Vossen vreten Veluwse pluimveehouders arm Huizen bouwen van golfkarton I ■i door Jan Wonink I Vossen vangen met babyfoon Nertsen Condens PAUL ROHLFS EXPERIMENTEERT MET NOODWONINGEN De eerste Plastics uitsluiten Sr Winter doorkomen Kou lijden 4 I i In het raam naast de deeldeur van de kleine boerderij aan de Meeuwenveenseweg zit een rond gat. Tegen de muur staat een dubbelloops jachtgeweer. Geladen; zo voor het grijpen. Daarmee voert Gerrit van Heli, siereendenfok- ker aan de rand van de staatsbossen ten noorden van Voorthuizen, zijn kleine oorlog tegen de vossen. Want dat dier belaagt zijn broodwinning. En de Veluwse boer ver weert zich met alle listen die het generaties lang mogelijk maakten te leven met het wild. In de grote open rennen op het erf Scharrelen siereenden en sierganzen door het stof. Aan de afrastering hangt een babyfoon. De draad leidt naar het geopende raam van de slaapkamer. - e Op het terrein van de Techni sche Hogeschool in Eindhoven staat een kartonnen huis, levensgroot. Het is geen speel- 'I tuinwerk. De maker van dit merkwaardige project is Paul Rohlfs, student aan de TH, die afstudeert als bouwkundig ingenieur. Deze golfkartonnen woning zal zo zegt Rohlfs wellicht een oplossing gaan bieden voor de snelle hulp bij natuurrampen zoals aardbe vingen en overstromingen. Tot j nu toe moeten de slachtoffers van deze calamiteiten lang wachten op een redelijke nood- i behuizing. De toekomstige ingenieur, die deze activiteit als afstudeerproject heeft ontwik keld, voorziet dat bij het slagen van de proef en vervolmaking daarvan een goede stap is gezet tot snelle hulpverlening. De stille oorlog van Gerrit van Heil M Ij de nertskwekerijen in de omgeving ont snappen soms exemplaren. Deze marter- achtigen hebben geen vrees voor de mens en gedragen zich erg brutaal. „Zo’n nerts klemt zich vast aan de buik van een eend en bijt net zolang tot het dier dood is. Dan maar 129 geschoten. Ik heb hier wat ganzen, eenden en krielkippen op het erf lopen. Als ik een nacht vergeet ze achter slot en grendel te doen ben ik ze de volgende morgen kwijt. Hier vlak bij is een eendenhouder waar op één nacht driehonderd eenden zijn dood gebeten door vossen. Je ziet bij de boerderijen vrijwel geen loslopende siervogels meer. De hoge vossenstand in de Veluwse bossen veroorzaakt een verarming van de fauna op de boeren erven. In het voorjaar had ik hier rond het huis nog achttien kwakertjes (een soort eenden). Ze zijn nu allemaal door de vossen opgevreten. Je kunt hier niets meer om de deur hebben lopen”. Van Galen zegt zo’n hoge vossen stand nog nooit eerder te hebben mee gemaakt. Men ziet de vossen hier, zegt wordt de hals het eerst aangevreten. Die vinden ze zeker het lekkerst!”. Eens schoot hij een énorme reu. Van kop tot staart één meter tien. Deze nerts had al voor 600 talingen (een kleine eendesoort) gedood voordat hij sneuvelde. hij, onder Voorthuizen, op klaarlichte dag door de weiden trekken. Hij cij fert me voor hoeveel voedsel de moer vos aansleept als ze een nest met jon gen heeft te verzorgen. Wel zestig stuks in de week, zowel tam gevogel- tje als wild. De babyfoon doet ook goede diensten als nerts of bunzing de rennen binnendrin gen. „Bij zo’n kleine nerts”, zegt Van Heil, „schiet je nog wel eens mis. Als je buiten komt weet je echter meteen dat het raak is geweest, zo stinken die krengen dan”. Het zijn niet alleen de vossen die zijn broodwinning belagen. In één winter schoot hij eens dertig verwilderde katten af die door campinggasten waren achter gelaten en de buurt onveilig maakten. Van drukt, „er keihard tegenaan te gaan”, ontstond met een telefoontje uit de Nieuwmarktbuurt dat een verzoek inhield om wat woninkjes op te zetten. Ofschoon dat er door het aflopen van die kwestie niet van kwam, was het onderzoek weer volledig op gang. Het werd toen een inspannend anderhalf jaar. Karton is onderzocht op verpak- kingseigenschappen, doch nu moest worden nagegaan hoe het zich hield bij variaties in luchtvochtigheid en