uit
de wetenschappelijke namen der desbetreffende
dieren resp. planten.
Jen slotte dan het zesde deel, zo juist versche
nen: een bloemlezing uit Van Marums brieven.
Zoals in zijn dagen méér voorkwam, was Van
Marum een ijverig briefschrijver. Zijn correspon
dentie is vrijwel geheel intact gebleven en omvat
meer dan drieduizend brieven ofwel ongeveer zes
duizend bladzijden handschrift. De keuze hieruit
is gemaakt door de medewerkers aan de vroegere
delen samen met de redactie.
absoluut niet, in 1798 en 1802 langdurige reizen
buitenslands te ondernemen! Anderzijds zien we
Van Marum als de figuur op zich, in de dingen
waarin hij zich onderscheidt.
De dreiging van dicht op elkaar
staande hoogbouw die de gedaante
aanneemt van een labyrint lucifer
doosjes of van een reeks smalle
lichtspleten tussen bouwmass’a
was een vaak voorkomend beeld,
evenals het op den duur misschien
wel te benijden schaaldier, maar
dat brengt dan tegelijk weer zijn
eigen passiviteit mee. Gewild was
ook de bekende tekening van de
ideale verhoudingen van het mense
lijk lichaam, door Leonardo Da
Vinei: een atletische man met
gespreide èn gesloten armen en
benen in een cirkel in een vierkant.
<.MK«»ztan m:tv tt*c
..Martinus van Marum Life and Work" wordt uitgege
ven door Noordhoff International Publishing te Leiden
De prijs is 290,- per set van zes delen of 50,- (delen I II
III) resp. 60,- (delen IV, V, VI) per deel
Vrijwel niemand zal daarbij dan
hebben gedacht aan affiche in zijn
betekenis van openbare bekendma
king, van aankondiging die
gemaakt is om overal te worden
aangeplakt, en om in weer en wind
te worden gelezen. Tenzij het om
zoiets gaat als een actie-oproep uit
Verwant aan de Habitat is het
vage gebied van Mens en Maat
schappij, een maffe titel die echter
op sarcastische manier leven krijgt
door de met foto voortreffelijk
omgaande Amerikaan George
Tscherny. Het 200-jarig bestaan van
Een verfijnd en toch nog aan zijn
doel beantwoordend voorbeeld van
het publicitaire, wervende affiche,
is de aanbeveling die een Japans
cosmetica-bedrijf Nakumara laat
doen: purperkleurige nagellak
bekroont de ineengevlochten vin
gers van het model dat een make-up
heeft waarin zich, maar meer naar
blauw getrokken, datzelfde purper
herhaalt. Dat verschil geeft het affi
che een beweeglijkheid en een diep
te die het anders tot een mooi pren
tje had gemaakt.
Meer dan twintig jaar heeft hij in Teyler lessen
gegeven in sterrenkunde, natuurkunde, scheikun
de, aardkunde, plantkunde en dierkunde, de gehe
le scala van wat tegenwoordig de bèta-vakken
zijn; en van de meeste van deze vakken wist hij
méér dan menig vakgenoot.
aan van Zeebergh, president-directeur van Tey
lers Stichting, aan wie Van Marum in 1790 vanuit
Londen verslag deed over zijn verblijf aldaar.
Naar mijn stellige mening is het uit al deze brie
ven, naast de reisdagboeken van deel 2 van de
serie, dat wij Van Marum het beste leren kennen.
de USA vierde hij mee met een in
klok met klepel-vorm opgestelde
groep mannen. Uitgespaard, als een
bandeau op die klok, was het woord
Liberty. Die vrijheid kreeg zijn con
tour door de militaire kledij van de
mannen.
Affiche prima middel
om mensen te bereiken
Voor de vijfde Biennale was het
thema Het Water en zijn onmisbaar
heid, voor de zesde was deze zelfde
ecologische zorg doorgeschoven
naar de menselijke civilisatie, de
Habitat. Daarmee was vooral
bedoeld het aanvaardbaar, mens
waardig, onderkomen dat meer is
dan een schuilplaats. In wijdere zin
ging het om een bewoonbaarheid
die zo groot mogelijke deelname
aan leven en ontplooiing mogelijk
moet maken. Habitat omvat de stu
die over de inrichting van het land,
de bouwkwaliteit van huis, buurt en
stad, en hun zodanig functioneren
dat de mens er niet van zichzelf
vervreemd wordt. Wie daarbij door
denkt, weet meteen dat in de term
Habitat een steeds moeilijker te
schatten aantal maatschappij-
vraagstukken ligt opgesloten dan
ook de meest bekwame en geïnspi
reerde vaklieden lief is de
onmacht blijkt ook van de War-
schause affiches afleesbaar te zijn
zijn geweest, hoe intelligent en
geestrijk ze soms ook waren.
5