Achtergrondgevecht rond vluchtelingproblee:
,1
Nog niet bekend welke
status Aziaten krijgen
«F
iw
f J
Kt»
i
-r.
door Tony van der Meulen
Tolk
Blij als mens
Hakenkruis
Ongelijk
Tegenstrijdigheid
E iSH
HL i
De opbrengst valt niet tegen en benadert de 400
kilo. Op een herfstig akkertje achter een contractpensi
on in het Friese Ureterp rooien gevluchte (Zuid)Vietna-
mezen de aardappelen die dit voorjaar door Surina
mers zijn gepoot. Zelden is de continuïteit van het
wereldvluchtelingenprobieem zo helder in beeld
gebracht. Maar het tafereel was nog completer
geweest, als half juli een groepje gevluchte Koerden
nog even was komen wieden, en gevluchte Chilenen in
augustus de besproeiing op zich hadden genomen.
Vietnamezen in Ureterp, 59 in getal, voornamelijk
vissers die ongeveer een jaar geleden in hun bootjes
uit de republiek Vietnam zijn vertrokken. Na dagen
varen bereikten ze Thailand, waar ze voor de kust
bleven dobberen omdat ze het land niet binnen moch
ten. Op 27 augustus besloot het kabinet-Den Uyl (zij
het niet in grote eensgezindheid) een groep van deze
mensen naar Nederland te halen. Hun vliegtuig bereik-
te Schiphol op 22 september en bij die gelegenheid
schreef een dertigtal Nederlanders, onder wie de Gro
ningse filosoof prof. B. Delfgaauw een open brief aan
de regering waarin zij bezwaar maakten tegen de hele
gang van zaken. Ook wilden de ondertekenaars graag
weten wat voor Vietnamezen dit nou eigenlijk waren.
1 l- iwfl
7
4-
Gevluchte Vietnamezen rooien
in Friese Ureterp
aardappels
Voelde u zich bedreigd?
Prof. dr. B. Delfgauw (archieffoto)
De discussie die hierna ontstond
moest het voornamelijk hebben van
een wilde ongenuanceerdheid. In de
brievenbus van de geschrokken
filosoof belandden merkwaardige
briefjes en per telefoon beloofde
een duistere stem („heel laag, maar
toch wel mooi ook”) hem weinig
goeds. In kranten ter rechterzijde
werd hij voor rotte vis uitgemaakt,
terwijl dezelfde bladen de gevluch
te Vietnamezen (die aan de „com
munisten waren ontkomen”) op
slorpten met een gretigheid die arg
wanend stemt. In al zijn simpelheid
kwam de pennestrijd tenslotte hier
op neer: rechtse Nederlanders ver
weten aan links dat men deze Zuid-
vietnamezen voor de kust van Thai
land had willen laten verdripken,
omdat ze ten onrechte uit „de socia
listische heilstaat Vietnam” waren
gevlucht. En linkse mensen waren
bevreesd dat rechts Nederland deze
Vietnamezen ging gebruiken voor
hun communistenhaat en voor het
verkrijgen van een postuum gelijk:
zie je wel, sinds de Noordvietname
zen de oorlog hebben gewonnen en
de Amerikanen zijn vertrokken is
het in Vietnam niet meer te harden.
werden van de 350 verzoeken maar
twaalf gehonoreerd, vorig jaar kre
gen van de 306 aanvragers 70 de A-
status.
„Je staat steeds onder druk, als je
niet enthousiast genoeg bent, moet
je naar een heropvoedingskamp. Je
Maar er zijn ook negatieve verha
len. De Franse oorlogsverslaggever
Olivier Todd heeft in de Haagse
Post uitgelegd hoe hij in zijn ver
wachtingen is teleurgesteld dat er
in Vietnam een „communisme met
een menselijk gezicht” zou komen.
gegaan? Wij vinden dat er heel dui
delijk met de vluchtelingen had
moeten worden gepraat, zodat zij
weten wat ze doen”.
„Neem die kwestie met de beta
ling van de vis: het land is totaal
verwoest, er is natuurlijk schaarste,
dat was er in Nederland ook in ’46.
