overwoekerd
Rwanda, het
armste land
ter wereld
door kinderen
II
V I
Ml
v»-.<
Door Tony van der Meulen
Spiraaltje
GEEN NOODDRUFTIGE WITTEN
Mg
y
Het hele moeras juichte: Dé Rwandese boeren zetten hun schop in de zachte
grond om zo nog beter te kunnen klappen. Hun voorman was zojuist ontslagen,
betrapt op afpersing. Hij had bepaalde arbeiders weggestuurd en andere ervoor
in de plaats genomen op voorwaarde dat ze hem tien daglonen van 1,20
betaalden. Iedereen wist het, niemand had er iets van durven zeggen, uit angst
voor represailles. Zo gaat dat in een land met nauwelijks werk en grote armoede.
Rwanda. Uit te spreken: Roeanda. Het ligt helemaal midden in Afrika, vlak
onder de evenaar. Een land met veel, overigens weinig benijdenswaardige
records. Vroeger het wreedste Afrikaanse koninkrijkje met grote willekeur,
langdurige martelingen en veel terechtstellingen. Nu de kleinste zelfstandige
republiek van Afrika, een derde kleiner dan Nederland. Het armste land ter
wereld met een jaarinkomen van nog geen 175 per inwoner. Het dichtst
bevolkte land van Afrika, overal zijn mensen. Een Vlaming die ik er trof: „In dit
land kun je nergens staan pissen. Sta je op een eenzame weg, en doe je je broek
open, dan zie je toch plotseling overal van die zwarte koppies om je heen”.
Het is ook het snelst groeiende land van Afrika. De 4,5 miljoen inwoners zullen
er ook het komende jaar weer zo’n 250.000 kleine Rwandeesjes bijmaken. En
met zijn allen hebben ze steeds minder te eten, want hoe meer mensen in dat
kleine land wonen, hoe minder grond er per persoon over blijft om bananenbo
men, zoete aardappels en bonen op te zetten. Dit moet het verhaal worden over
een volk dat al kinderen verwekkend de hongersnood tegemoet snelt. Het is
onontkoombaar, binnen een paar jaar zult u er vanzelf van horen.
L.?...
r
1
a:
N'
AFRIKA
RWANDA
Een volk dat naar
hongersnood snelt
Door Tony van der Meulen
1»’
4
Maar een mooi land dat het is! Een
schitterende natuur, veel echte wilde
Zo op het eerste oog een weinig gerucht
makend land: hoe leven de mensen daar?
Wat houdt hen bezig, waar zijn ze bang
voor, waar moeten ze hard om lachen, hoe
spelen de kinderen er? En: hoe loopt het
met hen af?
fïïiïol
-Meel
beesten. Door de hoge ligging (gemiddeld
1500 meter) een zalig klimaat van rond de
24 graden. Vruchtbare grond, weinig epi
demieën. Vandaar dat er ook zo afschu
welijk veel mensen wonen, die alleen al
door hun aantal enige welvaart onmoge
lijk maken.
Een land met 1000 heuvels, waarover de
hutten met uiterst gulle hand zijn uitge
strooid. Ronde bouwsels, een dak van
gras, grote armoede, vee sterfte, slecht,
eenzijdig eten. Maar tussen de houten
eetnappen een goedkoop transistorradi-
ootje, dat meldt dat Carter president van
Amerika wordt. Twee totaal verschillende
werelden die elkaar eigenlijk alleen berei
ken via een plastic doosje waar geluid uit
komt. Mensen met een cultuur, ouder dan
de onze. Met een eigen taal, het Kinyar
wanda, die veel ingewikkelder en ook veel
genuanceerder is dan alles wat we hier in
Europa uit de mond krijgen. Maar ze
verdienen veelal minder dan een rijks-
daalder per dag, worden niet veel ouder
dan veertig. Maar nog nooit heb ik oude
mannen gezien die in zulke lompen zo’n
enorme waardigheid uitstraalden.
Hun president, generaal-majoor Juvén-
al Habyarimana, hamert erop dat alle
Rwandese zonen en dochters het land
samen moeten opbouwen. Maar hoe, en
waarmee? De meeste gronden zijn vol; er
zijn 100 olifanten afgeschoten om nog wat
meer akkergebied te krijgen. Industrie
voor de binnenlandse markt levert weinig
op, omdat de mensen geen geld hebben.
