Jaa© Methorat -weg? als voorzitter hr
Onderzoek
desnoods uit
eigen zak
’Steeds bezig geweest met brandjes blussen’
Publiek als een
vleesetende plant
™g
I
>.n Budobor-- rf
9
e
ve
il
■Tj
door Pieter Mu!
Fraude Budobond
Eén bond
r*
750
Faalangst
Doortikspeler
■IJ
•<w*u
r
an
:psie
VA
I
i
i
en
0).
>fd
er-
Ij
„Judo moet terug naar het bikkelen,
laat ze maar vechten voor die overwin
ning. Als je volgens de oude regels een
pu-t maakte won je de partij. Het
nieuwe systeem met waarschuwingen
maakt het judo ondoorzichtiger en dus
minder aantrekkelijk. Als je nu als
vader met je zoon naar wedstrijden
gaat kijken begrijp je niet wat er
gebeurt. Waarom dat nou veranderd
moest worden weet ik ook niet. Het
heeft er de schijn van dat de Tegelma
kers gewoon wat nieuws wilden
invoeren”.
i Partijdig
gBT -
«W*** te fimdvoortw boufwd
K i'W
bikkelen worden
^‘■■'^vt^
STOPPER
<-i>X*.
Maar omdat ik overal bemiddelend
optrad kwam je aan beleidsvorming niet
meer toe. Dan kun je wel zeggen, laat
bemiddelen aan anderen over maar ik
dook -overal meteen bovenop omdat ik
hoopte de zaak in de kiem te smoren. Je
verwachtte dan dat partijen oud en wijs
genoeg waren om er lering uit te trekken.
Methorst: „Ik ben altijd bezig geweest
een heidebrand te blussen, was het vuur
hier onder controle dan laaide het daar
weer op. Wij hebben te maken met ama
teuristische judoka’s en leraren die in de
sport hun brood verdienen. We moeten
denken aan het karate, het taekwondo,
het kendo, het aikido en Jiu Jitsu. Binnen
die sporten zijn er dan weer verschillende
stijlen. Kortom, wij zijn een zo pluriforme
organisatie dat het een der moeilijkste is
om te besturen. Al die jaren ben ik bemid
delaar geweest. Laatst was ik een week in
Limburg en daar zeiden een paar leraren
tegen me: je bent de Kissinger van de
budobond, dat vond ik wel aardig.
Afgezien van het ongemak dat de
spelers van het publiek hebben dat
slechts een rand van 30 centimeter
rond het veld vrijlaat (het zou in
Het publiek zat inderdaad wel bij
zonder dicht op het veld. Een keer
kregen we een publiekshot van de tv-
camera, tenminste dat dacht ik, maar
plotseling maakte zich toen uit de
toeschouwers een Spanjaard los die
een hoekschop nam. Een andere keer
moest een Spanjaard de stoel die
iemand tegen de balustrade van de
tribune had aangezet opzij zettën, om
althans nog twee huppelstapjes naar
de bal te kunnen doen alvorens hem
voor te brengen. Hier zou een gerouti
neerde rugbyspeler baat kunnen bren
gen, die de bal zuiver voor het doel kan
punteren zonder een aanloop te hoe
ven nemen.
Feyenoord had tevoren nogal wat
angst voor het Espanol-publiek, dat zo
dicht op het terrein zit en zo meeleeft
met zijn jongens, maar de Hampden
Roar van de „slechts” 32.000 man bleef
achterwege, en het bekende stopfverf-
voetbal van de Rotterdammers voor
kwam dat Espanol de geest kreeg,
zodat de vlammen over en weer van
tribune naar veld en weer terug zouden
slaan. Al na een kwartier behaalde
Nico Jansen zijn persoonlijke triomf
op De Felipe, door via diens voet in te
schieten, en de rest van de tijd slaagde
Feyenoord erin zowel de tegenstander
als de Oostduitse scheidsrechter Pro
kop voldoende te ontwijken om met
die kleine zege, en zonder al te veel
kleerscheuren (twee winkelhaken in
de vorm van gele kaarten voor Rijsber-
gen en Van Deinsen) huiswaarts te
keren.
