UNIEKE TRAININGSMOGELIJKHEDEN MET SCHEEPSSIMULATOR door Wouter Hendrikse Booreilanden Nieuwe havens in t I r De schepen die vandaag de dag onze wereldzeeën bevaren worden groter en groter. Schepen van een slordige 450.000 ton zijn allang geen uitzondering meer. Dat deze schepen minder wendbaar zijn en niet zo snel reageren als een kustvaardertje zal iedereen duidelijk zijn. Maar toch zijn deze schepen meestal zijn het de supertankers die de 400.000 ton halen niet zo onhandelbaar en log als tegenstanders maar al te graag beweren. Een mammoettanker kan verbluffend snel keren (binnen de twee kilometer) tenminste voor een schip van dergelijke afmetingen. Het is echter dan natuurlijk wel zaak dat er een man op de brug staat die precies weet wat hij doet en weet wat zijn schip kan. Dat moet hij wel kunnen oefenen en met zijn eigen schip zal dat zeer moeilijk gaan omdat het te duur en te gevaarlijk zou zijn. Om dat oefenen mogelijk te maken is er enige jaren geleden in het Nederlands Scheepsbouwkundig Proefstation te Wageningen een scheepsma- noeuvreersimulator geplaatst. :li g||| fll 'V e Varen met supertanker in Wageningen s n 4 i mens heeft. We (een collega en ik) zijn psychologen”. e n In dit boek behandelt hij respectievelijk de omstandigheden die tot de bouw heb ben geleid, de bouw zelf en de loopbaan van de drie schepen. Met name de avontu ren van de Nieuw Amsterdam en de Oran je tijdens de tweede wereldoorlog voegen een belangrijk hoofdstuk toe aan de geschiedenis van orize koopvaardij. De simulator wordt echter niet alleen gebruikt door zeelieden. Rijkswaterstaat maakt er veel gebruik van, evenals diver se ingenieusbureaus, oliemaatschappijen, die hun bemanningen in Wageningen laten bijscholen en het rijksloodswezen. <11 Op zee is het plaats bepalen nog altijd een zeer ingewikkelde zaak. Er is geen Projectieleider Franz Wit op een model van een supertanker, zoals die in Wageningen wor den uitgetest. De scheepsmanoeuvreersimulator kan door iedereen die er geld voor over heeft gebruikt worden. „We kijken ook naar de psychische uitwerking die het varen met een groot schip als een supertanker op de De simulator heeft een staf van ruim 17 mensen. Twee nautici (ex-loodsen), twee projectleiders (beiden psycholoog), één natuurkundig ingenieur, één wiskundig ingenieur, twee HTS’ers, twee operators, zij bouwen instrumenten en onderdelen, twee instrumentmakers, een elektronicus en een secretaresse. Verder zijn er nog enkele part-time medewerkers. s t 1 t 1 t 1 1 t 1 e t j 1 e iS n ‘t n e ;S n n n 1, n n r e n e it it il i- ;t d ‘t tl I- ri L- ‘t t tl tl De simulator staat aangesloten op een computer die alles registreert en voor alle functies zorgt. Op het moment is men op Er wordt in Wageningen echter niet alleen getraind door bemanningen van supertankers. Men kan ook perfect simu leren hoe een booreiland neer te zetten. „Ja, dan bouwen we de brug helemaal om tot een soort commandocentrum, waar de man zit die de hele operatie moet leiden. Het neerzetten van een boorplatform is in de praktijk een ontzettend precies werkje en vreselijk moeilijk. Het gaat altijd ge paard met een groot aantal sleepboten. Meestal zo’n stuk of zes-acht. Die man leert dan hoe hij zijn orders moet geven. De sleepboten zijn hele kleine kastjes die op de computer zijn aangesloten en bediend worden door werkstudenten. Op die manier kunnen de opdrachtgevers de hele operatie goed oefenen zodat het risi co dat het misloopt aanzienlijk verkleind wordt”. maanden aan bronnen- en archiefonderzoek gedaan en daarmee de geschiedenis van de grote drie, de Nieuw Amsterdam, Oranje en Willem Ruys op voortreffelij ke wijze weten vast te leggen. „De Grote Drie” bevat 220 pagina's met ruim 100 illustraties. De prijs is pittig: Met name met de lijn op het Verre 49,50, maar is het ten volle waard. Het proefstation bestaat niet