tempe ratuur. Hoe het zou moeten worden behandeld aan de buitenkant tegen vocht, hoe aan de binnenkant tegen condens. Damp- en warmteweerstand moesten worden nagegaan. De stap van onderzoek naar experiment werd ondernomen. Op 8 september werd een kartonnen huisje gebouwd. Het bestaat uit twee gekoppelde elementen van drieëneen half bij drieëneenhalve meter vloerop pervlak. Kartonnen lagen zijn water vast op elkaar gelijmd. De wanddikte is bepaald door voorhanden zijnde profielen voor ramen en deuren, onge veer 53 millimeter. Een dikkere wand zou ongetwijfeld meer isolatiemoge lijkheden bieden, doch van een spuiten van dikkere profielen is voor de proef nog afgezien. De buitenzijde is met een betonverf bestreken die elastische eigenschap pen bezit, de binnenkant met gewone muurverf. Onder de kartonpanelen is k ii vi K al a' g' s< V k b n h g ei e v e v c n 1: „Als er ’s nachts onraad is”, zegt Gerrit van Heil, „beginnen de woerden het eerst te kwaken. Dan vallen de eendjes in. Een enorm gesnater klinkt uit de babyfoon bij het bed. Gerrit gooit de dekens opzij, springt naar de deel en steekt de dubbel loops door het gat in het raam. Soms met een slaapdronken kop dondert hij zichzelf wakker. „Je bent altijd te laat!” zegt hij. „Zo’n vos heeft dan al een eend in de bek. Maar hij gaat er wel aan. In het flauwe licht van de buitenlamp ziet Van Heil het silhouet van een vos. „Als je maar licht op je geweer hebt”, zegt hij, „lukt het best!” Ze stalen hem de eenden vlak onder het slaapkamerraam weg. Sinds de babyfoon in gebruik is, slagen er echter nog maar weinig vossen in het erf met hun buit te verlaten. Bij zijn boerderij sneuvelden tot nu toe een stuk of twaalf vossen. Een enkele keer blijft het schot erin. „Dan ben ik zo slaapdronken dat het niet verant woord is de trekker over te halen. Daar heb ik leergeld voor betaald. Eens schoot ik toch en toen lagen er negen eenden dood en de vos ging er tussenuit!”. Het begon allemaal een jaar of vijf geleden. In die tijd had eigenlijk nog nooit een van de boeren rond Voorthuizen noch de jagers in de staatsbossen een vos gezien. Maar bij Gerrit van Heil werden in een paar nachten 160 eenden weggehaald. De eerste keer veertig. Hij liep de volgen de morgen door de weide en dacht: ver rek, opeens overal molshopen. Hij schopte het opgeworpen zand weg en toen kwam er een dode eend uit. Hij vond er zo twintig, die de vos had begraven. Toch wilde niemand geloven dat er een vos in het spel was. Zelfs de jagers niet. Gerrit, zeiden ze, het is gewoon een kat. Maar Van Heil vond tandafdrukken in de lijfjes van de dode eenden. Aan weerskanten. Een kat kan een eend nooit helemaal in de bek nemen. Toen er weer eens twaalf eenden uit de ren waren verdwenen, postte zijn vrouw een nacht bij het raam. Zij zag een vos het erf oversteken. Gerrit van Heil haalde zijn jagende broer erbij. Die hield een nacht de wacht, maar de vos kwam aan de verkeerde kant de ren binnen. De Veluw se eendenfokker zaagde een gat in de wand van het broedlokaal. Een koude hebben is emorm. Bij het uitgraven van een vossenest vond men konijnen, hazen, eenden, waterhoentjes en ree- kalfjes, in totaal dertig stuks. Alles verse voorraad”. „In een gebied rond Voorthuizen, Putten, Garderen, Speulde, Uddel en Stroe werd in het kalenderjaar 1975 een aantal van 391 vossen gedood of gevangen. Het bestuur van de GBTB is van mening dat het de hoogste tijd is om gezamenlijk hier maatregelen te nemen, anders is over enkele jaren de schade niet meer te overzien!”