Interviews DDR is onzeker na verbanning Biermann Subsidie voor artotheken Theaterbrand Ziekte Beppie Nooy merkbaar op zwakke première blijven aan oppervlakte Nalatenschap Malraux levert Systeem-Sparen rLutf in Leningrad 1 twee boeken op I I spruyt /paarbank Onwelkome gast in Bondsrepubliek Wens PvdA-fractie Uitvoerig platenboek over primitieven 1 9 21 KtfNST 24 NOVEMBER WOENSDAG Overzichtsexpositie 1930-1976 in Frans Halsmuseum 7 RESTAURANT Steeds VERSE KOFFIE Gebak 1.10 HAARLEM; Een van de wezenskenmerken van de naïeve kunste naar is dat hij het uiterlijk van de realiteit om hem heen tracht uit te beelden zonder een andere bedoeling dan te willen vertellen. Naïeve schilderkunst heeft met andere takken van volkskunst (lied, verhaal) gemeen dat zij in de eerste plaats literair is, dat het verhaal zo duidelijk mogelijk moet zijn en dus een hoge graad van technische perfectie moet hebben. De naïeve kunstenaar in de oorspronkelijke opvatting werkt niet met symbolen. Hem ontgaat het dat hij met expressionistische „tekens” zijn ideeën kan vormgeven en zelfs het gebruik van kleuren als symbolentaal is van ondergeschikt belang. Naarmate hij inziet dat symboliek een betere uitdrukking aan het door hem bedoelde verhaal kan geven, zal de kunstenaar zijn „primiti viteit”, zo men wil zijn naïeviteit prijsgeven. </<W. M/Val 7('t’i /tautfj in ib iinf/elic' ü/n 7 nieinaai Joegoslavische naïeve kunst van spontaan tot bewust bedoeld (ADVERTENTIE) „Amfora” heet dit paradijselijke landschap van Ivan Rabuzin. (ADVERTENTIE) CEES STRAUS Gebrek aan kwaliteit bij Gypsy (ADVERTENTIE) GROTE HOUTSTRAAT 136 WIN HELVERSTEIJN Deze eis heeft de PvdA-fractie in de Tweede Kamer dinsdag bij de behande ling van de CRM-begroting aan minister Van Doom gesteld. Gaat de bewindsman niet in op deze eis, dan zullen de socialis ten een motie indienen. Joop Worrell (PvdA) zei het lange wach ten op een dergelijk besluit langzamer hand beu te zijn. Vorig jaar vroeg zijn fractiegenoot Kosto er al om. Sindsdien heeft alleen de afdeling beeldende kun sten van de Raad voor de Kunst zich met deze problematiek bezig gehouden. Haar advies aan minister Van Doorn is negatief uitgevallen. In een mede door het CDA ondersteund amendement heeft de PvdA de minister niettemin thans gevraagd, in elk geval de subsidiëring van artotheken alvast uit te voeren. De toelating van BKR-werk moet dan uiterlijk 1 maart volgend jaar haar beslag krijgen. Doet de minister hierover deze week geen duidelijke toezegging, dan zal genoemde motie op tafel komen. Symboliek spreekt ook uit het van na de oorlog daterende werk van Ilija Bosilj dat een aan Paul Klee verwante fantastische Het gaat namelijk om een eenvoudige vrouw die overtuigd is van het theaterta lent van haar twee dochtertjes. Met een ziekelijke ambitie vecht ze zich bijna dood om eerst van de een, later van de ander een ster in de showwereld te maken. Tot haar teleurstelling gaat nummer een toch haar eigen weg, nummer twee brengt het niet verder dan een alledaagse striptease tent. Veel verdriet bij moeder natuurlijk, en ze heeft heel wat innerlijke smart te verwerken voor ze de moed heeft zich over te geven aan haar zoveelste desil lusie. Een prima melodrama dus, dat als toneel vermoedelijk wel in goede handen bij dit Amsterdamse gezelschap geweest zou zijn Maar een musical is geen toneel waaronder ook gezongen en gedanst wordt, ze is ook geen potpourri van liedjes en dansjes waarbij ook toneel gespeeld wordt. Een musical heeft een