Dat ze niet naar de kerk kunnen
omdat ze moeten klappen: als dat
waar is, is dat vrij kwalijk. Maar
een zekere herscholing vind ik wel
begrijpelijk. Onder Thieu en de
Amerikanen is daar een vreemd
soort maatschappij ontstaan. Als je
dan probeert de mensen bij te bren
gen hoe je die maatschappij wilt
veranderen, vind ik dat op zichzelf
niet afkeurenswaardig”.
—Ze zeggen dat ze geen vrijheid
hadden.
„Ja, maar is het duidelijk gewor
den waarom deze mensen zijn weg-
„Helemaal mee eens. Maar ik had
dan eerst willen weten: waarom
gingen ze weg? Omdat ze de her
scholing vervelend vonden? Terwijl
hier andere vluchtelingen aanklop
pen die echt gefolterd zijn. Dat
klinkt toch heel anders. En wie zegt
dat hier geen oorlogsmisdadigers
tussen zitten? Dat is helemaal niet
uitgezocht. Maar als ik dat zeg, is
dat niet gericht tegen deze mensen.
Die zijn nu hier”.
Maar nu deze Vietnamezen een
keer gevlucht zijn, moet er wel wat
gebeuren.
„Om een voorbeeld te geven dat
dit niets met rechts en links te
maken heeft: ik zou dolgraag willen
dat we de Rus Boekovski hier kon
den krijgen. Die staat echt aan ver
volging bloot. En dan weet je wat je
doet”.
Men zat niet stil. In de zomer
maanden sprak generaal Broek-
zijn diploma was kwijtgeraakt, hun
leeftijd lag tussen de 19 en 30 jaar.
De zuster vertaalde mijn Neder
lands en hun Vietnamees, het werd
zo een wat moeizaam onderhoud
met vrij weinig diepgang.
Met de tas vol elkaar tegenspre
kende verklaringen melden we ons
tenslotte aan bij de Groningse filo
soof prof. Delfgaauw, de onderteke
naar van de open brief die het
meest in de publiciteit is gekomen.
Hij is nog wat beduusd over bepaal
de reacties. Zo is er een brief,
ondertekend met een hakenkruis.
Maar veel meer verwonderd is Delf
gaauw over het volgende schrijven:
„Wij zijn zeer ingenomen met uw
actie betreffende de Vietnamezen.
Maar onlangs heeft een Surinamer
geprobeerd het handtasje van mijn
vrouw te stelen. Omdat zij weet dat
Surinamers daarvoor in zijn, houdt
zij haar tasje altijd stevig vast. Mis
schien kunt u hier ook wat aan
doen, naar u luisteren ze wel”.
„Maar vergeet niet: wie zit er
achter dat deze mensen hierheen
komen. Een man als generaal
Broekmeijer heeft het optreden van
de Amerikanen in Vietnam altijd
verdedigd. Hij vond dat de Ameri
kanen voortreffelijk werk deden.
Na de oorlog is Broekmeijer rustig
doorgegaan, ik denk dat hij achter
af zijn gelijk wil halen. Ik vertrouw
die man gewoon niet”.
mensen gewond door bommen die
in de grond zitten en ontploffen. Er
is veel ziekte, er zijn aanpassings
problemen. Iedereen t moet hard
werken”. Dit klinkt weer heel
anders dan de uitleg die de vluch
tende Vietnamezen gaven.
Het contact met de Vietnamezen is
vanwege de taalproblemen alleen
mogelijk via Truong Quang, die in
Den Haag studeert. En zuster E.
Ahsmann, die vele jaren in Zuid-
Vietnam werkte. Dat is een vorm
van communicatie die zijn beper
kingen kent. Ik sprak in Ureterp
met een Vietnamese visser, een
monteur en een wiskundeleraar, die
een goedwillende burger met een
pantalon onder de arm het con
tractpension betrad en spontaan bij
de Vietnamezen aan tafel schoof,
wordt dit soort hulpvaardigheid
wat meer in banen geleid.
Delfgaauw: „Het is natuurlijk
nooit onze bedoeling geweest dat de
mensen die nu in Ureterp zitten,
weer terug moesten. Het ging ons
alleen om de vraag: regering, wat is
uw maatstaf voor toelating? Er is in
Nederland een zuinig vluchtelin
genbeleid, wij vinden dat de ergste
gevallen het eerst in aanmerking
moeten komen. Anders nemen
mensen, die niet in acuut gevaar
zijn, de plaats in van mensen die dat
wel degelijk zijn”.
