Iedereen moet meewerken
Elite maakt bij acties de dienst uit
i
aan luchtbrug naar Amerika
r
la?
v
L
i
-
Cardiochirurg Kuijpers kan ook oordelen als hartpatiënt
Éi
18
«iB
w
wet
zi
H!
iM
SOCIOLOGEN OVER COLLECTIEVE DEMONSTRATIES
mm
5 1'1
W
I
rl
door Kees Cornelisse
I
door Peter Huysman
L 'i :<i
Bi W»
De visie van de Nijmeegse hoogleraar is tegengesteld aan de plannen, die nu
aan de staatssecretarissen Klein (Wetenschappen) en Hendriks (Volksgezond
heid) zijn voorgelegd. Hoofdlijn daarvan: het land in zeven sectoren verdelen in
elk waarvan een academisch ziekenhuis samen met een ander ziekenhuis 500
tot 600 operaties voor zijn rekening neemt.
Vele malen reeds is de vraag gesteld of
acties collectieve acties waarbij groepen
mensen iets willen veranderen of juist een
dreigende verandering willen voorkomen
de democratie aan de basis verbeteren. Een
voudiger gezegd: dragen acties ertoe bij dat
de minst „mondige” mensen in onze samen
leving „mondiger” worden? Krijgen onderbe
deelden, weinig draagkrachtigen, „under
dogs” door middel van gezamenlijke acties
méér over bepaalde ontwikkelingen en kwes
ties te zeggen dan onder normale omstandig
heden?
Acht studenten van de afdeling empirische
sociologie van het Sociologisch Instituut van
de Rijksuniversiteit in Groningen alle acht
zijn inmiddels socioloog hebben onder
leiding van hun toenmalige docent dr. G. P. A.
Braam, thans hoogleraar sociologie in Twen
te, in de periode 1969-1972 zeven van zulke
collectieve acties onderzocht en probeerden
aan de hand van de resultaten van dit onder
zoek, neergelegd in een bij uitgeverij Boom
(Meppel) verschenen boek onder de titel
„Collectieve acties” (prijs f 23,90), een ant
woord op bovenstaande vragen te vinden.
Effect
Eli;
kiiom
is eei
morg
gekoi
Hij ei
gevit
Het i
haar
Eli<
hij di
dorp
sen i
ten i
sche
den
zoek
mog
vroe
beid
hek
Inl
iit
Zelf geopereerd
f
- -
100 miljoen
Kuijpers collega uit Utrecht, Meijler (geen cardiochirurg, maar hoogleraar
cardiologie), heeft deze plannen sterk verdedigd. Maar de Nijmeegse hoogleraar
is het niet met Meijler eens. „De academische ziekenhuizen, dat durf ik vanuit de
praktijk te stellen, zullen geen 500 of meer hartoperaties doen. Daar zijn zij ook
niet voor ingehuurd. Een academisch ziekenuis”, aldus Kuijpers, „heeft een
evenwichtig pakket, dient dat althans te hebben, waarin onderwijs en onderzoek
een grote plaats innemen. Daarnaast is zo n ziekenhuis natuurlijk ook voor de
volksgezondheid, maar niet uitsluitend. Dat zou het hoofddoel worden als dit plan
doorgang zou vinden. Bovendien is het eind er dan van weg: Nu voer je dit
specialisme op en straks weer een ander.
1
Nieuwe structuur
r
F 1
■w*
Hartchirurg prof. Pierre J. Kuijpers (47 jaar) heeft een zeer duidelijke mening
over de noodzakelijke uitbreiding van de hartchirurgische voorzieningen in ons
land. Het tekort moet worden opgevangen met flinke uitbreidingen, waarbij de
academische ziekenhuizen zich dienen te beperken. In totaal moeten er 15 tot 20
hartcentra komen, meent Kuijpers.
tl
i W
HÉBy x
i
I aar
"*S
99 j
Gezien de huidige jaarcapaciteit van 2000
is de kloof dus groot”.
