NIEUWE MOGELIJKHEDEN ONTGONNEN Haastwerk scha adde indruk Entebbe/ilm HUMS BI MffiM Peter en de vliegende autobus: leuke film voor de jeugd (en ouderen) II BI»!» 2 4 V R IJ D A G DECEMBER 19 7 6 Karst van der Meulen gaat het steeds beter doen Prima vakantiefilm iiden: „Toestanden” Né 7 in Amsterdam EEN STAMPVOLLE ZAAL van het filmtheater „The Movies” gevuld met vrienden en bekenden, filmers en literatoren en nog wat leden van het persgilde hebben maandag jl., waarschijnlijk met gemengde emoties en uiteenlopende waardering gekeken naar twee films van de filmer Kees Hin en de schrijver K. Schippers. Een week geleden heeft Cees Straus naar aanleiding van de Haarlemse première uitvoerig geschreven over de voorgeschiedenis van de totstandkoming van beide allermerk waardigste experimenten die tot unieke documenten van „iets” zijn uit gegroeid. „Roodkapje” Nachtvoorstellingen Watergate -A 14 «I SS5SR De twee geslaagde filmsurprises van Kees Hin en K. Schippers Geweld in „Entebbe", het moment waarop de vliegtuigkapers door de Israëliërs worden overvallen en doodgeschoten. Martin Brozius, Joost Prinsen en Lex Goudsmit in „Peter en de vliegende autobus*9. 4 snel uit. zal latte e boom zellige i i houten ie ene loom ochter sjes il uw een bij zijn leeftijd aangepaste hoofdrol, van Pietje Bell tot Pim Pandoer. tachtig, an een alleen Ter oriëntatie nog even dit. „De ge voelige Plaat” die in de Amsterdamse voorstelling het eerste werd gedraaid, vond zijn ontstaan in het aan de ge meente afgestane archief van de Am sterdamse portretfotograaf J. Merkel- bach die van 1913 af zijn atelier geves tigd had in een dakkamer van het imposante Hirsch-gebouw aan het Leid- seplein. Toen hij in 1942 overleed zette zijn dochter Mies Merkelbach het be drijf voort tot 1969. Toen werd de zauk definitief gesloten en het nauwkeurig genummerde en geregistreerde archief van meer dan 150.000 negatief-glasplaten aan de gemeente Amsterdam geschon ken. Die de dankbaar aanvaarde schen king opborg in een van haar bergplaat- TOT 1972 WERD het terrein van de kinderfilm nagenoeg geheel beheerst door regisseur Henk van der Linden die met zijn productiefirma „Rex Films” in Schinnen in een periode van 20 jaar het respectabele aantal van dertig middag- vuliende jeugdfilms wist te bereiken. Zijn grootste successen waren verfilmin gen naar populaire Nederlandse jongens boeken als „Dik Trom”, Pietje Bell”, „Sjors en Sjimmy” of „Pim Pandoer”, waaruit hij de centrale figuur lichtte om hem tot held van een serie te maken. Maar Van der Linden bedacht ook zelf avontuurlijke verhalen, „Verraad van de Zwarte Roofridder” „Tarzan de Wolfs hond”, „De Jongen uit het Wilde Wes ten” en „Vrijbuiters van het Woud”. „Rex Films” is een familiebedrijf dat zoveel mogelijk werk in eigen hand houdt en medespelers uit de omgeving aantrekt. Cor en Jos van der Linden speelden in verschillende films mee en Jeu Consten vond jaren achter elkaar Karst van der Meulen, leerling van de filmacademie pakte, toen hij in 1972 zijn eerste jeugdfilm maakte, de zaken wat professioneler aan, al wist hij niet te voorkomen dat in zijn debuut, „Circus op Stelten” nog allerlei jeugdboeken- cliché’s waren binnengeslopen. Maar het camerawerk (van Theo Kok) zag er goed uit en door een circus als plaats en achtergrond van handeling te kiezen, gaf Van der Meulen al dadelijk blijk een juist begrip te hebben van hoe je van het begin af aan de belangstelling van een jeugdig publiek kan boeien. En het was verder een goed idee van de filmer de muzikale begeleiding van zijn film toe te vertrouwen aan Jurre Haanstna. zoon van Bert die er geestige achter grondmuziek voor schreef. Een broer van Jurre. Rimko Haanstra vinden we terug in de lijst van technische mede- sen, ditmaal een lekkende zolder, waar Jan Hin de historische schat een paar jaar geleden toevallig ontdekte. In een catastrofale toestand. Er was water bij de platen gekomen, van een groot aantal was de gelatinelaag aange tast, het leek een natuurlijke manier om van een schenking die wat zwaar op de maag was komen te