heel eigen karakter, stelt ook heel eigen eisen, er is DE DIRECTE aanleiding van de tentoonstelling van primitieve kunst in het Frans Halsmuseum is het gelijk tijdig uitbrengen door de Haarlemse uitgever Schuyt en Co. van het boek werk „Joegoslavisch naïeve Kunst”. De Joegoslavische publicist en uitgever Nebosja Tomasevic doet hierin verslag van zijn gesprekken met 84 schilderende en beeldhouwen de landgenoten. De Haarlemse anti- quaire en galeriehoudster Elisabeth Swildens zorgde voor een adequate vertaling. (De expositie duurt voort tot en met 2 januari en is doordeweeks geopend van 10-17 uur, op zon- en feestdagen van 13-17 uur. De toegang is net als die tot de overige collecties van het museum, geheel gratis). Toegegeven overigens dat het het Amsterdamse Volkstoneel niet heeft mee gezeten Midden in de voorbereiding werd de motor van het gezelschap ziek: Beppie Nooy Daarmee viel niet alleen de regis seuse uit (Guus Oster nam haar taak over), maar moest ook de moederrol over gedaan worden (aan Mady Misset). Het gevolg is geweest dat de zweep er niet overheen is gegaan en dat op het toneel de toen met de voorbereidingen voor het boek nog moest worden begonnen. Het boek van Tomasevié heeft geen wetenschappelijk karakter. Behalve in een hoofdstuk dat aan de interviews voorafgaat, zijn nergens interpretaties of analyses van het werk te vinden. De vragen zijn vaak zo knullig gesteld, springen bovendien van de hak op de tak, dat ze een te fragmentarisch beeld van de ondervraagde geven. Neem als volstrekt willekeurig voor beeld het gesprek met de boerin Marija Balan. Zij* komt uit Uzdin, een dorpje dichtbij Belgrado dat net als Hlebine heel wat schilderende boeren heeft voortgebracht (de kwaliteit van de school van Uzdin is echter veel minder dan die van Hlebine, reden voor het Frans Halsmuseum om haar links te laten liggen, maar dit terzijde). Het gesprek gaat als volgt. Tomasevié vraagt mevrouw Balan of ze in de loop van de tijd routine heeft gekregen en na een nietszeggend antwoord stelt hij vrouw ontbrak die altijd weer haar omge ving weet te inspireren. Geen stralende première dus in een goed bezet Carré. Ik beschouw de voor stelling maar liever als een generale repe titie die niet zo goed is uitgevallen. Dat garandeert meestal betere voorstellingen, die altijd nog goed zijn voor een avondje- uit. Duitsland van pijnlijke verlegenheid en voor de DDR kennelijk van een snelle oplossing voor een al jaren slepend pro bleem. De nasleep van de affaire echter heeft Oost-Berlijn zo sterk verrast dat de machthebbers door een grote mate van onzekerheid lijken bevangen. Biérmann is nu verstoten door het land dat hij in 1955 als 17-jarige verkoos, toen hij zijn geboortestad Hamburg verliet om een ideologische droom in het oosten te verwerkelijken. Biermann bevestigde dat er voor hem geen plaats kan zijn in linkse groeperingen in het westen. Maar hij meende steun te kunnen verwachten voor zijn repatriëring, van communistische partijen in Frankrijk, Italië, Spanje en West-Duitsland. Wat Italië en Frankrijk betreft is hij daarin tot nu toe niet teleur gesteld. Aangenomen wordt dat de leiders van de DDR wel enige reacties van misnoegen hebben voorzien op hun besluit Wolf Bier mann te verbannen. Dat echter, voor de eerste keer sinds de volksopstand van 1953, een zo massale kettingreactie van protest zou ontstaan, schijnt hen in hoge mate te hebben verrast. Biermann zei zondag op een concert in Fellbach bij Stuttgart dat Filbinger „een oude