Hij is een bewogen man
door Theo Klein
TERLOUW EN ANDRIESSEN:
M
Witte boorden
Enthousiast
„CDA zal over twee jaar scheuren”
V-
iW
St een kamp
bewees land
politiek een
slechte dienst”
I
X
IM
Dick de Zeeuw ging niet
met Resoluut ten onder
maakten,
Frans Andriessen
Jan Terlouw
fc. JfcfW
It
I
n
D
„Voorlopig hou ik me een paar maan
den buiten de politiek. Misschien wel tot
na de verkiezingen. Ik wil eerst weer wat
afstand nemen van het geheel, voor ik een
beslissing neem bij welke partij ik me aan
zal sluiten”, aldus de man die jarenlang
vergeefs probeerde om de vorming van
een kleurloos CDA te voorkomen; die zijn
voorzitterschap van de KVP opgaf toen in
de lente van 1975 bleek dat hij te weinig
steun kreeg voor zijn plan om de KVP om
te vormen tot een open volkspartij. Een
come-back met zijn progressieve beleid
als inzet mislukte. Op het partijcongres
leed De Zeeuw en met hem zijn plannen
een fikse nederlaag. Voor hem en enige
getrouwen aanleiding om op te stappen.
Terwijl ex-partijgenoten als Steen
kamp, Andriessen, Van Agt, Lubbers,
Westerterp en Van der Stee zich in CDA-
verband laven in het succes, is er voor
Dick de Zeeuw bij deze verkiezingsstrijd
slechts een rol als aandachtig toeschou
wer weggelegd.
Na zijn uittreden uit de KVP raakten De
Zeeuw en zijn getrouwen er steeds meer
van overtuigd dat het CDA geen blijvend
machtsblok is. Dat het geen echte derde
Dat zou de glorieuze wederopstanding
van Resoluut moeten worden; van de
groep waarin humanisten, progressieve
christenen, vrijzinnig democraten, enzo
voorts, elkaar kunnen vinden. De politi
cus in Dick de Zeeuw is niet samen mèt
zijn Resoluut afgebrand. Integendeel, hij
zit vol plannen, slechts zijn taktiek is
tijdelijk gewijzigd. De Zeeuw: „We heb-
„Persoonlijk ben ik het met Dick de
Zeeuw op vrijwel geen enkel punt
oneens geweest. Ik had hem wel graag
in onze partij willen hebben. Wij zijn
beiden geen socialisten. Het verschil
tussen De Zeeuw en mij is echter dat ik
het in de toekomst ook nooit zal wor
den, en hij wel.”
Resoluut, die zelf manhaftig voorstelde om zijn eigen
creatie maar weer om zeep te brengen
„Ik heb vanaf het begin gezegd dat het geen enkele zin
zou hebben om alleen als splinterpartij door te gaan”,
legt hij uit, „het is flauwekul om door te gaan terwijl je
ziet dat het niet lukt om een heel nieuwe stroming links
van het centrum tot stand te brengen. Om je politieke
overtuiging uit te kunnen dragen heb je macht nodig. Als
je die niet kunt verwerven is het flauwekul om door te
zetten. Het is zinloos om met een paar man in de Kamer
te gaan zitten”. Dus kappen ermee. Daarmee zette Dick
de Zeeuw, ex-voorzitter van de KVP, oud-Eerste-
Kamerlid, zich, althans voorlopig, buitenspel.
Dat zijn eerste poging om een nieuwe
partij van de grond te krijgen, zo jammer
lijk mislukte, wijt Dick de Zeeuw voorna
melijk aan de weigering van D’66 om zich
op te heffen, teneinde samen met Reso
luut op te gaan in een nieuwe organisatie.
Hij vertelt: „Na vorig jaar alle mogelijkhe
den afgewogen te hebben, kwamen we bij
D’66 terecht. Er werden besprekingen
gevoerd met Terlouw, Glastra van Loon,
Van Mierlo, Brinkhorst Dat lag lekker.
We dachten dat we wel samen op zouden
kunnen trekken. Er werd ook besloten om
samen de verkiezingen in te gaan. Voor
ons was een absolute voorwaarde echter
dat D’66 zich dan eerst op zou moeten
heffen. We zagen niets in een vernieuwd
D’66. Dan zouden we niet afkomen van de
bestaande reputatie van die partij. Ik ben
er van overtuigd dat die de mensen zou
afschrikken. Tenslotte is het imago van
den we meer vertrouwen in de goede
afloop. Later zijn er wel eens momen
ten geweest waarop de mensen konden
zeggen: die De Zeeuw heeft toch gelijk.
