1.1! A I’ ZELFSTANDIGHEID OF VERNIETIGING f Si till I Nul op het rekest -1 door Theo Klein Russen Laatste poging Kansloos A f k ij 1 1 O n - ST 9 Papoea’s strij den op leven en dood met pijl en boog F de wijze waarop Door de Eeuwen Trouw financielé steun verstrekt. Alle Met geweld proberen de Indonesische militairen het eiland en zijn oorspronkelij ke bewoners te „Indonesialiseren”. Zon der rekening te houden met hun volko men afwijkende volksaard en gewoonten, dringen de Indonesiërs de inwoners van „de nieuwe provincie” naar het achterste plan. Volgens de leiders van de verschil lende Papoeabewegingen, loopt het aantal Papoea’s dat door de Indonesiërs werd vermoord omdat zij de nieuwe bezetters soms niet meer dan een haarbreed in de weg legden, in de tienduizenden. Stromen Indonesische immigranten uit de dichtbe volkte gebieden van het eilandenrijk, heb ben in de voornaamste plaatsen al hele maal het heft in handen genomen. Een Papoea in een goede betrekking is tot de uitzonderingen gaan behoren. FREEDOM FOR WEST NEW- GUNEA/WEST IRIAN UNITED WITH REPUBLIC OF INDONESIA ven. „De Papoea’s hebben in feite geen keus. Ze zullen voor hun vrijheid moeten strijden, onder het Indonesisch bewind dreigt het volk anders van de aardbodem te verdwijnen,” aldus Seng Thay Tan, een in Indonesië geboren Chinees, die tot aan de machtsoverdracht aan Indonesië in Nieuw-Guinea woonde. Tan maakt als minister van Financiën deel uit van de voorlopige regering van West-Papoea. Aan het hoofd daarvan staat Seth Rumkorem, een Papoea die in het Indonesische leger zijn officiersoplei ding ontving en later, na de schijnverto ning die als „de vrije verkiezing van het Papoea-volk voor aansluiting bij Indone sië” de geschiedenis inging, naar zijn eigen landgenoten overliep. In de dichte tropische oerwouden van Nieuw-Guinea leidt hij sindsdien het bevrijdingsleger. Hoeveel man hij precies onder zijn leiding heeft, kan niemand vertellen. Tan houdt het op 50 tot 60.000 man, maar Womsiwor deelt mee dat dit niet precies is vast te stellen, omdat de bevolking zich overal tegen de Indonesiërs heeft gekeerd.” In het centrale bergland, langs een deel van de zuidkust, in de Vogelkop en in het zuidwesten bij Fak-Fak is sprake van geregelde guerrilla-activiteit. In de ontoe gankelijke gebieden zijn hele streken waar de vrijheidsbeweging geen last heeft van het Indonesische leger. Rumkorem leidt er zo goed en zo kwaad als het gaat zijn soldaten op, soms is er een schooltje of een eenvoudig noodhospitaal. Een voorbeeld van een verslag, zoals dat uit het binnenland van West- Papoea binnenkomt: 15 februari 1967: Om 9 uur ’s avonds startten de Indonesische militairen hun „Operasi Tumpas” (Verdelgings- actie”) in het gebied rond Ajamaru. De soldaten steken de dorpen Semu en Jakwer in brand, waarbij de bezittin gen van de bewoners, hun veestapels en hun tuinen volledig werden vernie tigd. De mannen die zich verzetten of protesteerden werden vermoord, hun vrouwen verkracht en mishandeld. In de loop van februari 1967 werden in de districten Ajamaru, Teminabuan en Inanwatan in totaal 1500 mannen en vrouwen vermoord door de Indonesi sche militairen. Dit is een deel van een rapport dat werd opgenomen in het Zwartboek Nieuw-Guinea, dat dit jaar door de groep Womsiwor werd samengesteld. Rapporten als deze worden door de strijdende Papoeas ter plaatse regel matig naar Nederland gestuurd. Ze geven een duidelijk beeld van de men