alleen uit een simulator. Het is een groot complex van gebouwen dat werd opgericht in 1929. In het complex bevinden zich verscheide ne sleeptanks en waterbasins. Hier wor den modellen nagemaakt van nog te bou wen schepen en in Wageningen helemaal uitgeprobeerd. Men kan precies uittesten hoe een schip zich zal gaan gedragen in het water. Om de diverse weertypes te verkrijgen heeft men golfopwekkers aan gebracht, zodat men op schaal huizenhoge golven kan verkrijgen. het proefstation druk bezig om een nieu we computer in gebruik te nemen. De functie van het computersysteem is zeer veelvoudig. Om te beginnen bevat de com puter het mathematisch model van de scheepsbewegingen. Voor elke rekency clus (ongeveer één seconde) wordt bepaald hoe het echte schip zich zou bewegen in dezelfde omstandigheden (vaart, koers, plaats, stroom, wind, enzo voort), waarna het resultaat wordt door gegeven aan de instrumenten op de brug. Hierdoor komt de tweede functie van de cdmputer naar voren: het bedienen van alle instrumenten als kompassen, radar- displays, indicatoren voor vaart en het aangeven van de positie van het schip. De derde functie is dan het continu aanpas sen van de maquette, zodat de bewegin gen van het schip ook kloppen met het beeld van de omgeving. We kennen de simulator bij vliegtui gen al geruime tijd. Die apparaten nemen niet zoveel plaats in. Bij de scheepssimu- lator ligt dat geheel anders. Een grote hal is er voor nodig, waar een brug is nage bouwd van een modern groot schip. Wer kelijk alles wat tegenwoordig op een brug van een schip te vinden is staat opgesteld in de simulator. Van het roer tot en met de radar. Alles werkt en is op elkaar ingespeeld. Om het geheel zo echt moge lijk te laten lijken en omdat het nodig is voor de oefeningen is er een enorme cilin derachtig projectiescherm rond de brug aangebracht waarop onder meer het voor schip van het schip staat geprojecteerd samen met de zee en eventueel een kust lijn en zelfs boeien en schepen zijn er op aan te brengen. Projectleider is de heer Franz Witt, een „experimental psycholo gist”. enkel betrouwbaar plaatsbepalingssy- steem. Daarom is het altijd zo ontzettend moeilijk een man die overboord slaat terug te vinden. In Wageningen wordt dan ook zeer vaak geoefend in het uitvoeren van de zogenoemde „Williamson-turn”. Dat houdt in dat een schip zo snel moge lijk moet kunnen draaien en weer op dezelfde koers terug komen, al is het dan in de tegengestelde richting. „Het is een zeer moeilijke manoeuvre, die goed geoe fend moet worden wil hij lukken. Zoals ik al eerder zei is het een onhaalbare kaart om dit op open zee te gaan oefenen, dus doen we het hier. Nu hebben we regelma tig bemanningen die terug komen voor bijscholing. Vaak blijkt dan dat ze ontzet tend veel hebben gehad aan die man- overboord-manoeuvre. Je moet het name lijk zo zien. Een supertanker heeft twee kilometer nodig om te stoppen en te draai en. Met een drenkeling is het zaak die man zo snel mogelijk weer binnen te halen. Het is zeer belangrijk dat je weer op de goede koers terug gaat aangezien ’t vreselijk las tig is om zo’n klein hoofdje in die enor me watervlakte te ontdekken. We heb ben enkele mensen gesproken die deze manoeuvre in de praktijk hebben gebracht en die waren er zeer enthousiast over. Maar het is juist daarom zo belang rijk dat die Williamson-turn goed wordt getraind omdat er erg veel roerhandelin- gen bij komen kijken. Een supertanker is nou eenmaal geen zeilbootje waar je even mee overstag gaat”. Het zicht vanuit de stuurhut van de namaakspertanker Door de ruiten is hef geprojecteerde voor-ï schip te zien. j I III II In november zal in het Nederlands Scheepsbouwkundig Proefstation een tweede simulator in gebruik worden geno men. De opzet is geheel hetzelfde met als enige verschil dat er geen uitzicht zal zijn. „Dat is niet zo’n prbleem