1
idt
i
i
Waarom
zegt iemand
nu niet:
proficiat
1
Bi -
ik
door Rita Blaauw van Os
modder smijten zijn
Verkiezingsstrijd moet geen
r
j
Geen matiging
Talenten
Den Uyl
Felle strijd
ST HOGE POST IN POLITIEK”
„IK AMBIEER Gï
Voortbestaan
L
br'
***1 i’l
T JI
J
9
je BTW I
ilwaarde I
laardoor I
legeven.
1
en kleur
IE
'ER I
Geen mens kan het nog betwisten: het Christen Democratisch Appèl is in
opmars. Niet in de laatste plaats is dat het werk van Petrus (Piet) Antonius Jozef
Maria Steenkamp (51), die enkele maanden na de definitieve totstandkoming
van het CDA nog bezig is met het verwerken van het succes. Op zijn eigen
manier en dat betekent aan de ene kant matiging en anderzijds dat een stuk
stoutmoedigheid in het leven van professor Piet Steenkamp om de hoek is
komen kijken. Met die ontwikkeling is hij eigenlijk wel gelukkig.
Dat Piet Steenkamp stoutmoediger is geworden na de definitieve oprichting
van het CDA heeft de politiek in dit land al ervaren door zijn meer politiek geladen
uitspraken dan voorheen. Dat hij bezig is zich te matigen, zal eerst goed duidelijk
worden op het komende CDA-congres van 10 en 11 december aanstaande.
Volgens zijn eigen zeggen, zal de voorzitter van het CDA zich dan bescheiden
bewegen tussen de persoonlijke polen van de Belgische premier Leo Tindemans,
die op de ochtend van de tiende december een redevoering houdt en die van
onze vice-premier Andreas („Dries”) van Agt, die op 11 december zal spreken
voor het congres.
PM
“o
'S&!
I
Piet Steenkamp is wat
stoutmoediger geworden
hfl
i prachtig
d (dessin
ik van de
rij NV te
an
l 2, ter
de Konin-
te Biltho-
„Ik kan mij prettiger dingen voorstel
len, maar ik vind deze gang van zaken niet
erg. Vrienden van mij vinden dat soms
wel eens benauwend. Ze moeten ook op de
afgesproken tijd komen. Het is een keer
voorgekomen, dat ik op straat ben gaan
staan wachten. Misschien wat demonstra
tief, ja, maar ik vind eigenlijk wel dat ze
met mijn planning rekening moeten hou
den, anders loopt het in de war en kom ik
achter. Ik weet wel dat ik door zo’n levens
opstelling offers moet brengen ten opzich
te van relatievorming. Toen het CDA dat
succes bij de Eindhovense agglomeratie-
verkiezingen had behaald en er op de
verkiezingsavond werd voorgesteld dat
even te gaan vieren met een borreltje, heb
ik ook moeten zeggen: het spijt mij, maar
ik moet morgenochtend weer vroeg op
„mijn” mooie TH zijn. Niet alleen ik moet
offers brengen, ook mijn gezin; we gaan
praktisch nooit uit. Ik weet compartimen
ten te scheiden en ik vind dat een nood
zaak”.
ik nli heb. Tenminste, als de zaak voor
elkaar is. Mijn vrouw is daarvan over
tuigd. Trouwens, ik neem nu toch al een
stuk afstand? Van Agt moet nu in de
schijnwerpers komen te staan, want hij is
de lijsttrekker”.
,Het is natuurlijk wetenschappelijk niet
verantwoord, dat je zegt: het volk denkt
zus of zo, maar er gaat mij wel een lichtje
op als je alsmaar hetzelfde hoort Toch
voel ik mij soms zeer met het socialisme
verbonden, ook door wat ik doceer op de
hogeschool. Ik heb geen afkeer van het
„Bas de Gaay Fortman heeft onlangs
beweerd dat ik iets gezegd heb voor de
KRO-radio dat ik nooit van mijn leven
heb gezegd. Ik bedoel daarmee te zeggen,
dat er iets beweerd wordt, zonder dat het
even af-„gecheckt” wordt bij de desbe
treffende persoon. Maar de partijen wil
den geen morele code-afspraak maken is
mij gebleken. Het laatste nieuws is dan,
dat Van Agt en Den Uyl wel een afspraak
hierover zouden hebben gemaakt, dus ik
ben niet helemaal stom. Misschien wel
wat te bezorgd, daarin kunt u best gelijk
hebben”.
a's Won-
ter waar-
igeboden
schappij
t NV. te
lelezen
12 fles-
Sistro
je met
sn (54)
van
irijen-
BV te
7an de ex-
u boven
riefkaart
tra gira
le 1,25
in een
ïirkhoff
ata vastge
riodeprij-
pot uit
ragen van
kent voor
iplossers
Ijet van
it die pot
r dan
an of te
kans op
ten extra
loede
I (dessin
60-
aidsche
len.