Dat De Zeeuw nu tot tweemaal toe zijn
doel niet heeft kunnen bereiken, komt
volgens mij omdat hij typisch een man
van ideeën is. Hij identificeert zich te
snel met een idee en dat kan vaak tot
overhaaste beslissingen leiden.”
denis leren. In ieder geval voelde ik er
niets voor om te blijven zitten omdat de
stoel zo goed zat. En dat kan je lang niet
van iedereen zeggen. Kijk maar eens wat
er met de ontwerpresolutie van de Partij
van de Arbeid en de PPR gebeurde. Nog
helemaal afgezien van de vraag of je er
mee instemde of niet. Daar lag een besluit
van het partijbestuur. Maar wat doet een
aantal PvdA-bewindslieden, gelukkig niet
allemaal, die beginnen zich enorm druk te
maken, omdat ze hun eigen comfortabele
zetels in gevaar zien komen. Ik ben er voor
om bewindslieden niet langer dan acht
jaar in functie te laten. Dat is lang genoeg.
Daarna kunnen zij weer terug op een
andere post in de maatschappij”.
Zelf weet de gestrande Resoluut-leider
nog niet wat hij na een rustperiode van
enkele maanden gaat doen. Toetreden tot
VVD, CDA of een splinterpartij lijkt uit
gesloten. Partij van de Arbeid of PPR ligt
voor de hand. Hij besluit: „Ondanks de
grote moeilijkheden die links momenteel
heeft, geloof ik dat de mensen op den duur
toch zullen ontdekken dat daar een groter
stuk rechtvaardigheid is. Op het morele
front mag Dries van Agt met zijn ethisch
reveil misschien indruk maken, voor mij
is het nog altijd zo dat daar waar vemieu-
wingsgezindheid ophoudt het ethisch
reveil start”.
VOLGENS FRANS ANDRIES
SEN, fractievoorzitter van de KVP in
de Tweede Kamer, heeft de hele gang
van zaken rond de totstandkoming van
het CDA, aangetoond dat Dick de
Zeeuw vorig jaar te vroeg tot zijn
besluit is gekomen om uit de KVP te
stappen. Andriessen: „Het probleem
was destijds dat De Zeeuw de vorming
van het CDA niet meer zag zitten en
een initiatief van de KVP wilde om dat
samengaan te bewerkstelligen. Wij
vonden dat strijdig met hetgeen we
hadden afgesproken. Bovendien had-
FRACTIEVOORklTTER Jan Ter
louw (D'66) heeft de afgelopen maan
den vaak met Dick de Zeeuw gespro
ken over het mogelijke samengaan van
zijn partij met Resoluut. Hij zegt over
de ex-KVP-voorzitter: „Ik heb hem
leren kennen als een eerlijke, bewogen
man, die oprecht probeert het goede te
doen. Dat hij nu tweemaal binnen
anderhalf jaar zijn doel niet heeft
bereikt, kan volgens mij niet toege
schreven worden aan een gebrek aan
flexibiliteit. Binnen de KVP had hij
gewoon te weinig aanhangers en bij de
besprekingen met ons bleek dat er bin
nen Resoluut heel wat politiek-
strategische tegenstellingen beston
den. Het ging hier eigenlijk om een
groep mensen die sociaal-democraat
willen worden maar niet in de Partij
van de Arbeid treden omdat ze de
links-radicale vleugel in die partij vre
zen. Dat geldt zeker voor Dick de
Zeeuw”.
ben zaterdag afgesproken dat we onze
politieke ideeën nu binnen bestaande par
tijen uit zullen gaan dragen. Verder zijn er
geen afspraken gemaakt. Iedereen is vrij
om de partij te kiezen die hij wil”. Als dan
het uur der verlossing slaat, zullen zij dan
op de puinhopen van het CDA een nieuw
alternatief bouwen, maar dan wel volgens
De Zeeuw een levensvatbaar.
Intussen is het CDA een feit, spreken
voorspellers van spectaculaire winsten en
droomt Van Agt c.s. al over een overheer
sende positie in het volgende kabinet. Was
het niet voorbarig van de toenmalige
KVP-voorzitter om te stellen dat een CDA
met KVP, AR en een complete CHU,
inclusief de rechtervleugel, niet aan zou
slaan bij met name de jonge Nederlan
ders? De Zeeuw: „Nee, ik geloof nog altijd
dat dit CDA geen lang leven beschoren zal
zijn. De prognoses zijn nu zeer gunstig.
