Yoga in alle soorten
Knap getekende boeken uit
in tal van boeken
binnen- en buitenland
Boeken over buitenlandse politiek
over tuinen
Encyclopedie
WIJ
en Trotski
ONTVINGEN
Biografieën
over Lukacs
„Drie verschrikkelijke dagen
Vöf“
VINGfflS"
KEEN
van Guus Kuijer boeit sterk”
Klaus Rainer
Kinderen in een warnet van leugens
Röhl over „Kronkret”
AJ
9
MAANDAG
NOVEMBER
8
1 976
Ademende mens
De meeloper
Beter slapen
Psychosomatisch
WIJ ONTVINGEN
Geneeskunde
bby
•n
net
goed
td.
Bezit maakt
niet gelukkig
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboeken
boekenboeken
boekenboeken
boekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
NwBSbI I studenten
beweging in de Duitse bonds-
republiek.Over Ulrike
Meinhof, ex-echtgenote van
Klaus Rainer Röhl.uitgever
van het linkse tijdschrift
‘Konkret:
m w T'
i 1
5,95
:isex-
daan-
HEIN STEEHOUWER.
i voor
kwijk.
lllllllllllllll
QUERIDO AMSTER-
beeld
lllllllllllllll
MIEP DIEKMAN
Een informatief voorleesverhaal
je het begrip prins vertaalt in
geïsoleerde, verwende kind, en
begrip koning in de figuur die
beter weten moet.
C
o
o
Ob
o
o
o
o
Oe
0
Oe
0
0
o
o
3b
0
0
3a
0
0
0
0
0
0
3d
0
0
0
o
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
10
10
iO
10
10
*0
o
o
K)
K)
30
10
10
>0
30
»a
30
>0
>0
>0
30
>0
30
30
0
O
o
o
<3
O
O
als
het
het
het
het
mooie
Japanse
gaat ze
}LEM,
■3.
^ATIS
81,0
137,0
635
9,0
«5,1
153,0
16,1
70,t
38,0
133,0
935
108,0
u
224,0
415
6.1
1141
45J
75,3
141,1
86,0
65,1
47J
57J
31,1
99,1
212,1
130,1
1445
24,-
130,1
74J
183.1
boek
maar
extra
hnische
ten val
len. De
It moel-
uvel de
■n.
t
65,
58,1
55,5
67,1
435
51.4
671,0
57,0
82,0
74,0
71J
31J
18,8
184,4
31J
57,01
86,01
70,3
44,0
201,01
145.0
149,01
88,00
238,01
62,4(
83,01
180,01
170,01
34,11
186,50
83,01
111,
148,50
39,01
90,50
102,90
87,91
67,01
261,00
30,50
14621
232,30
174.50
80,00
39,80
57,50
290,00
360,00
181.00
86,00
bloedige gebeurtenissen in dit deel
van de wereld hebben geleid en nog
zullen leiden, de slachtoffers van die
gebeurtenissen en de toekomstver
wachtingen van Israel en de Palestij -
nen, dat alles wordt boeiend en vlot
beschreven met de vaardigheid van
een verslaggever, wat Van Mierlo ook
in feite is. Hier en daar zeer subjec-
IN OKTOBER ’75 schreef Jan Kui
per, toen onze redacteur in Bonn, een
vernietigende kritiek over het boek
„Die Genossin”, waarin de ex-man
van de inmiddels overleden Ulrike
Meinhof, de uitgever Klaus Rainer
Röhl, „op geen enkele wijze bijdroeg
tot een beter begrip van Ulrike Mein
hof”.