nazi” is die „zelfs na de oorlog min stens een jonge Duitse soldaat wegena desertie ter dood veroordeelde” In wat Generalié echter recentelijk heeft gemaakt, laat hij al die technieken vervallen en schildert hij lege landschap pen waarin hoogstens oude of zelfs dode mannen figureren. Hier is de symboliek zeer duidelijk aanwezig al wordt ze soms op een kinderlijk aandoende wijze gerela tiveerd zoals het schalks ogende kalfje op het grote doek „De dood van Virius H”. Men kan de vraag stellen of Generalic nog een naïeve kunstenaar is. Hij voldoet immers niet meer aan het in de inleiding gesteld wezenskenmerk dat het uiterlijk van de realiteit wordt uitgebeeld. Genera lic is een expressionist geworden, hij kruipt niet alleen in de huid van de oude man, hij is de oude man zelf geworden. Van uw spaargiro leggen wij elke maand automatisch iets voor u opzij! Ivan Generalié schildert in de jaren voor de oorlog onder meer een „Gevecht tijdens éen bedevaart” of „Confiscatie” waarmee hij de terreur van de bezittende klasse aantoont. Deze werken moeten gezien worden tegen het politiek-sociale decor van die tijd in Joego-Slavië dat de voedingsbodem zou worden waarin het systeem van arbeiders- (en boeren) zelfbe heer van Tito na de Tweede Wereldoorlog zo goed wortel zou schieten. Waarschijnlijk is het wegvallen van de sociale repressie er de oorzaak van dat de naïeve kunst na de oorlog geen sociale thematiek bevat, maar nog wel van een esthetisch criterium uitgaat. De werken van Generalié (de tentoonstelling beslaat een periode van 1943 tot 1959) bereiken in de jaren ’50 een zeer hoge graad van verfijnde schoonheid. Hij maakt gebruik van speciale effecten die bij het schilde ren achter glas een verhevigde dimensie krijgen: het accentueren van een bepaal de kleur door stippelgebruik. Grote Houtstraat 21 Bij ons slechts 85 cent Deze ontwikkeling is heel duidelijk te zien op de overzichtstentoonstelling Naïe ve kunst uit Joego-Slavië 1930-1976 in het Frans Halsmuseum en ik acht haar van een veel groter belang dan de opvatting van de samenstellers die wijzen op het verdwijnen van de naïeviteit naarmate de vraag van de commercie toeneemt, en dat zodoende ook het kwaliteitspeil daalt. Het niveau van de meest actuele werken op de tentoonstelling weerspreekt die mening ook, maar daar moet onmiddellijk aan worden toegevoegd dat de selectie-eisen zo hoog werden gesteld dat de inderdaad vaak voorkomende rommel geen kans kreeg. een sterke binding van toneel, lied en dans, en daardoor heeft ze altijd iets over- rompelends. In West-Berlijn circuleren sinds het weekeinde geruchten over grote tweespalt binnen de Oostduitse communistische partij. Zelfs het gezag van Erich Honecker zou ter discussie staan. Naar verluidt zou den de Russen hebben laten weten de sanctie tegen Biermann als een flater te beschouwen en zouden zij hebben geklaagd over de „onsamenhangendheid” in het politiek beleid van de DDR. Voor de regering in Bonn is Wolf Bier mann een onwelkome gast. West- Duitsland, het bastion in de frontlinie van de westelijke militaire en ideologische defensie tegen het communisme van het kremlin, waakt uiterst behoedzaam voor extreme linkse invloeden. Dorde Kreca, een 40-jarige beeldhouwer uit de staat Bosniëe Hercegovina, maakte twee jaar geleden deze plastiek die hij Ulysses noemde. Een paar dage voordat de rebelse zan ger met officiële toestemming naar de Bondsrepubliek vertrok, werd een tweede bekende dissident, auteur en dichter Rei ner