1
r
I
I
I
Kinderboeken zonder marsepein
i
Publiek eist tegenwoordig
grote kennis van antiquair
s
I
fl
i'
SCHAARSTE AAN TOPSTUKKEN DOET BEHOEFTE AAN RESEARCH TOENEMEN
S3
■I
door Cees Straus
tl
Jeugdboeken door
Mien Diekmann
I!
I - - I
i
r
die het harde gegeven niet hele
maal als een K.O. laten over
komen.
i
Vuursteen pistolen
De Oude Kunst en Antiekbeurs in Delft, nu al
weer voor de 28e keer in het museum Het
Prinsenhof, is er een van specialisten. De tijd dat
men naar een antiquair kon gaan om er een goed
meubelstuk te kopen en tegelijkertijd ook de rest
van de inrichting kon aanvullen, lijkt langzamer
hand definitief verleden tijd geworden. De hande
laar in oude kunst en antiek wordt gedwongen
om zich toe te leggen op een of meer bepaalde
vakgebieden, hetzij stijlperioden. Daar zijn ver
schillende redenen voor te geven. De eerste is
natuurlijk het gevaar van een al te oppervlakkige
benadering wanneer het bestreken terrein zo
groot zou zijn als de vraag zich voordoet. Boven
dien, en dat is tegenwoordig een nieuwe zij het
reeds lange tijd aangekondigde ontwikkeling, de
topstukken worden zeer schaars. De antiquair en
nog in veel sterkere mate de handelaar in oude
kunst moet zich nu gaan toeleggen op weliswaar
goede stukken maar in ieder geval van minder
bekende meesters. Dat brengt met zich mee dat
er veel meer dan vroeger aan research moet
worden gedaan. Trouwens, door het aanboren
van een generatie publiek die pas komt kijken in
de antiekwereld, wondt die kennis gewoonweg
geëist. Tien jaar geleden was het niet moeilijk om
een Pieter de Hoogh te verkopen, tegenwoordig
is veel kennis van zaken nodig om een Herman
van Brussel aan de man te brengen. Wie maar
een beetje in schilderkunst is geïnteresseerd zal
de eerste naam gemakkelijk kunnen onderbren
gen, maar voor de tweede schilder Is een heel
verhaal nodig.
Zilver
t
De Weense Christine Nöstlin
ger maakte een jaar of vier
geleden een komeetachtige
carrière met haar boek „De
Augurkenkoning kan de pot
op” internationaal opzienba
rend en daarom in Nederland
niet waardig geacht voor een
zilveren griffel. Maar uitgeve
rij De Fontein is stug met haar
doorgegaan, gelukkig maar.
Want juist in het laatste hier
vertaalde boek „Inge Janda,
14” (uitstekende vertaling van
Karin Kramer) heeft Nöstlin
ger in haar toon een menselijk
heid gevonden (die aan de
andere boeken soms ontbrak),
iN|
r
W. a
r
4
s
Delftse antiekbeurs ook voor
de beginnende verzamelaar
In 1660 schilderde Jan van Kessel dit stilleven dat nog steeds een ongelooflijke frisheid van kleur bezit P
de Boer, specialist op gebied van schilderijen uit de Gouden Eeuw exposeert dit werk.
Grafiek is eveneens nog steeds
aantrekkelijk voor de kleine verza
melaar. Laurentius uit Zaltbommel,
specialist op dit terrein en groot
kenner van Ploos van Amstel, biedt
een schitterende Rembrandt, een
landschap met een oude boerderij.
Daar moet 70 mille voor worden
neergelegd, maar bij Laurentius
tref je ook nog altijd zeer aantrek
kelijke scheepsprenten van Gerrit
Groenewegen voor een paar hon
derd gulden of een serie, apart aan
te kopen etsen van Jan van de Vel
de, werkelijk van bijzondere kwali
teit.
Delftse antiekbeurs
Wat is er aan schilderijen te zien.
Schlichte Bergen die dit jaar min
der Aziatische beelden heeft dan
vroeger het geval was (zijn geliefde
terugkeer is niet de gelukkige afloop,
die onze maatschappij zo’n boek graag
toedicht. Het eind is de angst van Eri
ka, een kind van twaalf, bang voor hen
allemaal. Dit is weer één van die gave
overschakelingen die Nöstlinger in pet
to heeft voor haar lezers vanaf 14 jaar,
die zij nooit als ondermaats afdoet.
kan omdat hij weet dat er dan doden
binnen net gezin vallen. De afloop is er
een zoals we die kennen, en waarmee
we moeten leren leven: de daders wor
den niet gepakt maar de aanslag
gaat ook niet door al wordt er wel
hevig geschoten.