Op dit thema worden aardig wat
„Zal ik je leren broodbakken?” door
Kurt Baumann met platen van Luis
de Horna (uitgeverij Junk) brengt als
geneesmiddel voor de kwaal dat je
beter een eerlijk handwerk kunt le
ren. Het miezerige ettertje van een
prins, bedorven door pa de koning,
komt op het goede spoor als pa hem
vraagt een brood voor hem te bak
ken. Behalve een echt recept schetst
Baumann ook de manier van brood
bakken. Zo laat de koning zijn zoon
diverse ambachten leren tot zoonlief
zijn vader overhaalt ook een opge
wekt handwerk te gaan beoefenen.
Tristes sa”,
van een
„Vijf vingers....” is zo een soort
autobiografie van Röhl geworden, zij
het incompleet, en daarvan uitgaande
kan je er best genoegen aan beleven.
(P.A.W.)
UITGEVERIJ HEUFF NIEUWKOOP
Een autobiografie van de jeugdja
ren van Jo Juda, tot voort kort eerste
concertmeester bij het Concertgebouw
orkest, onder de titel: „De Zon
stond nog laag”- Behalve dat het een
bijzonder aardig en menselijk verhaal
is, geeft het boek ook een stukje
maatschappelijk en sociaal leven
weer uit de twintig en dertiger jaren.
Ook een klein boekje is „Yoga 2”
van Hans Wesseling met foto’s van
Hans Götze, evenals „Yoga 1” bij
Bert Bakker in Amsterdam versche
nen. Wesseling is een gezochte leraar
en hij geeft zijn korte lesjes dan ook
geheel vanuit de praktijk zonder diep
in te gaan op de filosofieën, die er
achter liggen. Ook weer een handige
inleiding voor beginners in het lezen
over Yoga.
Al heeft de Rotterdamse uitgeverij
Lemniscaat de laatste jaren ook een
uitstekend jeugdboekenfonds opge
bouwd, waarover met regelmaat de
zegen van gouden en zilveren griffels
neerdaalt (Jan Terlouw, Thea Beek
man, Anke de Vries, Preussler om er
maar enkelen te noemen), toch zal
Lemniscaat vooral bekend blijven
door zijn opvallende prentenboeken
en door zijn inzet om Nederlandse
illustratoren en auteurs daarbij een
kans te geven.
Uiteraard vallen de yoga-begrippen
ook uitstekend toe te passen binnen
De 15-jarige Jos uit het betere
bourgois-milieu geeft zich tegenover
de 17-jarige Marion, ateliermeisje en
dochter van een werkloze, uit voor
een 18-jarige autotester. Marion
speelt de leugens mee, maakt van
zichzelf een modeontwerpster. Dit je
zelf groothouden van de tieners ver
dubbelt Kuijer, hier en daar tot in
het groteske, in zijn schetsen over de
beide families. Waar het om die vol
wassenen gaat, blijft het mij te lang
na de inzet teveel cliché, te zwart-wit.
Dat verdoezelt zelfs de spanning van
het gegeven niet.
Jos pikt de Mercedes van pa omdat
Marion zo serieus op zijn leugens
ingaat. Met hun groothouderij hebben
ze vanaf het eerste moment de weg
naar elkaar versperd, al lijken ze
prentenboeken opgezet. „Maar het
zijn altijd mensen die al .van alles
hebben, die jou leren dat bezit niet
gelukkig maakt”, hoor je van de
bezitlozen, onder wie ook kinderen.
Wie dieper doorleest dan de schets
matig aangezette situaties zal ook zo
hard niet meer lachen om de rake
klappen die er verbaal worden uitge
deeld. De verschrikkelijke dagen du
ren langer dan drie alleen. Het is de
periode vanaf geloven in een waterp-
aard en denken: „Alle grote mensen
zijn verkleed. Straks doen ze die
malle pakken en jurken uit en dan
zijn ze gewoon, net als ik. Dan gaan
we spelen.” tot aan het voorgoed
vastgebakken zitten in een warnet
van leugens om jezelf groot te hou
den.
