1, Witkar EXPOSITIE OVER GESCHIEDENIS VAN DE PIJP Mag „Amsterdam thuiskomen Bestek voor thuisraart Reis S1 w r „FLEET STREET STATION" e ■’rW Adieuur» n Sb bv F i j 1; Amsterdam 14 h» WAK rkt 21 erker iracht- ig iid van er van av II r>f<ï J lingen sidsin- Stichting is na een La sac s M 7» f 1 I Kjj ONDER REDACTIE VAN KEES TOPS U ZULT ER NIET wakker van liggen, maar we brengen het toch in herinnering: voor de Britse kust, ter hoogte van Hastings, ligt sinds het jaar 1749 de gestrande Oost- Indiëvaarder „Amsterdam”. Het bericht is niet nieuw de schuit ligt er immers al meer dan 225 jaar. Maar, het wrak verkeert in prima staat en een twee jaar geleden in het leven geroepen VOC-schip Amsterdam grondige studie tot de conclusie gekomen dat het technisch mogelijk is het schip te bergen en over te brengen naar de thuishaven, alwaar te harer ere een museum kan wor den ingericht. Kosten dezes: vijftig miljoen gulden. ringsgebied. Met bijbehorende pro blemen. Bekend van de actie Ferdi nand Bol Autovrij. En natuurlijk van de Albert Cuyp. euV» Wri hi*' lutiiaxrn Ho- 'T WÖ remmen a®™ M 4 - irlVA DRIE HOOG ACHTER in de Pijp. Een bekende kreet. De aanduiding voor iemands woning. „Drie hoog achter” zegt iets over de afmetin gen. De Pijp is een zeer dichtbe volkte buurt. Eens was het een uit gaanscentrum, een rosse buurt ook. Troubadour Eduard Jacobs zong erover in Het Habsburgse Huis, zijn cabarettheatertje in de Quellijn- straat. Vijf straten verderop, in de Eerste Jan Steenstraat, tekende Al bert Hahn zijn felle politieke pren ten. Nu in de jaren zeventig is de Pijp tevens bekend als sane- T~~ hul VAN ZAAGMOLENSLOOT TOT ALBERT CUYP Het fraaie VOC-schip „Amsterdam” tijdens haar eerste en tegelijk laatste vaart. ;n i men bv 13 K* .n t DAARNA GAAT de reis naar Bali, waar een dans met een Wajangpop wordt vertoond en een maskerspel uit wijkcentrum Ceintuur. „De Pijp 1868- 1976” is de naam van de tentoonstelling. Hij is dagelijks (behalve zondags) toe gankelijk van 10 tot 16 uur. De toegang is gratis, het adres is Amsteldijk 67. deze twee gelukkige rijstaren verfrist en hen in hun liefde verenigt. 4MV „Miracle of Bali” is een film die in Balinese tempelhoven is opgenomen en waarin klassieke dans, muziek en theater worden uitgebeeld. Het laat ste gedeelte van de film toont beel den van de „Kecak” (de beroemde apendans). Toegang 5. ontvi leven c een .der nui aaropd et is vi rtraagt ervan onmoj d daarc ‘lijk op het nui adverte uw bri It is in 1 Ball. Indra beeldt met drie maskers de volgende personen uit: de Koning der Goden, zijn ongehoorzame doch ter Tisna-Wat en een eenvoudige jon geman waar zij verliefd op is. Aange zien de liefde tussen een godinnetje en een aardse jongen niet mogelijk is, verandert de boze vader hen in twee rijstaren. Tot slot „reist” Indra met de kinderen naar Sumatra waar hij de regendans danst en waar de regen maandblad Plan en lid van die werk groep. Een telefoontje met hem bracht aan het licht dat hij bang was voor misverstanden over het begrip „vrachtwitkar”, en dan met name voor de koppeling die de lezer moge lijk heeft aangebracht tussen het be grip mini-vrachtvervoer en het sys teem witkar. „Ik wil alleen iedere suggestie weg nemen als zouden mini-vrachtvervoer Over Amsterdams eerste grote stads uitbreiding sinds de zeventiende eeuw begrensd door Boerenwetering, Sin- gelgracht, Amstel en Tolstraat is in het Gemeente-archief tot en met 2 4 december een expositie te zien. Een expositie, die niet alleen een beeld geeft van hoe het oorspronkelijk kale polder landschap tot de huidige Pijp is gewor- den,maar die ook aandacht schenkt aan de actuele problemen van de Pijp. Voor dat laatste is de hulp ingeroepen van het n tlhr au— aanwezigheid van de krantegebouwen de bouwers van de metro geïnspireerd, het ondergrondse station Wibautstraat in de aankleding wat grafische karaktertrekjes mee te geven. Getuige het stationsbrede