Voorhaven-gecijfer
zwaar aangevochten
tg
BR
■■■■■■I
Bruynzeel, A. I.
en William Pont
Welvaart
Tegenstand
- c
Van Gelder Papier
R
NEDERLAND GELOOFT NIET MEER IN ORAKELS
Het moet voor Amsterdam een bittere pil zijn geweest te
ontdekken, dat haar rol als wereldhaven alleen nog maar
kunstmatig in stand kan worden gehouden. Steeds meer
geld blijkt er nodig te zijn, steeds meer ruimte om een haven
te behouden, die in de internationale scheepvaart deson
danks een steeds bescheidener rol gaat spelen. Begrijpelijk,
dat de havenautoriteiten poging na poging blijven onderne
men om het tij te keren. Het plan voor de aanleg van een
Voorhaven bij IJmuiden is de laatste van deze pogingen en
als men Amsterdam wil geloven is het „de” oplossing voor
alle problemen.
In het Noordzeekanaalgebied wonen 1.6 miljoen mensen, waarvan er 560.000 in het
bedrijfsleven werkzaam zijn. De belangrijke economische positie van het gebied kan
worden afgemeten aan de jaarlijkse produktiewaarde van de nijverheid, die vorig jaar de 6
miljard gulden overschreed. De 560.000 mannen en vrouwen in de bedrijven vormen samen
ongeveer veertien percent van de totale Nederlandse beroepsbevolking. In het Noordzeeka
naalgebied is de stedelijke agglomeratie van Groot-Amsterdam de grootste met 1.1 miljoen
inwoners, de Zaanstreek telt 140.000 zielen, Haarlem en omgeving 240.000 en de IJmond
134.000.
ëê-1
-
•X
Industriële ontwikkeling verdreef
in veel gezinnen bittere armoede
produktiebedrijven
Van Gelder Papier was
een van de eerste indus-
De ontwikkeling van dit gebied
ligt dus nog in de schoot van de
toekomst verborgen. Toch zal de
oplossing van het Westelijk Haven
gebied gezocht worden in de moge
lijkheden die schuilen in de aanwe
zigheid van het Noordzeekanaal.
Met name Hoogovens bleek een
vestiging van formaat. Vijf miljoen
ton staal werd er in 1974 geprodu
ceerd. Zes jaar daarvoor werd voor
het eerst in één jaar de 1 miljoen ton
overschreden. Het bedrijf heeft
24.000 mensen in dienst. Met aan
verwante bedrijven komt die werk
gelegenheid op ruim 31.000. De
overige Velsense bedrijven komen
bij elkaar „slechts” aan de 20.000.
dat met zijn sleepboten assistentie
verleent aan in- en uitgaande zee
schepen, maar dat vooral bekend is
door zijn wereldomspannende sleep
reizen en vaak spectaculaire ber--
gingsopdrachten.
Het graven van het Noordzeeka
naal en de vele verbeteringen aan
de waterweg zijn ook voor Bever
wijk van betekenis geweest.
Tegenwoordig
uitsluitend
De waarde van al deze verbete
ringen zonk echter in het niet toen
in 1876 het Noordzeekanaal werd
geopend. Zaandam pikte ook een
duidelijk graantje van de nieuwe
weg naar zee mee en ontwikkelde
zich in de loop der jaren tot een
havenplaats waar vooral hout- en
rijstboten ligplaats vonden. Dat
betekende werkgelegenheid voor
enige honderden havenarbeiders.
Nieuwe bedrijven kwamen naar
de Zaanstreek op grond van deze
duidelijk gunstiger geworden vesti-
gingsfactoren. Bruynzeel,
Artillerie-Inrichingen, William Pont
kozen positie aan of vlakbij het
Noordzeekanaal en kwamen er tot
grote bloei.
Voor de aanvoer van gezaagd
hout uit de Scandinavische landen
is het Noordzeekanaal en de
Zaandamse haven nog steeds
van groot gewicht. Er zijn nogal wat
vooraanstaande houthandels in de
Zaanstreek die voor het grootste
deel aan de 2 havenbekkens van
Zaandam de Houthaven en de
Isaac Baarthaven zijn gevestigd.