Natuurlijk wil Kuijpers de hartchirur
gie niet uit de academische centra laten
verdwijnen: „Die is in principe aan alle
unjjyersiteiten nodig voor de opleiding van
cardiologen. Maar men moet een behoor
lijke beoefening wel mogelijk maken. Zo
zouden we in Nijmegen naar 250 open en
gesloten hartoperaties per jaar toe
gaan. De middelen daarvoor, dus om uit te
breiden, werden ons in 1973 al toegezegd.
„We moeten nu beginnen, opdat er in
1980 een grotere capaciteit is”, stelt Kuij
pers met nadruk. „Op de conferentie, die
de Gezondheidsraad onlangs in Arnhem
heeft gehouden, werd vastgesteld dat er
nu al een behoefte van 4000 a 5000 ingre
pen per jaar is. Maar in 1980, en dat zijn
conservatieve schattingen”, aldus de hart
chirurg, „zijn er 6000 operaties nodig.
De onderzoekers wijzen er met klem op dat zij
tot deze resultaten zijn gekomen op grond van een
onderzoekmethode die nog niet eerder is gehan
teerd. Om te beginnen is het al bijzonder dat door
zeven acties te onderzoeken en daaraan steeds
maar zelfs een „genuanceerd” oordeel is moeilijk
te geven”, zeggen de onderzoekers, die hopen dat
zij er met deze studie toe hebben bijgedragen dat
er nu snel met allerlei, nog niet verricht, elemen
tair onderzoek begonnen wordt.
„Ik ken de gang van zaken van twee
kanten”, zegt hij daarover. „En de ver
schillen tussen de manier waarop wij het
hier doen en die in Amerika zijn duidelijk.
Men heeft daar een opleiding, die gerich
ter is en een perfecte organisatie. De inzet
is daar ongelooflijk, maar het gehele
systeem is niet zonder meer in ons land
toe te passen. De organisatie in onze zie
kenhuizen leent zich er niet toe, ik althans
zou niet weten hoe die werkwijze hier toe
te passen”.
dezelfde probleemstelling te koppelen ongeloof
lijk veel vergelijkingsmateriaal voorhanden was,
waardoor het onderzoek een duidelijk toetsend
karakter had. Maar bovendien is elke keer vooraf
nagegaan wie belang bij de actie kon hebben en
wie er feitelijk aan de actie deelnamen. Zodoende
was het mogelijk in tegenstelling tot het princi
pe van de willekeurige steekproef uit een „popula
tie” iets wezenlijks te vertellen over de relatie
sociale ongelijkheid-deelname aan actie.
De deelname aan acties draagt zo’n elitair
karakter, aldus de onderzoekers, doordat een
betrekkelijk klein aantal deelnemers (met hoge
posities) over veel invloedskanalen beschikt. Ter
wijl zij vaak een kwart of minder van een actie
groep uitmaken (in aantal), hebben zij meer dan
de helft van de wegen om invloed uit te oefenen in
handen. Het blijkt dat die invloedskanalen vaak
niet uit bestuursposities voortkomen (indirecte
strategie), maar uit het zich direct mengen onder
diegenen die in de actiegroep contact met de
overheid hebben: er wordt dus een tussenschakel
overgeslagen (directe strategie).
Een belangrijk onderzoekresultaat is tenslotte
ook dat democratische organen, met name de
gemeenteraad, er bij het voeren van collectieve
leert in de eigen economie, levert werkge
legenheid op, geeft nieuwe arbeidsplaat
sen. Uitbreiding van de voorzieningen
maakt de luchtbruggen overbodig, maar
dan moeten er wel hartchirurgische cen
tra bij komen.
Kuijpers meent, als hij het rijtje nagaat,
dat het voorliggende „sectorenplan” toch
wel op moeilijkheden stuit. Zo ziet hij de
mogelijkheid van samenwerking van het
VU-ziekenhuis in Amsterdam met het
OLV-Gasthuis daar bepaald niet. De com
binatie Academisch ziekenhuis Leiden
met Bronovo in Den Haag maakt iets
meer kansen evenals Dijkzigt en Zuider-
ziekenhuis Rotterdam samen.