Waarom? Kuijer laat die vraag
voor zijn lezers liggen. Zijn boek is
als een sein ONVEILIG, samengebald
in dat ene zinnetje, waarin Jos maar
het liefst niet meer zou willen be
staan, zo heeft hij zich met zijn
gedraai naar alle kanten onmogelijk
gemaakt. Met andere woorden: je
kan net zo goed dood zijn. Maar wie
even terugdenkt in het verhaal stuit
op de onverzettelijkheid van Jos’ va
der om Marions dood te accepteren.
Dood hoort niet bij leven, het is
onzin het te accepteren. En wie dit
wel doet, liegt. Op dit punt schrijft
Kuijer vader en zoon naar elkaar toe.
Terecht, want zolang er leven is, is er
hoop.
„HET NIEUWE GROTE TUIN-
ABC”: Uitgeverij In de Toren, Baarn.
Een oorspronkelijk Engelse uitgave
met meer dan 500 gekleurde platen
in groot formaat, voor Nederlands
'ondsen
3.30
Meedoen uit laksheid, omdat je er
geen eigen mening op na durft te
houden op die gedachte hebben
Harve en Margot Zemach een oud
gegeven opnieuw gebracht in „Kijken
voor een stuiver” (vertaling Bob den
Uyl, uitgeverij Querido). De roodhari
ge slimmerd stelt zijn broer, de luie
nietsnut, voor in het land van de
éénogigen een man te vangen en met
die man in een kooi een smak geld te
verdienen. De L.N. heeft zo zijn te
genzin, maar laat zich meeslepen. En
als de éénogigen hen vangen en zijn
broer in een kooi te kijk zetten, laat
hij zich even duldzaam achter de
kassa vastpinnen. Een gaaf boekje,
waarbij je heel wat minder gave
toestanden (zoals uitbuiten van wat
anders is) ter sprake kunt brengen.
MIEP DIEKMANN.
Wat aan de schilder Arnaud Laval
opvalt in zijn weergave van Jacqueli
ne Held’s sprookje: „Sprotje” is de
geraffineerde vlakkenopbouw. Hoe
hierdoor met kleuren diepte en bewe
ging is bereikt, grenst aan het tover
achtige. De vissersjongen Sprotje ziet
niet graag dat zijn vrienden de vissen
door zijn vader gevangen worden. En
liever dan een jongen met zijn verve
lende plichtjes is hij een vis. Wat
gebeurt. Zelfs met een lolly en knik
kers kan zijn vader hem niet terug
lokken. Vader gaat in een wijngaard
werken en alles komt goed. Daarvoor
is het een sprookje en geen econo
misch verslag van de EEG. De vloei
ende vertalingen van deze drie boe
ken zijn alle van L. M. Niskos.
SINDS TWINTIG jaar gaat het als
een golf over de gehele wereld, de
beoefening van yoga. Het gaat dan
om veel meer dan een wonderlijk
soort statische gymnastiek, oefenin
gen op de plaats, die zowel het li
chaam als de geest moeten stalen en
die voor alles ontspanning van die
twee-eenheid beogen. Als alles op dit
gebied verschenen boeken niet alleen
worden gelezen, maar de daarin ver
vatte raad ook wordt opgevolgd, dan
telt het Westen vermoedelijk veel
meer yoga-beoefenaars dan het Oos
ten. Daarbij blijft het om het even of
men die yoga-beoefening tevens wil
zien als een religieuze beleving. In dit
geval volgen er nog yoga-typen die
weinig met het lichaam, maar alles
met concentratie en meditatie te doen
hebben. Op de merites daarvan ga ik
nu niet in, dat deed ik al in eerdere
boekbesprekingen. Daarom in het
kort hieronder weinig meer dan titels
een aankondigingen.
Helen Knopper schreef voor uitge
verij Bert Bakker „Lexicon van de
yoga”, met als ondertitel „Een ver
klarend handwoordenboek”. Helen
Knopper weet er heel veel van en
zo’n boek als het hare is een goede
gids om thuis te raken in het typi
sche jargon, dat ze overigens niet
alleen aan yoga, maar ook nevenlig-
gende begrippen ontleent.
