ZAANSTAD IJMUIDEN HAARLEM Drukte op werkdagen BEVERWIJK 80 jaar ponten Tunnels steeds breder ■^7/7/ AMSTERDAM 1 Nog jaren geduld Niet per auto Helaas W^kertuniMl Nwema HanMutotumwl COENTUNNEL i IJTUNNEL Maimpoortannai L SM Een rijstrook nadert zijn verzadiging bij 2.000 motor voertuigen per uur bij een snelheid van circa 50 km. Dat betekent dat een tunnel buis met 2 rijstroken (maat van alle nu bestaande tun nels in onze buurt) een uur- capaciteit bezit van onge veer 4.000 motorvoertuigen. verschijnsel geworden. Als er dan ook nog stagnatie is door een botsing komen dui zenden óf ver over tijd op hun werk óf veel te laat aan tafel. NOODROUTE SLUIZEN* SCHELLING iWOUDERBRUG ELSERTUNNEL C7 I z 7 Het verkeersaanbod in de IJmond bij Velsertunnel en sluisroute verhoudt zich tot de drukte bij tunnels en brug van Zaanstreek-Amsterdam als 3:7. Deze ongelijkheid kan men echter vergeten. Zowel aan de westkant als in het oosten leert de praktijk van elke werkdag dat maatregelen geboden zijn. De Velsertunnel heeft in het spitsuur, ’s morgens richting Haarlem en in de namiddag richting Alkmaar, nu al 4.900 auto’s e.d. te ver werken. Commentaar over bodig. Bij de Coentunnel, ’s morgens aan Zaanse kant en ’s middags tussen 5 en 6 uur aan Amsterdamse kant, is er in het piekuur een aanbod van tegen de 6.000. Deze tun nel met omgeving is vaste klant geworden van de radio-verkeersinformatie. Dubbele rijen van 4 en soms 5 kilometer lengte, die slechts langzaam vooruit schuiven, zijn een bekend v J ƒ1®. - SPITSUREN OVERBELAST 159.450 171.450 180.020 189.070 189.342 201.600 Dagtotalen Velsertunnel Dit zijn de jaartallen van voorzieningen, die uitkomst hebben gebracht: C .WW Coentunnel Zaanstad: de trein IJmond: Wijkertunnel plaats- c. J r I J TUNNELS WORDEN IN DE Coentunnel IJtunnel Schellingwouderbrug We zetten nu wel de feestmuts op maar mogen niet blind zijn voor het feit dat het Noordzeekanaal het landverkeer veel hinder in de weg legt. Tot voor twintig jaar kon de automobilist of vrachtautochauf- feur alleen met de pont de overkant bereiken. De veerdiensten waren goed georganiseerd maar schoten allengs steeds meer tekort in capa citeit. Gevolg: lange wachttijden. Een momentopname nu geeft het volgende beeld: 1 de Hemspoortunnel (al in uitvoe ring); 2 de Wijkertunnel met 2x3 rijstro ken, circa 1.000 meter oostwaarts van de Velsertunnel; 3 een nieuwe oeververbinding bij Schellingwoude, eveneens met 2x3 rijstroken Het tracé van Wijkertunnel en rijksweg 16 verbindt rijksweg 6 ten zuiden met de rijks wegen 8 en 9 ten noorden van het Noordzeekanaal. Omtrent de voortzetting van dit tra cé, zowel in noordelijke als in zuide lijke richting, moet nog worden beslist. Helaas moeten wij de weggebrui ker de illusie ontnemen dat de werkzaamheden spoedig een aan- Tot slot dienen voor bouw van Wijkertunnel en wegvakken ook nog de nodige financiële middelen beschikbaar te worden gesteld. In het meerjarenplan personenver voer 1976-1980 staat hieromtrent vermeld dat het tijdstip, waarop met de aanleg zal kunnen worden begonnen, afhankelijk zal zijn van de na 1978 beschikbaar komende bedragen. Vooralsnog zijn hiervoor op korte termijn dus geen gelden te verwachten. Door de bouw van deze nieuwe verbindingen zal de oeverkruisende capaciteit volgens Rijkswaterstaat sterk worden vergroot, hetgeen een gunstige invloed zal uitoefenen op de verkeersafwikkeling. Of de dan verkregen capaciteit voldoende is zal mede afhankelijk zijn van het te kiezen verstedelijkingsmodel. Het