Een bijzonder raak, en zeer bitter
hoofdstuk sluit het boek af: over de
sensatiezucht van de pers en de bijna
niet te verwerken constatering dat
elders het geweld doorgaat en dat we
er allang niet meer van wakker liggen.
Achter dit Uitstekend door Jan de
Zanger vertaalde boek staat het idee:
ze zeggen als je maar eenmaal weet
wat er gebeurt, dan pas kan je er wat
tégen doen. Nu, we wéten het, en alles
gaat rustig z’n destructieve gangetje.
(En met destructief heb ik het hier niet
over de terroristen, maar net zo goed
over maatschappijstructuren).
Bronzen vijzel, gesigneerd en geda
teerd Jan van den Gheyn 1553 Her
voorwerp, dat aangeboden wordt op de
stand van Nijstad Lochem. heeft forse
afmetingen: 32 centimeter hoog en een
diameter van 42 cm.
T>
V
e
a
c
n
u
ti
e
v
It
k. 'I
I
i
s
s
l<
c
01
h<
N
M
lu
la
0]
ti
et
g'
d<
k
b
H
n
'rï
«KI
Vanouds heeft de Oude Kunst-, en Antiekbeurs in
Delft een traditie op te houden op het gebied van
meubelen. S. van Leeuwen sluit daarop aan met dit
zeer gave klepbureau van eiken en belijmd met
wortelnoten. In Nederland, midden 18e eeuw ver
vaardigd.
se moeder; en Frederik, de boswach-
terszoon. Alle drie maken ze ogen
schijnlijk onbelangrijke dingen mee
(ze wonen vlak bij elkaar), die later
sleutels tot de gijzeling zullen blijken te
zijn. De lezers (vanaf 12 jaar) kunnen
eerder dan de drie hoofdpersonen
voorzien, wat er te gebeuren staat. Het
soort Hitchcock-effect. Soepel is er ook
een stuk politieke informatie inge
bouwd, b.v. in de figuur van de leraar
die zeer pro-Arabisch is, wat de half
joodse Dan niet helemaal pikt.
Het boek zit knap in elkaar. De fei
ten, de spanningselementen, de mense
lijke drijfveren zijn niet los van elkaar
blijven staan. De hyperbeleefdheid
van de aanvoerder is van het kippevel-
soort, juist omdat hij zo menselijk doet
en zo onmenselijk móet. Bijna even
vervreemdend werkt de machteloos
heid van Frederik, die niks beginnen
Het verhaal is geschreven, vanuit de
12-jarige Erika, net als haar zusje Inge
van 14, kind van gescheiden, weer her
trouwde ouders. Erika heeft haar zusje
helpen vluchten, maar verzwijgt het.
De angst voor ruzie thuis, de angst
voor de terreur van netheid is een sterk
element. In haar ontreddering gaat
Erika tenslotte naar haar grootmoe
der, die zeer zinnige dingen opmerkt
over Inges leugenachtigheid. Ieder
mens heeft immers recht op zijn
(on)hebbelijkheid? En het is geen lie
gen, maar vertellen hoe je het leven
feitelijk graag hebt, wat Inge Janda
doet. Een notitie om eens diep en lang
over na te denken. En ook: alleen als je
Voor het eerst sedert jaren is er
op de Delftse beurs een omvangrij
ke verzameling wapens geëxpo
seerd. Het betreft een serie hoofdza
kelijk vuursteenpistolen, aangebo
den door Wouter Brouwer (Hilver
sum) uit verschillende perioden:
Luik, 1836; Frans 1785-’88 en Itali
aans begin 1700. Een Spaans Mique-
Jet pistool, waarschijnlijk gemaakt
door VIA dateert uit 1825 en van
Ketland en Co is een koppel te zien
uit 1786. Een van de Franse vuurste
nen pistolen is een Vigniat a Mar
seilles met monturen van gedreven
zilver in Louis XVI-stijl.
Tot de opvallende objecten op
deze beurs behoren voorts een
imposante tafelklok bij Stender uit
Sint Michielgestel, gemaakt door
Johannes en Severijn Oosterwijck
uit Amsterdam en te dateren voor
1714, een model van een poon uit
1800 bij S. van Leeuwen (Den Haag)
en een 18e-eeuwse tinnen schotel
met fragmenten uit het leven van
Michiel de Ruyter bij Beekhuizen
(Amsterdam).
(Dagelijks tot en met 13 novem
ber geopend van 10-17 uur, zondag
van 13-17 uur en op dinsdag- en
donderdagavond van 19-22 uur.