Op het verband tussen yoga en
psychomatiek gaat ook John Mum
ford in „Yoga psychomatisch”, ver
schenen in de serie Ankertjes (f 7,50),
de smalle zakboekjes van Ankh-Her-
mes in Deventer. Hij is sterker oos
ters geörienteerd dan sommige hier
boven genoemden, bespreekt niet al
len asana’s, maar ook de werking
van de chakra’s en andere aan de
Indiase filosofie ontleende begrippen.
Het is een klein boekje, maar dat
dwong de schrijver tot de zo nuttige
beperking, waardoor het wellicht een
inleiding voor beginners is, die daar
na de „hoofdwerken” op dit gebied
gaan lezen. Wim Gijsen is de verta
ler.
UITGEVERIJ
DAM
Weer een herdruk van een van de
bekende boeken van Herman de Man:
„Heilig Pietje de Booy”, het is de
achtste in deze uitgave, waarvan de
mooie banden verzorgd werden door
Bert Bouman. Eerder verschenen in
deze zelfde uitvoering: „Rijshout en
Rozen”, „Manie of hoor ook de we
derpartij”, „De kleine wereld” en „De
barre winter van negentig”, „Een
Stoombootje in de mist” en „Scheeps
werf De Kroonprinces”, „De Koets”.
29.50).
Eriige herdrdkken in de bekende
Salamander-reeks van deze uitgever:
Paul Leautaud; „Jeugdliefde”. Marnix
Gijsen: „De man van overmorgen”'
Leo Vroman: De adem van Mars”.
Pearl S. Buck: „De Moeder”. In de
nieuwe uitgaven noemen we: Helene
Nolthenius: „Weekend op Waldegg”,
een roman die zich afspeelt in vrij
onbekend en afgesloten stuk Zwitser
land.
Marie-Sophie Nathusius: „Een fout
in het kadaster”, het verhaal van een
vrouw ,die moeilijk contacten kan
leggen, eigenlijk niet meer opgewas
sen is tegen haar eigen innerlijke
chaos en de strijd tegen de machten
van de voor haar gevoel zo onper
soonlijke wereld.
Inez van Dullemen beschrijft in
„Vroeger is dood” heel intens, maar
sober de aftakeling en ontluistering
van een ouder wordend echtpaar,
haar ouders, die in een bejaardenin
richting en ziekenhuis hun demente
ondergang doormaken, 17.90).
Cornells Goslinga( „Taparae en an
dere Antilliaanse verhalen”).
gebruik vertaald en hier en daar aan
Nederlandse omstandigheden aange
past. Ogenschijnlijk een boek dat het
eerste en laatste woord spreekt op
het gebied van tuinen en planten, een
soort standaardwerk voor de tuinier,
maar in sommige opzichten ook een
bron van teleurstellingen Omdat
de afbeeldingen te perfect zijn om
waar te wezen en de werkelijkheid
altijd toch heel wat minder is dan dit
prachtige boek wil doen geloven.
Merkwaardig genoeg vonden we in
het inhoudsregister niet het woord
„gazon”, terwijl het aanleggen en on
derhouden van een mooi gazon toch
altijd voor de meeste tuinliefhebbers
nog een van de moeilijkste karweitjes
is, dat heel wat meer kennis vraagt
dan het kleine stukje tekst in dit
juweel van een boek onder „gras.”
Het is een kostbaar boek, waarin
eigenlijk veel meer staat dan de par
ticuliere tuinaanlegger nodig heeft en
blijkbaar toch ook weer heel wat
minder dan voor een praktische
vraagbaak noodzakelijk is. Maar mooi
is het boek wel, mooier dan tot
uitdrukking komt in de prijs: 29,50.
Daarvoor krijgt men een encyclope
die met adembenemende platen en
een overvloed van tekst.