ligt in de bedoeling de Wijker tunnel uit te voeren door het laten zinken van elementen, die aange maakt zullen worden in het bouw- dok bij Tuindorp-Oostzaan. Hier begint binnenkort eerst de bouw van de segmenten voor de Hem spoortunnel. Als de Wijkertunnel met aanslui tende wegen eenmaal gereed is (ach Voor goed begrip: de ernstige file vorming bij de Coentunnel treedt in de spitsuren op en dan nog alleen in de spitsrichting. In de overige uren kan de tunnel het verkeer zonder problemen verwerken Wat het verkeersaanbod betreft zou men inderdaad aan zo’n oplos sing kunnen denken. De verhou ding van de drukte is in de ochtend spits tussen noord en zuid 70:30 en in de namiddag omgekeerd. wanneer?) zal deze oeververbinding naar verwacht vooral het doorgaan de verkeer aantrekken. De bestaan de Velsertunnel wordt dan meer een IJmondtuimel, hoofdzakelijk dienend voor lokaal en beperkt regionaal gebruik. Bij dit alles biedt de Hemspoor tunnel, gezien in de tijd, de meeste zekerheid. Deze komt tussen nu en over 7 a 8 jaar, met alle infrastruc tuur die er bij hoort, gereed. Nog gelooft de automobilist, deelnemer aan het woon-werkverkeer, niet dat hij in de jaren ’80 zijn wagen thuis laat staan (of nabij een NS-station parkeert) en de trein neemt. Maar die keus zal niet moeilijk zijn als er tegen die tijd absolute oververzadi ging is van de Coentunnel in de piekuren. Noodroute sluis IJmuiden Velsertunnel Brug Schellingwoude Coentunnel IJtunnel Rijksoverheid en NS investeren natuurlijk niet voor niets een half miljard in dit complexe werk. Het past in de visie op en het beleid rond het openbaar vervoer. Door de Hemspoortunnel gaat de trein, niet langer gehinderd door de draai brug, met hoge frequentie rijden. Bovendien wordt het parkeren in Amsterdam alsdan bewust veel duurder gemaakt én wat plaatsen betreft beperkt. Dan eens zien Coentunnel IJtunnel Velsertunnel Schellingwoude IJmuiden (sluis) Rijksponten: Velsen Buitenhuizen Hembrugpont 1970 44.200 51.600 44.200 13.450 3.440 1.070 830 660 1971 49.640 59.940 46.810 14.130 3.360 1.030 830 710 nog slechts 11 km. berijdbaar. Als het zuidwestelijke deel tot aan de Amstel (rijksweg naar Utrecht) over enige jaren voltooid raakt is men aan 14 km. toe. Nog niet de helft. Elders in de geprojecteerde route doen zich bij de voorberei ding hinderlijke planologische pro blemen voor. Wie met dit alles reke ning houdt komt tot de slotsom dat het wel 1990 wordt voor het verkeer om Amsterdam heen kan rijden. En wat is alsdan deze Ringweg met 2x3 rijstroken anders dan een stadsautosnelweg? Het tracé loopt op veel plaatsen tussen stadsdelen door. Er komen uit alle richtingen rijkswegen op uit, 7 in getal, alsme de hoofdstedelijke hoofdwegen (nu al vele in Amsterdam-West). Het wordt door samenkomst van door gaand verkeer en lokaal verkeer een drukte van belang op deze Ringweg, zeker wanneer de auto dichtheid verder toeneemt. Dat wil dan zeggen: in het grote middenstuk tussen IJmond en de Zaanstreek zal nog wel heel lang pontveer Buitenhuizen de enige verbinding blijven. 1972 52.580 57.940 47.990 15.340 3.600 1.000 840 730 1973 58.100 59.360 49.260 16.140 3.550 1.070 860 730 juni 1955 september 1957 .november 1957 juni 1966 november 1968. 