Griep mag niet worden onderschat Anja Meulenbelts schaamte voorbij Feminisme niet alleen als theorie i»: door Michèle de Waard Vrouwenpraatgroep Terugkerend patroon Bergafwaarts Wegwerpvriendin 3 -^0. door Pieter Taffijn zijn. Dat hun problemem niet uniek zijn, maar dat ze te maken hebben met de maatschappij waarin wij leven Anja vertelt hoe moeilijk ze het vindt om naar haar feministi sche ideeën te leven en hoe weinig ze er soms van terecht brengt. Het boek is een mengeling van flash-backs, afgewis seld met fragmenten uit haar dagelijks bestaan, die laten zien dat feminisme niet alleen een theorie is. maar juist een manier van leven, kwetsbaar en soms ook tegenstrijdig Vrijwel iedereen Is in de winter eens verkouden. De een wat meer dan de ander. Al snel wordt er dan gesproken over een griepje. Een echte griep is het dan echter zeker niet: dat is wel heel iets anders. Griep is één van de laatste besmettelijke ziekten op deze wereld die nog niet onder controle zijn gebracht. Zij brengt niet alleen last en ongemakken, voor de hele wereld de „Spaanse griep”. Deze kostte aan ongeveer twintig miljoen mensen het leven. Meer dan het aantal slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. I si liil Verhoogd risico Varkensvirus Maatregelen Een boeiend en bijzonder open levensverhaal van een vrouw, die vertelt over haar ontwikkeling van 16-jarig schoolmeisje, dat „moet’ trouwen naar het geïsoleerde huisvrouwenbestaan en van alleenstaande moeder naar een actief schrijfster en feministe. Anja Meulenbelt weet op een eerlijke, eenvoudige en beeldende manier haar gevoelens, ervaringen en ideeën onder woorden te brengen. In ,.De schaamte voorbij” schrijft ze vanuit de overtuiging, dat het persoonlijke politiek is; juist door met anderen over persoonlijke ervaringen te praten of deze ervaringen op papier te zetten, leren vrouwen dat ze niet alleen Sinds die tijd is er heel wat veranderd. Weliswaar vallen er nog slachtoffers, maar men weet veel meer over „griepjes” en de echte, Spaanse of Aziatische, griep. Ter duidelijke onderscheiding van de onschuldige verkoudheid zou men die echte griep eigenlijk beter influenza kunnen noemen. De veroorzakers, de influenzavirussen, zijn ontmaskerd. De wetenschap beschikt over medicijnen, waarmee bepaalde complicaties van influenza kunnen worden bestreden. Tegen de influenza zelf bestaat echter nog geen geneesmiddel. Wel bestaat er een manier om te voorkomen dat men deze ziekte krijgt: vaccinatie. Daarover straks. Oud virus terug Schaamte voorbij 31 i(» ii Geen droom om me achter te verschuilen Anja Meulenbelt Controle van eieren waarin het virus is gekweekt Het influenzavirus, ware grootte: één tienduizendste mm. „Zwanger, heeft de dokter tegen mijn moeder gezegd, nadat ik naar de wachtkamer was gestuurd. Ik doe rekoefeningen en spring van stoelen. Het helpt niet. Mijn moeder zegt, dat ze zal informeren bij een vriendin, die verpleegster is of er iets aan te doen vait. Komt terug en zegt dat het niet kan, er schijnt een arts geweest te zijn die abortussen uitvoerde, maar die doet het niet meer, zegt ze. Ik vraag niet of er ook nog andere mogelijkheden zijn. Kom niet op het idee om zelf naar de dokter te gaan. En bovendien besluit ik na een paar huilbuien het zo maar te laten. Een kindje, dat lijkt me wel leuk. Ik hield tenslotte ook van poppen, die ik met moeite in de kelder wegborg, toen ik vond dat ik er te oud voor was. En boven dien, het huis uit kunnen, mijn eigen huis, niet meer hoeven vech ten om het bezitsrecht van mijn kamer. Niet meer door een kwaaie vader uit bed gehaald worden, omdat ik mijn fiets buiten heb laten staan. Niet meer hoeven vragen om zakgeld. Geen huiswerk meer hoe ven maken. Mijn eigen beslissingen nemen. Ik loop met open ogen in de val, waar mijn moeder destijds in liep zonder ooit de consequenties te overzien.” Op het moment als de ellende het grootst is, pakt