Dokter Rama Polderman is in ons
land een overbekende figuur als „yo-
gistlsche” arts die tal van lezingen
heeft gehouden. Voor De Driehoek in
Amsterdam schreef hij „Ontspannen
slapen door yoga”, uitgegeven in sa
menwerking met de Stichting Yoga
en Vedanta in Haarlem.
Het gaat bij Polderman in dit
boekje vooral om slaapstoornissen te
overwinnen door ontspanning. Eerder
reeds was er van hem een grammo
foonplaatje met een door hem uitge
sproken (en zeer werkzame) slaapver
wekkende toespraak, indien men al
thans dat plaatje vlak voor het sla
pen gaan naast zijn bed laat afdraai
en. Zo’n plaatje op 33 toeren is bij
het boekje (van 15,-) gevoegd. Bin
nen zijn soort is het boekje heel
goed, ook door de praktische nuchter
heid waarmee het is geschreven.
Van Rama Polderman verscheen
ook bij De Driehoek de paperback
„Doe zelf yoga” 25,-). Dit boek
geeft een hele serie oefeningen, zo
wel ademhaling als asana’s, goed ge
fotografeerd en heel duidelijk be
schreven. Het zijn dezelfde lessen die
velen al kennen uit de yoga-centra
die mede door Rama Polderman zijn
opgericht. Ook dit boek is weer ver
schenen in samenwerking met de
Stichting Yoga en Vedanta in Haar
lem. De kenners weten nu uit welke
richting dit „Oriente Lux” komt.
Voor de niet-kenners; het boek is
geschreven door een arts die er alles
van weet en die behalve voor de
medische aspecten ook oog heeft voor
„Zelfkennis door waarnemen van het
denken, het gevoel en het fysieke
lichaam”, zoals de ondertitel van het
boek luidt.
aanpakt. Nadruk in platen ligt vooral
op de voeten, wat een letterlijk over
weldigend effect oplevert.
Aan „Als je maar vriendjes hebt”
van Waechter kunnen kleuters vanaf
vier jaar al een macht plezier bleven.
Want er zitten een paar knipbladzij-
den in (wel even meehelpen), waar
mee je het verhaaltje over de vis, de
big en het vogeltje in scène zet.
Ook voor eerste-klassertjes straks
een mooie leesstart. „Het sprookje
van de wondervogel”, verteld door
Peter Fedor en geschilderd door Ver
onica Leo slaat met al zijn poëtische
tussentonen toch op een stuk harde
werkelijkheid. De vogel, die met zijn
gevallen veer geluk brengt, wordt op
raad van een wijze man gevangen.
De stad versombert, de mensen ver
killen tot de vogel in zijn kooi ver
brandt. Leo heeft deze twee elemen
ten van hebben en zijn duidelijk
herkenbaar al voor kinderen van
af vijf jaar uitgebeeld, niet alleen
in de vormen, maar ook in de kleu
ren.
IN DE IMAGO-REEKS va nde uit
geverij Het Wereldvenster in Baarn
(„Biografieën van denkers en doeners
die het beeld van onze wereld ingrij
pend wijzigden”) zijn werken ver
schenen over twee figuren, die veel
gemeenschappelijk hadden en toch in
nog veel meer van elkaar verschil
den: „Trotski” door Harry Wilde en
„Lukacs” door Fritz J. Raddatz.
Trotski (geboren als Lev Davido-
vitsj Bronstein) was de vijfde van
acht kinderen uit het gezin van een
Russische joods boer, een analfabeet.
Hij werd in 1879 geboren, was in 1905
reeds een van de leiders van de
Peterburgse Sovjets speelde samen
met Lenin een leidende rol in de
bolsjevistische revolutie, werd volks
commissaris (van defensie en van
buitenlandse zaken), werd in 1929
verbannen door Stalin en tenslotte in
1940 in Mexico vermoord.