1974 55.330 58.870 53.380 15.760 3.280 1.250 760 710 1975 62.190 58.780 58.240 16.070 3.500 1.120 800 720 vang zullen nemen. Allereerst dient het vastgestelde tracé te worden opgenomen in de ter plaatse gelden de bestemmingsplannen. Met de aanpassing van deze plannen zul len, gelet op de hiervoor bestaande procedures, zeker enkele jaren zijn gemoeid. OsA i r Velsertunnel Voor de hand liggend is de vraag: kan de capaciteit van de Coentun nel in de spitsuren worden opge voerd door ook een rijstrook van de andere buis in gebruik te nemen? Vaste oeververbindingen voor het landverkeer zijn lang uitgebleven bij Noordzeekanaal en IJ. Tot tien jaar na de tweede wereldoorlog was het autorijdende publiek aangewezen op de ponten met alle wachttijden van dien. 1 Men kan in dit verband wel stel len dat het aanbeveling verdient behalve de geprojecteerde oever verbindingen nog een tracé te reser veren om daarmee de mogelijkheid open te houden de capaciteit in de verre toekomst te kunnen uitbrei den. Waar men die reservering moet plegen is nog een onderwerp De verzadiging bij de Coentunnel vindt haar oorzaak in het intensieve woon-werkverkeer. Tot een eind in de jaren ’80 zullen deze moeilijkhe den alleen maar erger worden. Uit zicht op tussentijdse verlichting ontbreekt: de Hemspoortunnel en een oplossing bij Schellingwoude komen niet eerder gereed. Voor deze kruising van water- en landverkeer zijn dure voorzienin gen nodig. Bovendien neemt de drukte op de wegen van jaar tot jaar toe, waardoor stagnaties (althans in de spitsuren) gaan optre den die weer tot aanleg van nieuwe kunstwerken dwingen. 'T Bij de Velsertunnel doch in ster kere mate bij de Coentunnel en IJtunnel heeft ipen door het hoge percentage woon-werkverkeer te maken met spitsuurbelastingen. Om dit probleem het hoofd te bie den denkt men op dit ogenblik aan de volgende oeververbindingen: Als wij de veerdiensten en de sluisroute bij IJmuiden verder bui ten beschouwing laten zijn de voor naamste passages anno 1976: Om nog even bij het Zaans- Amsterdamse te blijven: de Ring weg om de hoofdstad vordert slechts langzaam. De cirkel zou in 1985 volgens de plannen gesloten moeten zijn. Dat kan het verkeer wel vergeten. Van de 32 km. zijn De oeververbinding bij Schelling woude, ter vervanging van de smal le bruggen aldaar, is nog in studie. Men denkt hierbij aan de volgende mogelijkheden: a. een vaste brug met een hoogte van 24 meter boven de vaarweg; b. enkele lager liggende brugva- rianten met een beweegbaar gedeelte voor de scheepvaart; een tunnelverbinding. Welke oplossing men uiteindelijk zal kiezen is afhankelijk van vele factoren, waaronder die van de kos ten en landschappelijke aspecten. Wel kan worden gesteld dat bij alle oplossingen wordt uitgegaan van een capaciteit van 2x3 rijstroken. Dat de verkeersafwikkeling bij de ingebruikneming van de Hem- speortunnei (1984 en het gereed komen van een riante oeververbin ding bij Schellingwoude (vrij aeker later) wijziging zal ondergaan moet men wei aannemen. De samenhang tussen deze voorzienin gen en de bestaande tunnels m> onmiskenbaar. Als de Ringweg om Amsterdam aan de noordkant Daarnaast doorsnijdt het tracé de veiligheidszones van enkele muni tiedepots. Fort St. Aagtendijk moet geheel verdwijnen. Het structuur schema Militaire Terreinen zal dui delijk moeten maken wanneer tot ontruiming en sloop van deze depóts kan worden overgegaan. Dagelijks passeren meer dan 200.000 auto’s, bestelwagens, bussen, trailers en andere zware wegtran sporten de waterbarrière. Noord zeekanaal en IJ dient men in dit verband als één obstakel te zien. Over de hele wereld, ook in Ame rika heeft men zich bij het bouwen van tunnels steeds verkeken op de toeneming van het wegverkeer. Toen in 1939 de beslissing viel dat bij Velsen