Voor al die mensen, die nog niet in de gelegenheid waren het A.S.D. testrapport te lezen, is hier de komplete tekst van het rapport: „De invloed van A.S.D. op het benzineverbruik” I KJ hl V V] I 1 I I Konklusie. Verklaring voor de spreiding in de resultaten van de af zonderlijke auto’s. Inleiding De in dit rapport beschreven proef met 21 gebruikte auto’s is echter zo overtuigend, dat wij ons gerech tigd voelen om algemeen bekend te maken, dat A.S.D. brandstof- besparend werkt. Beschrijving van de proef. De nieuwe dope is door Shell gepa tenteerd. I Bouwjaar Autotype 23 3.0 Tabel 1 I GEI ONI A.S.D. testrapport GEI I I I I I Wie op wetenschappelijk verantwoorde wijze wil vaststellen wal de invloed is van één faktor (in dit geval de vervanging van de gangbare reini- gingsdope door het krachtiger A.S.D.), moet pro beren een reeks proefmetingen uit te voeren, waar bij alleen de te onderzoeken faktor verandert en alle overige faktoren gelijk blijven. Dat is, gezien de veelheid van faktoren, die dan onder kontrole gehouden moeten worden, iets wat maar zeiden op overtuigende wijze gelukt. Meestal is er op de uitgevoerde proeven wel afgesteld volgens de specifikaties van de fabrikant, dochdebenzine-luchtverhouding werd niet gewij zigd. Vervolgens werd met de auto’s een afstand van 6.500 km (4.000 mijl) gereden op superben- zine met A.S.D. Gemiddeld werd 600-900 km per week gereden door medewerkers van het Shell laboratorium in Thornton. Zij mochten de wa gens ook na kantoortijd of in het weekend mee nemen voor privé gebruik. Cilinder inhoud 1289 845 1290 1288 1171 1971 1285 998 1118 1171 1565 1220 1700 1470 1196 602 1256 1871 594 903 1968 1972 1973 1973 1972 1972 1971 1972 1971 1972 1974 1973 1973 1972 1974 1974 1973 1973 1973 1974 1972 1973 Verkopen in de EEG-landen in 1974 X '000* Uit de resultaten van de test met 21 gebruikte auto’s en alle daaraan voorafgaande experimenten kan gekonkludeerd worden, dat een duidelijke brandstofbesparing door het gebruik van A.S.D. kan worden aangetoond in de thans over de gehele wereld in gebruik zijnde automobielen van Euro pese of Japanse makelij. De brandstofbesparing zal vooral tot uiting komen bij lagere rijsnelheden met frekwente snelheidsvariaties, zoals bijvoor beeld stads- en woon- werkverkeer. In het voorgaande is er reeds op gewezen, dat het benzineverbruik van een auto beïnvloed wordt door een groot aantal faktoren. Wie de invloed van één faktor wil meten, zou een experiment moeten 48 en 80 km/uur en tenslotte werd ook het kool- monoxyde-gehalte van de uitlaatgassen bij statio nair draaien bepaald. De tweede meting werd niet op de rollenbank, doch op de weg verricht. Voor dit doel werd een simpele methode ontwikkeld, die zich beperkte tot één enkele ronde op onze proefbaan in Appleton. De cyclus bestond in dit geval uit 30 sekonden stationair draaien, optrekken van 0-48 km/uur, vervolgens kruisen bij een snelheid van 48 km/uur en tenslotte afzakken van 48-0 km/uur. Daarbij kreeg de chauffeur instrukties van een in de auto opgestelde bandrecorder, zodat alle proeven gelijk verliepen. In één cyclus werd dus precies één ronde op de testbaan afgelegd. Het brandstofverbruik van elke cyclus werd met een maatglas gemeten. Met een volledig op tempera tuur zijnde automotor werden op elk van twee opeenvolgende dagen vijf cycli gereden. Vervol gens werd het gemiddelde verbruik in de 10 cycli berekend. In tabel 1 is weergegeven, welke veranderingen in het brandstofverbruik werden gemeten volgens de ECE-cyclus op de rollenbank en volgens de proefbaantest. Bovendien zijn de metingen volgens de ECE- cyclus in een grafiek afgebeeld tabel 2 In de ECE-cyclus werd door slechts 3 auto’s niet gerea geerd op het gebruik van benzine met A.S.D. De gemiddelde besparing van alle 21 auto’s te zamen bedroeg 3% en was statistisch signifikant op een betrouwbaarheidsniveau van 99%. De gemiddelde besparing in de proefbaantest was kleiner, doch had dezelfde statistische signi- fikantie. De