Voor de opvang zijn overigens
allerlei particuliere initiatieven te
melden. Zo is daar de Stichting
Comité Hulp Verlening Zuid-Oost
Azië, voortgekomen uit enige chris
telijke kerken. Voorzitter H. van
der Velde uit Bedum heeft al hon
derd tinnetjes melkcondens in Ure
terp af geleverd; samen met de
generaal zorgt hij ook voor de kle
ding, er is een inzameling van brei-
wol aan de gang en leden van het
comité helpen de Vietnamezen ook
met het leren van Nederlandse
woordjes. De heer Van der Velde is
begonnen met het aanleren van de
namen van ons eetgerei, en is tevre
den over de vorderingen.
Dan is er in Ureterp zelf een
Werkgroep Vietnamezen, die twee
maanden geleden nog Werkgroep
Surinamers heette. Deze werkgroep
verricht tal van hand- en spandien
sten, variërend van fietslessen voor
Vietnamezen tot het opzetten van
een typecursus. Daarnaast melden
tal van particulieren zich aan. Sinds
„Er is meer. Ontzettend veel men
sen hebben er genoeg van. Studen
ten van de rechtenfaculteit in Sai
gon, die onder Thieu erg roerig
waren, verzetten zich nu tegen de
Noordvietnamezen. Ons land wordt
een politiestaat waarin iedereen
elkaar in de gaten houdt. Doe je dat
niet, dan ben je niet enthousiast
genoeg”.
meijer met politieke partijen, waar
bij hij de nadruk erop legde dat het
de hoge commissaris voor de vluch
telingen was die Nederland om
opname van de Vietnamezen had
verzocht. Ook voor de kabinetsbe
slissing was dit hoge verzoek van
doorslaggevende betekenis. Maar
eerlijkheid gebiedt te vermelden
dat het generaal Broekmeijer zelve
was die de hoge commissaris tot dit
verzoek inspireerde. De kabinetsbe
slissing stemde hem gelukkig,
„vooral als mens ben ik blij”.
Bij de groep Ureterpse Vietname
zen moet hier in Nederland nog
uitgezocht worden welke status ze
krijgen. Dat kan nog een heel gedoe
geven, want het is nog steeds ondui
delijk of deze mensen wel echt ver
volgd zijn. Maar ze zijn wel door
Nederland hierheen gehaald.
Maar wie moest de Vietnamezen
na aankomst opvangen? Daarvoor
komt in eerste instantie de Samen-
werkingscommissie voor Vluchte
lingen in aanmerking. In die com
missie werken drie grote groeperin
gen samen die zich bezighouden
met politieke vluchtelingen. Alleen,
zijn deze Vietnamezen echte politie
ke vluchtelingen? Dat wisten ze bij
de commissie zo een twee drie ook
niet, te meer daar het kabinet ook
geen verdere gegevens had. En
daarom zegde de commissie haar
medewerking onder voorbehoud
toe. Want als deze Vietnamezen
geen politieke vluchtelingen zijn,
vallen ze onder de algemene noe
mer „buitenlanders”, en daar zijn
dan weer andere opvangmogelijk
heden voor.
Dr. M. Broekmeyer, met in de linker
hand een beeldje dat een bewijs Is dat
hij „superstamhoofd” is van de Rhade
(een bergstam in Vietnam op de grens
van Laos en Cambodja). Dr. Broek
meyer moest wel, als ritueel, van
gekookte veldmuizen de kop afbijten
en deze leegzuigen om „superstam
hoofd” te worden.
Een duidelijke mening, die overi
gens best een portie eenzijdigheid
kan herbergen. Want uit Vietnam
komen ook positievere berichten.