. „Het aantal gedode vossen in dit gebied zal dit jaar zeker c|e 600 over schrijden”, zegt Van Galen, wiens gemengd boerenbedrijf met de naam Bleekenstein op de gevel net buiten het Westveluwse dorp Voort huizen staat. „En in 1974 werden er eigenschappen bezit. Het is bijvoor beeld goed te snijden en te buigen en wat evenzeer telt, goed te recyclen en dus „milieuvriendelijk”. Hij begon het onderzoek, zo horen we, vol enthousiasme, doch twijfels bleven niet uit. „Op een bepaald moment”, zegt Paul Rohlfs, „sta je zelfs gewoon stil”. Een extra stimulans om, zoals de ingenieur dat zelf uit- brugging zou kunnen vormen voor de tijd die vergaat tussen het acute, maar zeer tijdelijke hulpmiddel dat een tent is, en het opnieuw ter beschikking komen van een permanente woongele genheid. Het zou een snel te construeren hulp middel moeten zijn dat diende te vol doen aan elementaire wooneisen. Daarbij zou het een zekere duurzaam heid moeten bezitten, doch niet zo lang meegaan dat de stimulans en noodzaak tot permanente maatregelen voor nieuwbouw zouden verslappen. Dit sloot voor de heer Rohlfs het gebruik van bestendige materialen zoals bij voorbeeld plastics uit. Bij het zoeken naar een bruikbaar tijdelijk materiaal dacht hij terug aan München en begon met karton te experimenteren. Litera tuuronderzoek leerde hem dat in de geschiedenis al vaak is geprobeerd om iets van karton te fabriceren. Er bestaat zelfs een compleet boekwerk over „paper houses”. Het bleek hem dat over karton als materiaal weinig bekend was, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld beton, waarvan men zowat alles weet. Voor zijn experimenten en onderzoeken naar de eigenschappen van karton kon hij gebruik maken van de uitstekende outillage die de Technische Hoge school hiervoor biedt. Hij bestudeerde nauwkeurig de produktie van cellulose en onderzocht ook de voor de produk tie gebruikte machines. De eerste impuls is uitgegaan van kartonnen bouwseltjes die Rohlfs via de televisie, zag gebruiken bij de Olym pische Spelen in München. Daar komt dan bij, dat berichten over rampen overal ter wereld die mensen van hun onderkomen beroofden, hem tot nadenken hadden gestemd. Hij begon te zoeken naar een tussenoplossing die in dat soort omstandigheden een over- Volgens hem vergadert het Land bouwschap binnenkort over deze kwestie. De GBTB-secretaris uit Voorthuizen hoopt op een sneeuwrij- ke winter, waardoor het jagers en jachtopzieners mogelijk wordt de spo ren van de vos te volgen en het dier onschadelijk te maken. Ook moet vol gens Van Galen de premie voor gedo de vossen omhoog. Die staat nu op 15,-. Veel te laag, vindt hij, want een preparateur telt er al gauw 50,- voor neer. „Het zal u waarschijnlijk bekend zijn dat er op de Veluwe de laatste jaren steeds meer overlast van vossen ondervonden wordt. De schade die verschillende landbouwbedrijven ondervinden wordt jaarlijks groter en de aanslagen die gepleegd worden op de in het wild levende fauna nemen steeds grotere vormen aan!”. Dat schreef Johan van Galen, secre taris van de afdeling Voorthuizen van de Christelijke Boeren- en Tuinders- bond dezer dagen aan allerlei over heidsinstanties en besturen van standsorganisaties. „Door hongerige vossen”, zo ging hij verder, „worden heel wat ganzen, eenden, fazanten, sierkippen en wat er al op de boere nerven losloopt gedood en wegge sleept. De hoeveelheid voedsel die nodig is wanneer de vossen jongen andere pakken. Ik heb er eens een onder schot gehad, die drie eenden had gedood voordat ik ’m neer kon leggen. Zo snel gaat dat in zijn werk”. Hij heeft wel vossen in volle ren zigzag gend over het karrespopr zien naderen, alsof ze een eventuele schutter wilden misleiden. Bijna altijd komen ze omstreeks middernacht het erf verken nen. Een paar uur later stormen ze opeens vanuit de ruigte op de ren af. „Als je buiten op ze zit te wachten, komen ze niet. Blijf je binnen, dan komen ze!” Gerrit van Heil schoot jaren geleden zijn eerste eendendief. Een ouwe oom van ’m, opgegroeid in de Veluwse wouden, zei toen: „Nu hebben ze eenmaal de loop bij je. Nu komen er meer!”. Gerrit nam dat voor kennisgeving aan. Maar die ouwe kreeg wel gelijk! Honderden loop- en siereenden hebben ze de laatste jaren bij Van Heil te pakken' gekregen. „Het is een kwestie van secon den. Je stapt je bed uit, grijpt het geweer en dan moet je meteen schieten. Anders is de vos weg!”