liggen, af te kamen- Door bekende Amsterdammers, notabe len, regenten, toneel- en film-acteurs, „captains of industry” e.d. tijdig op een veiliger plaats onder te brengen, had de gemeente tenslotte de schenking toch al gereduceerd tot een stelletje anonieme Amsterdammers dat in wisselende tijden parmantig in de camera van Merkelbach gekeken had. Goed, Warner heeft de race om de première gewonnen, ze mag haar film de enige echte noemen, wat dit ook moge betekenen. Maar dat ze de enige goede Entebbe-film gemaakt heeft, valt sterk te betwijfelen. Het wonderlijke daarbij is dat dit lang verwachte en groot geadverteerde meesterwerk ten slotte alleen maar onderdak kon vinden in de voor spectaculaire films nogal klein uitgevallen Calypso-Club. Lex Goudsmit is gebleven in de nieuwste film van Karst van der Meulen die „Peter en de Vliegende Autobus” heet en waarin nog meer acteurs mee doen die door televisie-kijkende kinde ren onmiddellijk herkend zullen worden. Zoals Piet Römer, Alexander Pola, Rita Corita, Martin Brozius, Allard van de Scheer en Johan te Slaa. Zo ontstaat er voor de jeugdige bioscoopbezoekers al dadelijk een stemming van op bekend terrein te zijn en weten wat je te wachten staat en daarmee is zonder veel tijd te verliezen bereikt dat de aandacht van de zaal binnen een bepaald ver wachtingspatroon gewonnen is. Lex Goudsmit heeft weer een tovenaar-ach- tige rol en is ditmaal als professor Quiri- nus op zoek naar een kristal, een onmis- palen. Voor de komische noot zorgen Quirinus en zijn onhandige zoon Felix (Martin Brozius) die experimenterend en blunderend bezig zijn in hun laboratori um, de spanning wordt er in gehouden door de in allerlei vermommingen optre dende Alfons Punt (Joost Prinsen) die een bedrijfsspion schijnt te zijn en het ook gemunt heeft op het geheimzinnige kristal en het kinderavontuur eindigt in een achtervolging van de schuldige in een pretpark (de Efteling) met bijna Hitchcockiaanse effecten. In een behoorlijk tempo en met voort durende variatie in de handeling wikke len zich de gebeurtenissen af en in de hele film valt het op dat met eenzelfde zorg voor kinderen is gewerkt als yereist zou zijn voor een volwassen speelfilm. De kinderen komen zeer reëel en eigen tijds ook in hun vocabulaire uit de verf en zo is een boeiend geheel ontstaan dat jong en oud op de meest plezierige manier bezig zal weten te houden. Dankzij het Produktiefonds dat het belang van goed gemaakte kinderfilms tijdig heeft ingezien, is er relatief veel geld vier ton aan de film besteed kunnen worden. Terecht, want ook kin deren hebben recht op een volwassen film. daarbij zorgend voor weinig eigen in breng, zodat het routineprodukt is ont staan dat het wel goed zal doen in de bioscoop. De film begint met het vertrek van de Air France-luchtbus uit Athene op 27 juni van dit jaar. Terwijl de passagiers langs de controle schuifelen, zoekt de camera naar enkele figuren die straks een duidelijke rol in het geheel te spelen krijgen. Bij deze gebruikelijke introduk- tie komen tegelijk enkele verdacht uit ziende passagiers in het beeld die won derlijk genoeg geen moeilijkheden krij gen bij de controle en die zich tijdens het begin van de vlucht op een nogal naïeve manier met suggestieve gebaren als wijzen op hun armbandhorloges te kennen geven dat ze een kaping aan het voorbereiden zijn. Als het moment eenmaal is aangebro ken, gebeurt het in bezit nemen van het toestel op een nogal hysterische manier en ook in het verdere verloop zorgt de regisseur voor emotionele intermezzi waarbij vooral de Joodse reacties met te grote nadruk worden beklemtoond. Uit alles blijkt dat het scenario weinig doordacht is en dat de decorstukken die resp. het Atheense en Entebbische lucht havenstation moeten suggereren, van een slordige studiobouw zijn die men in grote produkties tegenwoordig weinig meer tegenkomt. Het wordt ook gauw duidelijk dat de talrijke ingehuurde filmsterren meer om hun namen dan op hun prestaties zijn ingezet. De groot aangekondigde Elizabeth Taylor en Kirk Douglas zijn als ouders van