Wat het St. Antoniusziekenhuis en het
Utrechts academisch ziekenhuis (waar in
feite geen hartkliniek bestaat) betreft, dat
hangt geheel af van het ministerie van
onderwijs en wetenschappen. Groningen
met Zwolle samen: De vraag is of Zwolle
dat wil. En Nijmegen samen met Eindho
ven, waar het Catharinaziekenhuis nog
moet starten: Daar hebben mijn collega
Laquet en ik geen behoefte aan, zegt Kuij
pers, we hoeven niet zo nodig iemand te
controleren.
Welke andere ziekenhuizen zouden nu
in aanmerking komen om (eventueel
afzonderlijk) aan hartchirurgie te gaan
doen? Naar de indruk van prof. Kuijpers
zouden dat kunnen zijn: Venlo, Tilburg,
Den Bosch, Breda, Enschede, Deventer en
Zwolle. Eventueel zouden ook sanatoria,
Consequenties van elitaire deelname aan acties
kunnen naar het oordeel van de onderzoekers zijn
dat de ongelijkheid in politiek opzicht als
gevolg van grote verschillen tussen sociale status
toeneemt én dat de ongelijkheid in economi
sche status groter wordt (als je aan een actie
deelneemt zijn er meer kansen dat je individuele
belangen worden gehonoreerd). Maar het kan ook
zijn dat door de inzet van de „elite” binnen de
actiegroep gemeenschappelijke „winst” wordt
behaald; dit zou dan een nivellerend effect op die
ongelijkheid kunnen hebben. Hier onderstrepen
de onderzoekers nog eens dat men niet te haastig
actiegroepen moet afwijzen, omdat het er aanvan
kelijk op lijkt dat binnen actiegroepen de onge
lijkheid tussen sociale lagen alleen maar wordt
vergroot.
Hoewel deelnemen aan acties duidelijk elitair is,
is volgens de onderzoekers het effect van collec
tieve acties op de gehéle bevolking onmogelijk te
peilen. Er is nauwelijks over nagedacht hoe men
zoiets zou dienen te onderzoeken.
waar ruimte is, kunnen worden benut,
denkt hij, een zaak die weer wordt verge
makkelijkt omdat daar vaak al longopera-
ties geschieden.
Een heel nieuwe kliniek opzetten zon
der ziekenhuis „ernaast” of in de buurt, is
een kostbare zaak. Je hebt, somt Kuijpers
De onderzoekers doen aan het slot van het
eerste deel van het boek suggesties om verbete
ring in de ongelijkheid bij deelname aan acties te
brengen. Belangen en baten die met een actie
gemoeid zijn, moeten zo exact mogelijk worden
geschat. In het belang van de „underdog” moet de
mogelijkheid voor manipulatie door „ingewijden”
worden verkleind. Daarvoor is eerlijke voorlich
ting nodig, omdat de verschillende sociale lagen
die bij de actie betrokken zijn zich nu eenmaal
niet in gelijke mate bewust zijn van de op het spel
staande belangen. Dat kan tot benadeling van de
„lageren” leiden. Pas met goede voorlichting kan
een vorm van „collectief gedrag” ontstaan met
rechtvaardige uitkomsten. De noodzaak is klem
mend. „De kans dat acties beheerst worden door
schimmige praktijken en duistere figuren moet
niet worden onderschat”.
Saillant is tenslotte de vermelding van de onder
zoekers dat in hedendaagse milieu-acties veelvul
dig samenwerking optreedt met traditionele eco
nomische machten, zoals automobielconcerns.
Geldgebrek speelt daarbij uiteraard een hoofdrol.
