Heerlijk slapen onder dons
9
I
3
Kind en
natuur
Zagende koning
Tuingereedschap verzorgen
G.
Handig boekje voor ouders van kleuters
Woonprojecten helpen alleenstaande
moeder op wég naar zelfstandigheid
door Leens Macaré
3
Woonproject
Praktische problemen
Eigen leven
Tijdelijk
www*****^^ ii in i inn ii'imh hum—
d
list
lion
n
ten
ning bij zwangerschap en alleenstaand ouderschap. Het begrip
„ongehuwde moeder” is in de (lange) naam van deze vereniging niet
meer te vinden. Hulpverleners op dit terrein hanteren tegenwoordig
bij voorkeur de term alleenstaande moeder. Voor hen maakt de niet-
gehuwde moeder deel uit van een snel groeiende groep alleenstaan
de ouders. (Het aantal echtscheidingen bijvoorbeeld is in de afgelo
pen vijf jaar bijna verdubbeld). Het zijn zowel vrouwen als mannen,
die in de praktijk van het alleenstaand ouderschap voor een groot
aantal gelijksoortige problemen kunnen komen te staan: opvoedings
problemen, huisvestingsnarigheid, financiële moeilijkheden, en vaak
een onvermijdelijk stuk vereenzaming.
n2,
tio-
on-
„Voor de buitenwereld blijft de alleenstaande moeder met haar
kind voorlopig nog een buitenbeentje. Ze heeft het moeilijk, gewoon
omdat het haar in een aantal opzichten moeilijker wordt gemaakt
zonder dat je nou meteen het zware woord discriminatie hoeft te
gebruiken. De realiteit is dat iedere alleenstaande ouder er lang niet
gemakkelijk voor staat. Dat wordt hier dan ook beslist niet verheeld”,
zegt Leo van der Ark. Hij is directeur (zelf omschrijft hij zijn functie
liever als die van coördinator) van een in het centrum van Rotterdam
gelegen tehuis voor ongehuwde moeders, dat tevens opvangcentrum
is voor „vrouwen met kind in een crisissituatie”. Het is een van de
tehuizen en opvangcentra in Nederland die ressorteren onder de
FIOM, de Nederlandse vereniging van organisaties voor hulpverle-
■ja?
Moedertehuizen
I
nu ,open huizen
I
l
ng bi|
3
geheel
ioor u
jt het
ld
Wanneer u besloten hebt om een donsdek te
kopen moet u op diverse dingen letten. De fabri
kant moet duidelijk aangeven hoe de vulling van
het donsdek is samengesteld: zuiver dons 98%
zuiver dons plus 2% veertjes; dons 65% zuiver
dons en 35% veertjes; halfdons 15% zuiver dons en
85% veertjes. Zuiver dons is het lichtst en het
warmst. Wil men goedkoper uit zijn dan kan men
volstaan met dons-kwaliteit. De tijk kan het best
voor honderd percent van katoen zijn. De fabri
kant moet ook dit op het donsdek vermelden. Het
Een manier om het taalge
bruik van het kind te verbeteren,
wordt beschreven in het boekje
„Ra, ra, wat is dat?” („Raadsel
tjes en woordspelletjes voor jon
ge kinderen”) geschreven door
W M Nijkamp en eveneens uit
gegeven in de reeks „De wereld
van de kleuter” 12,90). Na
langdurig onderzoek is het grote
nut van deze spelletjes gebleken.
Er staan 152 raadseltjes en 40
woordspelletjes in dit boekje,
waarin ook een antwoordenlijst
is opgenomen. Vooral de illu
straties ook zijn leuk en op de
kinderen afgestemd
Het is nu de tijd om het tuinge
reedschap te verzorgen, voordat
we dat wegzetten. Alles moet
goed schoon gemaakt worden en
ingevet met vaseline. Men doet
er ook goed aan messen van
maaimachines nu al te laten slij
pen. In het voorjaar komt ieder
een tegelijk en dan heb je maar
een wachttijd te accepteren. Dat
geldt voor de gewone simpele
maaimachine, maar ook voor
het wat zwaardere materiaal.
hoofdkussen zou met zuiver dons of dons gevuld
te zacht en te warm worden. Daarom kan men
beter een veren of halfdons kussen aanschaffen.