Kunze, uit de Oostduitse schrijvers bond gestoten als gevolg van het verschij nen van zijn laatste boek. Het werk, „Die wunderbahren Jahre”, is een bestseller in West-Duitsland maar is in Kunzes eigen land verboden. De hierboven geschetste ontwikkeling is het best te illustreren aan de hand van het werk van Ivan Generalié, te beschou wen als de peetvader van de Joegoslavi sche naïeve schilders. Hij stond aan de wieg van de naïeve kunst, op de openings dag van de derde expositie van de kunste naarsvereniging Zemlja op 13 september 1931 in het kunstpaviljoen in Zagreb. De Zemlja-beweging die enkele jaren voor dien was opgericht, bestond niet uit louter naïeve schilders, maar zij had wel met hen het uitgangspunt van een sociale thema tiek gemeen, namelijk het een-zijn van kunst en volk met totale uitsluiting van het I’art-pour-l’art idee en het handhaven van een zekere esthetische kwaliteit. Soci ale thematiek is dan ook zeker te vinden in het vroege werk van Generalic en de aan hem uit die tijd verwante kunstenaars als Franjo Mraz en Mirko Virius. ondertoon heeft. Bij Bosilj is vrijwel niets meer terug te vinden van de hem omrin gende realiteit. Hij bouwt een sprookjes wereld om zich heen met groteske figuren in een droomachtige sfeer. Spreekt bij Bosilj de symboliek vooral door het vormgebruik, bij Zeljko Premerl komt daar ook nog eens een zeer bestu deerde kleurentaal bij die hem, naar terecht ook is gesteld, veel eerder tot West- europese fantastisch-realisten doet reke nen dan dat hij verwant is aan de ooit gestelde uitgangspunten van enige sociale thematiek. Het Frans Halsmuseum heeft bij de samenstelling van deze tentoonstelling grote medewerking ondervonden van het museum van primitieve kunst in Zagreb. Het bleek echter onmogelijk dat de meest oorspronkelijke naïeve kunst, die dus uit de beginjaren ’30 mee naar Haarlem ging. Ze zijn wel door middel van fotopanelen aanwezig. Wat hierbij echter wel als een gebrek mag worden aangerekend, is het aangeven van datgene waar de naïeve kunst haar oorsprong in vindt, namelijk de ikoonkunst. De geringste verwijzing hiernaar ontbreekt, hetgeen ook het geval is met het leggen van een brug naar de Franse naïeven (Rousseau, Vivin, Bom- bois, Séraphine, Bauchant) wier werk tien tot dertig jaar aan dat van de Joego- slaven is voorafgegaan. Wie het strikt line aire karakter van de schilderijen van Louis Vivin bijvoorbeeld vergelijkt met dat van de werken van Matija Skurjeni en Emerik Fejes ziet opvallende punten van overeenkomst. de vraag hoe ze het verklaart dat ze na 300 schilderijen toch geen enkele maal in herhaling treedt. Daar volgt een zeer particulier antwoord op, waarna Tomasevié de volkomen overbodige vraag opwerpt wat een van haar schil derijen voorstelt. In plaats van zelf het antwoord te geven volgt een lange uit weiding van de boerin over dorps- tafereeltja dat net zo goed en wellicht beter met een foto kon worden geïllus treerd. Nog een paar vragen die het lukrake karakter kenschetsen: „Wat schildert u het liefst”, „Gaat u naar de kerk”, „Betekent schilderen veel voor u”, „Schildert u dingen die werkelijk zijn gebeurd of die naar u hoopt eens zullen gebeuren” en „Wat is de grootste teleurstelling van uw leven geweest”. De antwoorden zijn soms wel aardig, maar je zou graag wensen dat Tomase vié eens dieper op de onderwerpen inging, dat hij de werkelijke motivaties blootlegde. Misschien lukt dat niet bij deze eenvoudige boerin, maar hij stelt hetzelfde soort vragen ook aan