Alternatief leven als voorbeeldfunctie ft n betere toekomst van de wereld «5 Gezonde voeding belangrijk voor fI P W’ w 9. I „J1H1 5^* - FABRIEK VAN ECOLOGISCHE PRODUKTEN w 4 Ki Natuur en wetenschap W J 'Kft door Hein Steehouwer i - c Pierre Gevaert is directeur van de Lima-fabriek uit hang naar een ecologisch leven. Hij wordt bijgestaan door zijn broer Paul vroeger advocaat in Gent, maar na teleurstellingen in het rechtsbestel en door afkomst zo geleid zakelijk adviseur geworden. Alle naaste medewerkers zijn ecologen, die de idealen van de broers (en andere familieleden) delen. Pierre is met idealen opgegroeid, hij kan niet laten te propageren dat gezond eten ook gezond leven betekent, liefst gezond geestelijk existeren inbegrepen. In een bepaald opzicht is Pierre een tegenstelling ten opzichte van Mare, de communefiguur. Pierre weet dat een fabriek zakelijke leiding nodig heeft, al gunt hij zijn medewerkers alle mogelijke inspraak. En zulks niet op grond van verordeningen en bepalingen. Maar Pierre wil wel, dat er flink wordt gewerkt. Zijn personeel komt niet uit de commune, wél uit Sint Martens en wijde omgeving en ze werken negen uur per dag. „Ze doen het graag”, zegt hij, terwijl hij ons rond leidt. Ze weten waarvoor ze werken en dat ze net als ik een doel dienen”. Pierre blijkt gelijk te hebben. Er heerst in de kantoren en de hallen waar de land- en tuinbouwprodukten worden behandeld en ingepakt een bijzonder ontspannen sfeer, evenals in de bakkerij, waar iedere week twintig duizend grote bollen zuurdeesembrood worden gebakken die overal heen worden gestuurd. Niet sectarisch Onze moeder, de aarde C C.' i - Ecoloog uit roeping X' ■xv 'y MBk 11 jereid, ook het echte zuurdesembrood. Veel klanten lopen door naar het restaurant achter de winkel. Het is heel sober ingericht met grofhouten meubilair tussen de ruwe houten palen die het gebouw stutten. De ruimte is geknipt om er een breugeliaans feest te organiseren, ze lijkt bijna middeleeuws met een grote vierkante open-haardoven waarvoor je kunt zitten aan een grote ronde tafel. Het restaurant kijkt aan de achterzijde uit op een heel grote landerij, de eigenlijke landbouwcommune. v v. Vanaf de Edgar Gevaertdreef, waaraan ook het museum ligt, gaat de commune vanaf de weg gezien schuil achter een nogal buitenissig laag gebouw, zo op het oog een breedge- rekte loods. In het midden van de gevel bevindt zich de winkel, want we zijn in een commune die zich niet afzondert, maar sterk op de wereld is gericht. In die - drukbeklante - winkel worden groenten, granen, zaden en vruchten ver kocht, goeddeels van eigen bodem en anderdeels uit de Lima-fabriek, alles uitsluitend ecologisch gekweekt en - X s lik Commune in schone herfst I I I I i Mare staat te metselen. Hij kan van alles. Met een vriend uit Gent, een inge- paardebloemwortel, oosterse specialitei ten als tamari, miso, arrowroot, kouzou, lotuspoeder, noten, specerijen. Zuurde sembrood, elke dag vers gebakken, ligt er in soorten. Het gaat allemaal in pakjes, zakjes, flessen en potten en wordt uitslui tend via grossiers (distributeurs, noemt Pierre ze) verhandeld. „Een commune met alleen contact tus sen mensen is vruchteloos”, zegt hij. „Er moet nog een contact zijn, dat met de levende natuur. De aarde is onze Anima Mundi, onze moeder, niemand heeft recht op méér dan een ander. Niemand bezit de moeder, de moeder bezit ons. In dat besef krijgt ecologische landbouw zin, in dat besef ook een commune van mensen die werken willen in en mét de natuur. Het moet een kringloop zijn, waarin de mens zijn plaats kent. Op den duur is er hier een soort collectief bewustzijn ontstaan met betrekkingtot wat mag en niet mag, tot wat kan en niet kan. De commune heeft een beschermende functie gekregen voor de mensen die hier leven”. In de laatste twintig jaar dat de commu ne leeft naar alternatief model, zijn hier ongeveer 2000 jongelui aan het werk geweest. Wie hier kwamen om te luieren of binnen een hash-cultuur te leven werd te verstaan gegeven dat ze beter konden vertrekken. Daar is leergeld mee betaald. Velen gingen teleurgesteld weg, anderen echter om elders dergelijke communes te stichten, waarvan er een paar - onder andere in Brazilië - succes hebben. Of ze trokken naar andere reeds bestaande communes op dezelfde grondslag in ande re landen. Er is bijvoorbeeld een levendig ruilcontact met communes in Zweden, Nederland, maar ook een enkele in Span je. Een paar jongelui zijn kortgeleden met de commune-vrachtauto naar Zweden geweest om ecologisch voedsel te bren gen. Ze kwamen met extra zuinige houtge stookte kachels terug. Uit Spanje komt de