Export is door de geïsoleerde ligging vaak
een te dure zaak. En het industrieterrein
van de EEG bij de hoofdstad ligt helaas in
een moeras zodat een machine die wat
zwaarder is dan een nietmachientje, erin
wegzakt. De buitenlandse hulp is veel
groter dan het eigen budget; de schatkist
moet het voor een belangrijk deel hebben
van de accijns op het veelvuldig gedron
ken bier. Want armoede doet drinken.
„Het gebeurde hier vlak voor de
deur” (de Vlaamse die het me vertelde
was er nog van onder de indruk), „ze
ging op haar hurken zitten, ik dacht
eerst nog dat ze wat op wilde rapen,
maar, hup, daar was het kind al. Ze
kwam hier binnen een Gilette-mesje
vragen voor de navelstreng”.
Dat was dan een vlotte Rwandese
bevalling, soms loopt het slechter af.
Van alle geboortes vindt nauwelijks 20
procent in ziekenhuis of poliklinieken
plaats, de rest speelt zich af in de
donkere, rokerige en weinig propere
hut. Treden er tijdens zo’n bevalling
complicaties op, dan moet de kraam
vrouw door haar familie in een soort
hangmat naar een kliniek worden
gebracht, een tocht van twee, drie uur
door de heuvels. Soms is ze bij aan
komst al doodgebloed.
Een vrouw die tijdens een bevalling
luid begint te kermen, wordt door de
buurvrouwen uitgelachen Dus houdt
ze haar mond wel En ieder jaar een
kind. Een groot deel van Rwanda is
katholiek sinds de enorme doopactie in
1934. die de geschiedenis in is gegaan
met de beeldende naam: De Tornado
van de Heilige Geest. Bij katholieke
Rwandezen is elk kind een geschenk
van God Bij de mensen die nog gelo
ven in hun traditionele góden is elk
kind een geschenk van Imana Maar
daar wordt het eindresultaat niet
anders door een al tjokvol land, dat
steeds snellei wordt overwoekerd door
kinderen En in het land dat het snelst
groeit van alle Afrikaanse landen en zo
de dreigende hongersnood in versneld
tempo naar zich toehaalt, is geboorten
beperking van staatswege verboden.
Want de president is ook katholiek en
is vorig jaar tijdens een audiëntie bij
de paus door de heilige vader nog
geprezen vanwege zijn wijze beleid
Met een paar Rwandese mannen heb
ik ei eens een tijdje over zitten praten
Hun opvatting kwam in grote trekken
hier op neer: natuurlijk moeten er min
der kinderen worden geboren, maar
zelf heb ik er wel vijf nodig, want dan
heb ik in ieder geval de kans, dat op
mijn oude dag één van de vijf een
goede baan heeft.
Met Rwandese vrouwen over dit
soort zaken praten, is me niet gelukt.
Ze liepen weg of begonnen te gieche
len, en daar hadden ze nog gelijk aan
ook, want wat heeft die witte er eigen
lijk mee te maken?
Ze koken eten. Eenmaal per dag
bereiden ze een maal, ’s middags om
een uur of vijf vlak voor de duisternis
invalt. Dat maal bestaat bijna dage
lijks uit bonen, witte, bruine of sperzie.
De rest van de dag wordt er sorghum-
bier gegeten (een soort alcoholische
havermoutpap) of gaat de zeer calorie
rijke kruik bananebier rond.
Veel Rwandezen zijn eigenlijk helemaal
niet zo trots op hun land. Asfaltwegen zijn
er nauwelijks, een stad als Kigali heeft
niets grootstedelijks op een paar waanzin
nig dure flats na die de Fransen aan het
bouwen zijn om zo hun cultuur te verbrei
den. Het land heeft een gedwongen sober
heid. Tweedehandskleding is een van de
grootste importprodukten, op de markt
koop je kleren per kilo.
Zo is ook een bepaalde vrouwenarts
onder Rwandese vrouwen niet erg
populair, omdat hij vermaard is van
wege zijn enorme handen. En ze den
ken dat hij met die kolossale tengels
helemaal bij hen naar binnen wil.
Onder blanken worden dit soort din
gen als kleurrijke anekdotes verteld,
maar het trieste is wel dat zolang niet
op grote schaal aan reële voorlichting
wordt gedaan, de meeste Rwandese
vrouwen veel kinderen blijven krijgen.
En het zal voor hen steeds moeilijker
worden al die kinderen enigszins rede
lijk te voeden. Nu al sterft van alle
baby’s 14 procent binnen het jaar.
Iedereen kent binnen zijn familie jaar
lijks wel een dood kind. „Daar moet je
wat anders tegen aankijken”, werd me
uitgelegd. „Ze hebben een ander cul
tuurpatroon”. Dat zal wel, maar wat
voor cultuurpatroon je ook hebt, nie
mand is blij als zijn kind sterft.