Tot degenen, die het Noordzeeka
naal nog wel op waarde schatten
behoort Kon. Wessanen NV die 80
percent van haar grondstoffen over
water krijgt aangevoerd.
Voor Eurometaal (tot voor enkele
jaren Artillerie-Inrichtingen) is de
ligging aan open water nauwelijks
meer van belang, daar alle aan- en
afvoer via de weg gaat.
De milieubeschermers treden toe
tot het koor van tegenstanders. Het
IJmondgebied heeft al teveel ver
vuiling. Juist in deze tijd is alle
aandacht gericht op een verminde
ring van de overlast van stof, stank
en lawaai en dan komt Amsterdam
met een laatste milieuvervuilende
klap, te gek. Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland spreken zich uit
tegen de Voorhaven, maar Amster
dam heeft de moed nog niet opgege
ven: de uiteindelijke beslissing ligt
bij de regering. Wanneer de beslis
sing zal vallen en hoe zij uiteinde
lijk zal luiden is een kwestie van
afwachten.
Wie het kaartje van de Zaan
streek uit de vorige eeuw bekijkt
moet tot de conclusie komen, dat de
industriële bedrijvigheid toen
nog terug te vinden in de ongeveer
1.000 molens zich vooral langs
het water heeft ontwikkeld.
De Zaan en de daarop uitkomen
de sloten en vaarten gaven de mole
naars goede aan- en afvoerwegen.
Schepen met hout, rijst, oliehou
dende zaden, cacaobonen etc. voe
ren af en aan en bezorgden de
Zaanstreek een faam in binnen- en
buitenland.
Die Zaan had aanvankelijk ver
bindingen met open zee via het IJ
en later door het in 1824 gegraven
Noordhollands Kanaal. Dit van
Amsterdam tot Den Helder lopende
kanaal werd voor de Zaanstreek
van meer belang toen het, op initia
tief van Wessanen te Wormerveer,
via de Markervaart een rechts-
stiëekse verbinding met de Zaan
kreeg.
1
Eerder nog dan Van Gelder ves
tigde zich een inmiddels weer ver
dwenen fabriek aan het kanaal. Dat
was de Nederlandsche Kunst-
Zandsteen-Fabriek die zich in 1878
vestigde op het terrein van het hui
dige gemeentelijke Gas-, Reiniging
en Waterbedrijf.
De papiermakers van Van Gelder
waren eigenlijk de eersten die
begrepen dat de vestiging aan het
kanaal grote voordelen had: men
zat direct bij de aanvoerweg van
grondstoffen, beschikte over uitge-
strekte terreinen voor de houtop-
slag en had zuiver duinwater voor
handen dat nodig was voor de'
papierfabrikage. Toen het eerste
schaap over de dam was, volgden er
meer: de Melkinrichting Velsen
(1903), de Plaatwellerij (nu: Stork
Velsen, 1912), de Koninklijke
Nederlandse Hoogovens en Staalfa
brieken (nu: Hoogovens IJmuiden,
1918), de Maatschappij tot Exploita
tie van Kooksovengassen, MEKOG
(1928), de Cementfabriek IJmuiden,
CEMIJ (1930) en het Provinciaal
Electriciteitsbedrijf Noordholland,
PEN (1931).
Onverwachte steun krijgen zij
van de loodsen, die tot nog toe
buiten de voorhavenplannen zijn
gehouden. Met geld bemoeien zij
zich niet, maar wel met de
nautisch-technische aspecten aan
de zaak. Onomwonden verklaren
zij zich tegen het Voorhavenplan.
Op tal van punten veroordelen zij
het, omdat de veiligheid van het
scheepvaartverkeer niet voldoende
is gegarandeerd. De aanvoergeul is
te smal om zonder beloodsing te
bevaren; de ankerplaats te klein en
bij slecht weer eerder een val dan
een veilige wijkplaats. De diepte it
te gering om rampen te voorkomen;
de remweg voor grote schepen te
kort om te kunnen manoeuvreren
en als klap op de vuurpijl is de
haven te vaak versperd of niet
bereikbaar om rendabel en veilig te
kunnen draaien.
De produktiebedrijven van
Albert Heijn maken in afnemende
mate gebruik van watertransport.