een meisje dat in het gekaapte vliegtuig zit, in twee minuten klaar met hun rol. En alleen Burt Lancaster als Shimon Peres, de organisator van de militaire actie waar mee in de nacht van zaterdag op zondag 4 juli in o3 minuten 108 gijzelaars uit het stationsgebouw van het vliegveld Entebbe worden bevrijd, krijgt kans van deze sleutelfiguur een aannemelijk por tret te maken. baar onderdeel van een uitvinding die mensen en dingen gewichtloos en dus zwevend moet maken. Zijn jeugdige te genspeler Peter is slachtoffer geweest van een verkeersongeluk en moet zich de rest van zijn leven in een rolstoel voortbewegen- Peter raakt betrokken bij het „Zero-kristal” doordat hij een paar maal betrapt is, rijdend door de tuin van Quirinus’ Gooise villa waarvan het souterrain als laboratorium is ingericht. Als het kristal onverwacht verdwenen is, worden Peter en zijn klasgenote Els verdacht van diefstal, een veronderstel ling die gerechtvaardigd lijkt als de bus waarin de kinderen een schoolreisje ma ken (met Piet Römer als chauffeur) zweefneigingen gaat vertonen. Zeer bekwaam zijn enkele direct aan sprekende elementen in „De vliegende Autobus” vermengd. De uitzonderlijke situatie waarin Peter verkeert stelt het thema aan de orde hoe de vroegere klasgenootjes en vriendjes op zijn terug keer in de gemeenschap reageren. Peter is te trots om zich te laten helpen of te laten bemoederen en die houding ver oorzaakt dan weer een stemming van onverschilligheid en zelfs vijandigheid in zijn omgeving, een reeks z.g. „communi- catie-stoornissen” dus die het verloop van de gebeurtenissen min of meer be- DE MEEST SENSATIONELE premiè re deze week in Amsterdam is natuur lijk „Victory at Entebbe” die dus toch voor Kerstmis in een twaalftal bioscopen in Nederland is gaan lopen. De film wordt aangekondigd als „het ENIGE, ECHTE adembenemende relaas van een onmogelijke bevrijdingsaktie”. dit in te genstelling tot andere adembenemende relazen van de concurrentie die op uit komen staan. Warner heeft de nek-aan- nek race bij het maken van een film over Entebbe gewonnen, in die zin dat ze als eerste met haar produkt in de bioscopen is. Of dat een felicitatie waard is? Wint een film over een dergelk dramatisch en emotioneel geladen on derwerp aan waarde als hij als eerste over de eindstreep komt en dus een snelheidsrecord heeft gehaald. En mis schien wel alle snelheidsrecords heeft geslagen op het gebied van kortste pro- duktietijden. Een dergelijk record stemt eerder argwanend, vooral waar het hier een gecompliceerd en bewerkelijk on derwerp gold dat alleen maar tot zijn recht zou komen - ook gevoelsmatig - als het met de uiterste zorg voor de camera zou zijn gebracht. Jeugdvoorstellingen Studio vertoont iedere middag Walt Disney’s „Tekenfilmparade 1976”, een potpourri van Disney-successen, en Pa lace laat de jetigd genieten van „Pedro’s wonderbaarlijke Wereldreis”. werkers van Van der Meulen’s tweede jeugdfilm, „Oom Ferdinand en de To verdrank” en wel in de functie van regie-as sisten t. zijn verbeeld in uniformen die listig een plaatsje krijgen tussen bruidsfoto’s en famlieportretten, de voortschrijding van de tijd wordt aangegeven met verande ringen in kleding, haardracht, pose, in het etaleren van bescheiden naakt. „De gevoelige Plaat” is een film waar bij iedere toeschouwer zijn eigen ver haal kan invullen, zijn eigen achter grondmuziek kan bedenken, zijn fantasie de vrije loop kan laten. Voor een gehan dicapte film, zonder kleur, zonder geluid, zonder beweging, zonder een intrige is dat al heel wat, eigenlijk meer dan veel superprodukties te bieden hebben. Maar hoe verkoop je dat aan een geprogram meerd bioscoop-publiek. Dat wordt het probleem bij een experiment als dit. Waar moet je een film van een uur kwijt die alleen maar portretten laat zien? En het ongeluk is dat de film pas zijn gelijk kan bewijzen als hij in regel matige vertoning gaat. Voor „Roodkapje verteld door honderd- zestig Nederlanders” zijn er aanzienlijk minder problemen. In 18 minuten ver tellen 160 Nederlanders die bovendien allen in een