Georg Lukacs werd in 1885 geboren
in Boedapest in een welgesteld gezin,
een joodse bankiersfamilie. Hij ont
wikkelde zich tot een filosoof die het
marxisme trachtte te „humaniseren”
en werd nog voor zijn dood in 1971
beschouwd als een van de belangrijk
ste marxistische esthetici van deze
eeuw.
Hij was hoogleraar in Moskou, lid
van het Hongaarse parlement en mi
nister onder Nagy, werd door Moskou
naar Roemenië gedeporteerd maar
keerde in 1957 naar Hongarije terug.
Beide boeken zijn uitgebreid geïl
lustreerd en voorzien van registers,
bibliografieën en noten. Elk
apart is uitstekend leesbaar,
samen gelezen geven ze een
perspecief aan de belangrijkste stro
mingen in een tijdvak, dat van beslis
sende invloed is geweest op de wereld
van vandaag. Jammer is, dat de ver
taling van „Trotski” wemelt van de
germanismen. P.A.W-
door hetzelfde blok aan hun ziel aan
elkaar gebonden. Marion kan aan Jos
niks kwijt over haar ellendige werk;
over de glibberige chef, die haar
achtervolgt en haar er figuurlijk en
ietterlijk onder probeert te krijgen;
over haar zakkige vader en het eeu
wige gezwets over de jeugd van te
genwoordig die het toch zo gemakke
lijk heeft; over dat vreemd soort
liefde bij haar thuis dat tegen alles
bestand schijnt te zijn. (Op die
hoofdstukken en scènes over Marion
drijft het boek).
UITGEVERIJ AGATHON BUSSUM
Jack Kerouac:
droevige verhaal
Mexicaanse, een stukje menselijke
tragiek, temidden van junkies en al
coholici. 12.50).
„Ontspanning in Europa” door H.
v.d. Velden en H. A. Visée. Het We
reldvenster, Baarn. (Deel van de serie
„Anatomie van de Toekomst” onder
redactie van de hoogleraren dr. B.
Delfgaauw, dr. A. J. Nijk en dr. J.
Speraa Weiland).
De lezer krijgt in dit omvangrijke
boek een deskundig en analiserend
overzicht van de ontwikkelingen, die
geleid hebben tot de huidige periode
van ontspanning tussen de grote mo
gendheden via de conferentie van
Helsinki in augustus 1975. Bovendien
wordt een verantwoord zorgvuldig
onderzoek van de verwachtingen ge
boden, waardoor een totaalbeeld van
de situatie ontstaat zoals die uit
brokstukken van dagelijkse nieuws-
geving moeilijk op te bouwen valt.
De gecompliceerde somenstelling van
het Verdrag van Helsinki de formu
leringen waarin de diverse bepalingen
vervat zijn en de visie die rondom
deze toch -wel als een belangrijke
historische episode in de geschiedenis
van Europa en de wereld kan worden
ontwikkeld zijn in een zo helder
mogelijke samenvatting bijeenge
bracht. 24.50).
Harry van Mierlo; Macht en mani
pulatie in het Midden-Oosten” (Aga
thon, Bussum, 19,50).
De interne mochtsverhoudingen in
het Midden-Oosten, de manipulaties
van Arabische en niet-Arabische lan
den, de invloeden die mede tot de
de geneeskunde, omdat een ontspan
nen geest en lichaam heilzaam zijn
bij het bestrijden van ziekten. De
psychosomatiek leert dat ook, in het
bessf dat lichaam en geest geen ge
scheiden grootheden zijn, maar voort
durend op elkaar inwerken.
Jijrg Wunderli schrijft daar helder
over in „Yoga en geneeskunde”,
noemt natuurlijk de ademhaling als
zeer belangrijke factor, daarna be
spreekt hij diverse gezondheid bevor
derende houdingen en het nut van
meditatie als psychotherapie. De
Driehoek in Amsterdam gaf dit nutti
ge boekje, vertaald door H. J. van
Hooch Cate, als paperback uit voor
10,-.
