Behalve gezelligheid ook kritiek
DE WONDERLIJKE
WISKUNDE VAN
GRAFICUS ESCHER
Zeezeilen sterk veranderd
N
O
I
w
f
i 4
«1
EEN BROODNODIGE HERDRUK
LEA SMULDERS WORDT AL VEEL TE LANG ONDERSCHAT
s
VRIJDAG 29
OKTOBER
17
197 6
Verhelderend boek door Bruno Ernst
I
NS
WIJ ONTVINGEK
4.
Schaap met witte voetjes
Lea Smulders
Ai
I
we de laatste jaren in de kinder
literatuur hebben leren kennen,
vaak ontbreekt.
I 52-54,
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboeken
boekenboeken
boekenboeken
boekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
Er is een boek verschenen
over de beeldende kunstenaar
Maurits Cornells Escher. De ti
tel luidt „De toverspiegel van
M. C. Escher” en het is geschre
ven door Bruno Ernst, wiskun
deleraar aan de Amersfoortse
scholengemeenschap De Berg en
woonachtig te Utrecht.
l4i
Niemand weet waar het hard
nekkig misverstand vandaan
komt, en toch blijven uitgevers
volhouden dat korte-verhalen-
boeken voor kinderen en tieners
het niet doen. Nu is een goed
kort verhaal schrijven zo onge
veer het moeilijkste wat er is. En
aanbod is er bijna niet, al heeft
uitgeverij Holland de afgelopen
jaren bundels van formaat uitge
geven van o.a. Paul Biegel, Mies
Bouhuys, Hans Andreus, Annet
van Battum, Loes Hermans, Pie
ter van Beest. En ook de acht
bundels van Lea Smulders (bij
Malmberg en Cantecleer) vliegen
over de toonbank. Voor de wat
oudere jeugd vanaf tien jaar
deed de Arbeiderspers vroeger
nog wel eens wat met korte ver
halen. Hoe je het als uitgever
ook draait, een feit blijft het dat
ouders altijd zullen zoeken naar
voorleesverhaaltjes; dat kinderen
die pas lezen niet meteen een
lang, doorlopend verhaal aan
kunnen; dat tieners met weinig
leeslust of leestraining vaak naar
een korte-verhalen-boek vragen.
Voor die laatste groep is er vrij
wel niets. En voor de groep van
de jonkies geldt dat aan hun ver
halenbundels de doorbraak, die
Het plezierige van dit door
Meulenhoff te Amsterdam uit
gegeven boek is, dat we dit
werk kunnen lezen met de we
tenschap dat Escher zelf bij de
totstandkoming ervan geholpen
heeft en het ook eens is met het
geen er in staat. Bruno Ernst
heeft geen boek geschreven dat
zal bijdragen tot enigerlei le
gendevorming rond de man, die
thans wel Nederlands bekendste
graficus mag worden genoemd.
Diertjes
„Zou u in de toekomst toch nog wel eens een uitzending willen
regisseren?” Dat was de reactie van Schüttenhelm, de vroegere
voorzitter van de NOS, weliswaar met een milde glimlach gegeven,
toen hij de kopij van m’n boek had gelezen. Televisieregisseur Willy
van Hemert vertelt het zelf ook met een glimlach, maar moet tevens
toegeven, dat hij in zijn boek „Bekijk het maar” kritiek levert. Kri
tiek op het bestel en de wijze waarop in ons land wordt omgespron
gen met kijkcijfers. Bekijk het maar, 25 jaar televisiebelevenissen
van Willy, van Hemert, is een uitgave van Elsevier, honderdtwintig
pagina’s dik en met veel foto’s.
Er tegen aan
r
Willy van Hemert en
F
2
WILLY VAN HEMERT
I
i
WIM BAKKER.
UNIEBOEK N.V. BUSSUM
LAREN
LUITINGH
WIM BAKKER
Er zijn ook pakkende korte verhalen voor kinderen
I
«C jjfe
r
Zeilsport-Zeiltechniek-Zeiljachten
is een boek voor zowel de beginner
als voor de zeer geroutineerde wed-
strijdzeiler.
besteed. Het is vooral dankzij de hulp
van Brongers een werk dat zeer „up
to date” is op het gebied van de
zeilsport.