Vanaf 1967 zijn we bezig geweest met zes
tot zeven karateorganisaties, vier jaar
terug kwam het taekwondo opzetten,
meer recent het aikido en nu het kendo.
Als gezegd, aan beleid kwam je niet toe.
Je merkt nu dat we de jeugd gewoon
vergeten zijn. En daar moet het toch van
daan komen. Van veel eerlijke sportbe
stuurders hoor je dat het moeilijk is de
jeugd voor topsport te behouden. Kijk,
betaald voetbal, daar mag je het niet mee
vergelijken. Dat is werk en amateurspor
ten mag je daar niet tegen projecteren. Wil
Nederland niet eens mogen), het moet
ook vrij onheilspellend zijn voor
bezoekende spelers die met 0-1 zijn
komen voor te staan. Nico Jansen, die
zich toch al niet tot de lieveling van
het publiek had gemaakt door zijn
doelpunt en door enkele 1-2-tjes met
De Felipe, schoot een keer door, over
de zijlijn, en kwam min of meer in de
armen van het publiek terecht, dat
hem, als ik Kees Jansma mocht gelo
ven, niet al te hartelijk ontving.
altijd iets recht te trekken. Vaak vrat je
dan iets op dat je er eigenlijk uit wilde
gooien.
Dat wilde overigens niet zeggen dat ik
kritiek uit de weg ging, als die maar niet
persoonlijk getint was. Er is bijvoorbeeld
veel kritiek geweest op onze ledenadmini
stratie en die was goeddeels juist. Ik heb
er nooit goed in kunnen voorzien en ik
weet niet hoe dat komt. Op de computer
rust kennelijk geen zegen. Veel ligt aan
wat je erin stopt, deels ligt het aan het
bondsbureau, deels aan het computercen-
U en ik weten hoe publiek is, dus u
en ik begrijpen hoe het publiek van
Barcelona toen reageerde.' De resteren
de 25 minuten van de wedstrijd hoefde
Neeskens de bal maar aan te raken of
te benaderen, of het voltallige publiek
begon tejuichen, te klappen en
hem aan te moedigen! Ik bedoel maar:
het publiek is daar kennelijk anders
dan hier!
Uit
m,
en
trum. Ik hoop dat de bijl erin gaat en dat
we zonodig een ander centrum nemen.
Het is waar dat we nogal eens van direc
teur op het bondsbureau hebben gewis
seld. Die vele wisselingen vind je toch ook
in andere sportorganisaties? Kijk naar de
KNVB die Burgwal eruit zet. (Maar die
man is juist tijden in dienst geweest-red.).
Zo’n directeur zit de hele dag op dat
kantoor, hoort van alles wat er in de bond
speelt en gaat een standpunt bepalen. Dan
botst die beroepskracht al snel met het uit
amateurs bestaande hoofdbestuur. Mis-
U hebt misschien gelezen dat Johan
Neeskens vorige week weigerde een
penalty tegen Burgos te nemen. Nees-
Eigenlijk had ik al willen stoppen
maar men drong erop aan dat ik nog
een periode zou volmaken”.
Methorst gaf toe, maar amper een
maand na zijn herverkiezing open
baarde zich een kwaal die een operatie
in zijn hoofd noodzakelijk maakte. De
ingreep is geslaagd en Methorst her
stelt goed. „Te zijner tijd hoop ik weer
te gaan werken maar ik moet eerst
van de psychische klap bijkomen. Ik
kan er niets bij hebben en daarom heb
ik besloten mijn functie als voorzitter
op te geven. Daar heb ik echt weken
over gedaan want een makkelijke
beslissing was dat niet. Vergeet niet
dat ik een flink deel van mijn leven bij
het judo en de andere gevechtssporten
betrokken ben geweest”.
Jaap Methorst is administrateur bij
de Zandvoortse politie in de rang van
hoofdcommies A en tevens inspecteur
bij de reservepolitie. Hij doceert aan
de politieschool en is schrijver van
enkele instructieboeken. De Budo
bond neemt op 10 december afscheid
van hem met een receptie in Den
Haag, de stad waar Methorst in zijn
jeugdjaren woonde.