De laatste Nederlandse aanwinst is
„Bennie en zijn ganzen”, geschilderd
door de jonge Ivo de Weerd bij een
soepel, levendig, zeer eenvoudig ge
houden verhaal van Tjerk en Nico
lette Zijlstra. Zoals Bennie op zijn
zesde met zijn even oude gans Gak
de wereld intrekt, kunnen ook de
jonge lezertjes (vijf tot acht jaar) via
het ganzenbordspel met aanwijzingen
op het achterschutblad door de we
reld gaan. Wat opvalt aan de Weerds
platen is, dat ze niet zo uniform van
stijl zijn als in de meeste prentenboe
ken, net alsof er bij iedere nieuwe
verhaalsituatie ook iets in zijn stijl
verandert. Niet alleen de grote ogen
van Bennie, maar nog meer diens
handen, knieën en voeten zitten vol
uitdrukking. De Weerd schildert mens
en dier zo los van de achtergrond dat
zij als het ware van de bladzijde af
op de lezer-kijker af komen.
Wat Lemniscaat verder uit het bui
tenland bracht zijn de grote namen,
waarvan echte prentenboekkenners
zich zelfs ongezien de stijl voor de
geest kunnen halen. Zeals van Moni
ka Laimgruber met haar perfect tot
in details uitgewerkte stippeltjes-
schilderingen, ditmaal bij een kort
maar krachtig dubbele bodem gege
ven van Max Molliger: „De kleine
reus”. Die kleine reus is reusachtig in
het uitdenken van maniertjes hoe hij
de andere, grote, reuzen kan bij hou
den. In wezen het verhaal van een
kind en de veel te grote wereld om
hem heen, die hij op zijn manier
Het gevoel van bruisend leven, dat
je na het lezen van Kuijers kinder
boeken overhoudt; die stemming van
opgekropte woede over de afloop van
„Een gat in de grens" hoeven lezers
van 13 jaar en ouder niet te ver
wachten van „drie verschrikkelijke
dagen" (Querido, illustraties The
Tjong Khing). Het is het verhaal van
de hulpeloosheid, toch overeind wil
len blijven dan maar met barstende
leugens en met iele spoortjes van
geloof, dat in vroeger tijden bergen
kon verzetten.
„Die Genossin” had eigenlijk een
biografie moeten worden, maar werd
een karikatuur, zo meldde Kuiper.
Van dezelfde Röhl is onlangs bij Het
Wereldvenster in Baarn verschenen:
„Vijf vingers maken nog geen vuist”,
waarin (met foto’s geïllustreerd) de
geschiedenis verteld wordt van het
blad „Konkret”, het linkse, opinievor-
mende weekblad van de Duitse stu
denten in de jaren ’60.
Over dit boek zou beter bericht
moeten worden dan over „Die Genos
sin”. Röhl toont zich ook hierin een
man, waar je nauwelijks sympathie
voor kan koesteren - hij is klagerig,
naijverig, wrokkig - maar verhult dat
niet of nauwelijks in dit boek, dat
toch ook - zij het dan via Röhls
optiek - een vaak interessant feiten
relaas geeft over Konkret, dat acht
tien jaar lang door hem werd uitge
geven, en de politieke en sociale ont
wikkelingen die in die jaren med
het lot van het blad bepaalden.
Jos heeft van thuis niet zoveel te
melden, want het is „niks.” Zijn ge
loof is alleen het waterpaard, dat je
macht over alles kan geven.
De autopikkerij loopt uit op een
confrontatie met Jos’ vader en diens
vriendin in hun tweede huisje buiten.