brandstofbesparingen bij konstante snelheid waren kleiner en er kon niet worden aan getoond, dat de waargenomen besparingen aan A.S.D. kunnen worden toegeschreven. Er werd wel een kleine vermindering (7%) in het koolmo- noxydegehalte van de uitlaatgassen bij stationair draaien gevonden, maar die vermindering was niet statistisch signifikant. De resultaten stemmen voor een groot deel overeen met die welke verkregen worden, wanneer de motor en de carburateur inwendig gereinigd worden. Er blijkt dan, dat het brandstofverbruik van de motor daalt en dat de grootste besparing wordt verkregen bij een kleine opening van de gas- klep (de gemiddelde snelheid in de ECE-cyclus is 19 km/uur en in de proefbaantest 38 km/uur). Gemiddelde verlaging 11.74 10.70 13.72 13.11 9.08 16.41 12.47 9.31 9.76 8.93 13.17 12.75 15.69 12.80 12.26 7.76 12.00 13.39 8.38 9.64 14.80 11.27 10.90 12.65 12.99 9.14 15.29 12.45 8.89 9.94 8.41 12.99 12.72 15.32 12.72 11.82 7.33 11.77 12.54 7.94 9.39 13.82 denaangenomen,dat hungedrag tijdensde diverse proeven niet exact gelijk is geweest, als gevolg waarvan kleine afwijkingen in het gemeten brand stofverbruik moeten zijn ontstaan. Verschillen, die ook weer in het ene geval tot een lichte overschat ting en in het andere geval tot een lichte onder schatting van de werkelijke besparing kunnen leiden. Als regel zullen de diverse afwijkingen elkaar grotendeels opheffen; slechts bij uitzondering zullen ze allemaal of overwegend in dezelfde rich- tinggewerkt hebben. Daarom en om nog andere re denen (o.a. de onbekende voorgeschiedenis van de auto’s) kon op theoretische gronden al verwacht worden, dat de uitkomsten van de individuele auto’s een zekere spreiding zouden vertonen; met relatief veel waarnemingen dicht rond een gemid delde, dat als werkelijke uitkomst van de proef is te beschouwen en in afnemende frekwentie naar mate het verschil met dit gemiddelde groter is. Dat de werkelijke uitkomsten inderdaad deze spreiding vertonen, bevestigt de theoretische ver wachtingen en onderstreept nogeens, dat de indi viduele uitkomst geen informatie geeft over de met de betreffende merken en typen te verkrijgen brandstofbesparing. Wat wél met grote zekerheid kan worden gezegd is, dat A.S.D. gemiddeld een brandstofbesparing geeft van 3%. Deze konklusie is statistisch signifikant op een betrouwbaarheids niveau van 99%. Voor nadere inlichtingen: Shell Nederland Verkoopmaatschappij BV. afdeling Klantenservice. Postbus 1414 Rotterdam tei.010-696112. Fiat 127 Rat 128 SL Opel Kadett Opel Rekord 1700 Peugeot 304 Peugeot 504 Renault 4 Renault 12 TL Renault 4 Fiat 128 SL Peugeot 304 Datsun 1200 Peugeot 504 Volkswagen 1300 BLMC Mini Estate Simca 1100 LS Datsun 1200 Renault 16 TL Citroen GS 1220 Break Opel 1.7 Rekord Coupé Volkswagen Passat TS Opel Kadett Citroen Ami 8 Vauxhall Viva Audi 10OGL Fiat 126 Fiat 127 Toyota Corona 2000 168 172 203 85 35 123 94 121 170 35 115 137 124 176 201 84 80 66 215 315 6 5.99 5.93 7.48 6.57 5.08 7.87 6.13 4.94 5.47 5.43 6.38 7.32 8.08 6.34 5.83 4.39 648 6.76 5.06 5.42 7.91 Verlaging 2.7 2.7 7.2 5.2 -2.4 6.9 -1.6 3.6 0.4 26 -0.8 4.1 -0.5 0 2.1 0.4 4.2 6.1 0.4 3.1 1.4 Verlaging IN deze slagc in d aan expr vijft van deze van maai ling opvo ,.Opc TE groei Hunt van ders in d word voor: A. IJm E. Tar er, Ver sen, ster Mee GmMM'wk'k' 3j8% - Renault 12 TL - Renault 16 TL -Simca 1100 LS Toyota Corona 2000 - Vauxball Viva - VW ÜOO -VW Passat M mui d., I J. J. i IJm San mui gen Lel; ters Zw: Pos 4.1 -1.9 7.8 0.9 -0.7 6.8 0.2 4.5 -1.8 5.8 1.4 0.2 2.4 0.6 3.6 5.5 1.9 6.3 5.2 2.6 6.6 De motorbenzines, die in Nederland verkocht worden, zijn mengsels van verschillende soorten koolwaterstoffen, die verrijkt zijn met bepaalde chemische middelen, zogenaamde dopes. De mengsels van de diverse merken verschillen enigs zins van elkaar en ook de dope-pakketten zijn niet gelijk. Wel is het zo, dat de meeste in Nederland ver kochte benzines een zogenaamde reinigings-dope bevatten. Deze dope (in het Engels „detergent” genoemd) wordt