Het onduidelijker worden"van het ver
loop van een judowedstrijd baart Jaap
Methorst zorgen. Hij mag dan aftredend
voorzitter van de Budobond zijn, de liefde
voor de sport brandt nog hevig. Van de
bijna zeventigduizend leden die de Budo
bond telt is de meerderheid beoefenaar
van het judo, de uit Japan stammende
gevechtssport die in de laat-vijftiger en
zestiger jaren in ons land een geweldige
doorbraak kende dankzij de triomfen van
Anton Geesink. Minstens zoveel publici
teit kregen in die tijd berichten over een
treffen tussen de giganten Geesink en Jon
Bluming, de man die als oorlogsvrijwilli
ger naar Korea ging en daar karate leer
de. Weer een andere gevechtssport die
voor de meeste mensen niet meer beteken
de dan het doorslaan of -trappen van een
stapeltje dakpannen. Geesink was lid van
de NJJB en Bluming behoorde tot de
NAJA.
Methorst: „Sportbonden die allebei bij
de Nederlandse Sportfederatie aanklop
ten om geldelijke steun. Maar daar zei
men terecht: per sport erkennen we maar
één bond. Zelf heb ik in de reorganisatie-
commissie gezeten die de fusie tot stand
moest brengen, die kwam feitelijk tot
stand in 1967”. Methorst werd als opvol
ger van ir. Pingen voorzitter van de over
koepelende Budo Bond Nederland, een
organisatie die statutair onderdak ver
leent aan alle Aziatische gevechtssporten.
Een structuur waarbinnen bovendien
amateurs en professionals moeten wor
den opgeborgen plus een veelheid van
stijlen.
„Tjezus,” was het eerste dat Jaap
Methorst deze week uitbracht toen hij
hoorde dat op de ledenvergadering
van de budobond de financiële perike
len uitgebreid aan de orde waren
geweest. Van week tot week was hij,
herstellend van de operatie, op de
hoogte gehouden van de ontdekkingen
die financieel expert Verkerk had
gedaan over de periode maart-
september 1976 in de administratie
van de BBN. Eerder deze week is die
affaire in deze krant uit de doeken
gedaan. Waarnemend voorzitter Ver
kerk heeft inmiddels benadrukt dat
Methorst buiten iedere verdenking
staat. De Zandvoortse politieman
heeft zich de zaak zeer aangetrokken
en wil desnoods uit eigen zak een
onderzoek bekostigen naar soortgelij
ke manipulaties in de jaren 1973 en ’74.
je elders als amateur de top bereiken dan
moet je echter wel dezelfde inspanningen
leveren als een prof.
Welke wedstrijdjudoka houdt na zijn
actieve tijd iets over van die sport? Roem
is zo relatief. Dat heeft Jan Bosman ook
gemerkt. Bosman is een van onze grootste
judoka’s, doet er enorm veel voor maar
moet zijn aandacht verdelen. Dat die jon
gen niet werd uitgezonden naar Montreal
vind ik nog steeds een grote misser. Nee,
kwaad kan ik er niet om worden dat
kon ik ook destijds niet. Ik probeerde
schien moet je zo’n man wel in het bestuur
opnemen.
Als ik mijn opvolger een raad zou moe
ten geven dan heeft dat advies ook op de
structuur van de bond betrekking. Iedere
sport zou een eigen sectie moeten gaan
vormen met een apart bestuur. Daarbo
ven moet dan een hoofdbestuur komen.
Te veel hebben we mensen met bepaalde
bindingen in het hoofdbestuur gehad.
Mijn laatste daad is eigenlijk geweest het
geven van meer zelfstandigheid aan de
districten. Als er aparte sectiebesturen
bijkomen dan hoeft het hoofdbestuur niet
meer uit veertien man te bestaan, zoals nu
het geval is. Bovendien hoop ik dat men er
in slaagt een vent te vinden die net als ik
strikt objectief is, geen bindingen met een
van de belangengroepen. Je wordt daar
altijd zo snel mee vereenzelvigd, die schijn
heb ik gelukkig altijd kunnen vermijden.