Alleen koffie en pinda’s komen via
Noordzeekanaal en Zaan nog naar
Zaandam.
Zaandam is na Rotterdam en
Amsterdam de belangrijkste aan-
voerhaven voor hout in ons land.
Na het absolute recordjaar 1973
(met een aanvoer van 293.966 ton)
trad echter, mede onder invloed
van de economische recessie, de
laatste jaren een daling in (277.777
ton in ’74 en 182.082 ton in ’75).
Hoe belangrijk het Noordzeeka
naal ook voor de industriële ontwik
keling van de Zaanstreek is
geweest, in de laatste 25 jaar is de
waarde ervan duidelijk minder
geworden. Aan- en afvoer van
grondstoffen en produkten ging in
toenemende mate over de weg
plaats hebben en voor een aantal
bedrijven werd de open verbinding
naar zee van steeds minder belang.
r
Intussen neemt de werkgelegen
heid in de Amsterdamse agglome
ratie zienderogen af. Amsterdam
wenst de stad in tact te houden. Een
levensgroot probleem, dat niet
alleen door de provincie kan wor
den opgelost, maar bovenal de inzet
vereist van Amsterdam zelf en de
rijksoverheid.
Bruynzeel krijgt nog wel hout
vanuit de Amsterdamse haven over
water aan, maar van de
eigen afmeercapaciteit voor zee
schepen wordt al jaren geen
gebruik meer gemaakt.
Gedeputeerde Staten voelen er
wel iets voor om de bestemming
basisindustrie te wijzigen in handel
en nijverheid, waardoor andere
economische activiteiten in het
gebied zich zouden kunnen ont
plooien. Zo wijst men bijvoorbeeld
naar de van Schiphol afgeleide
werkgelegenheid, die op het indus
trieterrein langs het kanaal een
plaats kan vinden. Woningbouw
wijzen G.S. om veiligheidsredenen
af omdat bij basisindustrieën reke
ning gehouden moet worden met
een behoorlijke afstand tot de
woonbebouwing.
De centrale Velsen is ontstaan uit
een samenwerking tussen over
heidsbedrijf en particuliere onder
neming. In 1928 werd een centrale
gebouwd naast de Hoogovens waar
bij het PEN zich verplichtte zoveel
mogelijk hoogovengas te gebruiken
voor de elektriciteitsproduktie ter
wijl Hoogovens haar eigen centrale
stil zou leggen en voortaan de beno
digde elektrische energie zou afne
men van het PEN. Hoogovengas
is niet de enige brandstof die de
centrale verbruikt. Het kan
zelfs niet als enige brandstof die
nen, maar moet steeds tesamen
met aardgas, olie of kolen worden
verstookt. Tegenwoordig wordt
hiervoor uitsluitend aardgas
gebruikt.
Hoogovens vestigde zich
in 1918 in IJmuiden. In
zijn beginjaren nam de
staalgigant nog maar
weinig ruimte in beslag,
zo blijkt uit een luchtop-
name, (links)
Nadat de werkgroep klaar was
met haar studies en de bouw van
een nieuwe sluis op de achtergrond
was geschoven ten gunste van een
Voorhaven, toog de Commmissie
Zeehavenoverleg aan het werk om
te bekijken, hoeveel zo’n Voorha
ven zou gaan kosten en wat hij kan
gaan opbrengen. In maart 1975
spreekt het orakel: de Voorhaven is
een goede zaak. Maar Nederland
gelooft allang niet meer in orakels.
De juichstemming uit de zestiger
jaren is voorbij; het rapport van de
Club van Rome heeft een einde
gemaakt aan de ongebreidelde ver
wachtingen; de oliecrisis schokt de
wereld diep en de scheepvaart
krijgt de zwaarste klappen. Ook de
Amsterdamse havenautoriteiten
zijn diep geschokt: Nu moet er snel
iets gebeuren voordat Amsterdam
een dode havenplaats is geworden,
zoals in de historie de Hanzesteden.
William Pont de grootste
importeur van gezaagd naaldhout
van W.Europa heeft een „eigen”
eiland in de Voorzaan waar de roll-
onroll-off schepen makkelijk voor
de wal kunnen komen. Bedrijven
als Van Wessem, Donker Schip
per, Kamphuys Loosbroek e.a. lig
gen aan de ruim 10 jaar geleden in
de Achtersluispolder gegraven Isa
ac Baarthaven.