de eerste oeververbin ding onder het Noordzeekanaal zou worden gebouwd voorzag het pro- jekt in een enkelbaanstunnel met een breedte van 8 meterHet werk moest in movember 1942 op gezag van de bezetter worden gestaakt. Achteraf een geluk. Doordat het autoverkeer zo’n sterke toeneming ging vertonen werd in de naoorlog se jaren alsnog besloten de Velser tunnel dubbelbaans te maken en tevens een tunnel te bouwen voor het railverkeer. Het reeds gemaakte werk werd gesloopt. Alle tunnels onder Noordzeeka naal en IJ, die successievelijk in gebruik zijn genomen, beschikken over 2x2 rijstroken. Rijkswater staat bouwt, hoge uitzondering daargelaten, nu alleen nog maar tunnels met minimaal 2x3 rij stroken. De Drechttunnel onder de Oude Maas bij Dordrecht wordt uitgerust met 4x2, een gevolg van de ver- keerscomplicatie ter plaatse. De Gouwetunnel bij Gouda krijgt als eerste 2x4 rijstroken omdat daar de verkeersstromen uit de richtingen Rotterdam en Den Haag bij elkaar komen. Heel royaal dus, zeggen wij anno 1976. In het jaar 2000 mogelijk toch nog te krap Eerst de oplossing voor de IJmond. De vraag of de tweede autotunnel in de buurt van Assendelft-Buitenhuizen dan wel veel dichter bij Velsen moet worden gebouwd heeft in 1974 zijn ant woord gekregen. Uit vier tracés is gekozen voor de meest westelijke, dus nabij Velsen. De naam is geworden Wijkertunnel (genoemd naar de Wijkermeerpolder aan de noordkant). Deze omstandigheid kan NS met de Hemspoortunnel extra in de kaart spelen. Verkeersgedrag, mobiliteit en keuze van verstedelij kingsmodel zijn daarbij voor de wat verwijderde toekomst nog zulke onzekere factoren dat men bij Ver keer en Waterstaat vooreerst aan een volgende voorziening bij het Noordzeekanaal nog geen uitvoe ring zal willen geven. De situatie bij de Coentunnel leent zich echter in het geheel niet voor zo'n 3/1 distributie. De aanslui tingen zijn daarvoor te dicht bij de tunnelmonden gelegen. Het is tech nisch in beide richtingen niet uit voerbaar de derde verkeersstroom op verantwoorde wijze terug te lei den naar de eigen hoofdrijbaan. Los hiervan neemt de verkeersvei ligheid af bij tegengestelde ver keersstromen in één tunnelbuis en daarbuiten. gereed is zal er een herverdeling van het verkeer over alle oeverver bindingen in het stedelijke en geïn dustrialiseerde gebied van Zaanstreek-Amsterdam vinden. Een werkdaggemiddelde van 60.000 auto's (aanbod van nu) is op zichzelf geen kritische belasting. Bij een gelijkmatige verdeling over de gehele dag kan een belangrijk gro ter aantal voertuigen worden ver werkt. De Maastunnel bijvoorbeeld laat er circa 90.000 door. Bij deze daggemiddelden dient men nog plm. 2.500 voertuigen op te tellen, die zich aandienen bij de gemeenteveren van Amsterdam. Men ziet hoe het verkeersaanbod bij Noordzeekanaal en IJ van jaar tot jaar toeneemt. De stilstand in 1974 moet worden toegeschreven aan de oliecri- cis. Er is geen reden te verwachten dat er op korte termijn wijziging in dat beeld zal komen. Daarvoor is de stijging te constant. Ook het economische verkeer (goederen) breidt uit. Conclusie: er zullen meer voorzieningen nodig zijn. van studie, zodat speculeren met betrekking tot de plaats weinig zin heeft. Bestuur, industrie en handel van Zaanstad zullen blijven ijveren voor de Hemautotunnel westelijk van het Houtveld, mede wegens het daarvan te verwachten ringweg- effect. Een tracé nabij bijvoorbeeld Nauerna is echter mede denkbaar. i Vs.?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 57