Het CDA heeft de wind mee, maar de
werkelijke verkiezingsstrijd moet nog
beginnen. Daarin zal het CDA al terrein
prijs moeten geven, omdat dan de wankel
moedigheid van deze combinatie zal blij
ken. Het is niet mogelijk om zo sterk
verschillende figuren als Lubbers en
Beemink, Kruisinga en Aantjes onder te
brengen in een partij met een christelijke
noemer. In de politiek moet niet het geloof
van iemand, maar zijn politieke overtui
ging maatgevend zijn”.
grote partij wordt die vele Nederlanders
blijvend aan zal spreken. „Was dat wel het
geval geweest; had het CDA zich onder
Aantjes tot een gematigd vooruitstreven
de partij kunnen ontwikkelen, dan zou
voor ons de vorming van een nieuwe par
tij niet nodig zijn geweest. Ik geloof dat in
dat geval de drie grote partijen alle klein
tjes zouden vermorzelen. Maar juist
omdat het niet zo gelopen is, omdat het
CDA geen echt hecht politiek blok is
geworden en ook niet worden zal, zag ik
mogelijkheden voor een nieuwe partij.
Het is jammer dat het nu nog niet gelukt
is, omdat de besprekingen met D’66 zijn
stukgelopen, maar ik ben er zeker van dat
er na de scheuring in het CDA een plat
form zal ontstaan waarop wij wellicht met
het linkerdeel van het CDA de gematigd
progressieven uit andere partijen aan
kunnen trekken”.
landbouwkundig onderzoek, blijft hij bij
zijn oude standpunt dat alleen een CDA
zonder de ultra’s kans op een langdurig
bestaan zou hebben. De Zeeuw: „Toen ik
nog voorzitter van de KVP was, fungeerde
Steenkamp al als leider van de contac-
traad van het CDA. We hebben in die tijd
samen veel gesproken over de toekomsti
ge mogelijkheden. En, dat moet maar eens
duidelijk gezegd worden, we waren het er
beiden over eens, dat succes slechts moge
lijk was wanneer Beemink (waarmee de
rechtse vleugel van de CHU wordt
bedoeld, red.) af zou haken. Alleen een
CDA zonder verre uitersten zou het op
den duur halen. De linkervleugel was al
opgestapt (PPR) en er was geen twijfel
over mogelijk dat rechts moest volgen. Nu
wordt daar niet meer over gesproken.
Steenkamp heeft met veel duwen, vlemen
en persen de groepen bijeen gekregen.
Maar ik noem dat geen verdienste. Hij
heeft te veel bij elkaar gebracht, wat niet
bij elkaar hoort. Daarmee heeft hij de
Nederlandse politiek een slechte dienst
bewezen”.
Maar wanneer ik nu overzie wat we
bereikt hebben, dan kan ik vaststellen
dat we toch alle afspraken die we
indertijd maakten, gerealiseerd
hebben.”
„Hoewel ik het met de politieke
benadering van Dick de Zeeuw niet
eens ben, heb ik toch wel respect voor
de mens De Zeeuw. Het is een bewogen
man, die volgens mij binnen het CDA
toch zijn plaats zou kunnen vinden.
„Het kan niet anders dan dat een CDA
met zo’n sterk uiteenlopende linker- en
rechtervleugel een kleurloze politiek met
een confessioneel sausje gaat voeren,
omdat er wel steeds compromissen tussen
de uitersten moeten komen. Maar dat kan
niet lang doorgaan. Ik verwacht dat het
CDA bij de volgende verkiezingen nog
wel een kleine winst over zal houden.
Lang niet zoveel als nu voorspeld wordt,
want voor 25 mei zal een aantal kiezers die
nu naar de confessionelen neigen al in
zien hoe onaantrekkelijk de nieuwe com
binatie is. En bovendien zal Van Agt het in
de verkiezingsstrijd, die vooral op sociaal-
economisch terrein (werkloosheid) gestre
den zal worden, af moeten leggen tegen
een expert als Den Uyl. Maar dan na de
verkiezingen zullen er beslissingen geno
men moeten worden. Dan zal duidelijk
worden dat de spanbreedte van links naar
rechts in dit CDA te groot is. Ik verwacht
dat het CDA het twee jaar uit zal houden,
dan volgt onherroepelijk een scheuring”.