Omdat prof. Kuijpers hartpatiënt is kan
het begrijpelijk worden genoemd dat hij
lid is van de Nederlandse Hartpatiënten-
Vereniging en voorzitter van het medisch
adviescollege van de NHV. Als zodanig
houdt hij ook een oogje op de gang van
zaken bij de luchtbrug, die niet altijd
zonder strubbelingen verloopt. „Natuur
lijk liever geen luchtbruggen, maar tijde
lijk kan het niet anders en dan moet ook
iedereen meewerken”, vindt hij.
I
hel
rer
gel
kri
de
zei
aai
lin
Er
de
rei
ke
op
ge
te
sc
ai
m
Is
ta
m
et
Li
Elias
baks
tijnsi
vage
„Ove
dedi;
lijke
vanu
lijk
sche
ande
naar
nen
De
geor
geru
uit c
trair
wap
ven
hij,
ders
zijn
Israi
gebi
dooi
Deb
van
mee
Meti
be e
zam
inw<
O]
lijkt
zijn
com
zovt
zaal
O
grei
hun
eers
hek
ingt
Libi
gev
nen
mol
velt
lanj
Met
i
M<
's
he
zit
en
he
Ts
se
di
Pi
ov
Pt
V
ink
mei
voo
lim
Lib
ver
„go
kaï
ges
Hei
ver
Ad
got
dat
«f wiWBk
Prof. Kuijpers is inmiddels niet de eer
ste de beste op dit terrein. Hij zit al 20 jaar
in het „hart- en vaatwerk”, werd in 1970
hoogleraar, kreeg zijn opleiding in Cana
da (Montreal-Toronto). Hij kent prof. Den
ton Cooley in Houston (Verenigde Staten),
de operator van de hartluchtbrug van de
Nederlandse Hartpatiënten Vereniging.
Bijzonderheid is trouwens dat Kuijpers
zelf hartpatiënt is, al twee keer geope
reerd, laatstelijk in Portland (Verenigde
Staten).
.A'.5
Bij het behartigen van individuele belangen is
er voor de verschillende sociale lagen geen sprake
van „gelijke kansen”. Grote bedrijven en mensen
met een hoge status maken, door de invloed die zij
van „huis-uit” al kunnen uitoefenen, de dienst uit.
Een daar komt dan nog bij dat, naarmate de
belangen die op het spel staan groter worden, het
overwicht van hogere status-categorieën toe
neemt. Dit laatste wordt mede veroorzaakt door
het feit dat in ernstige situaties de roep om een
krachtige leider sterker wordt. Die leiders komen
dan vooral uit de hogere sociale lagen.
«K
W1*
-
Met 100 miljoen gulden kan er heel wat
meer voor de hartchirurgie worden
gedaan, meent de Nijmeegse hoogleraar.
Dat geld is niet weg bovendien, het rou-
Een en ander neemt niet weg dat hun onderzoek
enkele interessante conclusies heeft opgeleverd
die je, ondanks het genuanceerd eindoordeel van
dit onderzoekers-„collectief”, als lezer toch de
indruk geven dat het voeren van acties, onveran
derlijk gericht op het verkrijgen van invloed op de
provinciale of rijksoverheid, een aangelegenheid
is en blijft van personen die het in de „normale”
maatschappij ook al voor het zeggen hebben. De
deelname aan de zeven onderzochte acties draagt,
zo luidt een van die conclusies, een sterk elitair
karakter.
tot 180 a 190 open hartoperaties per jaar
komt.
Prof. Kuijpers vindt dat de hartchirur
gen hun stem ook maar eens moeten laten
horen. Tenslotte zijn zij het die de opera
ties samen met de anesthesiologen moeten
uitvoeren. Natuurlijk moet de kwestie
interdepartementaal worden aangepakt.
Hij zal zich er sterk voor maken, als lid
van de commissie hartchirurgie binnen
land van de Gezondheidsraad, dat er een
forse uitbreiding van de operationele
voorzieningen komt.