Maar de Voorhaven heeft niet
enkel medestanders. De groeiende
schare tegenstanders met de Vel
sense wethouder C. Ockeloen aan
het hoofd ziet in de ontwikkelingen
juist een argument tegen de aanleg
van een kostbaar project, dat vol
gens hen tot mislukking gedoemd
is. Ook de milieugroepen roeren
zich; welzijn gaat boven welvaart.
Amsterdam beroept zich op de
commissie Zeehavenoverleg en
betoogt, dat het voor, de haven
noodzakelijk is om schepen tot
200.000 ton te kunnen ontvangen.
Het gaat Amsterdam niet alleen om
de verwerking van de goederen
stroom, maar ook om het behoud
van haar werven. Veel schepen in
de haven betekent reparatiewerk
voor de werven. Het betekent voor
Amsterdam nog meer; haar plaats
als internationaal handelscentrum
staat op het spel. Zonder haven zal
Amsterdam, Amsterdam niet meer
zijn en zonder nieuwe impuls bloedt
de haven dood. De werkgelegen
heid van een hele stad staat op het
spel.
Het gereedkomen van de spoor
weg van Haarlem naar Uitgeest
(1867) liet Beverwijk in het laatste
kwart van de vorige eeuw als agra
risch centrum een nieuw tijdperk
ingaan. Het omringende land werd
veel intensiever voor tuinbouw
benut. Vooral de aarbeiencultuur
breidde zich sterk uit. De toenemen
de handel in tuinbouwprodukten
accentueerde de positie van Bever
wijk als veilingcentrum en in
samenhang daarmee ontwikkelde
zich de niet-agrarische werkgele
genheid. In 1860 was Docter’s pulp-
bedrijf al actief en in 1895 werd de
Beverwijkse Conservenfabriek
geopend. Daarnaast vonden Bever-
wijkers werk bij de Papierfabriek
van Van Gelder Zonen. Het Noord
zeekanaal verschafte zeer velen
werk. De periodieke werkloosheid
en armoede was in Beverwijk voor
bij. Voor het eerst heerste er onder
de arbeidersbevolking een zekere
welvaart. Jarenlang kwamen de
arbeidskrachten naar Beverwijk
om onderdak te vinden. Mensen die
voor het oogsten van de na het
graven van het Noordzeekanaal
ontstane IJ-polders tijdelijk werden
aangetrokken. Het einde van de
vorige eeuw is in Beverwijk dan
ook al de bloeitijd geweest van de
logementen en de cafés. Na het gra
ven van het kanaal werd de invloed
van Haarlem als regionaal centrum
in Beverwijk minder voelbaar.
Beverwijk werd zelf een centrum
voor de naaste omgeving. De bevol
king van Velsen-Noord, naar het
niemandsland bij de papierfabriek
getrokken om er te wonen, gingen
winkelen in Beverwijk. Tot de ver
vanging van de draaibrug voor het
wegverkeer over het kanaal door
Amsterdam verwachtte in het
midden van de zestiger jaren van de
aanleg van het Westelijk Havenge
bied een nieuwe stimulans voor de
dalende economische kracht van
het gebied rond de hoofdstad. De
kern van de toekomstige industrië
le ontwikkeling zou moeten wor
den gevormd door een of twee
petroleumraffinaderijen, die weer
petro-chemische en chemische
bedrijven zouden moeten aantrek
ken. Vanuit het Noordzeekanaal
werden de nodige havenbekkens
tot ver in het circa 1000 hectare
tellende gebied gegraven. Het is
triest, maar een groot deel van het
opgespoten industrieterrein aan de
zuidoever ligt nog steeds braak. De
aantrekkingskracht van het haven
gebied is gering gebleken. Dit tot
grote teleurstelling van het
Amsterdamse stadsbestuur, dat de
nieuwe industriële agglomeratie
als het begin van een nieuwe perio
de beschouwde.