sonterende methoden waar het Indo nesische regime zich ook nu nog van bedient. Twee Papoea-voormannen: links Womsiwor, rechts Jouwe en temidden van de soldaten (deze groep heeft vuurwapens tot haar beschik king) Rumkorem, die zich president van West- Papoea noemt. De afbeeldingen zijn afkomstig van een stembiljet, zoals dat indertijd werd gebruikt: de aap plus de vlag van Indonesia betekende aansluiting bij Djakarta: de kangeroe plus de papoea-vlag betekenden eigen onaf hankelijkheid. Jouwe: „Indonesië wordt in het leven gehouden door mijnheer Pronk. Die zede- predikers hier praten liever over negerbe- volkingen waai ze niets mee te maken hebben gehad. Toen ik Dij Pronk aanklop te om 29.500 gulden, die ik nodig had om een rapport voor de Verenigde Naties samen te kunnen stellen, werd ik afgewe zen.” En Tan. „In Nederland worden we doodgezwegen. Het lijkt wel of er eerst slachtoffers moeten vallen onder onschul dige mensen, zoals bij de acties van de Zuidmolukkers, voordat men hier belang stelling krijgt voor je zaak.” De Papoea’s voelen zich verlaten. Ze weten maar al te goed dat hun pijlen en bogen alleen niet voldoende zullen zijn. Ze hopen dat het geweten van de wereld zal gaan knagen en men zal eisen dat de fout van 1962 alsnog wordt goedgemaakt. Nederland kan zich daarbij, volgens de Papoea-leiders, niet afzijdig houden. iden (idle gg* Wormsiwor als reizend diploma^^J 3 februari 1967: Drie mannen, Otniel Safkaur, Albert Safblembalo en Junus Safblembalo werden in Inanwatan in het openbaar geëxecuteerd omdat zij in mei 1964 aan een vertegenwoordiger van de Verenigde Naties, mr. J. Rolz- Bennett een resolutie tegen het Indone sische beleid hadden aangeboden. 16 februari 1967: Drie mannen, M. Aury, A. Nusi en L. Kendewara geëxe cuteerd door de Indonesiërs omdat ze een protestactie in gang gezet hadden tegen het Indonesische wanbestuur. 20 februari 1967: Een aantal politie mannen, onder wie Nico Jacadewa doodgeschoten, omdat ze te weinig res pect getoond zouden hebben voor de Indonesische autoriteiten. Volgens Jouwe is er de laatste jaren ook sprake van een ideologisch geschil tussen de verschillende Papoeagroepen in ons land. In zijn ogen zijn Rumkorem en de zijnen zeer links georiënteerd. Tan ont kent dat. Op de vraag of zijn groep om de hulp van Cuba zal vragen antwoordt hij: „De hoofdzaak is dat de Papoea’s hun „Dat hoeven ze niet per sé voor het nikkel te doen. Dat hebben ze zelf in Siberië genoeg. Het wijst erop dat de Russen wellicht om andere redenen belangstelling voor het gebied hebben,” aldus Jouwe, die beredeneert dat die ont wikkeling ten gunste van de vrijheids strijd op West-Papoea uit zou kunnen pak ken. Hij zegt: „De landen die er het meeste belang bij hebben dat hier vrede heerst, zullen steeds onze vrienden zijn.” Totnog toe hebben de machtigste landen ter wereld zich weinig of niets aangetrokken van de zaak van de Papoea’s. Zij voelen zich na al die jaren dan ook verbitterd en in de steek gelaten door het westen en met name door Nederland, dat doet aslof het zijn ex-rijksgenoten vergeten is. Het feit dat de Nederlandse regering miljoenen pompt in ontwikkelingsprojecten in Indo nesië en dat Nederlandse maatschappijen winst halen uit West-Papoea, terwijl ver zoeken om steun van de vrijheidsbewe ging worden genegeerd, heeft bij de Papoea’s veel kwaad bloed gezet. Womsi wor: „Wij krijgen nauwelijks antwoord op onze verzoeken om steun van de Neder landse