Als ik terugkijk doe ik dat echt zonder
wrok. Ik heb veel fijne maar ook veel nare
zaken meegemaakt. Na de zeven vette
jaren van Pingen kwamen de zeven mage
re jaren van mij. Denk echter niet dat ik
aan zelfbeklag doe. Veel sportbestuurders
piepen nogal eens over de drukte die ze
hebben, dat zul je van mij niet horen.
Iemand die dit werk doet, doet dat vrijwil
lig. Ik heb geen spijt van de dingen die ik
gedaan heb, al zou ik er een aantal anders
geregeld hebben”.
Het resultaat van deze maatregel is
duidelijk: de keeper is niet langer
alleenheerser, maar moet er nu ook nog
rekening mee houden dat Dick Nan-
ninga of Ruud Geels de bal vlak voor
zijn graaiende handen kan wegtikken.
Iedere hoge bal wordt daardoor leven
sgevaarlijk voor het doel, het Engelse
FC Utrecht-voetbal vindt meer en
meer ingang, het publiek stroomt toe,
en het voetbal is gered. En dat alle
maal met behulp van vier simpele
handschoenen, wie zou dat ooit
gedacht hebben?
kens leidt momenteel aan „faalangst”,
omdat hij als 's werelds bekendste
penaltyspecialist een paar keer
gefaald heeft. Barcelona kreeg dus
tegen Burgos een penalty te nemen,
het 90.000-koppige publiek schreeuw
de om Neskens, Neskens, maar Nes
kens schudde het hoofd, hij wou niet.
Toen nam Clares de penalty maar en
schoot hem in.
man te kiezen. Een leeftijd waarop
Methorst er al negentien jaar als
hoofdbestuurslid heeft opzitten,
waarvan de laatste negen als eerste
man. „Ik zelf heb altijd gepropageerd
dat je er tussen je vijftigste en vijfen
vijftigste mee moet ophouden, dan
moet je een jongere de kans geven.
Jaap Methorst treedt terug als voor
zitter van de Budo Bond Nederland.
Dat gebeurt een half jaar nadat de
Zandvoorter voor drie jaar in die
functie was herkozen. Methorst is 49
jaar, een leeftijd die in de meeste
sportbonden respectabel genoeg
wordt geacht om iemand tot eerste
den), en ook alleen als de bal boven
zijn hoofd is als hij staat. Om het de
scheidsrechter gemakkelijker te
maken om te constateren of het wel de
„gerechtigde" hand was die in eem
mêlée van spelers de bal boven aller
hoofden doortikte, moet de „doortik-
speler” handschoenen aan beide han
den dragen, en wel oranje handschoe
nen, die daarvoor speciaal in de han
del zullen worden gebracht.
Eddy Trey tel weerde zich als een oude
leeuw, wiens manen weliswaar zijn
uitgevallen, maar die zijn streken nog
niet verleerd heeft. Alle hoge ballen
waren voor hem, al zat hij er één keer
half naast. Zo gaat het trouwens iede
re keer: bij een beetje goede keeper
zijn de hoge ballen onherroepelijk zijn
prooi, omdat hij bij het opspringen nog
eens zijn extra armen kan gebruiken
(dat scheelt al gauw een halve meter),
en omdat hij het iets gemakkelijker
heeft dan de aanvallers doordat hij
doorgaan^ op de bal toekomt, terwijl
zij met de bal meegaan. Voeg daarbij
dat de keeper traditiegetrouw meer
bescherming van de scheidsrechter
geniet dan de aanvaller die alleen
maar zijn hoofd mag gebruiken, dan is
het duidelijk waarom de keeper in
negen van de tien gevallen in een groot
deel rondom zijn doelgebied de baas is
bij hoge ballen.
Vanzelfsprekend mag de gehand-
schoende speler de bal alleen binnen
het strafschopgebied van de tegenpar
tij doortikken, dus niet buiten het
strafschopgebied op het middenveld,
of in zijn eigen strafschopgebied. Maar
hoe kan de scheidsrechter zien of in
een opeenhoping van spelers de „aan-
valshandschoen" de bal doortikte, en
niet de „verdedigingshandschoen”?