Wellicht kan het afnemende
belang van het Noordzeekanaal
voor de Zaanstreek nog het best
worden afgelezen door de activitei
ten in de scheepsbouw- en -
reparatiesector. De grotere werven
zoals Conrad, Zaanlandsche
Scheepsbouw Mij. en De Beer zijn
verdwenen. Nog een enkel, kleiner,
bedrijf houdt zich bezig met de
bouw van vissersschepen, maar van
enige groei is ook al door de
landelijke overcapaciteit al lang
geen sprake meer.
De grootste centrale van het Pro
vinciaal Eelctriciteitsbedrijf van
Noord-Holland staat in Velsen; ze
heeft een capaciteit van ruirnl mil
joen kilowatt. Bij het PEN werken
ongeveer 2.600 mensen: 800 in de
centrales, 1.200 in andere techni
sche functies en 600 in economische
en administratieve functies.
- j
werd met
Kanaal,
Rijnkanaal, een Noordzeekanaal
en tenslotte een grote verbreding
van de havenmond bij IJmuiden,
het Noordzeekanaal en het
Amsterdam-Rijnkanaal. Een kleine
opleving van de havenactiviteiten
is het gevolg, maar nog geen tien
jaar later is Amsterdam opnieuw in
de zorgen en Rijkswaterstaat gaat
studeren op uitbreiding van de slui
zen. Al spoedig wordt een nieuw
plan voor de aanleg van een haven
vóór de sluizen in het onderzoek
betrokken: het Voorhavenplan is
geboren.
De provincie Noord-Holland
wierp in de nota over de uitgangs
punten voor het Amsterdam-
Noordzeekanaalgebied de vraag op
of het terrein nu voor de industrie
gereserveerd dient te blijven of dat
er gedacht moet worden aan een
andere bestemming.
Behalve Hoogovens dat als basis
industrie voor de nodige toeleveren
de en afnemende activiteiten zorgt,
schept ook de visserij volop werk
gelegenheid. Niet alleen machinefa
brieken, ook ijsfabrieken vestigden
zich aan de zuidkant zodat de indus
triële ontwikkeling niet tot de
noordzijde van het kanaal beperkt
bleef. Daar waren de Ijsfabrieken
IJmuiden en Doggersbank (1899),
de machinefabriek Hera (1900),
Aannemingsmaatschappij „De
Branding” (1925), Machinefabriek
IJmuiden (1938) enzovoorts. Aparte'
vermelding verdient het voor
IJmuiden als havenplaats karakte
ristieke bedrijf Bureau Wijsmuller,
Maar in Den Haag liet minister
Westerterp enkele weken geleden in
de rijksbegroting weten niets te
voelen voor een wijziging van de
bestemming van het Westelijk
Havengebied. De minister vindt dat
terreinen die ten koste van grote
financiële offers de beschikking
hebben gekregen over een goede
maritieme toegankelijkheid en ach
terwaartse verbindingen alleen
gebruikt mogen worden door
bedrijven die deze faciliteiten echt
nodig hebben. Dat er in de afgelo
pen jaren geringe belangstelling
voor de gronden in het gebied is
geweest, mag nog niet betekenen
dat aan het haventerrein dan maar
een andere bestemming moet wor
den gegeven, zei de minister.
De aanwezigheid van een
geschikte verbinding met zee, trok
ook in de IJmond allerlei industrie
ën aan, al zag het daar aanvanke
lijk niet naar uit. Pas in 1896 vestig
de zich de eerste industrie aan de
overzijde van het kanaal; Van Gel
der Papier. Het bedrijf dat toen al
zo’n 120 jaar ervaring had in het
papier-maken, begon dat jaar met
60 werknemers aan het Noordzee
kanaal. Nu werken er ruim 1000
mensen in het jubilerende bedrijf
(80 jaar) en beslaat het fabriekster
rein 36 ha.
S X
Plaats van een eventuele toekomstige voorhaven.
(Fotopersbureau C. de Boer B. V.)
CtR UU.ll
trieën die zich aan het
kanaal vestigde. Dat
gebeurde in 1896. Toen
heette de fabriek nog
„Kon. Papierfabriek De
Eendracht.”, (rechts)
een pontveer (1906) deed de bevol
king van Velseroord, later uitge
groeid tot IJmuiden-oost, dit even
eens.
Juist door die centrumfunctie
groeiden de middenstand en
ambachtelijke werkzaamheden.