bord op deze foto, dat is volgeschil derd met namen van internationale kranten en krantekoppen Ten overvloede worden de zijwanden van de perrons voorzien van letters in uiteenlopende lettertypes. en witkar aan elkaar gekoppeld wor den. Het systeem van mini-vrachtver voer vergt een geheel andere aanpak dan die van de witkar. Over dat mini-vrachtvervoer wordt in de werkgroep nog gepraat”, aldus Bak ker. Zeer letterlijke lezing van het artikel zou volgens hem weliswaar een juist beeld opleveren, maar voor alle zekerheid.Het zij hierbij doorgegeven. n-k si**!1 HET SOETERIJNTHEATER van het Tropeninstituut heeft voor de ko mende zondag weer een Indonesisch programma samengesteld. Om 15 uur begint een optreden van Indra Ka- madjojo met „Een reis langs de Gor del van Smaragd”, waarna de film „Miracle of Bali” wordt vertoond. Voor de oude relaties van het Tro peninstituut is Indra Kamadjojo een begrip: in de loop van de jaren hebben velen genoten van zijn de monstraties van de Indonesische danskunst. Nu concentreert Indra Kamadjojo zich voornamelijk op de jeugd, in de leeftijd vanaf 8 jaar. Indra begint zijn reis met een ,,Pud- ja” om de zegen der Goden af te smeken voor alle aanwezigen. Vervol gens brengt hij een Javaans volksver haal „De Tijger en de Oude Haas”: de dieren uit het woud zijn verplicht elke dag door het lot een dier aan te wijzen voor het ontbijt van de boze tijger. Als het lot valt op een oude haas, verzint deze een list en de boze tijger delft het onderspit. DE TWEE SLURVEN op deze foto behoren toe aan het jonge olifantenpaar Toti en Tineke. Samen met nog een soortgenoot, drie zebra s, een nijlpaard, twee neushoorns en twee luipaarden is het stel onlangs per DC-8 vertrokken naar een natuurreservaat bij Kano in Nigeria. Op verzoek van het Wildlife Research Centre aldaar, zijn de dieren, afkomstig van dierentuinen in Ierland, Engeland, Italië, West-Duitsland, Bulgarije en Nederland, door de internatio nale bemiddelaar Interfauna min of meer teruggehaald naar de streek van geboorte om de wildstand weer een beetje op peil te helpen. De Nederlandse bijdrage van dit opmerkelijke project komt niet uit Amsterdam, maar van het Dierenpark in Wassenaar. Doet Artis er dan niet aan mee? „Deza keer niet”, zegt men aan de Plantage Kerklaan. Geen principieel standpunt van Artis dus? „Nee hoor. Een half jaar geleden is er een jong dwergnijlpaardje teruggegaan naar Nigeria, voor hetzelfde doel. Op verzoek van datzelfde re servaat”. Vanwaar deze omgekeerde wereld? „Tja, haha, het zal zo langzamer hand wel moeten!” HET JAARTAL 1868 verwijst naar het eerste blokje arbeiderswoningen dat toen aan de huidige Govert Flinckstraat werd gebouwd. Die straat heette toen nog het Zaagmolenpad, dat langs de Zaagmolensloot liep een langgerekt water waarlangs talloze houtzaagmoens stonden en waar nu de vee1 kleurige Albert Cuypmarkt wordt gehouden. Bin nen ruim dertig jaar werd de hele Pijp volgebouwd met etagewoningen. Slechte woningen: soecv.lanten die profiteerden van de nijpende woningnood in de zich NAAR AANLEIDING VAN het verhaal dat de vorige week op deze pagina stond over een vrachtwitkar- systeem dat een werkgroep onder zoekt voor het Burgwallengebied. ontvingen we een schriftelijke reactie van Henk Bakker, redacteur van het op de mooie De Zaagmolensloot, die plaats heeft moeten maken voor de Albert Cuyp, op een opname van omstreeks 1880. Links het Zaag molenpad (nu Govert Flinckstraat). tx- .