Belangrijk is ook de manier waarop de donsdek
ken zijn doorgestikt.
Wat het onderhoud betreft: het donsdek moet
regelmatig worden opgeschud, dagelijks gelucht,
echter niet in de zon of bij vochtig weer. Het mag
niet geklopt of gestofzuigd worden. Let bij de
aankoop op het garantiecertificaat.
Het derde boekje is een verza
meling van vierhoofdzakelijk
uit het Engels vertaalde arti
kelen. „Een twee kopje thee drie,
vier glaasje bier” onder redactie
van dezelfde W M Nijkamp,
geeft een dieper inzicht in het
wiskundig rekenen met jonge
kinderen De schrijvers van de
geplaatste artikelen pleiten in dit
boekje vooral voor het zélf han
delen van het kind om zodoende
meer begrip en inzicht te krijgen
in hoeveelheden. (Uitgegeven in
de Pionnierreeks 15,50).
M.B.-L.
olie vullen en de benzinetank
met conserveringsvloeistof. De
bougie moet, schoongemaakt,
losjes op de cilinderkop worden
gedraaid.
Bij electromaaiers geldt wat
het reinigen betreft hetzelfde.
Aan het elektrische gedeelte
hoeft niets te worden gedaan.
Wel de machine in een droge
ruimte laten overwinteren. Bij
accumaaiers lette men op het
volgende: accu’s met een auto
matisch oplaadapparaat kunnen
de hele winter aangesloten blij
ven op het lichtnet. De kosten
hiervan zijn te verwaarlozen. Bij
andere acuu’s moet het accuzuur
worden gecontroleerd (behalve
bij zg. „droge” accu’s). Ze moe
ten opgeladen worden bewaard
op een droge plaats en geduren
de de winter nog enkele keren
worden opgeladen.
De accu van klein tuingereed
schap (gras- en heggescharen)
moet ook in lege toestand, het
gaat hier om nikkelen cadmium-
cellen moet droog worden
bewaard.
Ook koningen nemen wel eens de zaag ter hand, zoals hier te zien
is. De Zweedse koning treedt in dit geval niet op als doe-het-zelver,
maar verricht een symbolische opening. Er werd nl. onlangs een
nieuw bedrijfspand van het Zweedse concern Sandvik (o.a. bekend
om zijn gereedschappen) in Rotterdam geopend. Twee Sandvikdi-
recteuren, A. Westerberg (rechts) en N. Nellen, behoedden de vorst
voor het rampzalige feit, dat de zaag zou gaan klemmen. De koning
leek ons trouwens niet z’n fervente knutselaar. Hij stond aanvanke
lijk wat onwennig te manipuleren met de zaag.
alleenstaande vrouw die, om welke
redenen dan ook, op eigen krachten
een kind moet grootbrengen: huis-
vestingsmoeilijkheden, en gebrek
aan goede opvangmogelijkheden
voor de kinderen als ze weer werk
zouden kunnen vinden (een van hen
is gediplomeerd verpleegster, de
beide anderen hebben respectieve
lijk als ponstypiste en in een admi
nistratieve baan gewerkt).
De vraag of ze werken dan wel
weer willen gaan werken, is in feite
zinloos, want voor de alleenstaande
jonge moeder met een baby wegen
de praktische problemen voor iede
re werkende moeder dubbel zwaar.
Binnenshuis wordt het babyzitten,
als dat nodig is, in dit woonproject
zo goed mogelijk onderling opge
lost, maar part-time of hele dagen
werken lijkt voorlopig volslagen
onmogelijk. Ze staan als woning
zoekenden ingeschreven, maar in
de praktijk blijkt ook het vinden
van geschikte woonruimte in deze
regio een moeizame en vaak lang
durige aangelegenheid.