regering. Nederland staat vooraan wanneer het gaat om steun aan alle moge lijke bevrijdingsbewegingen in de wereld. Het is zogenaamd het land met de hoge humanitaire moraal. Maar wij vinden dat je eerst je eigen achtertuintje moet schoonmaken, voorje aan andere landen begint. Nederland heeft de morele ver plichting om ons te helpen. Maar in plaats daarvan worden er miljoenen aan de Indonesiërs gegeven. Het regime van Soe- harto wordt gesteund ten koste van bloed en tranen van de Papoea’s. Nederland heeft te veel economisch belang bij Indo nesië, daar moeten wij onder lijden. Twee jaar geleden deden de Papoea’s hun laatste poging om tot onderhandelin- gen te komen met de Indonesische rege ring. Een delegatie, waarvan Jouwe en Womsiwor deel uitmaakten, overhandig de toen in het inmiddels zelfstandige Papoea (het oostelijk deel van het eiland) een verklaring aan de regering van Papoea waarin de delegatie erkenning vroeg van de in 1971 uitgeroepen onafhan kelijkheid van West-Papoea, vrij grens verkeer tussen beide landen en een rege ling voor de vluchtelingen uit het Weste lijk deel. Tot op heden is daar geen ant woord op gekomen. De regering van (Oost)-Papoea, wil geen ruzie met de machtige buur en houdt zich officieel dan ook afzijdig. Het is zelfs voorgekomen dat vluchtelingen over de grens terug werden gezet. Maar in de praktijk blijken er niet temin veel mogelijkheden te zijn voor de vrijheidsbeweging om via het Oostelijk deel contact met de buitenwereld te hou den. De voornaamste steun ontvangen de West-Papoea s echter uit Afrika De voor lopige regering van Rumkorem heeft zelfs een permanente vertegenwoordiging in de Senegalese hoofdstad Dakar Zodra de blanke minderheidsregeringen in Zuide- vrijheid krijgen. Wie ons daarbij kan hel pen komt pas op de tweede plaats’.’Behal- ve op de hulp van bevriende naties, reke nen de Papoea’s op het toenemend strate gisch belang van het land. Zij beredene ren dat het gezien de wisselende machts verhouding in de wereld zeer goed moge lijk is dat één van de supermachten uit strategisch oogpunt vaste voet aan de grond wil krijgen in dat deel van de wereld. Jouwe wijst in dit verband op berichten dat Rusland belangstelling toont voor nikkelwinning op het eiland Gag voor de kust van West-Papoea. De Nederlandse regering beschouwt de Papoe's in West-Nieuw Guinea offi cieel als Indonesische staatsburgers. Papoea’s die niet in het bezit zijn van een Nederlands paspoort worden behandeld als elke andere vreemde ling Papoealeiders die zich ais verte genwoordiger van hun volk tot de Nederlandse regering wenden, wor den niet als zodanig erkend. Óp het ministerie van Buitenlandse Zaken gaat men er van uit dat de Papoea’s geen staatkundige eenheid vormen. De onafhankelijkheid die zij in 1971 uitriepen wordt niet door Nederland erkend. Om voor erkenning in aan merking te komen moet men aan bepaalde in het internationale volken recht erkende criteria voldoen en dat is volgens Nederland met de Papoea’s niet het geval. Daarom krijgen de Papoea’s die zich om hulp tot de Nederlandse regering wenden nul op het rekest. Met de toename van de Indonesische druk, groeide de tegenstand van de Papoea’s, die zich steeds pijnlijker gingen realiseren dat hun situatie steeds meer verslechtert. „De Papoea’s zijn nog slechts de houthakkers en de waterdra gers van de Indonesiërs,” aldus Nicolaas Jouwe, ongetwijfeld de bekendste van de ongeveer tweehonderd in ons land