en dezelfde straat in Haar lem wonen het bekende sprookje dat K. Schippers nog eens herzien en aangevuld heeft. Mannen en vrouwen, jongens en meisjes uit verschillende milieus en van uiteenlopende leeftijden komen om beurten in de stoel zitten, zeggen een zin, of een stuk van een zin ieder is niet langer dan zeven secbnden aan het woord verdwijnen in het niet om plaats te maken voor de volgende ver teller. van zeven Seconden. Ieder ver vult zijn taak op eigen manier zonder regie en zender veel repetitie. Een grap? Natuurlijk. Maar een zin- vol-le grap. Want ook nu trekt een stoet mensen aan de toeschouwers voorbij, levende mensen ditmaal, die iets van zich onthullen in hun pogingen om op tijd en zonder haperen een bescheiden opdracht te vervullen. Het bekende ver haal dat normaal voorgelezen nauwe lijks zou kunnen boeien, krijgt in het procédé Hin-Schippers een zeer aparte bekoring, vooral door de aaneenrijging van verschillende stemtimbres en door de impuls die de voordracht iedere ze ven seconden krijgt als een nieuwe lezer zich aandient. Er ontstaat hce dan ook een afwijkende sensatie en daar is het de filmer om te doen: het zoeken naar nieuwe mogelijkheden voor de film. Wat in dit geval betekent een verruiming van de vrijheid tot interpretatie, het gebruik waarvan door beide opmerkelij ke en volstrekt originele films sterk gestimuleerd wordt. Men”, gebaseerd op het niet minder bekende boek van het journalistenteam Woodward-Bernstein waarin haarfijn beschreven staat hoe beide verslaggevers van de Washington Post het Watergate- schandaal aan het licht brachten en doorgingen met hun onthullingen tot tegen „alle mannen van de president” een gerechtelijk onderzoek was ingezet en Nixon tot aftreden gedwongen werd. Regisseur Pakula heeft van deze „poli tieke thriller” een opwindende film ge maakt met Robert Redford en Dustin Hoffman in de rollen van de speurzieke verslaggevers die zonder veel hulpmid delen eigenlijk alleen door hun hard nekkigheid en geloof in eigen gelijk een president van de VS ten val brachten. De meeste nachtvoorstellingen zijn in de lopende filmweek vervallen, alleen Palace vertoont zaterdagnacht „Elvis on Tour”, een gezellige muziekfilm dus en Roxy handhaaft (ook alleen op de nacht van eerste kerstdag) voor de derde week „Little Big Man” met dezelfde Dustin Hoffman die in „AU the President’s Men” te zien is. Niettemin oefende het restant, waar van de helft onbruikbaar was geworden, een fascinerende werking uit op Kees Hin en samen met K. Schippers bedacht hij na lang aarzelen een vorm van film, waarbij een nuttig gebruik van dit foto materiaal gemaakt zou kunnen worden: een portretten-galerij over een periode van meer dan een halve eeuw, het menselijk gezicht van 1913 tot 1969. Samen met Jan Wouter van Reijen wer den 1250 glasplaten geselecteerd, ge droogd, schoongemaakt en in positief afgedrukt. De volgorde werd chronolo gisch en verzameld op filmmateriaal ontstond het beeld van een tijdperk, waarin 57 jaren en vijf generaties hun neerslag hadden gevonden. Hoewel voor ieder jaar maar één mi nuut film kon worden uitgetrokken ter oriëntatie komt om de drie jaar een jaartal op het beeld en de stoet van portretten zwijgend en onbewegelijk voorbijtrekt, ontstaat langzamerhand een beklemming, het onzekere gevoel van onbescheiden te kijken naar meer dan naar een versteld ogenblik in een men senbestaan. De gelegenheidsfoto’s worden gedramatiseerd en geven gestalte aan actualiteiten, de beide wereldoorlogen Wie woensdagavond bij de NOS geke ken heeft naar de indrukwekkende speelfilm „Toestanden”, een door Thijs Chanowski verfilmd project van Het Werktheater, moet ter versterking van zijn indrukken zeker naar Kriterion gaan, waar „Toestander” normaal in roulatie is gegaan. Het Werktheater heeft dit project sinds1 1972 op zijn programma staan ter verduidelijking van de problemen die met de democrati sering in psychiatrische inrichtingen sa menhangen. Met enige moeite heeft Thijs Cha nowski van het Werktheater gedaan ge kregen de acht schetsen waaruit het project