I n i r I B i I i- fcl Sr I I a F ■■■I '-W Sluizen Amsterdam 1 JL; Vletterlieden MMl 41ÜL. 50^1 I J - k J Rijksdienst voor het Loods wezen. 26 ’1 H za- ch we iie. I f - A 1 Sinds die gedenkwaardige le november van het jaar 1876 hebben ontelbare schepen gebruik gemaakt van de waterweg die Amsterdam sinds die datum met de Noordzee verbond. Passagiersschepen, vrachtboten, oorlogsbodems, pleziervaartuigen, historische zeil schepen en bezienswaardige obstakels aan de trossen van Hollandse sleepboten. En altijd was er weer publiek. Liep het volk te hoop als er iets te zien was aan de waterkant. De thuiskomst van dierbaren die jaren in den vreemde hadden vertoefd. Het afscheid van hen die hun geluk elders gingen beproeven. Militairen die gingen... of terugkeerden uit de tropen. Het sluiseiland was altijd weer het begin van een begroeting of een langdurig vaarwel. Er is uitbundig gezwaaid, hart stochtelijk geroepen, gelachen en gehuild. Nog gaan dagelijks de sluisdeuren talloze malen open en dicht. De schepen die geschut worden blijven een bezienswaardigheid. We zijn een volk dat op de één I of andere onduidelijke manier aan de zee vastgebak ken zit. Waar het publiek weinig weet van heeft is wat er allemaal om de hoek komt kijken als zo’n schip ogen schijnlijk moeiteloos door de sluisdeuren glijdt. Uw verslaggever zwierf een paar weken op en om het Sluiseiland en maakte links en rechts een praatje met lieden die op de één of andere wijze iets te maken hebben met instanties of organisaties die bij het scheepvaartverkeer betrokken zijn. Die zich bemoeien met de schepen die in IJmuiden worden geschut. ha 7 Tl IJmuiden slaapt. De nacht ingt als een donkere deken <er dat deel van de IJmond aar mensen wonen. Waar ensen werken, aan de rerzijde van het kanaal, ligt it hoogovencomplex te iden in een zee van licht. In it rimpelloze water weer- liegelen miljoenen lichtjes, p het Sluisplein loopt een oepje mannen zwijgend in i richting van de brug ibij de Zuidersluis. Aan de eiger achter het gebouw i in de vletterlieden stappen aan boord van een bootje it op het gezelschap heeft ?gen wachten. Met ronken- J motor gaat het richting uitenhaven. Op naar de etelgeuze. De loodsboot die litengaats ligt te wachten n de nachtelijke passa- ers over te nemen en af te veren op schepen die het lornemen hebben het orrdzeekanaal binnen te iren. Vier loodsen van de TV' .- F waterklerk Lucas Stromberg klautert aan boord. trkeersleider Venema ontgaat mets wat aan weerszijden "'wr SHIP AHOY of Veilig varen over het Noordzeekanaal 'Hl vletterlieden K Hartstra, Han Stoker en Hans Goed in actie bij de Nortrans Elma j De lengte van het schip bedraagt 263 meter, de breedte 40 meter. Van de brug af gezien lijkt de plecht heel erg ver weg. Wat de waarde is van radar blijkt als plotseling het hele schip verdwijnt in een enkele kilo meters brede mistbank. Het zicht loopt terug tot 50 meter. Schouder aan schouder staan de loodsen Bij- ker, Visser en gezagvoerder Nilsen recht vooruit in de mist te staren. Van minuut tot minuut geeft Radar IJmuiden de positie van het schip door. Het is nu zaak zoveel mogelijk de vaart uit het schip te halen. Uiterst behoedzaam wordt ze gestrekt voor de ingang van de Noordersluis gemanoeuvreerd. In overleg met de havendienst, waar verkeersleider B. Venema in nauwe samenwerking met het sluispersoneel alle voorbe reidingen heeft getroffen wordt besloten dat de Ronastar ook op haar verdere tocht door het kanaal zal worden begeleid door vier sleep boten. Nauwelijks heeft hij de woorden gesproken of „Radar IJmuiden” komt met de nogal„verontrusten- de” melding dat de Ronastar eigen lijk een dag te vroeg is. Dat er nog geen plaats is aan de kade van het overslagbedrijf in Amsterdam. Of de Ronastar nog terug kan? Omdat de brug van de Ronastar te weinig is uitgbouwd moeten de heren loodsen naar het dek om de afstand van het zijkanten van het schip tot de sluiswanden in de gaten te houden. De slepers hebben hun handen vol om het schip gestrekt te houden. met aan boord gebakken brood dat de tijd niet kreeg om te rijzen. Als de oostelijke havendeuren worden geopend zorgen de vletter- lieden er weer