De tot Olympische klasse verheven internationale catamaran „Tornado”. Het
dubbelrompschip is 6.10 m lang, 3.05 m breed en heeft 21.84 m2 zeiloppervlak.
Het geprek moet een opgewekt ein
de hebben vindt Willy van Hemert,
en hij wil nog even kwijt hoe het
boek is ontstaan. Een bevriende rota-
BIGOT VAN ROSSUM B.V. BLA
RICUM
P. J. de Jong: „De Bloem dit de
rietvelden”, een streekroman uit het
Friese land, 17.90).
weer
van
i „De Beren ols
11 -V
Lea Smulders is nooit in de prijzen
gevallen, min of meer genegeerd, ze
ker sinds de doorbraak in de kinder
literatuur zo’n jaar of tien geleden
inzette. Want die doorbraak, voorna
melijk in de boeken van boven de 11
jaar, kreeg alle aandacht en Lea
Smulders bleef haar publiek van vier
tot acht jaar trouw. En juist in deze
categorie is al jaren geen gouden of
zilveren griffel gevallen. Lea Smul
ders’ prijs is, dat miljoenen kinderen
via haar verhalenbundels en de Pietje
Prik-serie met het boek in contact
zijn gekomen. Ook in haar negende
bundel „Poppetjes op de ruit” (uitg.
Cantecleer) gaat zij verder op de weg
die zij gekozen heeft: Op al bekende
sprookj essituaties- en figuren wat.va-
ONLANGS VERSCHEEN bij uitge
verij Hollandia BV te Baarn de vijf
de en herziene druk van het prachti
ge boek „Zeilsport-Zeiltechniek-Zeil-
jaehten” van de uit Buenos Aires
afkomstige Juan Baader. Deze vijfde
druk werd opnieuw bewerkt door Lt.
ter Zee A. I. J. F. Brongers. De reden
voor deze herziene druk van dit nu al
14-jarige boek is de stormachtige ont
wikkeling die de zeilsport de laatste
jaren heeft ondergaan. Aan de ene
kant van het superieure eenmans-
bootje de Laser, via kielboten als
Tempest en Soling tot de nieuwe
Olympische klasse, de Tornado (een
catamaran) en de moderne zeewed-
strijdjachten.
Op die manier valt er heel wat te
grinniken met deze bundel. En dat is
precies wat aan andere bundels ont
breekt.
rian in Amstelveen vroeg hem of hij
een avond over televisie wilde komen
vertellen. „Het was, alweer op een
party. Ik: dat kan ik niet, dan ga ik
veel te verwaïrd praten- Maar na de
nodige borrels zag ik dat bezwaar zo
niet meer. De diatum werd vastgelegd
op 5 januari van-dit jaar, de afspraak
werd zes maanden daarvoor gemaakt
en ik vergat die te noteren. Vijf
januari belt de rotary -secretaris, op.
of het veertien dagen later mocht
worden. En ik wist letterlijk van
niets meer. Na uitleg zijnerzijds, zei
ik natuurlijk graag en ik ben al iets
voor de lezing op papier gaan zetten.
En dat werd tevens het eerste hoofd
stuk van m’n boek”.
En we mogen de auteur van De
Toverspiegel, Bruno Ernst, dankbaar
zijn voor zijn hulp de prenten van
Maurits Escher met meer vrucht te
kunnen beschouwen.
Vooral het zeewedstrijdzeilen heeft
in een tijdsbestek van een paar jaai
een enorme vlucht genomen. Het be
gon allemaal met RORC-en CCA-
wedstrijdtoerjachten. Sinds vier jaar
is de zeezeilwedstrijdsport onderge
bracht en verenigd in de Internatio
nal Offshore Rule, wat meestal het
IOR-voorschrift wordt genoemd.
De formule van het wedstrijdzeilen
en dan met -name op zee is sinds de
eerste druk dat dit boek verscheen
totaal veranderd. Men zou het functi
oneler kunnen noemen. Steeds meer
wordt aandacht besteed aan betere
tuigages, snellere rompen, wedstrijd-
beslag en ga zo nog maar een tijdje
door. Aan al deze zaken - en dit is
slechts een kleine greep - wordt in
het boek van Juan Baader aandacht
het is, je schrijft over „De glazen
stad”, „Dé kleine wereld,” „Bartje”,
grote en wat minder grote successen,
altijd positief ontvangen”.