verblij vende Papoea’s, die nog altijd hopen ooit naar een zelfstandig West-Papoea terug te kunnen keren Want de Papoeakolonie in Nederland mag dan onderling verdeeld zijn, over één punt zijn ze het allemaal eens: zoals het nu gaat kan het niet blij- In het onmetelijke land is er echter nauwelijks sprake van een landelijk geco ördineerde beweging. De acties van de vrijheidsstrijders worden nog hoofdzake lijk met pijl en boog uitgevoerd. De vuur wapens van de Papoea’s hebben zij meest al zelf veroverd op de Indonesiërs. De financiële steun van sympathiserende naties is bij lange na niet voldoende om het legertje van Rumkorem en zijn mede- vrijheidsstrijders goed uit te rusten. Tegen het sterke Indonesische leger zijn zij dan ook kansloos. Tan: „Natuurlijk kunnen wij niet tegen die militaire over macht op. Maar wat moeten de Papoea’s dan? De moed opgeven, dat kan niet. Net zomin als de Nederlanders dat konden toen de Duitsers hier in ’40- 45 waren. Het Indonesische leger is beter bewapend en veel groter, maar daar staat tegenover dat de Papoea bij wijze van spreken een gebo ren guerrillastrijder is. Hij kan zich in het Veertien jaar na de overdracht van West-Nieuw-Guinea via de Verenigde Naties aan Indonesië staan de één miljoen Papoea’s in dit gebied er belabberd voor. Het vertrek van de oude koloniale machthebber betekende voor hen geen vrijheid, doch slechts een wisseling van „meesters”. Meer dan onder de Nederlanders het geval is geweest hebben de Papoea’s in toenemende mate te lijden onder het bewind van de nieuwe kolonialen. Het kleine beetje ontwik keling dat de Nederlanders uit een soort verlaat schuldbesef in de laatste jaren voor de overdracht op gang hadden gebracht, is inmiddels weer vrijwel in zijn geheel teniet gedaan. Papoea’s worden behandeld als tweederangs bur gers. lijk Afrika het veld geruimd hebben, ver wachten de Papoea’s dat de Afrikanen zich aan de bevrijding van hun broeder volk op Nieuw-Guinea zullen gaan wijden. Op het dipiomatieKe vlak, onder andere via de Verenigde Naties, maar ook mili tair. Nicolaas Jouwe sluit zelfs niet uit dat bepaalde groepen Papoea’s een beroep zullen doen op de Cubanen, die in Angola aan de kant van de MPLA strijden. Jou we: ,Ik weet dat er jongeren zijn die zulke plannen koesteren. Als het gebeurt, zal ik er tegen zijn Maar ik kan er wel begrip voor opbrengen, dat men zover komt, wanneer het Westen ons blijft verhan delen. 28 januari 1967: Indonesische mili tairen schieten 80 mannen van het dorp Gulunu dood. Een 10-jarige jon gen wordt opgehangen. Vrouwen springen uit angst in de Baliem-rivier, waarin ze verdronken. Aanleiding voor deze massamoord: de Papoea’s weigerden zich Iranezen te noemen. Nicolaas Jouwe, die niet tot de groep van Rumkorem behoort, maar nog altijd de titel draagt van voorzitter van de Natio nale Bevrijdingsraad West-Papoea, is het op dat punt niet met Tan en de zijnen eens. Hij weigert een groot deel van de bevolking op te offeren in een ongelijke vrijheidsstrijd. Jouwe: „De overmacht van de Indonesiërs is te groot. In feite staan we alleen. We vechten met pijl en boog tegen de goed bewapende Indone siërs. Wanneer de helft van mijn volk opgeofferd moet worden voor de vrijheid, dan zal ik weigeren. Wij kunnen nu niets anders doen dan de feiten verzamelen en die de wereld voorleggen. Strijden tegen de Indonesiërs staat gelijk aan zelfmoord. We kunnen Indonesië alleen maar vragen weg te gaan. We moeten