voor dat er verbin dingen met de wal worden verbro ken. Even statig als de dikbuikige ertsboot de sluis binnenvoer, vaart zij er weer uit. Visser en Bijker hangen over de railing. Praten met de kapiteins van de slepers die aan een half woord genoeg lijken te hebben om te begrijpen wat er van hen wordt verlangd. In het kanaal lijkt wat meer ruim te om de tocht naar Amsterdam te voltooien. De loodsen weten echter dat zij terdege rekening hebben te houden met de enorme waterver- plaatsing van het schip. De zuiging mag geen hinder opleveren voor aan de kant of in zijkanalen afge meerde schepen. Amsterdam komt in zicht. Ongeveer 1 kilometer vóór de Hembrug worden de voorberei dingen getroffen om de Ronastar over stuurboord de Westhaven in te draaien. Dan worden de ankerkettingen gehieuwd. De Ronastar ligt opge borgen tussen de strakgespannen ankerkettingen en trossen. Autori teiten klauteren aan boord om for maliteiten te vervullen. Langs de „gangway” verlaten de loodsen het schip. Een taxi zorgt voor het ver voer naar IJmuiden. ■én ijn Als het kontakt met de wal naar genoegen tot stand is gebracht is het „Radar IJmuiden” dat de posi tie van het schip opgeeft. „Circa 55000 meter buiten de pieren en 80 meter ten zuiden van de vaar geul Havenbeambte J. Kok komt aan boord en vertelt dat de Nortrans Elma (het schip dat weeks tevoren binnenvoer) oponthoud heeft gehad met het lossen. De Ronastar moet op dezelfde plaats liggen. Dat is dus niet mogelijk. Omdat die „bood schap” op zee te laat kwam is nu maar besloten de Ronastar met de steven af te meren op de ankers. De Een stukje scheepvaartkunst in zakformaat. Tussen de uiterton die dobbert voor de ingang van de vaar geul naar het Noordzeekanaal en de kade van de Amsterdamse haven. Elke dag opnieuw. Tiental len malen. Vice versa. Honderden mannen in dienst van tal van hulp verlenende instanties hebben het er druk mee. Vier en twintig uur per dag! Door de grote diepgang van de geladen boot wordt een enorme massa water langs de betrekkelijk smalle ruimten ter weerszijden van het schip naar buiten geperst Zodra de bak de neiging krijgt uit te Wat dat laatste betekent wordt dra duidelijk. De heren worden behangen met zwemvesten. Aan de davits van de Betelgeuze hangt al een piepklein vletje te bungelen boven het woelige water. Aan de andere zijde van de loodsboot ver rijst een beangstigend hoge muur. De stuurboordwand van de Rona star waartegen een touwladdertje bungelt als een soort uitdagende kermisattractie. Heel hoog boven aan het laddertje kijkt een rijtje grauwe onherkenbare gezichten over de railing. De bemanning van de Ronastar. w LX-JS Op de brug van de ertsgigant is het de Noorse kapitein Ingar Nilsen die het gezelschap begroet. Loods Bijker beent direkt naar het pane lenbord en roept over de VHF „Hallo redeplot hier Ronastar ontvangt u mij?” we bijvoorbeeld in Amsterdam komen zorgt de dienst er ook weer voor dat het vervoer naar huis gere geld is. De opleiding is gedegen. Je moet maximaal 31 jaar oud en le stuurman zijn. Het eerste jaar ben je een soort stageair. Je loopt mee en als alles naar wens verloopt ben je na dat eerste jaar gedurende 2'A jaar loods 2e klas. Als je er daar nog 15 jaar als loods le klas weet bij te schrijven wordt je senior-loods. Al naar gelang die indeling ben je bevoegd schepen van uiteenlopen de tonnage te behandelen. De Betel geuze is als het ware onze wachtka mer buitengaats. Er zit zo’n 26- koppige bemanning aan boord. Na veertien dagen wordt het schip afgelost door de Bellatrix”. Het gesprek wordt onderbroken door een krakerige stem uit de luid spreker. Loodsen Bijker, Visser en verslaggever, we naderen de Rona star. Wilt u zich gereed maken? 