„Maar dan, ”De dynastie”. Ik heb
tegen mezelf gezegd, pas nou op, dat
je niet gaat bulken van zelfbeklag.
Daarvoor was ik zelf erg bang. Toen
ik het boek afhad, heb ik de tekst
laten lezen aan de directeur van de
uitgeversmaatschappij Elsevier,
Schouten. Hij las het in één nacht uit
er was haast bij, we wilden het op
tijd op de markt krijgen en zei,
dat hij het allemaal goed vond, be
halve de laatste dertig pagina’s,
waarover ik hem speciaal zijn eerlij
ke mening had gevraagd, .en waarin
ik over „De dynastie” vertel. Schou
ten raadde me aan .deze helemaal
opnieuw te schrijven en dat heb ik
gedaan.Ik heb gerelativeerd. Goed, er
staat ook iets in over TV-oritici en
hun manier van zelfbevrediigen maar
het is toch meer badinerend van stijl
geworden”.
N. Schuttevaer-Velthuys: „Harten
-op drift”, een roman over het na vele
jaren weerzien van een jeugdliefde
en wat zich daaruit kan ontwikkelen-
17.90).
riëren. Zij houdt, terecht, vast aan
veel dialoog, kort, begrijpelijk, nooit
zeurderig-vertellend maar altijd met
een hint: nu gaat er wat gebeuren.
Zolang zij zulke knap opgebouwde
verhalen, vol sfeer zoals „Iwan met
de geluksviool”„De pop in het gla
zen kastje”; en versjes (die staan ook
in al haar bundels) zoals „Poppetjes
op de ruit”; „Twee houten poppetjes”;
en „Als een kip zonder kop” weet te
schrijven, komt haar jonge publiek
niets te kort. Ook niet aan de poster,
die als omslag om het boek gevouwen
zit. En ook niet aan de uitbundige
illustraties van Ton Hoogendoorn die
dat soms wat opzettellijk overtrek
ken, wat in Smulders’ verhalen zit,
nog eens accentueren.
„El deporte de la vela” - zoals de
oorspronkelijke titel van het boek
luidt - is geïllustreerd met 91 foto’s
en 275 tekeningen, De prijs is pittig,
69,50, maar dat is het ten volle
waard.
Al is het geen echte verhalenbun-
del, voor de Lea Smulders-fans is
dan eindelijk het boek verschenen,
waor ze misschien al zolang nieuws
gierig naar waren: „Pietje Prik van
Stippestap” (Uitg. Malmberg). Want
in de meer dan 20 reeds verschenen
boekjes over het kleermakerije Pietje
Prik, is Pietje een groot mens. Hoe
hij was als jongetje en hoe hij door
dramde tot hij eindelijk kleermaker
werd, is de inhoud van dit nieuwe
boek. Er zit een felheid in, die bij de
eerdere, kleine P.P-verhalen ont
breekt. Lea Smulders gaat uit van
drie gegevens, die bij kinderen zwoar
tellen: grote mensen geloven nooit in
je geheimen; ze beloven je iets en als
ze het moeten nakomen proberen ze
Als jongen zag Bruno Ernst voor het
eerst een werk van Escher: de prent
Onder en Boven. Hij schreef een
brief naar de kunstenaar om hem te
vragen wat hij er precies mee be
doelde. Kom er maar over praten,
luidde het antwoord. Ernst ging en
dat werd het begin van een relatie,
die begon als een tussen kunstenaar
en bewonderaar en die zou uitgroeien
tot vriendschap.
Barnard beschikt ook over een zeer
beeldende en snelle stijl, modern,
zonder dat het bij kinderen vanaf
vijf jaar verwarring wekt. Neem een
verhaal als over Nieuwsgierig Aagje -
wat ook voor 2e en 3e klassers een
prachtstukje is om in de klas voor te
dragen. Barnard laat zijn verhalen
niet in een fantasieland, maar in het
buitenland spelen. Ook al weer mee
genomen. Hij is nooit opzettelijk
leuk, daarom komen de verrassende
ommezwaaien, zoals in „Hij wilde zo
graag koekoek worden” zo geestig
over. Hij is een van de weinigen, die
een pakkend kort verhaal voor kin
deren schrijven kan en daarom niet
alleen bij kleuters maar ook bij de
zelflezende 7-9 jarigen in de smaak
zal vallen. Net als de tekeningen van
zijn vrouw Reintje Venema.