aangezien men toch voor 99 percent op de instrumenten vaart”. „We helpen ook met het ontwikkelen van nieuwe havens. We kunnen bijvoor beeld laten zien hoe de ingang het beste gebouwd kan worden zodat de schepen zonder al te veel moeilijkheden naar bin nen kunnen komen. We maken dan eerst een radarscherm en naar aanleiding van andere gegevens zoals stroming en wind kunnen we de beste aanvoerroute uitreke nen. Dan maken we een kustvorm en kunnen bemanningen van schepen die in de toekomst op die haven gaan varen alvast trainen. „De simulator bestaat hier in Wagenin gen nu zes jaar. Hij werd ontworpen en gebouwd door TNO-Soesterberg en TNO- Delft (IWECO). De kosten waren ongeveer drie miljoen gulden. De scheepssimulator is stukken ingewikkelder dan een vlieg- tuignabootser. Het probleem waar we hier mee zaten was dat je op een schip alle kanten moet kunnen opzien. Het werd uiteindelijk opgelost met een projectie scherm van 20 bij 9 meter en een projector met een dia er op. We kunnen alles wat ook maar denkbaar is op zee simuleren, tot een storm aan toe. Het enige wat we niet kunnen is de brug te laten bewegen, maar dat is ook niet nodig aangezien een supertanker zelfs met het ergste nood weer vrijwel niet deint. We laten wel de wind horen die rond het schip giert. „De Grote Drie” is de titel van een zeer mooi uitgevoerd boek dat onlangs verscheen bij uitgeverij De Boer Maritiem. De auteur, drs. C. de Haas heeft er jaren over gedaan om dit boekwerk gereed te krijgen. Hij heeft gedurende vele Een van de hoofstukken draagt de titel „De Wereld als Werkterrein”. Het had een goede ondertitel van dit boek kunnen zijn. Een roemrijke periode voor de Neder landse koopvaardij wordt in dit boek beschreven. Een tijd die voorbij is en nooit meer terug zal komen. Juist daarom is dit boek zo interessant. Het zijn meestal hele ploegen van vier- vijf man die we hier krijgen om te trainen. Dus een kapitein met zijn stuurlieden. Die oefenen hier dan drie of vijf dagen. Voor dat de cursus begint stellen we wel altijd van tevoren dat je in de simulator moet geloven. Wanneer je het als een grap gaat beschouwen heeft het totaal geen zin hier te komen. Maar gelukkig gebeurt het maar weinig dat ze hier met een dergelijke instelling komen. De meesten leven zich echt helemaal in. Ze staan zich daar in de simulator soms vreselijk op te winden als er iets fout gaat. Af en toe pakt er zelfs één een verrekijker”. De scheepsmanoeuvreersimulator bevindt zich nog in het beginstadium van zijn ontwikkeling, niet alleen technisch gezien, maar ook wat toepassingen betreft. In tegenstelling tot zijn naaste familielid, de vliegtuigsimulator, moet de scheepsnabootser zijn plaats nog verove ren, hetgeen een zeer langzaam proces is in de scheepvaartwereld die vrij sterk op eeuwenoude principes en tradities gebouwd is. Het waren deze schepen die na de twee- Oosten en Noord-Amerika hebben de gro- de wereldoorlog de trotse vertegenwoor- te drie wereldfaam verworven. Ontelbare digers waren van de Nederlandse koop- vakantiegangers en andere passagiers vaardij in de wereld. De Nieuw Amster- hebben zij vervoerd. Na de tweede werel- dam is inmiddels onder slopershanden oorlog zijn de grote drie vooral ingezet gesneuveld; de Oranje en de Willem Ruys Op de Cruisevaart, nadat zij eerst hadden varen onder andere vlag. De reden van dit gediend als troepenschip voor Nederland- boek is nog eens terug te blikken op die Se militairen tijdens de politionele acties „goeie ouwe tijd”. C. de Haas heeft naast in Indonesië vlak na de oorlog, de geschiedenis van de grote drie ook nog een belangrijke periode van de Neder landse koopvaardij beschreven. Zo ziet de scheepssimulator ervan buiten uit. Rondom de ,,nep-brug"is duidelijk het cylinder- vormige projectiescherm te zien. 'W IMASM i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 21