1 I Wie ooit van mening was dat het afmeren van een schip een zaak is van het uitbrengen van een paar stevige trossen die „wel even” kun nen worden aangepakt door toeval lige voorbijgangers kan in de slui zen een lesje krijgen. Daar komen ze. De Vletterlieden. Bedreven in het afmeren van schepen. Vakwerk. Terend op een roemrucht en elkaar heftig beconcurrerend verleden was het in 1945 dat ze de strijdbijl ter aarde bestelden en zich een drachtig sterk maakten in de „Coö peratieve Vletterlieden Vereniging” (CW). van de sluizen gebeurt. I „Het is nu gewoon een kwestie van voortdurend opletten. Dan kan er niets fout gaan”, merkt Bijker op. „Verslapt je aandacht één moment en gaat er iets niet naar wens dan kun je met zo’n praam wel inpakken”. De 54-jarige Pieter Bijker en zijn 37-jarige collega Geert Visser zijn voorbestemd om de bulk-carriër Ronastar, geladen met ijzererts uit Australië, te begeleiden op het laat ste deel van haar tocht naar de Amsterdamse Westhaven. Aan boord van de Betelgeuze is de koffie bruin. Tijdens het tochtje naar de Ronastar hebben Bijker en Visser even gelegenheid om iets te vertel len over het loodswerk. „Het is een wisseldienst waar je vijf dagen dienst afwisselt met een dag of vier verlof. Het is natuurlijk niet moge lijk vijf dagen aan één stuk in touw te zijn. Maar als je er een klusje op hebt zitten moet je voor de loodsen- besteldienst thuis bereikbaar zijn. Je bent zogezegd „stand by”. Omdat de Ronastar met z’n 63.000 brutoregisterton (Brt.) een flinke bak is waar je als loods je handen aan vol hebt gaan we er met z’n tweeën op af”, vervolgt Bijker z’n toelichting. „De dienst beschikt over zo’n negentig loodsen. De zaak is programmatisch ingedeeld. Bij de loodsenbesteldienst op het sema- foor worden loodsen besteld. Als zwaaien zijn de slepers er als de kippen bij om dat euvel te voorko men. Klokslag half tien meldt loods Bijker: „Klaar in sluis, stop engine!” brede kont zal met behulp van vijf trossen worden verankerd op een boei. Het is een indrukwekkende manoeuvre. Als de boot op de daar voor aangewezen plek stil ligt een actie waarbij de sleepboten onmisbare diensten verlenen vallen met donderend geweld de gigantische ankers één voor één in het groezelige havenwater. Lang zaam wordt het schip achteruit getrokken in de richting van de boei. Rond die plek hebben zich intussen twee vletjes gemeld met Amsterdamse vletterlieden. Zij pik ken de trossen op die op aanwijzing van de le stuurman worden uitge legd en door de vletterlieden bekwaam naar de boei worden uit gebracht en daarop worden vastge maakt. Terug naar de Ronastar. Nauwe lijks ligt het schip in de sluis afge meerd of daar komt een wat simpel houten laddertje boven de railing van het schip uitsteken. De water klerk komt aan boord. Het is de 39- jarige Lucas Stromberg die namens de Verenigde Scheepsagen turen ,het kantoor dat voor alle formali teiten en noden van het schip namens de agent van de maat schappij zorg draagt, zijn excuses komt aanbieden voor het feit dat de Ronastar bij het binnenvaren onder lang niet eenvoudige omstandighe den de boodschap kreeg „een dag te vroeg te zijn”. Kapitein Nilsen wuift de verontschuldigingen met een- vriendelijk gebaar in de heldere havenlucht. De man is zichtbaar tevreden over de vaart door de bij na tastbaar dikke mistbank en de excellent uitgevoerde manoeuvres voor de sluisingang. „You dutchies got very good Pilots”, vertrouwt hij mij fluisterend toe en maakt een gebaar in de richting van de lood sen Visser en Bijker voor wie een moment van rust is aangebroken. In de hut van de kapitein staat het ontbijt gereed. „Ham-and-eggs” „Het is een vraag waar ze natuur lijk zelf het antwoord wel op kun nen geven”, merkt Geert Visser wat laconiek op. „We liggen gestrekt in de vaargeul. Als je nu aan het manoeuvreren slaat weet je zeker dat het fout gaat”. Door het havenkantoor of het redeplot worden de vletterlieden van de komst van ieder schip tijdig ingelicht. Zo ook van die van de Nortrans Elma. Een ertsgigant van gelijke omvang als de Ronastar die een week tevoren IJmuiden aan deed. Met het langzaam de sluis binnenglijdende vaartuig lopen ze mee. Eén van hen werpt op com mando van de loods de „lijn-met- het-haakje” over de railing. Sprin gen en trossen worden vastge maakt. Als een muur liggen zelfs de zwaarst geladen schepen tegen de beschoeiing van de sluiswal. Loodsen Visser (links) en Bijker vol aandacht voor de situatie tussen de wal en het schip. .7 ft':?: Amsterdamse vletterlieden pikken een tros op van de Ronastar. i. .7 X’ l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 45