Van de Belgische Mariette Vanha
lewijn zijn de laatste jaren regelma
tig korte verhalenbundels verschenen,
geïllustreerd op een innemende ma
nier door Jaklien Moerman, en zeer
verzorgd uitgegeven door Lannoo. In
„Een schaap met witte voetjes” is het
duidelijk dat Mariette Vanhalewijn
voorzichtig, zonder te forceren of
door te slaan aan de thema-vernieu-
wing bezig is. Zo Iaat zij de jongen
Jonathon samen met zijn grootmoe
der een lapjesclown maken, wat hij
liever doet dan Indiaantje meespelen
met zijn zusje en de buurjongens.
Het zusje hoont hem, het zit Jona
than niet lekker, maar die clown wil
hij en die komt er. Ook het verhaal
„Heb je even tijd, vroeg de reus”
springt eruit. De grondgedachte is: als
je maar eens even de tijd neemt om
te luisteren, dan zou er minder vaak
koude Oorlog tussen diverse groepen
zijn. Het verhaal „Over een weer-
vrouwtje en een weermannetje” is
een prachtig voorbeeld hoe je kleu
ters al over het rolpatroon kunt in
formeren. Je zou wensen dat de hele
bundel vol van dergelijke verhalen
zou staan. Want de rest is wel kundig
en met vaart geschreven en zeer
gevarieerde voorleesstof, maar juist
een Mariette Vanhalewijn kan zoveel
meer. En juist uitgeverij Lannoo is
de laatste jaren over de doorbraak-
toer gegaan. Afwachten dus maar.
geloven nooit dat je iets kunt, of je
moet het op hun manier doen.
„Maffie, de weglooppoes”, door Len
Verschoor (uitgeverij Van Goor) is
ook wel een doorlopend verhaal,
maar opgebouwd uit afzonderlijke
belevenissen van een kat, die het
weglopen niet laten kan, omdat ze zo
nieuwsgierig is. Het aardigste deel
van dit boek, met tientallen goed
getroffen dierschetsen von Arja v.d.
Berg, gaat over de Poezenboot en hel
opvangen van verwaarloosde en afge
dankte katten. Het is wel geen Kar
bonkel, van Barbara Sleigh; geen Mi-
noes, van Annie Schmidt; geen Ge
leerde Kater Joachim, van Hans An
dreus (meester Pompelmoesserie)
maar voor jonge liefhebbers van eén
rustig poezenverhaal best aardig.
Wie meer van het felle sport houdt,
van lachen, zit altijd goed met de
serieboekjes De Beren van Stan en
Jan Berenstains, waarvan Katja en
Kees Stip ook nu weer de gave
vertaling maakten van „De Beren
gaan piknikken” en
padvinders.”
Op iedere bladzijde een klein, mooi
gek vers over het gezin, waarin pa
het altijd zo goed weet en zich daar
door altijd in de nesten werkt. Na
tuurlijk zijn ze iets aparts om voor te
lezen, maar de serie werd vooral (in
Amerika )opgezet om het kind dat
begint te lezen, of er moeilijkheden
mee he eft, plezier in lezen bij te
brengen. De praktijk heeft bewezen
dat deze Beginnersboekjes van uitge
verij Het Goede Boek nog nooit ge
faald hebben. MIEP DIEKMANN
zijn TV-herinneringen
Van Lubiena de Vries bundelde
uitgeverij Van Goor „Even een ver
haaltje” en „Wie wil een verhaaltje?”
tot een mooi verzorgde nieuwe bun
del „Even een verhaaltje”. Prettige
grote indruk, veel levendige, speelse
illustraties van Reintje Venema. Het
zijn aardige voorleesverhalen, vanaf
vier jaar, vol rustgevende fantasiefi-
guren al loopt er wel eens een mooi
meisje met een slecht karaktertje
tussendoor, maar ook dat komt goed.