Een nacht praten brengt geen uit
komst. Op weg naar huis krijgt de
vader met Jos en Marion een niet
eens zo ernstig ongeluk. Maar Marion
blijkt levensgevaarlijk gewond. De
drie verschrikkelijke dagen in het
ziekenhuis, de confrontatie van de
ouders met elkaar en met eikaars
kinderen, de vaagheden die rond het
ongeluk en het leven in die zo ver
schillende milieus blijft hangen, heeft
Kuijer duidelijk neergezet als een
stuk on-leefklimaat.
In een veel omvangrijken boek, „De -
ademende mens” gaat Alice Schaar-
schuch veel dieper op de hierboven
genoemde zaken in. Rudy Nij sten en
Peter Zandvliet vertaalden dit boek
voor Ankh Hermes in Deventer
25,-). Het gaat om een aantal ge
bundelde artikelen van de schrijfster,
die de problemen in een veel ruimer
verband stelt dan alleen yoga-oefe-
ningen om via het ademen gezonder
te Worden. Ze betrekt ook Westerse
ideeën in haar theorie, eveneens de
hara-methode. Bovendien
in hoge mate uit van de
praktijk, omdat ze al jarenlang les in
ademen geeft in haar geneeskundig
instituut in Hanefeid in Duitsland.
Haar boek is eerder ontstaan vanuit
haar geneeskundige praktijk dan
vanuit de behoefte om Westerlingen
in te wijden in Oosterse mystiek en
religieuze levenshoudingen. Het is een
uitstekend boek.
„PRAKTISCH TUINIEREN IN
KLEUR” door Wim Oudshoorn, uit
gekomen in de Groenboekerij van
Zomer en Keuning in Wageningen
17.50).
Een handig en in zijn beknoptheid
zeer bruikbaar boekje, dat lijkt ge
schreven te zijn door iemand die het
wel en wee van een eigen tuin in
Nederland heeft ondervonden en juist
over die onderwerpen zijn ervarings-
licht laat schijnen die de doorsnee-
tuinliefhebber voortdurend tegen
komt. Het boek heeft over de siertuin
zowel als over de moestuin heel wat
bruikbaars te vertellen en is verlucht
met 127 kleurenfoto’s. De schrijver
Wim Oudshoorn is bekend door zijn
t.v.-medewerking in „Studio Vrij” en
heeft over gedetailleerde onderwer
pen reeds diverse werkjes het licht
doen zien. „Praktisch tuinieren” is
vooral inderdaad praktisch, geschre
ven voor degene die niet eerst dagen
lang in theorieën wil duiken maar
meteen aan de slag wil met het
boekje naast zich.
i
tief geïnterpreteerd zijn de feiten en
gevolgtrekkingen van Van Mierlo
boeiend en interessant.
John Laffin; „De Arabische menta
liteit” (Bruna en Zn. 17,90).
„Aspecten van een onbegrepen cul
tuur” noemt de schrijver zijn be
schouwing, die de invloeden van reli
gie, historie en taal op de denkwijze
en het gedray van de Arabieren ana-
liseert. Een boek dat voor menigeen
onbekende en onbegrepen feitelijkhe
den zal onthullen en de lezer iets
meer doet kennen van een mentali
teit, die aan de hand van de manifes
tatie der Arabische gedragingen di
kwijls verkeerde conclusies opwekt.
Er zijn 136 miljoen Arabieren, ver
spreid wonend in 20 landen, die een
zodanige binding hebben dat het de
moeite waard is om daar eens iets
meer van te weten dan oppervlakkig
heden.
„Amerika” von kolonie tot wereld
macht, Prof. dr. J. Presser. (Elsevier,
Nederland).
De vierde druk van dit bekende
werk zal juist in deze periode van
internationale en Amerikaans-natio-
nale verwikkelingen weer grote be
langstelling krijgen. Het is een boei
end en met volle uitdrukking van een
persoonlijk talent geschreven geschie
denis, waarvan de gefundeerde kennis
zo belangrijk is voor enig begrip van
wat zich op de wereld afspeelt.