ze haar spullen en trekt met haar zoontje Armin weer bij haar ouders in. Langzamerhand begint ze weer contact te zoeken met mensen, wordt actiever en laat zich inschrijven aan de Sociale Aca demie. Al spoedig staat ze weer in het volle leven. Geïnteresseerd in politiek voelt ze zich steeds linkser worden. is dan vaak een soort die moeilijk is te behandelen. Later leest ze Shulasmith Firesto ne, die vertelt dat het probleem van elke man is, hoe hij vrouwen zóver miejaren 1957 en 1968 spreken een duidelijke taal. Maar ook in jaren dat een epidemie niet zulke grote vormen aanneemt vallen er nog veel slachtoffers. krijgt, dat ze wel van hem houden, zonder dat hij zichzelf op dezelfde manier hoeft te investeren. „Liefde tussen ongelijken is onmogelijk” zegt ze. „En we zijn ongelijk. We houden de ongelijkheid in stand door hun spelletjes mee te spelen, op hun voorwaarden in te gaan, omdat we zo bang zijn zonder liefde te moeten leven. We nemen genoe gen met surrogaat, omdat we bang zijn voor de eenzaamheid.” Bij het schrijven van haar ver haal ontdekt Anja steeds een cyclus van drie jaar. Telkens moet ze opnieuw beginnen; telkens opnieuw heeft ze de ervaring, dat de bodem uit haar bestaan is weggevallen. Anna is de vrouw van een gewe zen vriend en politiek activist Ton. Ton, die zowel Anja als zijn eigen vrouw belazert, omdat hij ze allebei niet wil verliezen. Bang is en geen beslissing durft te nemen. Anna en Anja komen samen tot de conclusie dat ze tegen elkaar worden uitge speeld door hem. Met Anna leert Anja een nieuw soort relatie kennen. Ze hoeft zich schappen veel sterker zijn. En veel mensen hebben wel afweerstoffen tegen influenza-virus opgebouwd, maar niet tegen dit nieuwe virus. Met als gevolg dat grote bevolkings groepen (vooral jongeren) erg vat baar zijn. Op die manier zijn epide mieën van wereldwijde omvang ontstaan. Op die manier is de Spaanse Griep van 1918 begonnen. In 1957 sloeg de influenza ook hard toe door de komst van het nieuwe A- virus, de zogenaamde Aziatische Griep. Dat gebeurde ook in Neder land. De nieuwe A-Hong Kong stam van het virus had in 1968 ernstige gevolgen. Influenza is bijzonder besmette lijk. Een grieppatiënt steekt in korte tijd een groot aantal mensen aan. Dat is niet te voorkomen: iemand die zich helemaal niet ziek voelt kan al wel besmettelijk zijn. Zowel art sen als de overheid bevelen daarom aan al het mogelijke te doen om de ziekte te voorkomen. Dat geldt in het bijzonder voor de groepen die een extra risico lopen. voor de vrije tijd? Zie je niet, dat je precies doet wat Ton wil dat er zal gebeuren. En dan zegt Anna zacht en beslist, dan moeten wij maar helemaal breken met elkaar en ik voel mijn hele lijf koud worden en zie het zwart voor mijn ogen. Ton bonkt op de deur. Hij wil erin. Ik kom eraan, roept Anna.” Influenza is iets heel anders dan een „griepje” of een zware verkoud heid. De patiënt voelt zich (vrij plot seling) rillerig en klaagt over hoofd pijn, keelpijn, spier en gewrichtspij nen. Meestal is er flinke koorts en voelt hij of zij zich echt ziek. Ook al wordt er mogelijk met allerhande huismiddeltjes geprobeerd over eind te blijven, na korte tijd is het bekeken en moet de patiënt een aantal dagen onder de wol. Als de koorts geweken is, voelt men zich in de regel nog een week of twee erg slap. Tegen deze griep, de echte griep, bestaan dus geen geneesmid delen. Hoogstens kunnen de ver schijnselen wat worden verzacht. Erger wordt het als er complicaties optreden. Een bekende complicatie van influenza is longontsteking. Dat „Word je daar nu gelukkiger van, van dat feminisme, vraagt iemand. Nou nee, soms, zeg ik aarzelend. Gelukkig? Makkelijker is het zeker niet. We vertillen ons regelmatig aan onze eigen idealen, brengen er nog weinig van terecht..Ik zie, als onder scherpe schijnwerpers, tienvoudig vergroot, de dagelijkse details van mijn onderdrukking, de dagelijkse