De matiging in de overwinning, die door
het verleden tot stand is gebracht, heeft
Piet Steenkamp voor zichzelf vertaald in
„Ik ben er diep van overtuigd”, zo ver
volgt Steenkamp, „dat alles wat we zijn,
we cadeau hebben gekregen. We hebben
talenten gekregen, waarmee we moeten
werken. Ik geloof zeer in de bijbelse para
bel van talenten, zoals ik dan ook geloof
dat er in het leven na dit leven aan je
wordt gevraagd, wat je ermee gedaan
hebt voor je medemensen. De laatste
woorden van Christus „Gij zult mijn
getuigen zijn” hebben mij in dit ver
band altijd sterk aangesproken. Ik ervaar
die woorden niet als een testament, maar
Als ik opwerp, dat toch ook het CDA
persoonsgebonden is, keert Steenkamp
zich sterk daartegen. „Neen”, zegt hij,
„dat is niet zo. Als Van Agt of ik plotseling
wegvallen, dan hebben we altijd nog een
stel achter de hand, die precies zo door de
CDA-gedachte gegrepen zijn als wij. Ik
zal u ook zeggen, waarom ik er feitelijk op
tegen ben dat een partij zo sterk aan één
man wordt verbonden, zoals nu met PvdA
en Den Uyl het geval is”.
De toekomst van zijn eigen CDA ziet
professor Steenkamp heel wat zonniger
in, al verwacht hij het komend jaar een
buitengewoon felle verkiezingsstrijd. Hij
zegt: „Met alle respect voor de kleine
partijen, maar die spelen in de verkiezing
geen rol, naar mijn gevoel. Het gaat om de
drie grote groeperingen: CDA, WD en
PvdA-PPR. Omdat we onlangs in West-
Duitsland en in de Verenigde Staten heb
ben kunnen zien hoe de verkiezingsstrijd
kan ontaarden in moddersmijterij, heb ik
ervoor gepleit onderling afspraken te
maken over het morele peil”.
een
»,- te
r filialen
s Mode-
als een uitdaging in het leven. Ik vind het
een opdracht en die probeer ik uit te
voeren. Daarin zit een grote uitdaging en
een leidraad in je leven. Ik vind dat gewel
dig. De een doet „gij zult getuigen” in het
bestuur van een ziekenhuis of weet ik
waar en ik probeer het in de politiek. Dat
komt voornamelijk omdat ik vrij bewust
de uitholling van de democratie door het
nazi-socialisme heb ervaren”.
Hij «egt: „Het CDA is een zodanig stuk
van mijn leven geworden, dat ik daarover
eindeloos kan praten, zoals je doet over
iemand op wie je verliefd bent. Maar je
moet enig realiteitszin aan de dag leggen
en dat niet alleen. Mijn gezin en ik hebben
zoveel tijd en moeite in de totstandkoming
van het CDA gestoken en jarenlang zoveel
negatiefs over ons heen moeten laten
gaan, dat je wel wat bescheidener wordt.
Als ja hebt meegemaakt, wat ik heb mee
gemaakt.
sn retour
i (plus au-
van Euro-
an boord
ele ferry-
Sea Fer-
(Postbus
an 950,-
Steenkamps matiging is niet nieuw. Die
tendens is al eerder in zijn levens-
vocabulaine opgenomen. Dat wordt duide
lijk als hij mij vertelt, waarom hij na de
geboorte van het CDA niet in een over
winningsroes is beland, terwijl dat
menselijk gesproken voorstelbaar zou
zijn. Zeker voor de man, die allerwegen
als „geestelijke vader” van het CDA
wordt betiteld, een benaming die hem van
alle bijnamen het liefst is en waarvan hij
hoopt dat dit niet te arrogant overkomt.