. Hij vertelt van een boer in Beekbergen die een stel sierganzen kocht en ze bij huis losliet. De volgende morgen waren ze alle maal gedood door een vos. De man plaat ste een doorloopkooi en ving er dertien vossen in- En van eendenfokker Klaas van Wikkelaar in Voorthuizen die een hoogzit bouwde bij zijn bedrijf, daar ’s nachts ging posten en vijf vossen neer schoot. „Ik hou van de natuur”, zegt Gerrit van Heil. „Ik heb vaak geboeid toegekeken hoe zo’n vos jaagt. Eigenlijk vind ik het erg interessant. Maar het is wel een kost bare ervaring”. Van Heil heeft daar bij Boeschoten in de luwte van de Veluwse bossen een bedrijf met 25 paartjes siereenden, 12 koppels sierganzen en nog een stuk of zeventig sierfazanten. De eende- en gan- zeëieren worden in de broedmachine een dag of tien voorgebroed. De resterende broedtijd wordt door een krielkippetje, waarvan er tachtig op het bedrijf zijn, uitgezeten. Ganze- en eendeëiren kunnen niet helemaal in een broedmachine wor den uitgebroed. De kuikens komen wel uit maar gaan na een week of drie toch dood. Al snel werd hem duidelijk dat hij zijn onderzoek diende te beperken tot het materiaal dat hier te lande bruik baar zou zijn in het eigen klimaat, omdat de klimatologische omstandig heden in de wereld nogal wat uiteenlo pen. Zo kwam hij tot de toepassing van het normaal in de handel zijnde stan- daardprodukt golfkarton dat, zo luidt zijn conclusie, duidelijk constructieve een houten vloer met een houten opstand geconstrueerd, zpwel om aan een voldoende hoogte te komen als om de stootkracht aan de onderkant te vergroten. Het is een tijdelijk, kwets baar bouwsel, dat in een gecontroleerd milieu of op bewaakt terrein moet wor den gesitueerd in verband met mogelij ke beschadigingen. De materiaalkosten raamt Rohlfs op ongeveer 3000 gulden, de produktie- kosten bij een serie van 50 elementen van 3,5 x 3,5 meter op 2 a 3000 gulden. De totaalprijs dus rond de 5 tot 6000 gulden per stuk. Een element kan met vier mensen in een halve dag worden opgezet als de onderdelen gereed zijn. Koppeling is horizontaal onbeperkt mogelijk. Het geheel is omschreven in een afstu deerverslag van ongeveer 150 pagina’s, erg gedetailleerd en voorzien van teke ningen. Er komt nog een bouwverslag. Voor Paul Rohlfs is dit werk nu officieel afgelopen. Het is verder een kwestie van evalueren, van controle ren ook hoe het bouwsel de winter doorkomt. Nagaan waar de plaats van karton is tussen andere bouwmateria len. Zelf wil hij nu graag terug naar de studie van noodwoningen voor ontwik kelingsprojecten, goedkope woningen enz. Hij is verkennend bezig met wat op di^ gebied op de wereld zoal tdrioen is en met solliciteren. Want de 25-jarige ingenieur Paul Rohlfs is op dit moment werkloos en „loopt in de ww”. winternacht lang zat Van Heil daar en loerde over het erf. Om een uur of twaalf kwam de vos even bij de boerderij. Ver kennen! „Dat doen ze altijd”, zegt Gerrit van Heil. Een paar uur later rende het dier opeens tussen de eenden door, dreef ze, zoals een herdershond een kudde scha pen, allemaal in een hoek, stond even naar de snaterende platbekken te kijken, pakte er een en wilde verdwijnen. In het gat in de wand van het broedlokaal flitste toen het mondingsvuur van de dubbelloops - De Veluwse boer heeft die winter van 1972 heel wat kou geleden. Nu de baby foon in gebruik is, maken de eenden hem wakker als er onraad is. Steekt Van Heil de loop uit het raam op de deel, dan is daarbuiten altijd een vos die al wat heeft gevangen. De vossen beginnen meestal begin november met hun rooftochten. Begin juni knalt het geweer van Gerrit van Heil niet meer in de zomernacht. Want als de vele campings in de buurt volstro men, wordt het de vos te onrustig. Hij blijft weg. Pas als de laatste campinggas ten zijn vertrokken krijgt de eendenfok- kerij van Van Heil weer ongewenst bezoek. „Er zijn „broodvossen” zegt hij, „die alleen komen om een eendje mee te nemen, en er, zijn „lustmoordenaars”, die door de ren draven, een eend grijpen, doodbijten, opzijwerpen en weer een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 18