Toegang vijf gulden, op vrijdag een
rijksdaalder).
ganesha die hij jarenlang mee
bracht naar Delft en eigenlijk liever
niet w’ilde kwijtraken is nu dan toch
verkocht) heeft verschillende win-
tertafreeltjes, nog steeds bijzonder
gewild. Er is een Vlaamse ijsscène
uit ongeveer 1660, maar ook een
dergelijk gegeven van een onbeken
de vertegenwoordiger van de Haar
lemse school, te dateren na 1650. Op
dezelfde stand een qua atmosfeer
zeer weldadig aandoend gezicht op
Wageningen van de Haarlemmer
Cornells Simonsz. van der Schalcke
die van 1611-1671 leefde.
Een fraai winterlandschapje met
schaatsers van Anthonie Verstrae-
len is bij P. de Boer uit Amsterdam
te vinden, die verder de aandacht
trekt met een fruitstilleven van Jan
Davidsz de Heem en een bloemstil-
leven van Jan van Kessel. Hier ook
een weinig voorkomend werk van
de Brunswijkse monogrammist dat
een statiegang voorstelt.
S. Nijstad uit Lochem verwierf
een van de Heilige Families van
Adriaen van der Werff, een thema
dat op gelijksoortig werk van hem
te zien is in het museum Ons lieve
heer op solder in Amsterdam en dat
voorkomt op werk in collecties in
Leningrad, Bayreuth, Berlijn en
Kassel. Van de Haarlemmer Frans
Post is „De verheerlijking van de
architectuur” te zien. Een van de
meesters die nu bijvoorbeeld niet of
weinig bekend is, is Lieve Ver-
schuier 1630-1686). Zijn verhaal
is er niet minder boeiend om: een
straat in Rotterdam met volk dat
naar de komeet van Halley kijkt,
„opgetekend” in 1682.
Naast twee kleine gebrandschil
derde ramen uit het begin van de
16e eeuw heeft Charles van der
Heyden (uit Rotterdam) een pen-en-
aquarel van P.C. La Fargue, voor
stellende een gezicht op de Groen
markt te ’s-Gravenhage. Van der
Heyden treft jaarlijks met een inte
ressant gobelin of wandkleed. Dit
jaar is dat een tapisserie d’Aubus-
son naar een Chinoiserie-ontwerp
van Jean Pillement (1728-1808).
de 17e eeuw voor tweeëneenhalf
honderd gulden gezet. In diezelfde
vitrine staan voor hetzelfde bedrag
schoteltjes Swatow Ming, een
Weense terrine uit 1810 voor 650
gulden, een heel mooi vissenbordje
van Celadon Sung (zo’n acht tot tien
eeuwen oud geschat) voor 870 gul
den en een polychrome pul, Chinees
na 1750, voor 575 gulden.
De Deense journalist Anders Bodel-
sen schreef naar aanleiding’ van gijze
lingen een genuanceerd boek over een
gegijzelde boswachtersfamilie, die
vlak bij de weg woont waar Kissinger
langs moet komen: Operatie Cobra
(uitgeverij Leopold).
De spanning is niet die van schieten
en welke partij gelijk heeft, maar zit
meer in het langzaam opschuiven van
drie verhalen: over de drie jongens
Dan, zoon van een arts; Arim, zoon van
een Turkse vader (fotograaf) en Deen-
In de marge kan de vraag overi
gens gesteld worden waar al die
topstukken zijn gebleven. Theo
Laurentius, vice-voorzitter van het
bestuur van de 28e beurs, kan er
slechts naar gissen. Zijn ze verdwe
nen of worden ze vastgehouden? In
Delft is een nieuwe generatie ont
staan die met enige afgunst luistert
naar wat vroeger zo gemakkelijk
kon worden aangeboden. „Wie
enkele veilingcatalogi van tien jaar
geleden vergelijkt met die van nu
zal het verschil zien. Vroeger kon je
daarvan kwijlen, nu moet je hui
len”, aldus Laurentius.
Dat er in Delft toch opnieuw zo’n
reusachtig aanbod is aan de meest
uiteenlopende antiquiteiten en oude
kunstvoorwerpen vindt zijn oor
zaak in het feit dat de deelnemers
voortdurend op pad moeten zijn om
alert te kunnen reageren op wat
wordt aangeboden op binnen- en
buitenlandse veilingen en natuur
lijk in de privé-sfeer. En naar mate
het publiek zelf ook meer kennis
vergaart, zal van deze kant een kri
tische benadering eveneens van
Winterlandschap op paneel van Gernt
van Battem, getoond bij Schlichte
Bergen.
je voor iemand interesseert, ontdek je
dat hij „liegt”, en ook waarom.