het minder op de voorgrond te willen,
treden als persoon in de toekomst. Wel is
hij, naar zijn zeggen, stoutmoediger
geworden in het doen van politieke uit
spraken na het CDA-succes. Maar in zijn
werklust, die zijn eigenlijke werkomge
ving op de Eindhovense technische hoge
school soms met verbijstering slaat en z’n
vrienden soms tot wanhoop drijft, zal
geen matiging te bespeuren zijn. Evenmin
als in zijn befaamde duw-en-trekkracht-
met-positief-resultaat, waarvan onlangs
nog Steenkamps beste vriend justitie
minister Van Agt „het slachtoffer” is
geworden. Na vijf en een half uur praten
in Steenkamps huiskamer was Dries van
Agt pas bereid als lijsttrekker van het
CDA bij de komende verkiezingen te fun
geren.
Naast zijn hoogleraarschap in sociaal
recht op de technische hogeschool in
Eindhoven, rijdt Piet Steenkamp 25 dins
dagen per jaar naar de Eerste Kamer in
Den Haag. „Met toestemming van de TH”,
zoals hij nadrukkelijk laat weten. Met
diezelfde „zegen” bekleedt hij een com-
missariaatschap bij de KLM en was hij
begin 1970 voorzitter van het Pastoraal
Concilie in Noordwijkerhout.
Steenkamp: „Ik heb mijn hele leven al
op twee sporen gezeten. Ik kan de politiek
strikt gescheiden houden van mijn werk
op de TH. Er is door mijn secretaresse op
de TH nog nooit één brief over het CDA
geschreven en ik heb ook nog nooit op
colleges of in studentenverenigingen in
Eindhoven over het CDA gesproken.
Onlangs gaf ik een college over de werk
loosheid in Nederland. Blijkbaar heb ik
toen te vriendelijk over de WD of zo
gesproken, want na afloop vroegen een
paar studenten aan mij: Hoe kunt u zo
praten? U bent toch voorzitter van het
CDA?”
Bij de eveneens getoonde verbazing
mijnerzijds over de bijna niet meer men
selijk te noemen strikte scheiding van
„werk” en „meisje” zegt Piet Steenkamp:
„Ik ben zeer systematisch en doelgericht
ingesteld, waardoor ik een groot aantal
dingen kan doen. Als je je leven niet goed
indeelt, kan dat niet. Als ik bijvoorbeeld
met iemand in de auto een gesprek voer,
heb ik tussen ons in een lijstje met
gesprekspunten liggen. Als ik bij de kap
per zit, lees ik een pocketboek. Er ligt er
ook altijd één in de auto, voor het geval ik
in een file terecht kom. Mijn agenda is al
voor 1977 ingevuld en de eerste afspraak
voor 1978 is al gemaakt”.
„Ik kan ook gerust zeggen, dat ik aan
politiek doe zonder andere bijbedoelingen
dan ik u hier aangeef. Ik ambieer geen
hoge post in de politiek. Ik zie de politiek
als vrijetijdsbesteding. Ik geloof ook wel
dat ik op den duur afstand zou kunnen
doen van het CDA-voorzitterschap, ook al
maak ik dan vaak een erg enthousiaste
indruk. Persoonlijk geloof ik, dat ik meer
„bewogen” kan worden genoemd. Het is,
geloof ik, ook meer een kwestie van „hou
den van”. Ik houd van iets, als ik er in
geloof, ook, al erger ik mij vaak aan din
gen en ben ik ongedurig”.
socialisme. Ik herken mijzelf in bepaalde
grondgedachten. Ik ben alleen van
mening, dat de leiding van de Partij van
de Arbeid die tendens in het land onder de
kiezers te weinig ziet Ik ondervind veel
echt bezwaar tegen de PvdA-lijsttrekker
en ik denk dat voor dat bezwaar te weinig
begrip bestaat. Dat is ook een stuk
„armoede” naar mijn gevoel, ja. De PvdA
heeft ook weinig anders dan Den Uyl te
bieden, omdat er op veel sociale punten
een verzadigingspunt is bereikt”.