„Ik zeg altijd: D’66 is alleen aangeslagen
bij de Centrale voor Hoger Personeel, met
andere woorden bij de witte-
boordendragers. Om enige kans op succes
te hebben moesten we daar vanaf. Op 22
oktober legden we D’66 daarom een brief
voor met de punten die wij verwezenlijkt
wilden zien. Punt één was: D’66 en Reso
luut moeten zich opheffen om in een nieu
we partij op te kunnen gaan. Daar wilde
D’66 niet aan, en toen was het voor ons
afgelopen. Zo simpel was het. Ik begrijp
dan ook niet dat D’66 zo verontwaardigd
moest reageren toen bekend werd dat de
samenwerking werd verbroken. Ik vind
Dick de Zeeuw praat met een enthou
siasme als was hij niet net op een dood
spoor gezet. Op zijn kale bureau op het
ministerie van Landbouw en Visserij,
waar hij werkt als algemeen directeur
Temidden van het politieke geweld aan het begin van
de verkiezingsstrijd, viel een klein overlijdensbericht in
het afgelopen weekend nauwelijks op. Toch kwam er
met de mededeling dat de politieke beweging Resoluut
van ons heen was gegaan een abrupt einde aan een
mooie droom van ongeveer zevenhonderd Nederlan
ders. Een snel einde, want Resoluut is de wieg nooit
ontgroeid. Ruim een jaar was de nieuwkomer pas toen
zestig sympathisanten zaterdag besloten er mee te
kappen. Slechts vier van de aanwezigen waren nog niet
zo ver,“zij stemden tegen opheffing, vóór doorgaan. Op
naar het eerste tiental. Onder die enthousiastelingen
behoorde niet dr. ir. Dick de Zeeuw, geestelijk vader van
D’66 altijd gebleven als van een partij die
zich voornamelijk richtte op staatsrechte
lijke veranderingen. Er was geen sociaal-
economisch geworteld zijn in de samenle
ving, de partij was slechts gericht op het
doen ontploffen van andere partijen. D’66
heeft een prima programma en in Jan'
Terlouw een uitstekend leider, maar dat is
niet voldoende voor electoraal en maat
schappelijk succes. Een partij kan pas
echt een succes worden, wanneer zij wor
telt in de bevolking en dat is bij D’66 niet
gebeurd”.
„We hadden daarmee misschien tien tot
twaalf zetels in de Kamer kunnen halen.
Maar D’66 heeft nog steeds geen affiniteit
met de massa. Het lijkt alsof ze alleen nog
één keer willen bewijzen dat ze niet zo’n
slechte partij hadden hoeven te zijn. Ik
wens D’66 bij de komende verkiezingen
alle succes toe, maar ik verwacht niet dat
ze resultaat zullen boeken bij hun pogin
gen grote groepen voor zich te winnen”.
Dick de Zeeuw is er trots op dat Reso
luut het op kon brengen om zichzelf te
liquideren, toen bleek dat het ideaal niet
bereikt kon worden. „Wij zijn de eersten
die dat gedaan hebben”, zegt hij met
nadruk. Voor de tweede maal binnen
anderhalf jaar weigerde hij omwille van
zijn positie zijn overtuiging te verlooche
nen, wat hem dan ook prompt op twee
nederlagen kwam te staan. Hij zegt: „Dat
vind ik niet erg. Ik ben ook nu zeker niet
verbitterd. Politiek is voor mij een bloed
serieuze zaak. Ik zal nooit van mijn stand
punt afwijken om op een bepaalde stoel te
kunnen komen. Als ik dat gewild had, dan
had ik maar één van de aantrekkelijke
aanbiedingen aan hoeven nemen, die me
als partijvoorzitter werden gedaan”.
vaak voorkomt dat men ergens mee
instemt, niet omdat men erachter staat,
maar om het behoud van de stoel waar
men op zit. Ik ben daar tegen. Toen ik als
KVP-voorzitter merkte dat ik mijn idea
len, ondanks herhaalde pogingen niet ver
wezenlijken kon en dat ik binnen de KVP
steeds meer op een eilandje kwam te
staan, was aftreden voor mij het enige
alternatief. Je kan het dan wel wat rusti
ger aan gaan doen en zo je positie redden,
maar dan ben je niet geloofwaardig meer.
Of ik achteraf bezien toch niet te snel uit
de partij ben getreden weet ik niet. Wim
Aantjes heeft dat weleens tegen me
gezegd. Persoonlijk zeg ik: ik heb er nog
steeds geen spijt van, of ik de situatie van
toen verkeerd beoordeelde zal de geschie-
het erg jammer dat D’66 de beslissende
stap niet durfde zetten. Na de vorming
van het CDA is de ruimte voor kleine
partijen, voor deze verkiezingen althans
erg klein geworden. Dat is een realiteit.
Om de mensen die wij wilden bereiken uit
de bestaande partijen te kunnen trekken,
heb je een volkomen nieuwe organisatie
no<jig. Dan moet je gokken op het
explosie-effect, zoals D’66, de PPR, DS’70
en de Boerenpartij dat eens gekend
hebben”.
-