Wat doen Rwandese vrouwen de hele
dag? Ze werken op het land, dat ze met
een houweel omspitten. Ze zijn de
Rwandese Van Gend en Loos: alles wat
er vervoerd moet worden transporte
ren ze op hun hoofd. Ik heb vrouwen
gezien met twee volle kratten bier op
het hoofd of met een halve mud aar
dappelen of een grote volle water
kruik.
Behalve zo’n noodtransport naar de
kliniek, dat door mannen wordt ver
zorgd, is het krijgen van kinderen puur
een vrouwenaangelegenheid. Als de
weeën wat heviger worden, gaat de
man de hut uit, zoals vooral vroeger in
Nederland ook veel mannen bij het
naderen van Het Grote Wonder maar
even gingen biljarten. Dezelfde Vlaam
se vrouw van daarnet: „Een Rwandees
zag hier bij mij eens Ouders van Nu
liggen, begon erin te bladeren en zag
tot zijn schrik foto’s van een bevalling.
Een man met weet ik hoeveel kinderen,
maar hij had het nog nooit gezien. Een
vrouw moet toch ook wel pijn hebben,
zei hij”.
De eerste de beste morgen dat ik voor
een hotel in de hoofdstad Kigali in de
ochtendzon zat, kwam een Rwandese
vrouw vragen hoe ik over het hotel dacht.
Na mijn positieve reactie zei ze: „Dat
meen je vast niet, in Europa zijn de hotels
veel mooier”. Een dag later zat ik ergens
te eten achter een bosje anjers toen de
ober vroeg: „Hoe vindt u die bloemen?”
Na mijn antwoord zei hij: „Dat meent u
vast niet, in Nederland zijn de bloemen
veel mooier”.
Nationale Parken
Op een serie kleurrijke postzegels
na is het Jaar van de Vrouw aan
Rwanda geheel voorbij gegaan. Vol
gens ingewijden, die lange reizen heb
ben ondernomen om erachter te
komen, wonen in Rwanda de mooiste
vrouwen van Afrika. Met name som
mige Tutsivrouwen zijn lang, sierlijk
en nog heel veel meer. Maar Rwandese
vrouwen hebben weinig te vertellen,
werken hard op het land en krijgen
hun kinderen vaak onder weinig aan
gename omstandigheden.
De aanvoerders met vlag en wimpel na
afloop van de voetbalwedstrijd
Nederland"en .België"
Maar Rwanda staat eigenlijk nooit in de
krant. Hun president is dan ook geen
wrede gek, zoals de noordelijke buurman
Idi Amin Dada, de Oegandese despoot.
Van het ontwikkelingsgeld heeft hij ook
geen gouden bed voor twee personen
gekocht. Omdat iedereen nog wel een
klein lapje groentetuin heeft, lopen er ook
weinig echte scharminkeltjes over straat.
En zodoende is het land tot nog toe vrij
onopgemerkt gebleven in de wereldpers.
In Nederland haalde Rwanda dit jaar
eenmaal de krant, toen er door de ruzie
tussen Oeganda en Kenia geen druppel
olie meer binnen kwam en de koffie en
thee er niet meer uit konden. Want het
land ligt zeer geïsoleerd. Het grootste deel
van de in- en uitvoer moet langs de grote
weg door het Oeganda van Amin naar de
Keniase havenplaats Mombassa: een ris
kante tocht van 2000 kilometer.
De lucht klaart nu wat op, maar tot
voor kort is door missie en zending ook
geen enkele seksuele voorlichting
gegeven. Onder vrouwen in de heuvels
rond de hoofdstad Kigali gaan wat
vage verhalen dat het de hoeren in de
stad lukt geen kinderen te krijgen via
een of ander kruidenbrouwsel. Een
paar artsen in het land brengen, zij het
illegaal, spiraaltjes aan. Maar vrou
wen, die op zich wel minder kinderen
willen, durven zo’n spiraaltje vaak niet
aan, omdat ze niet precies weten wat
het is, en vrezen dat ze een heel groot
ding in hun buik krijgen.
^•^/’T^Rcehecgen
Kissenji
Tony van der Meulen praatte er met
boeren, dakpannenbakkers, vrouwen,
blanken, theepluksters. Rwandese kinde
ren maakten opstellen voor deze reporta
ge. En tussen de bedrijven door zag ik hoe
iemand een weeklang met een kapmes een
gazon maaide. Want tijd is geen geld in
Rwanda.