Leuk en aardig voor de kinde
ren, dat zijn de „ranke” boekjes
in de serie Kind en Natuur,
samengesteld door de Deense
pedagoog Mogens Jansen. In elk
boekje wordt een stukje natuur,
een klein biotoopje, zou je kun
nen zeggen, onder de loep geno
men. Het is dus ook voor kinde
ren overzichtelijk. Zo wordt op
plezierige wijze gebabbeld over
het leven op, in en rond een
omgevallen boom; over het leven
in een sparrenbos (wie er alle
maal profiteren van de denne-
en sparreappel); over allerlei
soorten gras (van het doodgewo
ne gras tot en met het huizenho
ge bamboe) of over de natuurlij
ke diefjes in een aardbeienbed.
De toon van de tekst is alleraar
digst en aangepast aan het nor
male doen en laten van kinde
ren, dieren en planten. De kleu
renfoto’s zijn schitterend en
vaak uniek. Het is jammer dat de
prijs voor kinderen aan de hoge
kant ligt: 6.90 per deeltje (uit
geverij Vermande). Daardoor
komt zo’n boekje meer in de
sfeer te liggen van het cadeautje
bij een verjaardag.
In dit woonproject, gevestigd in
een groot ouderwets huis met ruime
kamers, die onderverdeeld zijn in
zitslaapkamers en babykamers,
kunnen per etage twee volwassenen
met hun baby’s wonen. Elke etage
heeft een eigen goed geoutilleerde
keuken, doucheruimte en toilet. De
bewoonsters beheren hun eigen
financiën, zorgen zelf voor meubi
lair, inkopen en de verzorging van
hun kinderen, kortom: hebben hun
eigen huishoudinkje. Geen „tehuis”
dus, maar een tijdelijk verblijf op
basis van een zo groot mogelijke
zelfstandigheid. „Als je er niet van
uit kon gaan dat het voor tijdelijk is,
zou dit samenwonen op den duur
waarschijnlijk knap benauwend
worden”, zegt een van de meisjes
nuchter.
Hoe zien ze de toekomst voor
zichzelf en hun kind? Ze zijn alle
drie van mening dat het, ondanks
een aantal grote onzekerheden,
„toch wel erg fijn is om een kind te
hebben” en geloven wel dat ze het
aan zullen kunnen. Een van hen
formuleert het als volgt: „Ik zie nu
minder tegen de toekomst op dan
vóór de geboorte van de baby. Op
het ogenblik ben ik erg blij dat ik
voor het kind heb gekozen. Het aan
later denken is wel eens benau
wend. Je zult het kind op zeker
ogenblik moeten uitleggen waarom
er geen vader in huis is, zoals bij
andere kinderen. Misschien zal het
kind het hierdoor later op school
moeilijker krijgen. Dat weet je alle
maal nog niet, maar je denkt er wel
vaak over na. Gelukkig kun je er
hier over praten met anderen die in
dezelfde situatie zitten”
Als u een benzinemaaier hebt
moet u beginnen met de benzine
uit het tankje te halen, alsmede
de olie uit het carter. Dit om met
het schoonmaken wat gemakke
lijker te kunnen werken. Daarna
wordt alle vuil verwijderd. Zo
min mogelijk water gebruiken in
verband met roestvorming.
Plaatsen waar de verf afge
schuurd is, goed blank maken,
roestprimer (anti-roestverf) aan
brengen en tenslotte bij schilde
ren. De messen moeten goed
roestvrij gemaakt worden en, als
ze nog scherp genoeg zijn, inge
vet. Daarna het carter weer met
abrupt gedaald, onder meer ten
gevolge van het groeiend gebruik
van voorbehoedmiddelen en de zich
verruimende mogelijkheden tot
abortus. Het „afstand doen” van
baby’s is teruggelopen tot ongeveer
een derde van het aantal gevallen
dat vroeger werd geregistreerd.