Wie natuurlijk zo’n dikke bundel
achter elkaar uitleest, krijgt een wat
duf gevoel. Maar dat krijg je ook als
je Carmiggelt in een ruk doorwerkt.
Ik wil maar zeggen: een voorlezer,
die een verhaal echt weet te brengen,
beleeft er allicht meer plezier aan
samen met zijn/haar kinderen dan
een criticus.
De Toverspiegel begint met twee
hoofdstukken waarin een korte be
schrijving van het leven van Escher
wordt gegeven. Sober maar voldoen
de, gelukkig zonder allerlei geëxal
teerde bijvoeglijke naamwoorden; het
vastleggen van de realiteit, van puur
historische gegevens staat voorop.
Maar de anekdotes ontbreken niet, en
ook de illustraties zijn hier goed
gekozen: een paar gewone reiskiekjes,
gemaakt op een tocht door Italië
ergens in de jaren ’30, vertellen ons
méér dan de meest zwaarwichtige en
degelijke biografie zou kunnen doen.
Bruno Ernst geeft openlijk toe dat
het werk van Escher cerebraal is.
Maar hij ziet dat niet als een beledi
ging; cerebraal werk behöeft zijns
inziens, en daarin kunnen we het
helemaal met hem eens zijn, geen
anti-kunst te zijn. Ernst is echter van
mening dat Eschers werk nog veel
meer is: het is ook geïnspireerd.
Op een zeer exacte manier volgt de
auteur de ontstaangeschiedenis van
het oeuvre van Escher. Hij laat de
lezer zien welke structuren zich
voordoen in het werk; die van de
ruimte, van het platte vlak en dan de
relatie tussen deze twee. Dit alles dan
weer met onderverdelingen.
Het aardige ervan is, dat dit speu-
Willy van Hemert: „Het was mijn
bedoeling om een gezellig boek te
schrijven, inderdaad vol met herinne
ringen’ Maar het is waar, er zit ook
wat kritiek ni. .In principe heb ik
tegen ons radio- en televisiebestel
niets,integendeel, er zt juist een ge
zond compettie-element in. Maar”,
en dat zegt hij met veel nadruk op
ieder woord, „maak dat bestel dan
ook waar. Maar dat gebeurt niet- Ik
verwacht dat een roomskatholieke
omroep in zijn palet laat zien dat ze
roomskatholiek is. Ho maar. Wat dat
betreft is eigenlijk alleen de Evange
lische Omroep consequent. En, maar
dan al in mindere mate, de VPRO”.
„En dan die kijkcijfers. Daarmee
Maurits Escher toonde zich enthou
siast over dit idee. Hij zag er niets
macabers in, en zo ging de auteur
van De Toverspiegel van M. Escher
vele zondagen naar het Rosa Spier-
huis, waar dan telkens een gesprek
plaatsvond van zo’n drie uur lang.
Ring van Möbius met mieren, door
Maurits Escher.
En waarom springt dan toch een
bundel als „Torentje, torentje val niet
om” van Henk Bornard (uitgeverij
Leopold) eruit? Ik hou het op de
onderwerpkeuze. Geen elfen, kabou
ters, reuzen maar allemaal kinderen
en mensen met een voldoende tik om
net niet netjes in het gelid te staan.
Zoals Jean Pierre, die het niet klaar
speelt een toren zo hoog als de Eif-
feltoren te bouwen. Dus: gaat hij de
Eiffeltoren maar slopen om toch zijn
doel te bereiken. Kijk, zo’n gegeven is
helemaal vanuit kinderlogica opgezet.
Toen het duidelijk werd dat Escher
niet lang meer zou leven -hij over
leed in maart 1971 in het Rosa Spier-
huis in Laren- stelde Bruno Ernst
hem voor in een reeks gesprekken
alle werk, alle prenten, chronologisch
met hem door te nemen en de resul
taten van die gesprekken in boek
vorm vast te leggen.
Hubrecht Duijker, heeft zich de
laatste jaren geheel als fulltime
wijnschrijver ontpopt, een dniicum in
ons land, en een giroot succes, gezien
de oplage van het boek „Betaalbare
wijnen”, 16-90) van 15.000 stuks, dat
binnen 4 maanden was uitverkocht.