‘«>5 1 snel uitbreidende stad maakten zich niet druk om kwaliteit. Die Govert Flinckstraat trouwens, vormt een van de mogelijke redenen waarom de buurt de Pijp is gedoopt. De straat was namelijk zo smal dat het woord pijpenla voor de hand lag. Er zijn meer verklaringen. Het zou typisch Noord-Hollands taalgebruik zijn, een lange rechte sloot „pijp” te noemen. En de Pijp had zo’n sloot: de huidige Albert Cuyp. Aardiger nog is de laatste verkla- r’ng: in de buurt hing als gevolg van de aktivitéiten van de bierbrouwerij en de waskaarsenfabrieken onveranderlijk een dusdanig gruwelijke stank, dat alle mannen er pijp rookten. Welke van bovenstaande redenen de juist is? Geen mens die het weet. DE WASKAARSENFABRIEK stond aan de Boerenwetering. Een 23-jarige voorman verdiende er kort voor de eeuwwisseling nog acht cent per uur. De vele meisjes die er werkten werden om hun bleke uiterlijk „waspitjes” genoemd. Foto’s die destijds in de fabriek zijn gemaakt, tonen een onbegrensde grauw heid. Twintigste-eeuwse bezoekers uit de buurt bekijken de foto’s hoofdschud dend. „Ja. .zo was dat toen”. Wat er toen ook was, is samenge bracht onder de verzamelnaam „Uitgaan in IJ-IJ” (zoals de Pijp toen nog heette): buurtblaadjes met pikanterie over het ••osre ’even nlus pure roddel. Amusant is in het blad „Psst, Psst” het smeuïige ve,.-,r„l over sam de Vrouwenbeu1 of wel de Jack the Ripper van IJ-IJ. De drankzuchtige rokkenjager heeft zich op een nacht zo ontzettend zitten bezuipen dat hij bij thuiskomst zonder pardon zijn vier maanden zwangere vrouw af ranselt en van de trap afsmijt. Na deze bezigheden trekt hij aan de kuiten en blijft spoorloos. „Psst, Psst” stelt het geval genadeloos aan de kaak en z iet Sam bij wijze van spreken al hoog hangen. IN EEN VAN DE blaadjes staat ook een laconieke, maar indroevige cartoon, die een angstig in nachthemd gehuld meisje op de rand van haar bed toont, terwijl de strenge vader haar iets toe voegt in de trant van „Wat?. Dacht jij je de luxe te kunnen veroorloven vannacht alléén te slapen? Ik heb nog een tientje nodig. Ik heb met ome Dirk afgesproken morgen in Scheveningen naar de storm schade te gaan kijken”. Wat is verder zoal te zien, tentoonstelling? Een fantastisch fotoserie van Bert Nienhuis, die enige tijd met zijn camera door de Pijp heeft gezworven. Het resultaat is een serie sfeerbeelden die de oude buurt niet alleen van de buitenkant laat zien, maar die tevens een kijkje geeft in menige huiskamer. En in een kleine aangrenzen de ruimte wordt de film „De Pijp” van Jan Wiegel vertoond. VAN MEER RECENTE datum is het deel van de expositie waaraan het wijk centrum heeft meegewerkt. Een fotose rie over de actie Ferdinand Bol Auto vrij. die (de actie) destijd de kranten haalde doordat de Ferdinand Bol ver sperd werd door gekantelde autowrak ken. Voorts is er een overzicht van de plannen die gemeente en particulieren in de loop der jaren met de Pijp hebben gehad, in de vorm van tekeningen en stencils. De toekomst van de buurt is onzeker. Officieel is het een zogenaamd „instand- houdingsgebied”, maar wethouder Cees de Cloe van Stadsontwikkeling en Pu blieke Werken, heeft er onlangs aan herinnerd dat medio volgend jaar een voorbereidingsbesluit afloopt, w< er dan geen bestemmingplan voor de^ P'jp zal zijn. De buurt vreest speculatie. De Pijp is destijds grotendeels op basis van speculatie gebouwd, dus een nieuw verschijnsel zou het er niet zijn. Men wi! het echter graag vermijden. Over het „Hoe?” geeft althans de expositie geen uitsluitsel. TUSSEN TWEE HAAKJES: Om de opvatting, als zou de Pijp slechts een verzameling saaie lange straten zijn, te weerleggen, heeft de Gemeentelijke Ar chiefdienst van Amsterdam twee wande- F'ngei door de Pijp uitgezet, die men volgt aan de hand van een geïllustreerde routebeschrijving. Verleden en architec tonische bijzonderheden van bepaalde panden wo-den daarin vermeld. De eer ste wandeling loopt men vanaf de Stad- houde’-sbrug naar de Van Woustraat, de tweede vanaf het Frederiksplein naar Puysdaelkade. Beide routebeschrijvingen kan men bij de expositie voor een luttel bedrag krijgen. SINDS ALLE KRANTEN uit de voormalige „Fleet Street” van Amsterdam de Nieuwezijds Voorburgwal zijn ver trokken, is de Wibautstraat, waar zich weer een aantal heeft gevestigd) eens voorzichtig de nieuwe Fleet Street genoemd, hoewel