Maar sinds begin 1975 is er in
Nederland in het aantal buitenech
telijke geboorten weer een duidelij
ke stijging, die steeds sneller lijkt te
gaan. Vermoedelijke oorzaken: de
groeiende belangstelling voor ande
re samenlevingsvormen dan alleen
het huwelijk en de geleidelijke
acceptatie van de ongehuwde moe
der met haar kind of kinderen als
één-ouder gezin. Daarnaast vechten
belangenorganisaties en actiegroe
pen voor betere voorzieningen voor
het één-ouder gezin in het alge
meen: ongehuwde moeders,
gescheiden mensen, weduwen en
weduwnaars met kinderen.
Intussen is, mede ten gevolge van
de veranderende situatie tussen
1970 en 1974, het aantal tehuizen
voor ongehuwde moeders in Neder
land in de laatste vijf jaar gedaald:
in 1970 waren er nog 22, nu zijn er
nog 14. Die tehuizen willen steeds
meer gaan functioneren als tijdelijk
opvangcentrum en „open huis”, en
als contactpunten voor zelfstandig
wonende alleenstaande moeders.
Daarnaast is een nieuwe ontwikke
ling op gang gekomen, zoals de
In een zogenaamd „woonproject”
in een rustige straat aan de rand
van Den Haag praten drie jonge
ongehuwde moeders die hier tijde
lijk wonen, over hun situatie en
over de problemen van alleenstaand-
ouderschap in deze tijd. Hett onge
trouwd zijn en toch een kind heb
ben ervaren ze niet meer zozeer als
een „apartheidssituatie” in deze tijd
van sterk veranderende leefpatro
nen en normen.
Hun specifieke problemen lijken
voorlopig sterk op die van iedere
zogenaamde „woonprojecten” in
een aantal steden: de panden wor
den gehuurd door de hulpverlenen
de instellingen, die op hun beurt de
kamers voor een bepaalde tijd ver
huren aan alleenstaande jonge
moeders, die vanaf deze basis naar
definitieve huisvesting kunnen
zoeken.
Daarnaast zijn er „flatprojecten”,
waarbij de instellingen rechtstreeks
van woningbouwverenigingen flats
huren die vervolgens aan alleen
staande ouders worden onderver
huurd. Nog een andere ontwikke
ling is het „halfway-project”,
bestemd voor alleenstaanden die
het nog niet zelfstandig kunnen red
den en hier met hun kinderen
wonen, „begeleid” en toch met een
zekere zelfstandigheid.
Voor ouders van kleuters, die
eens wat méér betrokken willen
raken bij het werk van hun kin
deren op school, zijn nu drie
handige boekjes verschenen bij
Vermande. „Poppenkast met
jonge kinderen” geschreven
door W M. Nijkamp en W.
Schalkers- de Jager en uitgege-
ven in de reeks „De wereld van
de kleuter” 12,90) is een speels
boekje vol tips omtrent alles wat
met de poppenkast te maken
heeft. Het beschrijft het maken
van de poppenkast tot en met het
verhaal dat gespeeld kan
worden
g Specifieke tehuizen voor onge-
tp huwde moeders bestaan eigenlijk
I I niet meer. De sfeer rondom de
tehuizen is doorbroken. Het zo
spoedig mogelijk terugkeren naar
f een eigen leefsituatie staat tegen-
I i woordig voorop in de hulpverle
ning”. Dit zegt drs. E. J. H. van
Kordelaar, een van de beide direc
teuren van de FIOM. Vier letters die
tot vorig jaar de afkorting vormden
van de naam „Nederlandse federa-
i tie van instellingen voor de onge
huwde moeder en haar kind”. Na
een fusie met de COM (de centrale
vereniging van organisaties voor
hulpverlening aan niet-gehuwde
moeders) en de HPS (Hendrik Pier
son Stichting) gaat de FIOM verder
ais „Nederlandse vereniging van
organisaties voor hulpverlening bij
t zwangerschap en alleenstaand
|L ouderschap”. Verspreid over het
t land heeft FIOM een netwerk van
bureau- en spreekuuradressen,
informatiecentra. tehuizen en
opvangcentra.