In het tweede deel van het boek worden de
zeven onderzochte acties, die zich allemaal voor
1971 af speelden, beschreven. Vijf ervan waren
acties met een economisch belang (havenuitbrei
ding, onteigeningsplannen, etc.), twee met een
„welzijns”-belang (leefbaarheid, schoolvoorzie-
ningen). Vijf waren gericht op de provinciale of
rijksoverheid; twee op de gemeente. Eveneens vijf
acties werden met succes gevoerd, twee waren
zonder resultaat. Er wordt op gewezen dat „eco
nomische acties” al veel langer een algemeen
aanvaard verschijnsel zijn, in tegenstelling tot
„welzijnsacties” (Milieu etc.) die dikwijls met legi-
timiteitsproblemen te kampen hebben. Vooral
acties gevoerd door groeperingen met een lagere
status, hebben daarvan nog steeds last. Sommige
van de onderzochte acties boeken pas na jaren of
zelfs tientallen jaren succes.
acties nauwelijks aan te pas komen. In minstens
de helft van de onderzochte acties zijn raadsleden
in de minderheid ten opzichte van vertegenwoor
digers van belangenorganisaties. Daaruit valt te
concluderen dat bij acties steeds deelbelangen op
de voorgrond treden. Derhalve: „Er is ernstige
twijfel mogelijk over de vraag of er voldoende
aandacht kan zijn voor meer algemene functies
als het harmoniseren van deelbelangen en het
opkomen voor belangen die niet door de „geves
tigde” organisaties worden behartigd”. Tegen
over de geringe kracht van de raadsleden in acties
staat overigens de vrij prominente rol van
wethouders en vooral burgemeesters in kleine en
middelgrote gemeenten.
op, vele voorzieningen nodig die in een
ziekenhuis bestaan, zoals: neurologie,
nierdialyse, haemodialyse (bloedonder
zoek), een goed laboratorium. Daarom
moeten er meer ziekenhuizen worden
gevonden die het specialisme hartchirur
gie gaan bedrijven.
Evenmin als collega-wetenschappers, die eerder
soortgelijke „verkenningstochten” langs dit
„boeiend stuk sociaal leven” maakten, slagen zij
daarin. De problemen zijn dermate complex dat
er onmogelijk een definitieve balans over acties in
het algemeen valt op te maken. „Verheerlijking en
verguizing zijn al helemaal niet op hun plaats,
Prof. Pierre J. Kuijpers
Het geat vooral om meer personeel, de
huidige bezetting is te gering. Er zou een
beslissing zijn genomen, maar er is nog
nooit een toewijzing gekomen, althans
geen bevestiging daarvan. We tasten dus
nog steeds in het duister”, aldus Kuijpers,
die zegt dat het St. Radboudziekenhuis nu
Het blijkt tevens dat het bezetten van invloeds
kanalen buiten de organisatorische bestuursposi
ties om sterker toeneemt als de op het spel staan
de belangen groter zijn. Men zou kunnen zeggen,
dat dan de gevestigde belangenorganisaties meer
en meer overschaduwd worden door een nieuwe
structuur, waarin de hoge status-categorieën
(bijv, grote bedrijven) zich direct op het „invloeds-
toneel” begeven.
Dan zijn er Maastricht en Heerlen, die
zouden moeten samenwerken: In Maas
tricht is men net gestart, het lijkt op korte
termijn zeker niet mogelijk aan hartchi
rurgie te gaan doen. Je hebt er wel een
team mensen voor nodig, dat opgeleid
moet zijn. In Heerlen en Maastricht is een
goede cardiologie aanwezig, maar
bepaald geen academische voorzieningen,
zegt Kuijpers.
Verder in dit tweede deel: opbouw en verloop
van acties, het verkrijgen van invloed, gangma
kers en leiderschap, kernvorming, mobilisering,
„dissidenten”, wegen naar de overheid, de rol van
het opbouwwerk, condities voor succes, enz. Voor
de gemeenten, waar de acties zich afspeelden, zijn
schuilnamen verzonnen, zoals Zeemuiden en
Arbeidershoek.
Staatssecretaris
Hendriks
Staatssecretaris
Klein
W
«w
«UK
f