details van andervrouws pijn. Ik heb er geen verweer meer tegen, geen oogkleppen, ik zit er midden in, als een week dier zonder schelp. Zelfbekag? Zeker, ik kan zwemmen in zelfmedelijden, ik kan me er in wentelen als een varken in de modder. Rancuneus, ook dat. Maar geen schaamte. De schaamte is voorbij.” Voor het maatschappelijk leven in het algemeen is het natuurlijk nadelig als talrijke mensen tegelij kertijd uitvallen. Maar groepen met een extra risico mogen geen griep krijgen. Daarom wordt de vaccina tie van deze mensen dringend aan bevolen door de Hoofdinspectie van de Volksgezondheid. Iedereen die zich afvraagt of hij of zij misschien ook tot zo’n groep behoort zou direct contact op moeten nemen met de arts. Alleen hij kan beoorde len of vaccinatie (die in veel geval len door het ziekenfonds wordt ver goed) gewenst of zelfs noodzakelijk is. Bij mensen die aan een chroni sche ziekte lijden, bestaat het risico dat deze veel ernstiger verloopt als gevolg van de besmetting met influ enza. Ook de influenza-injectie zelf kan overigens bij deze patiënten ongerief veroorzaken. Juist onder deze groep vallen bij influenza- epidemieën de meeste slachtoffers. Men heeft uitgezocht, dat de Spaanse Griep van 1918 werd ver oorzaakt door een bepaald soort virus, dat ook in varkens kan voor komen. Deze dieren kunnen name lijk eveneens influenza krijgen. Na 1919 veranderde het virus langza- De enige echte mogelijkheid om influenza en zijn mogelijke gevol gen te bestrijden is zich tijdig te laten inenten. Het is mogelijk om vaccin te maken waarin de influen- zavirussen, die naar verwachting het komend seizoen de kop op zul len steken, verwerkt zijn. Dit vaccin kan bij de mensen, die tijdig zijn ingeënt, zoveel afweerstoffen doen ontstaan, dat de griep geen vat meer op hen heeft. Ze heeft ook meegewerkt aan vrijwel alle publikaties van de uitgeverij De Bonte Was, bij voorbeeld „Het Moederboek”, „Vrouwen en seksualiteit” en „Ze leefden nog lang en geluk kig”. Het „Lijfboek voor vrou wen” staat eveneens op haar naam. In haar een na laatste boek „Feminisme en Socialis me” geeft ze een aanzet tot dis cussie over de verhouding tus sen twee onverbiddelijk met elkaar verbonden maatschappij visies. „Vrouwenbevrijding bin nen een kapitalistische samenle ving is niet mogelijk, maar socia lisme alleen betekent nog geen garantie, dat de ongelijkheid tus sen mannen en vrouwen wordt opgeheven.” Patiënten met hart-, nier- en long aandoeningen (zoals astma, chroni sche bronchitis), suikerziekte en andere stofwisselingsstoornissen, steenpuisten en geïnfecteerde won den zitten wat influenza betreft in de „bedreigde hoek”. Zij lopen een groter risico dan andere mensen. Mede op grond hiervan worden ook de oudere mensen meer bedreigd. De sterftestatistieken van de epide- Gedurende een periode van jaren verandert het virus maar weinig. Maar dan ineens komt er als het ware een geheel nieuwe soort, waarvan de ziek-makende eigen- Medici over de hele wereld maken zich wel ongerust wat er nu nog meer gaat gebeuren. De me dische wetenschap en de algemene lichaamsconditie van de bevolking zijn weliswaar beter „gewapend” tegen een aanval, maar het gaat toch nog steeds om een ziekte waar voor de juiste medicijnen ontbre ken. Vandaar dat alles nauwlettend in het oog wordt gehouden. De Wereld Gezondheids Organisatie heeft die taak op zich genomen. merhand van karakter, het kreeg ook wat minder ziek-makende eigenschappen. Mensen die de Spaanse Griep hadden doorstaan, bleken veel meer afweerstoffen te bezitten voor de aan de Spaanss Griep van 1918 verwante influenza- infecties. niet waar te maken; eindelijk kan ze haar emoties met iemand delen die ze herkent. Maar ook dit keer niet zonder moeilijkheden. In de prak tijk heeft haar verhouding met Anna grote consequenties. Ton is hevig jaloers en probeert alles om de relatie te verzieken. De rollen zijn nu omgedaaid. Hoe