toegevoegd om de carburateur, de inlaat- kleppen en de inlaatkanalen schoon te houden. Dat is nodig, omdat in moderne automotoren de gassen, die zich in de carterruimte verzamelen en vanuit de verbrandingskamer komen, niet meer - zoals vroeger - naar de buitenlucht worden afge voerd, maar naar de ingaande luchtstroom van de motor worden teruggevoerd (dit om de luchtver- ohtreiniging te beperken). De carterventilatie-gassen bevatten verontrei nigingen, die moeilijk in benzine op te lossen zijn en die zich willen vastzetten in het inlaatsysteem. Zo kunnen afzettingen ontstaan, die de door de motorkonstrukteurs beoogde stroming van het benzine-luchtmengsel verstoren, met als gevolg, dat voor het verkrijgen van dezelfde motorpres- tatiehet gaspedaal dieper moet worden ingetrapt, het brandstofverbruik stijgt en de uitlaatgassen meer onverbrande (CH) en ten dele verbrande (CO) koolwaterstoffen gaan bevatten. Omdat dit afzettingsproces slechts geleidelijk plaatsvindt en de stijging van het brandstofver bruik, die daardoor ontstaat, doorgaans beperkt blijft tot minder dan 10%, merkt de niet ingewijde automobilist er niets van. Onder vakmensen was het echter aLlang bekend, dat de gangbare reini- gingsdopes niet alle verontreiniging konden voor komen of opheffen. Daarom en omdat te voorzien was dat dit be zwaar bij verdere ontwikkeling van de motortech- niek zwaarder zou gaan wegen, is in het Konink- lijke/Shell Laboratorium in Amsterdam reeds in 1968 een onderzoek gestart naar mogelijke verbe tering van reinigingsdopes. Dit heeft geleid tot de ontdekking van een nieuwe, veel krachtiger reini- gingsdope, diede naam „Amsterdam Super Deter gent” kreeg en bi j afkorting A.S.D. wordt genoemd Detailopname van degasklep in de carburateur. Door vtnlafzet ting op en rond degasklep kan de auto meer benzine gaan gebruiken dan nodig is. A Heen Shell benzine bevat A.S.D., een middel dat deze vuilafzelting voorkomt. doen, waarbij alleen die ene faktor verandert en alle overige precies gelijk blijven. Dat is praktisch onuitvoerbaar. Het is een theoretisch ideaal, dat zelfs met de uitgebreide know-how van het Shell Laboratorium in Thomton en de daar betrachte nauwkeurigheid en zorgvuldigheid slechts bena derd, maar niet bereikt kan worden. Voorbeeld: Er is geprobeerd om de invloed, die de weersomstandigheden (temperatuur, lucht druk, luchtvochtigheid enz.) op het gemeten ver bruik zouden kunnen hebben zoveel mogelijk uit te schakelen, onder andere door de reeks van proe ven, die met iedere auto werden genomen, over verschillende dagen te spreiden. Het staat echter wel vast, dat ondanks die voorzorgen het gemeten verbruik enigszins de sporen draagt van verschil len in weersomstandigheden. In het ene geval kan dat leiden tot een lichte overschatting van de wer kelijke besparing, in het andere tot een lichte on derschatting. Dit te meer, omdat o.a. door de sterke stijging van de benzineprijs gedurende de afgelopen jaren ook kleine brandstofbesparingen belangrijker ge worden zijn. De proef met de 21 gebruikte auto’s werd in het voorjaar van 1976 in Engeland gehou den door het motortechnisch laboratorium van Shell in Thomton. In Engeland worden dezelfde reinigingsdopes gebruikt als in Nederland. De Shell benzine bevat er echter nog geen A.S.D., maar een minder effektieve reinigingsdope. We konden er dus zeker van zijn, dat gebruikte auto’s, die in Engeland werden verkregen, nog geen benzine met A.S.D. gebruikt hebben, maar wel de werking van minder krachtige reinigings dopes hebben ondergaanBi j de keuze van de auto merken is rekening gehouden met het feit, dat de samenstelling van het autopark op het vasteland van Europa anders is dan in Engeland. De21on- derzochte wagens zijn te zamen ongeveer re- presentatief voor het totale Europese wagen park (zie tabel 1). Er werden 21 gebruikte auto’s gekocht of ge huurd van de Engelse autohandel. Het waren hoofdzakelijk modellen uit 1972, 1973 en 1974, die - volgens de kilometerteller - tussen de 22.04X1 en70.000 km (14.000 en 44.000 mijl) gereden had den. Er was niets bekend over het motortechnisch verleden van de wagens, maar omdat ze werden verworven via een aantal verschillende handelaren in verschillende delen van het land, mag worden aangenomen, dat ze op een flink aantal verschil lende merken benzine gedraaid hebben. De auto’s kregen eerst een servicebeurt over eenkomstig de voorschriften van de fabrikant. Na het monteren van nieuwe luchtfilters, bougies, kontaktpunten enz. werd het stationaire toerental 'label 2 Verandering in het brandstofverbruik van de afzonderlijke auto's. Zoals gemeten op de rollenbank m de ECE-cyclus na een 6.500 km durende „schoonmaakproef’ met ASD-benzine. Ze wordt al enige jaren aan de Shell benzines in Nederland toegevoegd. Sindsdien is uit vele ver gelijkende praktijkproeven op verschillende plaat sen in de wereld gebleken, dat de reinigende wer king van A.S.D. inderdaad veel beter is dan die van de gangbare reinigingsdopes. Deze onderzoekingen zijn niet alleen door Shell, maar ook door een aantal onafhankelijke onder- zoek-instituten uitgevoerd. Nu wordt het benzineverbruik van een auto bepaald door een groot aantal faktoren. Niet alleen de snelheid,de rijstijl en deaard van het af te leggen tra jekt zijn van invloed, ookandere faktoren spelen een rol (b.v. de gebruikte motorolie, de banden spanning, de weersomstandigheden, de werking van het ontstekings-mechanisme, toleranties in onderdelen van de motor, enz.). I. per de Urr bes] I* stel am; niet Var het te 5 der! de hou exp wer bod stuc Gebruikte auto's: -Audi 100 OL BLMC Mini K00 -Citroen Ami 8 Citroen GS 1220 -Datsun 1200 - Datsun 1200 - Fiat 126 nieu' ook van mige voor, oude wein Kiel meei gaan scho naire hem uren door derg' kom voor 5.83 5.77 6.94 6.23 5.20 7.33 6.23. 4.76 5.45 5.29 6.43 7.02 8.12 6.34 5.71 4.37 6.21 6.35 5.04 5.25 7.80 Gemiddelde verlaging volgens, L’Argus de L’Aulomobile,juni 1975. Rotlenbank-test ECE-cyclus Liter/100 km Begin I Eind proefperiode Het brandstofverbruik werd zowel vóór als na het afleggen van de 6.500 km op A.S.D. benzine op 2 manieren gemeten. Voor de belangrijkste van die 2 metingen werd de ECE-cyclus gevolgd: dit is momenteel in Europa de enige cyclus, die alge meen aanvaard wordt voor het meten van het brandstofverbruik. In zo’n cyclus wordt de belasting van de motor, zoals die in de praktijk plaatsvindt gesimuleerd (optrekken, enige tijd draaien op 50 km snelheid, vaart minderen, weer optrekken enz.). Daarbij werd gebruik gemaakt van een Schenck hydrau lische rollenbank: het benzineverbruik werd door weging vastgesteld. In een volledig op temperatuur zijnde auto motor werd op twee opeenvolgende dagen drie maal een cyclus gedraaid: daarna werd het gemid delde brandstofverbruik in de zes cycli berekend. Bovendien werden metipgen van hel brandstof verbruik gedaan bij konstante snelheden van 32, Zuiniger rijden Zo ziet uw motor met inlaatsysteem er schematisch uit. Bij de pijlen kan vuilafzelting ontstaan met het gevolg, dat de sterkte van het benzine-luchtmengsel wordt verstoord. Daardoor treedt vermogensverlies op. Shell benzine met A.S.D. voorkomt vuilafzelting en dus vermogensverlies. iets aan te merken. Er kan dan wel aannemelijk gemaakt worden, dat er brandstof gespaard wordt, maar echt overtuigend is de proef dan toch niet. En dal is dan weer de reden, waarom het reeds lang bekende feit, dat toevoeging van A.S.D. tot brandstofbesparing leidt, tot dusver zelden is gebruikt als verkoopargument voor Shell benzine. jr Ander voorbeeld: De auto’s werden tijdens de proeven bediend door technici. Hoewel dat erva ren krachten waren, die tijdens de proeven zeer Veranderingen in het benzineverbruik van 21 gebruikte auto’s na 6500 km rijden op benzine met AAP. nauw^eurig werden geïnstrueerd, moet toch wor- Benzine-verbruik Proefbaan-test Liter/100 km Begin I Eind proefperiode UITLAAT Verhoging 4 2 Verlaging 2 4 6

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 8