Het totaal aantal geboorten en het
aantal buitenechtelijke geboorten is
in-Nederland tussen 1970 en 1974
Van der Ark noemt de gang van
zaken in dit tehuis „geïndividuali
seerde hulpverlening”: elke moeder
met kind heeft een vaste begeleider
of begeleidster. In die hulpverle-
ning worden de bewoners benaderd
als twee verschillende groepen
E „cliënten”. De ongehuwde moeders
onder hen hebben behoefte aan een
ander begeleidingsproces. De nog
heel jonge moeders gaan vaak van
school als ze zwanger zijn. Een aan
tal van hen neemt naderhand de
draad weer op en gaat bijvoorbeeld
avond-mavo volgen. Ook bij hen
staat de tijdelijkheid van het ver
blijf, het zo spoedig mogelijk over
stappen op een zelfstandig bestaan,
voorop.
„De ongehuwde moeders zijn
vaak erg jong, van 15 jaar soms tot
21 jaar. Dan krijg je de spanningen
tussen het jong willen zijn ener
zijds, de zorg en de verantwoorde
lijkheid voor het kind anderzijds”,
zegt Leo van der Ark. „In groepsge
sprekken proberen we de mensen
zicht te leren krijgen op hun eigen
situatie, op het feit dat het alleen
staand ouderschap straks lang geen
gemakkelijke taak zal zijn. Het
inrichten van zo’n leven eist veel
organisatie, en men moet het hele
maal alleen doen. Gelukkig is het al
lang niet meer zo dat voor de onge
huwde moeder geen nieuwe relatie
meer mogelijk is”.
Het tehuis en opvangcentrum in
de Maasstad is een van de voorbeel
den van nieuwe vormen van hulp
verlening in dit werk, zoals ze de
laatste jaren zijn gegroeid. Leo van
I der Ark noemt het „een huis voor
ouder-kind-situaties”, dat een tijde-
I lijk onderdak biedt aan twee groe-
r pen alleenstaande moeders met ver-
I schillende achtergrond: niet-
r gehuwde moeders, en moeders die
met een kind zijn gevlucht uit een
crisissituatie in hun huwelijk. „Je
zou kunnen zeggen dat de ene groep
in een moeilijke situatie zit, de
andere in een crisissituatie”, merkt
E Van der Ark op. „Dit huis is voor
beide groepen een tijdelijk onder-
j komen, en dan wel met een aantal
spelregels. Het uitgangspunt is dat
alle bewoners zelf een zo groot
mogelijk stuk zelfstandigheid hou
den, zich verantwoordelijk blijven
voelen voor hun eigen situatie”.
In de praktijk betekent dat onder
meer dat vrouwen die in zo’n crisis
situatie met een kind het opvang
centrum binnenkomen, hier in eer
ste instantie tot zichzelf kunnen
komen. Alle huishoudelijke aspec
ten zijn verzorgd, kinderen worden
opgevangen, er is een eigen kamer
met douche, voor maaltijden wordt
gezorgd. Na die eerste bezinnings-
periode probeert het opvangcen
trum via een aantal geSpreksfasen
deze vrouwen weer op weg te hel
pen: in eerste instantie naar een
I definitieve keuze voor de toekomst.
In veel gevallen betekent dat een
„nieuw leven” als alleenstaande
ouder met een aantal onvermijdelij
ke hindernissen: juridische en
maatschappelijke rompslomp, de
aanpassing aan het leven van
alleenstaande ouder, de taak om
verder alleen een kind op te voeden.
Het opvangcentrum helpt hen de
weg te vinden naar de deskundige
hulpverlening die in deze situatie
voor hen beschikbaar is.