kunste naars die wel bepaalde opvattingen koesteren. Het is vaak het stijltje van het middelbare schoolblad dat je aan treft, juist ook in de vraaggesprekken met kunstenaars van werkelijk belang. Wat eveneens ontbreekt is het aange ven hoe de kunstenaar zich ontwikkelt. De meest simpele vragen konden nog niet eens in een chronologisch verband geplaatst worden. Ik vind dat daarom zo jammer omdat de Tweede Werel doorlog en de daarop volgende vesti ging van de socialistische staat zo’n diepe ingreep in het kunstleven in Joego-Slavië is geweest. Is voor de schilderende boer die nog de jaren ’30 heeft meegemaakt, het leven zo veel beter geworden dat hij de sociale the ma’s heeft laten vallen? Er blijven na het lezen van dit dikke boek te veel vragen over. Als kijkboek echter blijft het de moeite waard. CEES STRAUS DEN HAAG (ANP). De verbannen Oostduitse dichter-zanger Wolf Bier mann lijkt nergens een gepast tehuis te kunnen vinden. De DDR ontnam hem vorige week zijn staatsburgerschap waardoor de 40-jarige voorvechter van het socialisme is gestrand in de Bondsre publiek. Voor Biermann zelf is er sprake van een persoonlijk drama, voor West- geschiedenis van Frankrijk heeft gedrukt. De communistische schrijver Louis j Aragon noemde in een vraaggesprek voor de radio Malraux, „ondanks alle politieke en andere verschillen tussen ons, een van de mannen die ik het meest hoogachtte”. Bij deze première althans was er van overrompeling geen sprake. Heel toneel matig en dikwijls nog als in vertraagde beelden waren de scènes aaneengeregen. Geen enkele verrassing, geen enkele uit schieter. Tenzij Loekie Knol ze kan tenminste zingen voldoende kans kreeg. Beppie Nooy’s Amsterdamse Volksto neel. dat de komende weken onder de titel i „Gipsy” de Nederlandse bewerking van Rose Lee voor het voetlicht van Carré brengt (gisteravond ging de première), heeft zich kennelijk aangesproken gevoeld door het volkse verhaal. Daarmee heeft het ook duidelijk veel affiniteit. Professor Robert Havemann, een bekend criticus van het regime, die nauw bevriend is met Biermann, wordt al dagenlang nauwlettend door Oostduitse veiligheidsfunctionarissen gevolgd. Over het lot van schrijver Jürgen Fuchs, die tot de vriendenkring van Havemann en Bier mann behoort en die vrijdag werd opge pakt, is tot nu toe niets bekend. AMSTERDAM. De Amerikaanse musical „Gypsy Rose Lee” is destijds een klapop vele vuurpijlen geweest in de amusementswereld, ondanks de vrij sim pele formule die eraan ten grondslag ligt. Het verhaal van Arthur Laurents had niet veel om de hakken, maar ook hier moes ten de enscenering, de liedjes en de omlijstende muziek het doen. Zo’n onder neming vraagt een paar lieve centen, zeker als je een musical, al dan niet van vreemde huize, in Nederland wil uitbren gen. Daarvan getuigde onlangs nog Lex Goudsmit in een televisie-uitzending met Sonja Barend. Hoewel niet volledig (in Haarlem getoonde kunstenaars als Ilija Bosilj, Emerik Fejes, Dorde Kreca, Kresimir Trumbetas, Zeljko Premerl en Vinko Maricevic ontbreken) geeft dit boek mede door de vele illustraties een goe de indruk van de naïeve kunst in dit Balkanland. Tomasevic noemt het aan tal van 700 naïeve kunstenaars dat nog steeds toeneemt, want de vraag van de handel is nog altijd groter dan het aanbod en waar met volle bèurzen door speculanten wordt gerammeld vallen velen in aanbidding voor het gouden kalf. In de verantwoording van zijn keuze stelt de schrijver twee overwegingen die ten grondslag lagen