vaak was zij niet het vriendinnetje van getrouwde mannen en hoe fel rea geren juist diezelfde mannen als blijkt dat ze nu de vriendin is van hun vrouw. anders dan een symptoon van mijn onderdrukking.” Anja Meulenbelt, geboren in 1945, is van beroep vormings- werkster, stafdocente, studente en huisvrouw. Omstreeks de „tweede feministische golf” rond 1968 is ze begonnen met het publiceren van artikelen in het literaire blad Lover, Opzij, weekbladen De Groene Amster dammer en De Nieuwe Linie, Te Elfder Ure en de Vrouwenkrant gemaakt door het Amsterdamse Vrouwenhuis. Na 1918 zijn er epidemieën ver oorzaakt door influenzavirussen, die minder gevaarlijk waren en minder slachtoffers maakten. Het lag in de lijn van de verwachting van de deskundigen, dat de oude Spaanse Griep ooit weer de kop op zou steken. Dat gebeurde dit jaar. Dankzij de betere medische omstandigheden viel er slechts één slachtoffer tussen de honderden zieken in een militair kamp in Ame rika. In dit verhaal zal ieder van ons zichzelf misschien een beetje her kennen. Anja heeft de stap geno men dit alles op papier te zetten. Haar verhaal is niet alleen een per soonlijk verhaal, het is ook een poli tieke geschiedenis. Persoonlijke ervaringen blijken met veel méér te maken te hebben dan alleen met jezelf. Het persoonlijke is politiek. Helemaal geen vrienden. Met Toni’s werk loopt het mis en Anja begint door haar eenzame en geïso leerde bestaan enigszins mensen schuw te worden. „Ik word steeds banger, maar ik weet niet waar voor. Voor mensen. Ik ga steeds minder de straat op, alleen als het moet om boodschappen te doen. Ik durf niet naar de wasserette, want daar moet ik vragen, hoe de machi nes werken. Ik was met de hand, hang de was op in de kamer. Ik ga alleen nog maar naar zelfbedie- ningszaken, waar ik niets hoef te zeggen. Als ik naar een winkel ga, waar ik iets moet vragen, repeteer ik van tevoren, uit angst dat ik ben vergeten, waar ik voor kwam als ik er eenmaal sta.” Als jong meisje raakt Anja in verwachting en stapt met Toni in het huwelijksbootje. Natuurlijk moet ze van school, ze is immers een „slecht” voorbeeld voor de andere meisjes en wisselt zodoende haar enigszins vrije, onbezorgde scholie renleven in voor dat van een hard werkende, eenzame huisvrouw en moeder. Het jonge stel verhuist naar Duitsland; al gauw gaat het met hun relatie bergafwaarts. Anja wordt direct na haar huwelijk geconfronteerd met Toni’s ware aard; van de bruinverbrande, film sterachtige, atletische jongen blijft weinig méér over dan een stuk cha grijn, die direct na zijn werk het eten voorgeschoteld wil krijgen en zijn vrouw alleen nog goed genoeg vindt om mee naar bed te gaan. Ze hebben de ene na de andere ruzie. Armin, haar zoontje, wordt bang van zijn vader, die hem regelmatig bont en blauw slaat. Anja durft hem dan ook niet meer bij Toni achter te laten, als ze er niet is. „Dan barst ik uit, opgekropte frustraties van de laatste dagen, waarom ze zich zo door Ton laat bepalen. Waarom ze nooit eens teggn hem durft te zeggen, dat ze met mij alleen wil zijn. Je zei dat je het niet zou nemen, zeg ik, en je pikt het toch, terwijl je er naast zit. Is dat de man door wie je je wilt laten leven, vraag ik. Anna, hoe hou je dat vol? Anna zit met gebogen hoofd. Zegt: ik dacht wel dat het niet zou gaan. Ik denk dat we maar weg moeten gaan. Wie „we” barst ik nu echt uit. We. Dat is uiteraard het echtpaar, het gezin. Weet je nog dat je hiernaar toe kwam, omdat je bij mij wou zijn? Komt het dan niet bij je op, dat je voor de verandering Ton eens kan laten stikken in plaats van mij? Is het zo vanzelfsprekend dat ik af moet vallen als het moei lijk wordt? Anna, verschil je dan geen haar van al die mannen, die ook altijd mij lieten vallen als hun vrouw het niet meer goed vond? Ben ik dan voor jou ook alleen maar een wegwerpvriendinnetje In het boek zit een steeds weder kerend patroon: verliefdheid, exta se, teleurstelling, eenzaamheid, her stel, verliefdheid. Haar linkse vrienden blijken op het gebied van relaties een behoorlijk arrogante houding aan te nemen, die met veel machtsvertoon gepaard gaat. Oskar, van de Black Panther Party, ze knapt op hem af als ze merkt, dat hij alleen maar met haar naar bed gaat, omdat hij dan weer aan zijn vrienden kan vertellen, dat hij weer een blanke vrouw versierd heeft. Hierna zoekt ze het dichter bij huis en sluit zich aan bij de Marxistisch- Leninistische Studentenbond. Maar ook hier teleurstelling als ze ont dekt, dat velen via acties proberen carrière te maken; precies hetzelfde als in de maatschappij die ze zeggen te bevechten. Dit blijkt helemaal als tijdens een havenstaking de studen ten proberen de leiding over te nemen van de stakers. Ze stellen zulke hoge eisen, waarvan ze weten dat die nooit ingewilligd zullen wor den. „Er ontstaat verdeeldheid. Ik raak onzeker. Dit is niet wat ik me heb voorgesteld bij het idee dat we het proletariaat moesten steunen.” Desillusie. De een na de andere relatie met mannen loopt uit op een mislukking, omdat ze zich niet dur ven binden of getrouwd zijn. „In ieder geval is het duidelijk, dat ik het me niet kan veroorloven om veel te voelen voor de mannen met wie ik omga. Als ik het spel mee wil spelen, niet kapot wil gaan, zal ik het anders moeten doen. Me niet binden, net als zij. Wegwezen voor dat het te moeilijk is, ophouden voordat het te veel pijn zou doen om hem weer kwijt te raken. Jezus, wat een opdracht. Hoe vermijd je dat, om van iemand te gaan houden?” „Ik zoek naar vrouwen, aarze lend, om te beginnen gewoon omdat ik ze nodig heb. Ik geef het toe, als tweede keuze, omdat het met man nen niet lukt. Omdat ik kapot ben van deelrelaties, altijd moeten kie zen tussen sex en intellect, tussen me waarmaken volgens mannen normen of genegeerd worden. Vrouwen. Voor het eerst valt het me op, dat ik nauwelijks vrouwen ken. Ik geloof nog niet zo erg in vrou wen, heb me te lang boven het soort verheven gevoeld. Me voor ze ver stopt. Mijn optrekken aan mannen en neerkijken op vrouwen niets anders dan minachting voor mezelf. Mijn blindheid daarvoor is niets „Het is geen toeval denk ik later, dat ik pas gevoelig was voor de vrouwenbeweging, toen ik niets meer te verliezen had. Geen enkele droom om me nog achter te ver schuilen. Geen klasseprivileges meer. Mislukt in mijn werk. In de kou gezet door de politieke groepe ringen, waar ik het meest van ver wacht had. Ik heb me lang verzet. De illusie gekoesterd, dat ik het lot van mijn moeder ontliep door me niet aan te passen aan de normen van het huwelijk. Mijn poging om me individueel te emanciperen moest mislukken. Niet sterk genoeg om een carrièrevrouw te worden, neerkijkend op andere vrouwen, levend zonder warmte. De keuze tussen huisvrouw en „vrije vrouw”, de keuze tussen twee onwezenlijke idealen. De keuze tussen hangen en wurgen. Ik ben niet meer bereid om de hoge prijs te betalen van het verlies van mijn eigen ik, dat op bijna elk huwelijk staat. Maar ik ben niet sterk genoeg om me staan de te houden als loslopend wild in een door mannen beheerste maat schappij. Ik ben weerloos tegen de kou, de emotionele armoede, de schijnprogressiviteit van wegwerp- relaties.” In een vrouwenpraatgroep terecht gekomen kan ze eindelijk op adem komen. Alles op een rijtje zetten, proberen te begrijpen, er wordt veel gepraat over sex en rela ties. „De praatgroep, een warme plek in de week, waar we onze won den komen likken. Het is alsof ik naar alles anders kijk. Een pijnlijke helderheid want ik zie veel dat ik liever niet had gezien. Ik word er bang van. Soms, merk ik dat ik steeds ongeschikter word om in mijn oude leven terug te stappen en ook niet weet wat er voor terug komt. Opbouwen is zoveel moeilij- ker dan afbreken.” A I® gif W. w

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 19