er voor zorgen dat de Indonesiërs zich gaan schamen voor hun rol als onderdrukker van de Papoea’s. De moraal in de wereld is aan het veranderen. Sprak men vroeger alleen over de Israeli’s, nu worden ook de rech ten van de Palestijnen erkend. Het gewe ten van de wereld moet ook eens gaan knagen wanneer het over de Papoea’s gaat. Nu is alle aandacht nog gericht op de vrijheidsstrijd in Zuidelijk Afrika, maar wanneer die gestreden is zullen meer naties zich voor de vrijheidsrechten van ons volk in gaan spannen.” B oerwoud, waar de Indonesiërs veel moei- lijker uit de voeten kunnen, uitstekend in leven houden. We moeten doorgaan, mis schien dat de Indonesiërs dan eens gaan begrijpen waar ze mee bezig zijn. Dat zij een volk onderdrukken dat voor zijn eigen vrijheid vecht, net als zij lange tijd gedaan hebben. Daarnaast blijft natuurlijk de mogelijkheid van een diplomatieke oplos sing bestaan. De moed opgeven mogen we natuurlijk nooit. Wie had in het begin Soekamo een kans gegeven tegen Neder land? En toch werd Indonesië vrij. Waar om zou dat voor de Papoea's niet mogelijk zijn?” ONDFRI IN(nF TWI9TFN president bleek dat hij geen prijs meer stelt op de financiële hulp van de N Nederlandse stichting Door de Eeuwen Trouw, opgericht met als doel de De Papoea s in Nederland zijn verdeeld. Onderlinge twisten scheurden de vrijheidsstrijd van de volken in de Indonesische Archipel te steunen kleine gemeenschap van tweehonderd mensen uiteen in drie partijen. De Womsiwor is het daar niet mee eens en wil dat de steun van de stichting wel groep rond Nicolaas Jouwe, die nog altijd voorzitter wordt genoemd van de geaccepteerd wordt, waardoor opnieuw een scheuring dreigt. Als voornaam- Nationale Bevrijdingsraad West-Papoea: de voorlopige regering onder ste oorzaak van de onderlinge twisten wordt door somnjige leiders genoemd 'leiding van de in West-Papoea vechtende Seth Rumkorem en een groep de wijze waarop Door de Eeuwen Trouw financielé steun verstrekt. Alle rond Kasiepo. waarbij tevens een aantal uit Nieuw-Guinea afkomstige groepen hebben hun eigen banden met het moederland. Het duidelijkst Ambonezen betrokken zijn. Tot de voorlopige regering behoren Herman manifesteert zich als bevrijdingsbeweging de groep Rumkorem Hij is de Womsiwor (vice-president) en Seng Thay Tan (minister van Financiën), enige leider zelf die daadwerkelijk aan de strijd deelneemt en bovendien lijkt Vorige maand kwam deze groep in de publiciteit, toen uit een brief van de dij op de meeste buitenlandse steun te kunnen rekenen Volgens de woordvoerders van de Papoea’s in Nederland heeft intussen al 85 percent van het door de Nederlanders opgeleide kader het veld moeten ruimen. Steeds meer Papoea’s trekken de binnen landen in, waar zij een armoedig bestaan leiden. Zij hebben te lijden onder ziekten, die aanvankelijk ver teruggedrongen waren. De corruptie tiert welig en onder tussen doen grote westerse maatschappij en zich met behulp van hun Indonesische compagnons te goed aan de uitgestrekte voorraden olie en mineralen (Nikkel, koper, goud, uranium, kobalt). Bestond er aanvankelijk nog een stroming onder de Papoeabevolking vöör aansluiting bij Indonesië, „nu,” vult Herman Womsiwor, vice-president in de voorlopige regering van West-Papoea, aan, „zou vrijwel hon derd percent van de bevolking bij een vrije stemming voor onafhankelijkheid kiezen.” 534 uren ‘g- -’W

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 17