„Jullie (een deel van de Nederlandse
pers) hadden mij doodverklaard. En ik
was een dwaas en een naïef man. Ik heb
altijd kritiek gehad in negatieve zin, zoda
nig dat ik echt wel eens dacht: ik ben op
een heel verkeerd pad bezig! Het is ten
slotte niet niks, als al die mensen, zoals
Hiltermann, van mening zijn dat het CDA
geen levensvatbaarheid heeft. Alle kran-
teknipsela daarover heb ik bewaard. Nu is
het dan toch gelukt en hebben we één lijst,
één lijsttrekker en één program. Wat ik nu
ervaar, is, dat er niet zoveel mensen onder
al die critici zijn, die kunnen zeggen: wat
fijn voor je. Natuurlijk, ik heb ook stom
miteiten in het verleden gemaakt, maar
waarom zegt iemand nu eens niet eerlijk
tegen je: gefeliciteerd! Je wordt er niet
minder van, als je een ander eens wat
gunt! Ik vind dat niet zo menselijk. Een
gebrek aan grootmoedigheid. Ik probeer
in de politiek ook iets aan een tegenstan
der te gunnen, maar twee en twee is geen
vier in de politiek. Overal wel, maar niet
in de politiek! Dat is een apart vak, hoor!”
„Die enthousiaste indruk wordt mis
schien ook in de hand gewerkt door het
snelle praten. Ik wil te vaak te veel dingen
zeggen in korte tijd. Dat is fout, ik weet
het. Ik moet leren alleen de belangrijke
punten te zeggen. Maar al pratend, krijg
ik bepaalde gedachten en die wil ik er dan
uitgooien. Ik betrap mij er zelf steeds op,
dat ik geen raspoliticus ben, want ik hecht
meer waarde aan gedachten overbrengen
dan een functie uit te oefenen. Daarom
denk ik ook, dat ik afstand kan nemen, op
den duur, van zo’n functie in het CDA, als
sum; C. W.
de Wildestr.
«eten, Hei-
a (gem. Wij-
k Liefsting,
Apeldoorn;
idervoort,
kland post
psstraat 15,
Roggeveen-
L Haers,
ine (Zld); S.
tr. 3. Velsen
I. Gielesen,
Hoorn post
tkers, Gode-
x J. van der
Breda; Een
iscnoen, E.
tenlaan 69,
Berkel, Wij-
n; R. Lub-
aalte; mevr,
rbergh, Ant.
's-Hertogen-
irweg. West-
>rdam.
„Ze hoeven toch niet allemaal minister
te worden”, zegt hij, „we zijn geen werk-
verschaffers!” Hoe het dan in de praktijk
met de samensmelting van de drie christe
lijke partijen zal verlopen, ligt in Steen
kamps rijk der ideeën, waarover hij niets
loslaat. Slechts dat het federatief karakter
van het CDA een kwestie van enkele jaren
zal zijn. Dan heeft Petrus Antonius Jozef
Maria Steenkamp zijn steentje rond gesle
pen, indachtig zijn uitspraak dat „ieder
mens de plicht heeft een stukje van zijn
tijd en energie te geven aan het algemeen
belang”. Voor hem is dat gelegen in een
diepgeworteld politiék bewustzijn.
„Omdat”, zoals hij zegt, „als je in je leven
hebt meegemaakt hoe de joden tijdens de
nazi-bezetting werden weggehaald, je dat
in geen honderd jaar meer vergeet!”
Nauwelijks merkbare bezorgdheid
toont Piet Steenkamp als we het voortbe
staan van het CDA als partij bepraten.
Maar als hij zegt, dat er in het maatschap
pelijk gebeuren nog maar weinig voor
beelden van christelijk samengaan zijn
aan te wijzen en dat men dus zuinig op het
CDA moet zijn, verraadt hij zich toch een
beetje. Van de eenwording van de CDA-
fractie in het parlement is hij overtuigd,
maar hij vindt het een slechte gedachte
dat er eigenlijk wel een overwegend CDA-
kabinet moet komen om alle „kopstuk
ken” van de drie partijen onder te
brengen.
„Ik kom overal in het land op CDA-
vergaderingen. Ik maak wat mee en ik
hoor wat af in dit land. Ik tref mensen op
CDA-vergaderingen, die wellicht van
huis-uit liberaal of socialistisch zijn, maar
die niet meer om de personen heen kun
nen. Vooral de kritiek op Den Uyl lijkt
steeds groter te worden. Soms onbillijk,
hoor! Hij is een slimme man, een
bekwaam tacticus, maar toch....”
n kinder-
e diapro-
Winkel-
Een ge-
continents
Prof. Steenkamp temidden ven de andere CDA mannen v.l.n.r. Vergeer
(KVP), Verschuer (CHU), Kruisinga (CHU), Steenkamp (KVP), Andriessen
(KVP) en De Koning.