Daarvoor is het nodig dat de „doortik
speler” van de andere partij gele hand
schoenen draagt, een mogelijkheid
tot onderscheid die ook al bij de vlag
gen van de grensrechters is doorge
voerd.
Spelers van de tegenpartij moeten
zo’n nabije opgewonden, vijandige
menigte wel ondervinden als een
gigantische vleesetende plant die zijn
poliepen naar hen uitstrekt. Menige
trainer van menige bezoekende club
heeft in de kleedkamer, na een duel
met Espanol, aan de journalisten moe
ten meedelen „dat de schade, achteraf
gezien, nog wel meevalt: één gescheur
de enkelband, een blauw oog, twee
witte kaarten en één vermiste speler,
de linksbuiten, die vermoedelijk door
het publiek is opgegeten.
ven aan Spanjaarden die dezelfde
overtredingen hadden begaan als
waarvoor Rijsbergen en Van Deinsen
hun gele kaarten kregen. Rudi Glöck-
ner, die liep te grensrechteren, zal zich
af en toe wel verbeten hebben. Wat zou
hij die Spanjaarden graag een paar
fikse lesjes in onpartijdigheid hebben
gegeven!
Ik was ook niet zo onder de indruk
van de steun die de Spaanse suppor
ters hun lievelingetjes gaven, al viel
het wel op dat zij enthousiast klapten
als De Felipe een bal wat onhandig
over de lijn schoot, of als Amado zich
de bal liet afpikken maar er nog wel
een ingooi aan overhield. Dat is
applaudisseren tegen beter weten in,
vergelijkbaar met een hartelijke ova
tie na Van Agts uiteenzetting in de
Tweede Kamer. In ieder geval heb ik
bij Espanol niet die overgave van het
publiek teruggevonden die er bij Bar
celona wel schijnt te bestaan. Mis
schien omdat er tussen Espanol en
Barcelona een zelfde verhouding
bestaat als tussen Sparta en Feye
noord?
Ik heb nu iets bedacht (iets heel
simpels, dat zult u merken), om die
heerschappij van de keeper wat in te
dammen, waardoor de aanvallers een
reëlere kans krijgen en doelpunten iets
minder duur zullen worden. Eén speler
van de voorhoede (de trainer moet zelf
weten wie, hij mag er desnoods een
achterspeler voor uitkiezen) mag hoge
ballen met zijn hand doortikken. Hij
mag de bal niet vangen of werpen,
alleen maar doortikken (dat is dus
vergelijkbaar met volleybal, waarbij
de bal evenmin „gedragen" mag wor-
Die Prokop, die was natuurlijk wel
een beetje partijdig, laten we wel
wezen. Geloof maar niet dat hij geen
penalty aan Espanol had gegeven als
Jeremias op dezelfde manier van de
bal was gegooid als Nico Jansen in de
eerste helft, binnen het strafschopge
bied. Geloof ook maarniet dat hij niet
gefloten had voor een vrije schop als
Espanolspelers op dezelfde manier
werden aangepakt als een paar keer
met Nico Jansen en Kreuz en nog enke
le anderen gebeurde, zonder dat hij
ervoor affloot. En geloof ook maarniet
dat hij gele kaarten zou hebben gege-
’Judo moet weer
In de tweede helft (zo vertelde Maar
ten de Vos van Interfootball me) kreeg
Barcelona opnieuw een strafschop te
nemen, en opnieuw wilde Johan Nees
kens hem niet nemen. Maar het
publiek brulde eenstemmig om Nes
kens, Neskens! Cruijff begon op Nees
kens in te praten, ook andere spelers
probeerden hem over te halen het toch
weer eens te proberen, spelers en
scheidsrechter wachtten zo’n minuut
of vijf tot het gedelibereer beëndigd
werd, en toen had de „Nees” zich dan
toch eindelijk laten overhalen. Hij
schoot de bal echter te zacht in zodat
de keeper van Burgos hem kon
stoppen.