W.H.
Natuurlijk is ook het werk van
Maurits Escher niet ontkomen aan
allerlei hineininterpretierungen.
Escher bleef echter, als hem weer
zoiets ter ore kwam, nogal laconiek.
Maar je kunt met meer recht na
tuurlijk wel filosoferen over Eschers
creaties. Waarom is zijn werk zo
geliefd?
Niet vanwege de schoonheid ervan,
de estetiek. Het puur-wiskundige ele
ment? Wellicht, maar dan, omdat het
de beschouwer leert te relativeren:
boven behoeft niet altijd boven te
zijn en onder niet altijd onder. De
wiskunde zelf, de onaantastbare logi
ca, wordt gerelativeerd, en de kijker
ziet verbanden en constructies die hij
eigenlijk alleen maar dromen kan.
Dat vergroot zijn besef vóór de reali
teit, en dat is iets waarvoor we
Escher dankbaar mogen zijn.
Daarom werd tot herdruk besloten,
maar dan wel geheel up-to’-date bij-
geproefd voor het wijnjaar 1975-76.
Dit wiijnhandboek bevat 160 geselec
teerde wijnen, alle door de schrijver
persoonlijk geproefd. Ze staan ver
meld met etiket, prijsindicatie, impor
teur en een korte beschrijving. Van
dezelfde schrijver zijn eerder ver
schenen: „De grote wijnen van Bor
deaux”, „Avontuurlijke wijnen” en
„Een kleintje wijn”.
Een nieuwe serie van Unliboek: Mi
litair Memoraal: deel 1.: Uniformen
uit de Tweede Wereldoorlog - Het
leger., geschreven door Andrew Mollo
met illustraties van Malcom McGre
gor. Vertaling en bewerking is van
Majoor b.d. B. G. J- de Vries, voorzit
ter van het Airborne museum. Men
vindt in deze uitgave de authentieke
weergave, in woord en beeld van de
legeruniformen met alles wat erop en
eraan hoort, zoals helmen, persoonlij
ke uitrusting, enz. van de 24 naties,
die in de Tweede Wereldoorlog voch
ten. 14.50).
Monique Thijssen. een bundel
„Kleine Verhalen”, waarmee de
schrijfster misschien wil aanduiden
dat ze echt klein zijn, nog kleiner
dan „kort”. De meeste stukjes ver
schenen al eerder in Televizier.
(ƒ9.90)- Beide boeken zijn uitgaven
van Holkema Z Warendorf - Bussum.
ren naar thema’s, naar onderlinge
verbanden en ontwikkelingen, ner
gens echt moeilijk wordt om te vol
gen. Dat is vooral te danken aan de
logische manier waarop Ernst het
werk van Maurits Escher benadert en
de vlotte wijze van schrijven.
Het is een vreugde om de analyses
te lezen die Ernst van een groot
aantal van Eschers werken geeft. Een
vreugde vooral, omdat de auteur
steeds met twee benen op de grond
blijft staan en in plaats van „mooi”
en „prachtig” uit te roepen, uitlegt
welke (wiskundige) principes aan het
werk ten grondslag liggen.
kun je wel aantonen dat er veel of
weinig naar een programma is geke
ken en hoe dat is beoordeeld. Maar
die cijfers zeggen natuurlijk niets
over de vraag of jouw programma de
signatuur heeft, die het zou moeten
hebben volgens de plaats die je in
neemt in het kader van het bestel”.
Op de vraag of het stellen van het
boek „Bekijk het maar” veel proble
men heeft opgeleverd, zucht Willy
van Hemert. „Er was veel je moest
een keuze doen, maar dat ging nog
wel. Maar ja, het gebeuren rond „De
dynastie der kleine Luyden”. De dy
nastie is een soort trauma voor me
geworden. Nog. Vandaar, dat ik er al
uit mezelf over begin- Weet je wat
UITGEVERIJ
(N.H.)
Fred Mustart Stewart: De Magna
ten”, een roman over de opkomst,
teruggang en heropkomst van een
Amerikaanse rubber- en staalmag-
naat. 29.90).