Inges escapade met een playboy,
haar trieste terugkeer is het bovenver
haal, waaronder het ware relaas over
haar poging om een eigen, gewenst
leven te forceren schuilgaat. Ieder
fragment is meer dan het eenmaal
lezen waard, en een scène als die, waar
in twee jongens van Inges school een
derde onder druk zetten om eruit te
krijgen wat hij over Inges verdwijning
weet, is nog een unicum in de jeugdlite
ratuur: reëel, hard, maar met een
directheid, die alle schijnheiligheid uit
sluit.
Zonder huilerig en zielig te doen
beschrijft Nöstlinger wat kinderen
zonder meer moeten incasseren wan
neer ouders scheiden, hertrouwen,
nieuwe kinderen maken en in feite zelf
de situatie niet aan kunnen. Inges
(Haarlem). Betreft de eerste groep
specialisten, de tweede groep bevat
meer het type van de algemene anti
quair die ook vaak fraaie meubels
heeft. Een kleine keus: een ovale
zilveren fruitmand in stijl George II
met ajourrand en een serie bestek,
Amsterdams, eind 17e en begin 18e
eeuw bij Premsela en Hamburger;
een ovale gedreven schotel van
Abraham Waremberger bij Van der
Ven en Van der Ven, een zilveren
broodmand in stijl Louis XV bij
Morpurgo en een driekraankan met
Louis XV-decor, Amsterdam 1749
door Hermannus Nieuwenhuys.
Twee turquoise-blauwe commo
des bij Nijstad Lochem vallen op in
de categorie meubelen. Ze komen
waarschijnlijk uit het 18e-eeuwse
Italië, al mag ook aan Engeland
worden gedacht. Merktekens ont
breken. De prijs: rond de tweeë-
neenhalve ton. De 17e en laat 18e
eeuw zijn bij Weegenaar (Den
Haag) uitstekend vertegenwoor
digd, onder meer middels een zoge
naamd Zeeuws kruisvoet kabinet
en een tiental Nederlandse gebeeld
houwde mahoniehouten stoelen en
fauteuil.
invloed zijn op de speurtocht van de
antiquair naar kwaliteit.
Dat heeft uiteraard gevolgen voor
de prijsvorming. „Delft” heeft de
naam duur te zijn. Maar wie regel-’
matig op andere beurzen komt, zal
merken dat stukken van gelijke
kwaliteit, zo die trouwens voorhan
den zijn, in dezelfde prijsorde lig
gen als die in Delft. Dat er op meni
ge beurs goedkoper kan worden
gekocht ligt in het feit van een min
dere kwaliteit, de noodzaak om snel
tot restauratie over te gaan en het
feit dat de stukken een geringere
zeldzaamheidswaarde hebben, nog
afgezien van de malafide praktij
ken die zich soms op de kleine plat-
telandsbeursjes kunnen voordoen.
Het geldt voor meer zaken: wie naar
iets unieks zoekt, wie kwaliteit kiest
boven rommel moet daar wat meer
voor betalen.
Ondanks die dure stukken is de
Delftse antiekbeurs er juist een
voor de beginnende verzamelaar.
Natuurlijk gaat die niet met de
kapitale portretten van Frans Hals
uit de collectie van Sidney van den
Bergh (Cramer-Den Haag) naar
huis. Maar dezelfde handelaar heeft
in een „vitrine voor de beginnende
verzamelaar” een prachtige ets uit
Delfts aardewerken kom van het atelier
De Dissel uit het eerste kwart van de 18e
eeuw. De kom heeft een wit fond met
blauwe decoratie van bloemen en de
Haagse ooievaar met onderschrift Deus
nobis Haecotla fecit. Bij S. van Leeuwen.
Dichte mand van Haags zilver,
gekeurd door Gregorius van der Toorn
(1782) Louis XV geëxposeerd door Van
Leeuwen.
PA
„Delft” is dit jaar ook de beurs
van het zilver. Men komt daarvoor
terecht bij Premsela en Hamburger
(Amsterdam), Aardewerk (Den
Haag), Beeling (Leeuwarden) en
Morpurgo, zowel als bij Van der
Ven en Van der Ven (Den Bosch),
Nijstad Lochem, Denijs en Aronson
(beiden Amsterdam) en Van ’t Hof
T5*
V':.
Een onbekende Vlaamse meester maakte begin 18e eeuw deze
knielende putto, gestoken uit zeer fraai notehout. Te zien bij Het
Kabinet-J. F. H. H. Beekhuizen
y
y-»--