Bioembo
KIGAu\
hlnnne
hKiboengoe
Nyanzo# éL
'Sjangoegpe. I
Boetarey
De Nederlandse econoom Willem Pijn
appel is aan de bal, kijkt even rond, geeft
een pass aan een Philips-employé, die
scherp doorplaatst naar de directeur van
de Rwandese Heinekenvestiging. Maar
daar komen de Belgen opzetten, etc.
Nederland-Belglë even bezuiden de
evenaar, een curieuze derby tussen blan
ken in Rwanda: de witten. De enige zwar
ten in het veld zijn de scheidsrechter en
de twee grensrechters die, onder dank-
legging, in bruikleen zijn ontvangen van
een naburig seminarie.
Wit-zijn in een land als Rwanda
Ondanks wat je om je heen ziet denk je er
niet elke dag aan hoe goed je er eigenlijk
met je eigen kinderen voorstaat Wit-zijn
in een land als Rwanda kan toch nog
uiterst comfortabel verlopen. Vooral in
allerlei details kom je het enorme verschil
steeds weer tegen. Op een avond stond ik
onder een lekker warme douche en plotse
ling moest ik denken aan de Rwandese
boeren die ik ’s middags in de stromende
regen in het moeras bezig had gezien. Na
het werk moeten ze gemiddeld twee uur
lopen voor ze thuis zijn. Het enige stel
kleren dat ze hebben is kletsnat en dan
zijn er nog twee mogelijkheden óf probe
ren bij een vuur nog wat te drogen, óf
maar nat op de houten matras. Even later
sta je je zelf af te drogen met een lekker
schone handdoek, en eigenlijk ben je het
dan al weer vergeten.
Heel af en toe tref je eens een witte
(meestal een vrijwilliger) die zegt: het is
belachelijk als ik luxer leef dan de Rwan
dezen, pas als je in precies dezelfde
omstandigheden zit, kun je hun vertrou
wen krijgen en vanaf de basis iets veran
deren.
Andere witten hebben daar ernstige kri
tiek op. Een Belgische pater: „Die jongens
zeggen dan tegen mij: gij moet in een hut
wonen, gij moet ook op blote voeten lopen.
Dan kunt ge het land omhoog helpen.
Maar jongens die dat zeggen zijn óf na een
jaar overspannen, óf hebben dan een gro
te hekel aan zwarten gekregen. Het is
jammer, maar leven zoals deze mensen
hier, kunnen wij niet meer”.
Een Nederlandse vrijwilliger: „Je komt
hier juist met de pretentie dat je het
allemaal veel beter kunt, en dan moet je
niet op blote voeten gaan lopen, want dan
nemen ze je niet meer serieus. Je komt
hier om de mensen iets voor te doen, niet
om ze na te doen”.
Veel witten in een land als Rwanda
zitten overigens niet met dit soort proble
men. Behalve degenen die er op ideële
gronden naar toe zijn getrokken, verdie
nen ze in doorsnee zeer veel en leven
uiterst gerieflijk. Die hoge salarissen zijn
mede gebaseerd op de „ontberingen” die
je in de tropen lijdt. Ik moet echter eerlijk
zeggen dat ik geen nooddruftige witte ben
tegengekomen in Rwanda.
De al wat oudere Nederlanders kunnen
zich van Rwanda herinneren dat er even
als in het zuidelijke buurland Burundi
mzeer bloedige stammenoorlogen zijn
geweest tussen de Tutsi („de langen”) en
de Hutu („de korten”). In kruiswoordpuz
zels komt het soms voor als het land van
zes letters waar nog pygmeeën wonen. En
onder postzegelverzamelaars heeft Rwan
da een naam op te houden vanwege zijn
fraaie zegels, die overigens maar matig
plakken.
p’-UEGANOXT
Met ontwikkelingsgeld zijn er
momenteel allerlei acties aan de gang
om het dagelijks menu gevarieerder en
daarmee gezonder te maken Zoals ook
vanuit missie en zending wordt gepro
beerd de dagelijkse hygiëne wat te
bevorderen. Rwandese vrouwen was
sen zichzelf en hun kinderen meestal in
hetzelfde bruine, brakke poeltje waar
in ook de magere koeien staan te poe
pen, de was wordt gedaan en de plaat
selijke handelaar zijn vrachtwagen
afspoelt Veel zeep komt er meestal
niet aan te pas, want dat is voor veel
Rwandezen haast onbetaalbaar zestig
cent per stukje het derde deel van een
dagloon En toen onlangs de zeepfa
briek ontplofte, verdubbelden de han
delaren prompt de prijs.
I
I