Het bloedbad dat gevreesd werd na
de overwinning van de Noordviet
namezen is uitgebleven. De Franse
journalist Jean Lacouture is in een
„Maar vergeet niet: iedere Vietna
mees, hoe rood hij ook is, heeft het
momenteel moeilijk. Er is schaar
ste, iedere dag raken nog tientallen
Dit klinkt op het eerste gehoor als
ergerlijk ambtelijk gezift, je bent
geneigd snibbig te roepen „zoek dat
later maar een keer uit, eerst moe
ten die mensen geholpen worden”,
maar toch zit daar een serieus te
nemen principe achter. Want hoe
ging het in voorgaande gevallen
wanneer groepen vluchtelingen als
Oegandezen of Chilenen naar
Nederland werden gehaald? Dan
het Nederland in het land van her
komst eerst uitzoeken of dit wel
politieke vluchtelingen waren. En
volgens de Nederlandse Vreemde
lingenwet ben je dat, wanneer je
vervolgd wordt wegens godsdiensti
ge of politieke overtuiging, nationa
liteit of ras. In dit geval krijgt zo’n
vluchteling hier de zogenaamde A-
status en heeft hij onder meer recht
op alle sociale voorzieningen plus
een studiebeurs. Voldoet een vluch
teling niet aan die eisen (hij is bij
voorbeeld gevlucht omdat er voed
selschaarste was) dan is hij geen
politieke vluchteling. Is het echter
ook onmenselijk hem weer terug te
sturen, dan levert dat de B-status
op. Maar die geeft veel minder faci
liteiten.
Dat deed deze op 28 juli. Intussen
was vanuit die Stichting Nederland-
Republiek Vietnam het comité
Vluchtelingenfonds Vietnam opge
richt. Men begon kleding en geld in
te zamelen. Toen ik met hem sprak
was de generaal net terug van een
tocht waarop hij voor de Vietname
zen een volleybalnet en een school
bord vergaarde.
heropvoedingskamp geweest, waar
hij uit de mond van generaal Le
Minh Dao, bevelhebber van de
voormalige Zuidvietnamese 18e
divisie optekende: „Ik geloof dat de
mensen die het land ontvlucht zijn,
ongelijk hadden”.
„Toen de Noordvietnamezen
kwamen, verwachtte ik wel goeie
dingen”, zegt Ho Van Hoeang,
„maar langzaam ging alles achter
uit”. „Onder Thieu verlangde ieder
een naar vernieuwing, maar dat is
gauw voorbij gegaan. Ze hebben nu
steeds de mond vol over vrijheid, je
moet steeds klappen om de vrijheid,
maar er is helemaal geen vrijheid.
Als je naar een ander dorp wil,
moet je toestemming hebben. En
het wordt steeds erger, ze kleden je
uit”.
Aan de telefoon drs. A. Claassen,
staflid van het Derde Wereld Cen
trum van de katholieke universiteit
van Nijmegen, één van de opstel
lers van de open brief aan de rege
ring, waarin bezwaar werd
gemaakt tegen de komst van de
Ureterpse Vietnamezen. „Ik ben net
in China geweest, ik zag, toen ik
vanuit Hongkong aankwam, hoe
een stationsgebouw vernieuwd
werd door vrouwelijke bouwvak
kers. Dat kun je dan op twee manie
ren uitleggen. Eén: dit is dwangar
beid voor vrouwen in een commu
nistisch land, twee: de vrouwen zijn
daar in het arbeidsproces opgeno
men en hoeven zich niet de hele dag
thuis te vervelen. Hetzelfde heb je
momenteel met Vietnam. Hetzelfde
feit zal de een als prachtig mooi
uitleggen, de andere als verschrik
kelijk”.
Bent u nu weggegaan omdat u
een andere politieke mening hebt
als de regering, of was er meer aan
de hand?
kunt niet gewoon leven zoals je wilt.
Als je een goed maal eten hebt,
word je als bezitter verketterd.
Voor elke liter benzine die je krijgt
moet je vijf kilo vis vangen. Die vis
wordt dan niet in geld betaald,
maar in bonnetjes waarmee je rijst
kunt halen. Ik ben katholiek. Maar
op het uur dat er een mis was, moest
je naar een bijeenkomst om te klap
pen dat het allemaal zo goed gaat en
om revolutionaire liederen te
zingen”.
Tussen deze meningen door
bewegen zich nog een hele serie
hulpverleners en opvangers van
verschillend pluimage en gezindte,
want Vietnam mag dan nu één zijn,
de Nederlandse zorg voor dat
gebied bepaald niet. De mensen om
wie het draait rooien intussen rustig
piepers, kunnen al „goede middag”
zeggen en hebben de voetbalwed
strijd Ureterp-Vietnam in hun voor
deel weten te beslechten.