Behalve „Van Hattum’s Havenwer
ken” (in 1880 als het eerste grote
bedrijf naar Beverwijk gekomen,
dat niet was georiënteerd op goed
kope arbeidskrachten of op de
agrarische produktie) vestigde zich
ook nog vóór de eeuwwisseling de
Machinefabriek Kennemerland.
Tot die tijd had zich de woonkern
van Beverwijk ontwikkeld in
samenhang met de agrarische
omgeving. Eerst na 1920, twee jaar
na de stichting van de Hoogovens,
stagneerde die tendens. Beverwijk
kwam toen door de vestiging van
niet bij agrarische activiteiten geïn
teresseerde personen in aanraking
met de stedelijk-industriële wereld,
die in de omgeving van het Noord
zeekanaal in snel tempo opkwam.
Het trieste echter was, dat de han
del in Beverwijk volkomen in
elkaar stortte, toen bleek, dat het
nagenoeg onverkoopbaar worden
van de tuinbouwprodukten een ont
stellende psychologische klap ver
oorzaakte. Agrarische werknemers
en een aantal agrarische bedrijfs-
hoofden moesten noodgedwongen
overgaan naar industriële arbeid en
niet iedereen was daartoe in staat.
Voor het eerst kwam er in Bever
wijk weer massale werkloosheid
voor. De bedrijven in de Zaanstreek
en aan het Noordzeekanaal konden
lang niet alle werkzoekenden
opvangen.
Het „openbreken” van de arbeids
markt vond dus vóór de Tweede
Wereldoorlog plaats. Dertig per
cent van de beroepsbevolking werk
te in 1941 buiten de gemeente,
waarvan de meesten in Velsen-
Noord als handarbeider. Meer dan
de helft van de beroepsbevolking
verdiende het brood in de nijver
heid en slechts elf percent in de
land- en tuinbouw.
Ook voor de mensen in de oude
kern van Beverwijk was deze indus
triële ontwikkeling aan de noorde
lijke oever van het Noordzeekanaal
dus meer dan gesprekstof gewor
den. Voor heel veel gezinnen bete
kende het de economische basis van
hun bestaan.
vwOf
4-Sx Ss
Ook de Ver. Zetmeelbedrijven
BV (onderdeel van Kon. Scholten-
Honig NV) is zo’n waterweg-
gebruikster. Zo heeft zij een
kustvaarder-in-charter die een
wekelijkse dienst op Engeland
onderhoudt voor de afvoer van
maïszetmeel en glucose.
De tegenstanders zijn niet geïm
poneerd. Niet, omdat ze Amster
dam geen plaats in de toekomst
gunnen, maar omdat ze er niet in
geloven, dat de Voorhaven werke
lijk een oplossing biedt. De cijfers,
die de commissie Zeehavenoverleg
geproduceerd heeft over de te ver
wachten activiteiten W’orden zwaar
aangevochten; grote olie-aanvoer;
een tweede raffinaderij: een achter
haalde zaak. Overslag van erts,
graan, bestemd voor Engeland:
onwaarschijnlijk. De Engelsen bou
wen juist zelf grote havens. Amster
dam verweert zieh. Als er een Voor
haven komt, zal dat ongetwijfeld
een stimulans zijn voor industrie
vestiging en dat trekt weer nieuwe
goederenstromen aan. De tegen
standers brengen zwaarder geschut
in stelling. Het hele financiële gecij-
fer van de commissie Zeehaveno
verleg is veel te optimistisch
geweest. Grote kostenfactoren,
zoals het baggeren van een vaar
geul, zijn niet in de berekening
opgenomen. Bovendien is er geen
rekening gehouden met tijdige ver
beteringen aan de Voorhaven als
die ook een paar jaartjes ouder
wordt. Kortom, de Voorhaven gaat
scheppen geld kosten, betogen de
tegenstanders.
Dit kanaal, dat Amsterdam gerui
me tijd soulaas heeft geboden in de
oplossing van de aanvoerproble-
men, heeft niet alleen de belangen
van de 700-jarige hoofdstad
gediend.
Een stukje in de geschiedenis
terugblikkend zien we,thoe Amster
dam achtereenvolgens geholpen
een Noordhollands
een Amsterdam-