bestond in samenwerking met de oorspronkelijke spelers te mogen verfil men. Het resultaat is een onvergetelijk document geworden over de wijze van werken in deze unieke theater-„work- shop” en tegelijk een vorm van Neder landse speelfilm die als model voor aspi rant speelfilmmakers kan gelden. Zelden is er in een speelfilm van eigen bodem met zoveel inteiisiteit, zo geladen en met volle inzet gespeeld als in „Toestanden”, zelden zag men zoveel adembenemende spelprestaties in een enkele film samen gebracht. Met vier camera’s en vier geluidsbronnen is regisseur Chanowski even improviserend te werk gegaan als de acteurs in het oorspronkelijk project, waardoor de film „Toestanden” de af spiegeling van een stuk werkelijkheid in psychiatrische situaties is geworden die men niet licht zal vergeten. Een meer ambitieuze film dan de eerste, deze „Oom Ferdinand”, o.a. door dat Karst van der Meulen ditmaal met professionele acteurs werkt als Lex Goudsmit en Willeke Alberti. Hijzelf tekent voer idee, montage, regie en pro- duktie. Zijn fantasie voert hem ditmaal naar een rommelzolder van een Loos- drechtse villa, waar een schilderij ge vonden wordt dat, tot leven gewekt door een toverspreuk een schone middeleeuw se dame opievert. Zij zal blijven leven als er een toverdrank gebrouwen wordt, die onzichtbaar maakt. Hiermee zijn de voorwaarden geschapen voor allerlei verwikkelingen, waarbij behalve de door Lex Goudsmit gespeelde oom Ferdinand een assortiment kinderen betrokken wordt mei veel sportieve en komische mogelijkheden. Tracht men de film onder deze om standigheden zonder vooroordeel te be kijken, dan is de eerste conclusie dat regisseur Marvin Chomsky binnen de zes maanden die het actuele gebeuren scheidde van de film-wereldpremière, zich flink geweerd heeft en zich handig door de moeilijkheden van weinig tijd, weinig voorbereidingen, weinig moge lijkheden om eenmaal gemaakte fouten te corrigeren heeft heengewerkt. Die handigheid heeft een doorsneesensatie- film opgeleverd waarvoor ditmaal de werkelijkheid het scenario geschreven had. Voor zover het de feiten betreft die door de werkelijke gebeurtenissen waren vastgelegd, heeft de film zich aardig aan de realiteit gehouden. Wat de realisatie1 van de feitelijke handeling betreft, daar uit blijkt dat regisseur Chomsky de zaken rechttoe rechtaan verfilmd heeft, In Studio dus de fameuze film van Alan J. Pakula „All the President’s Een andere, maar in wezen gelijke toepassing van improvisatie vinden we in „L’Argent de Poche” van Francois Truffaut, eindelijk uitgebracht in Al hambra 2. Dat Truffaut meesterlijk de wereld van het opgroeiende kind weet uit te beelden, heeft men uit vroegere films van deze begenadigde regisseur als „Les 400 Coups” en „L’Enfant Sauvage” kunnen opmaken. In „L’Argent de Po che” die zich afspeelt in het Franse stadje Thiers, verdeelt Truffaut zijn aandacht over enige tientallen kinderen die hij alleen, „en familie” of in de gemeenschap van een school in korte sketches betrekt. Hij doet dat met zoveel echte vriendschap voor kinderen, met zoveel inzicht en humor dat de film een grote vertedering uitstraalt en een op recht gemeend optimisme. BEHALVE STUDIO waar in de avondvoorstellingen „AH the President’s Men” draait, brengen de Haarlemse bioscopen niets nieuws in de komende feestweek- „King Kong” is uiteraard ge bleven in Palace, „The Omen” is ook nog niet weg uit Lido en Louis de Funès blijft met zijn nieuwste film „Wie dan leeft, wie dan zorgt” het jaar wel uitzit ten in Luxor. Roxy heeft teruggegrepen in het grijze verleden en de uit 1968 afkomstige klucht van Blake Edwards. „The Party” op het programma geno men, daartoe verlokt waarschijnlijk door de aanwezigheid in de film van Peter Sellers, een komiek die altijd wel past in een kerstprogramma. En Frans Hals zag er nog wel brood in „One flew over the Cuckoo’s Nest” die van de zomer ongeveer vier maanden in Roxy had gelopen, terug te brengen. S - S&s 1 Hanna Surendonk, nr. 159 in de film over Roodkapje. EL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 15