Maar ook de Samenwerkings
Commissie voor Vluchtelingen
vindt dat de Vietnamezen die door
Nederland naar Ureterp zijn
gehaald in ieder geval geholpen
moeten worden. Zij hebben hun
redenen gehad om uit Vietnam weg
te gaan en nu ze hier eenmaal zitten,
kun je niet zeggen: wij Nederlan
ders vinden dat jullie niet zo echt
zijn vervolgd als wij noodzakelijk
achten, dus red je maar.
Op zijn zachtst gezegd een zaak
met vele kanten, laten we daarom
maar bij het begin beginnen, en dat
begin heet dr. Max Broekmeijer,
generaal-majoor buiten dienst,
voormalig directeur van het
defensie-studiecentrum, drager van
een onderscheiding van het Legioen
van Eer eerste klasse van Zuid-
Vietnam. Hij is een van de oprich
ters van de Stichting Nederland-
Republiek Vietnam, in de dagen
vair net corrupte Thieu-bewind
„Nederland-Zuid-Vietnam” gehe
ten. In deze club die volgens artikel
één van de statuten vooral in de
weer is om culturele betrekkingen
tussen beide landen te bevorderen,
zitten ook bekende conservatieve
mannen als H. Pors, ex-Tweede-
Kamerlid van DS’70 en P. J. G. A.
Ego, vermaard veteraan, voorzitter
van de Stichting voor Politieke
Bewustwording, tevens voorzitter
van het Oud-Strijders Legioeij,
Via Harer Majesteits Ambassa
deur in Bangkok kwam generaal
Broekmeijer in contact met de hoge
commissaris voor de vluchtelingen
aan de VN, die hij aanspoorde om
Nederland te verzoeken een aantal
van deze Vietnamezen op te nemen.
—’Maar intussen zitten deze men
sen in hun bootje voor de kust van
Thailand.
Op een studiereis door Azië, waar
hij colleges gaf in onder meer de
militaire aspecten van de verdedi
ging van de Stille Oceaan, hoorde-
de generaal in Bangkok van de
ronddobberende Vietnamese vluch
telingen. „Ik ben naar hen toege
gaan. Er was net een boot omgesla
gen. Op een stukje land waar nog
geen elf mensen kunnen leven,
zaten er wel dertig. Ik heb hun eerst
zelf geld gegeven om zich te voeden.
Het ging hier om zeer eenvoudige
liede-, dat zeg ik u met nadruk”.
Hoe is het met de Vietnamezen
zelf? Goed. En blij dat ze hier zijn.
Een bezoek aan het door CRM
gehuurde contractpension van
Rinus de Graaf te Ureterp levert het
bekende beeld op van een groep
mensen in een tijdelijk onderdak.
Kinderen op de schommel, ze gie
chelen en kijken je met grote ogen
aan. Vrouwen bezig aan de gasfor
nuizen die in rijen staan opgesteld.
Het ruikt er naar rijst en kruiden.
Buiten timmeren de mannen aan
een recreatieschuur. Sommigen
passen kleding. Een Ureterpse
vrouw die daarbij assisteert zal zich
altijd de lachbui herinneren die een
Vietnamees kreeg nadat hij een roy
ale Nederlandse jaeger-onderbroek
had aangetrokken. De maat was zo
groot, dat er wel twee Vietnamezen
in konden, maar de kledingnood is
niet van dien aard dat men daar
toe is overgegaan.
Het punt nu waar iemand als
mr. P. L. Muller, coördinator van de
Samenwerkings Organisatie voor
Vluchtelingen mee zit, is de tegen
strijdigheid tussen het gemak waar
mee deze Vietnamezen hier binnen
zijn gekomen en de problemen die
allerlei andere vluchtende buiten
landers daarmee hebben. De selec
tie van de groep Vietnamezen is vrij
willekeurig. Volgens generaal
Broekmeijer zijn het de mensen die
al het langst in de bootjes dobber
den, maar bij aankomst bleek de
namenlijst niet te kloppen. Het eni
ge systeem dat mr. Muller heeft
kunnen ontdekken is het feit dat
een aantal van deze Vietnamezen in
hun bootjes tijdelijk is voortgetrok
ken door een Nederlands schip van-
Smits Lloyd. Daar komt nog bij dat
Nederland (ook gezien de financiële
gevolgen) erg kieskeurig is bij de
selectie voor de A-status. In 1974
-J
K J
E