aan zijn selec tie. Hij wilde zijn publiek ten eerste laten kennismaken met kunstenaars van naam en bovendien wilde hij „jeugdige, veelbelovende” kunste naars introduceren. Omdat het Frans Halsmuseum de niet door Tomasevié ondervraagde kunstenaars vrij gemak kelijk onder een van de twee noemers kan brengen, is de keus dus wel enigs zins betwijfelbaar, afgezien van het feit dat sommigen al overleden waren Westerse politieke waarnemers in de DDR menen dat de verbanning van de bekende dichter-zanger een nieuwe aan- wijzing bevat dat het Oostduitse regime I krachtiger wil optreden tegen toenemen- de dissidente uitingen in het land. In zo’n geval wreekt zich het gebrek aan kwaliteit, zijn er geen of vrijwel geen mensen aan het werk met een sterke per soonlijkheid. Behalve voor Loekie Knol kan ook een uitzondering gemaakt wor den voor Milly Scot, die toch wel zoveel theater in zich heeft dat zij niet haar toevlucht hoeft te nemen tot ordinaire ongein om succes te hebben. IGaat vanzelf! LENINGRAD (UPI) Het Hermitage theater in Leningrad heeft dinsdag veel schade opgelopen door een brand op de hoogste verdieping. De schilderijen in de aangrenzende Hermitage, die een van de bekendste kunstcollecties ter wereld vor men, bleven ongeschonden. De brandweer was twee uur met groot materieel in de weer om het vuur te bedwingen, dat woedde in een werkplaats boven het eigenlijke theater waar glas en porselein wordt gerepareerd. De politie hield de belangstellenden op een afstand. Een gewonde vrouw werd met een ambu lance weggebracht. De Christen-Democratische premier van de Westduitee deelstaat Baden- Württemberg, Hans Filbinger, heeft dins dag Wolf Biermann gedreigd een proces aanhangig te maken wegens kwaadspre kerij wanneer de Oostduitser een „beledi gende uitspraak" niet herroept. -wart nadarlond- (Van onze correspondent) DEN HAAG. Op 1 maart 1977 moeten de artotheken - kunstuitleeninstellingen - in ons land gesubsidieerd zijn en moeten werken die gemaakt zijn via de Beelden de Kunstenaars Regeling (BKR), een plaats in deze artotheken krijgen. (Van onze kunstredactie) PARIJS De Franse schrijver, politi cus en oud-minister André Malraux, die gistermorgen op 75-jarige leeftijd over leed, heeft twee werken nagelaten die in de komende maanden worden uitgege ven. Het betreft een uitgebreid essay onder de titel L'homme précaire et Ia j litterature en het verhaal Et sur la terre dat verlucht wordt met 14 gravures van Marc Chagall. Dit verhaal zou aanvanke- lijk onderdeel moeten zijn van het boek L’espolr, maar Malraux schrapte het des tijds omdat hij zijn roman over de Spaan se Burgeroorlog te compact vond. De Franse regering is van plan om op korte termijn een openbare herdenkings plechtigheid te houden. De regering in Parijs volgde zes jaar geleden een zelfde procedure, toen de voormalige president Charles de Gaulle was overleden. In een condoleantieboodschap aan de dochter van Malraux, Florence, die gehuwd is met de filmregisseur Alain Res nais, sprak president Valéry Giscard d’Es- taing over het „voorbeeldige samenspel tussen het letterkundige werk en het leven van Malraux”. Door zijn politiek engage ment en door de opvattingen van zijn romanhelden heeft hij „voörtdurend getuigenis afgelegd voor een bepaalde voorstelling van de mens”, aldus het Fran se staatshoofd. Premier Raymond Barre verklaarde dat Malraux niet slechts een stempel op de literatuür, maar ook op de hedendaagse

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 21