dat aantal veel geringer is (het gaat slechts om drie kranten, in twee gebouwen) en de sfeer van de Wibautstraat niets te maken heeft met de Nieuwezijds. Niettemin heeft de werklieden van een Brits aannemersbe drijf zijn ter plaatse bezig een rioolpijp te leggen. Ze hebben over de „Amster dam” gelezen en moeten hebben ge dacht: „Kom laat ons eens kijken”. Met hun grove apparatuur tijgen ze op on derzoek uit en halen onder meer een mast, flessen wijn en kanonnen boven. Een conservator van een museum, die in het onderzoeken van scheepswrakken gespecialiseerd is, wordt ingeschakeled. Hij komt tot de conclusie dat het wrak nog voor driekwart gaaf is. De onder zoeker schrijft een boek waarin hij ber ging van het schip pleit. Inmiddels heeft de Nederlandse regering zich als erfge naam gemeld en is Amsterdam bijna jarig. Vooral dat laatste blijkt ineens aanleiding te zijn om genoemde stichting in het leven te roepen. Waarmee we weer terug zijn bij het begin van dit verhaal. EN NU? We laten voorzitter Snijder en secretaris Mastenbroek aan het woord: „Ons land kan een uniek mu seum verwerven, dat behalve educatieve ook economische betekenis zal hebben”. Dat economische element wordt gezien in de vorm van een toeristische trek pleister. „Ook de publiciteit, welke het gevolg zal zijn van de zonder twijfel spectaculaire berging en overbrenging over zee, betekent uit een oogpunt van promotion voor ons land wel zoveel, dat hierin een reden temeer mag worden gezien om de berging van de „Amster dam” mogelijk te maken”. Wat betreft de pecunia, ofwel de poen, wacht de stichting af. Zij meent dat een actie onder bedrijfsleven en „publiek”, zelfs in het gunstigste geval, „slechts” enkele miljoenen zal opbrengen. Het be stuur zou graag zien dat het rijk en de gemeente Amsterdam gezamenlijk in richting en exploitatie van het museum verzorgen. (Dat museum ziet men als onderdeel van het Nederlands Scheep vaart Museum). Pas dan lijkt het de stichting nuttig om acties elders te on dernemen. HET IS DUIDELIJK dat het bestuur van de stichting op een positieve reactie van beide instanties hoopt. Vandaar dat het zijn aanbiedingsbrief bij „Bestek voor thuisvaart” besluit met de woor den: „De ondernemingsgeest van weleer, die inspireerde tot de uitvaart van de koopvaarder „Amsterdam”, moge een stimulerend voorbeeld zijn voor de be sluitvorming over de vraag of de „Am sterdam” ook een thuisvaart zal bele ven.” DE STICHTING HEEFT de resultaten van haar onderzoek neergelegd in het lijvig rapport „Bestek voor thuisvaart” - een pil van ruim 120 bladzijden, verge zeld van een groot aantal technische tekeningen - en dit aangeboden aan de gemeente Amsterdam en het ministerie van CRM. Die - men raad het al - vriendelijk worden verzocht „morele en financiële steun” te leveren, evenals het bedrijfsleven en „het publiek”. Even iets over de eerste en tevens aardtjio’y laatste vaart van het schip. De^.jAmster- j- dam” vertrok op 8 januari 1749 van de rede van Texel voor een reis naar Java Aan boord: 335 mensen, een lading on gemunt zilver ter waarde van (toen) ruim drie ton, 54 kanonnen, een grote hoeveelheid stukgoederen, levensmidde len, wijn, jenever en huishoudelijke ge bruiksvoorwerpen. Vrijwel onmiddellijk kwam het schip terecht in beestenweer dat weken voortduurde. Vijftien dagen na het vertrek verloor de „Amsterdam” haar roer en werd de situatie aan boord onhoudbaar: vijftig man bemanningsle den was al gestorven eh de rest begon grote hoeveelheden van de opgeslagen alcoholica soldaat te maken. Drie dagen latei’ zette de kapitein het schip nabij Hastings op het strand, teneinde zoveel mogelijk lading en menselijk leven te redden. Het zware schip zakte echter zeer snel in het zand en de VOC gaf het al gauw, met lading en al prijs. Einde eerste episode. Dan is het ineens zomer 1969. Twee -J V •X

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 15