ecologische olijfolie in ruil terug. De bekende ecologische commune-winkel in Boxtel „De kleine aarde” betrekt hier ook voedingswaren. Een paar jongelui uit die commune arriveren hier als wij er zijn. Misschien blijven ze het weekend wel over, of anders komen ze een volgende keer. Op zondagmiddagen is het restau rant stampvol met gasten, die luisteren naar muziek van de zigeunerfamilie uit de omgeving, die al jaren lang met het commune-gebeuren meeleeft. „We staan open voor anderen”, zegt Mare, „we sluiten ons niet af. We hebben veel contacten met alternatieve groeperin gen. Toch brengen we geen boodschap. We hebben een voorbeeldfunctie. Het is het beste voor een mens om zich steeds Mare Gevaert bezig met het aanmaken van specie voor het „mannenhuis" van de commu ne. waar een nieuw milieuvriendelijk<en energie besparend verwarmingssysteem komt. De voorzijde van de Limafabriek, waar op wetenschappelijke wijze gezonde voeding wordt geconserveerd zonder gebruik te maken van schadelijke stoffen en met behoud van de volledige natuurlijke voedingswaarde. Er is een bakkerij in dit gebouw waar elke week 20.000 zuurdesembroden worden gebakken „Ik heb weinig vertrouwen in geestelij ke bewegingen”, zegt Mare. „Ik propageer er geen een. Ik volg in enigerlei opzicht Rousseau, maar niet om diens „terug naar de natuur”. Het gaat om het vinden van de eigen natuur binnen het functioneren op een zelf gevonden en gekozen plaats in deze gemeenschap. Ik hou niet van secten. Je kunt de dogmatische hardheid daarvan vaak afmeten vanaf het punt van oor sprong. Ik wil wel terug naar de natuur, maar dan in een verband van eeuwenoude leefmodellen, die in primitieve dorpen worden gevonden. De mensen daarin vor men ook een structuur van tegenstellin gen, maar die worden door het gemeen schapsleven in de natuur verzacht, gehar moniseerd”. slanl of ze nee, uitdi haar getu wijs, weei méé: and< leeft afsti omd om, deze heel cies ond Gev te b zijn star een 2 ftlarc is met moeite te bewegen voor een afspraak tot een gesprek. Hij heeft de nacht met zijn vriend door gepraat en gewerkt, want het karwei moet voor de winter klaar zijn. Overdag metselt hij nu liever, dan dat hij praat. Het komt er toch van, ’s middags om de ronde tafel, temid den van de communegenoten. Wat is er het bijzondere aan? Pierre vertelt hoe alles is ontstaan. „Vanaf mijn vierde jaar werkte ik in de biologische tuin van mijn vader. Die zocht naar een eenvoudiger methode dan Stei ner en hij trachtte toch de biologische methoden te verrijken met zijn uit experi menten gewonnen inzichten. Ik heb niet eens de lagere school kunnen aflopen, want die jaren vielen tijdens ons vlucht- verblijf in Zuid-Frankrijk in een halve wildernis. Met mijn broers en zusters heb ik daar houtskool moeten branden om in ons underhoud te voorzien. We zochten ook vruchten in het wild. Gelukkig waren we door vader zo opgevoed dat we het allemaal konden opbrengen. Toen we hier minder bewust te zijn van zijn boodschap, maar er slechts zonder ophef naar te leven. Dan wordt iedereen zijn eigen innerlijke leider in contact met de ander. Dan wordt een groep een levend harmo nieus geheel. De commune-leden staan niets af, ze ontvangen alleen in een gemeenschap waarbinnen de sociale ver schillen zijn uitgevaagd. De commune zorgt voor ieder. Er is een gemeenschap pelijke pot, waaruit we leveh”. Ik vraag aan Mare of hij zich de leider van de commune voelt, al is het maar omdat hij de oudste is, de voortzetter van de ideeën van zijn vader en de enige die hier al die tijd is geweest. „Nee”, zegt hij, „ik ben geen leider. Mijn functie is het collectieve geheugen van de commune te zijn. Ik heb hier alles meege maakt, zien gebeuren. Ik weet er het mees te van en vertel door aan de komenden hoe hier geleefd en gewerkt kan worden. Wie zich wil aanpassen kan blijven, korter of langer. We beslissen gezamenlijk over alles wat er hier moet gebeuren. De grond is na de dood van Edgar Gevaert voor een deel door sommigen van de kinderen aan de commune afgestaan. Het grootste deel van het gebied is het kinderdeel van Céline en Mare. „Ik ben in India bij Goeroe Nataraja in de leer geweest”, vertelt Mare, een baardi ge man met een vierkante weer-en-wind- kop boven een sterk gebruind lijf. „Ik heb mijn grond afgestaan aan een anonieme groep om mijn karma (het lot dat iemand gebonden houdt aan materiële belangen) kwijt te raken. Anders zou ik mijn kinde ren met mijn karma belasten. Nu is de last van het bezit afgewenteld op een groep, iiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim Wf Geve gaste paar rond met i I houw aan Ook huis schili terugkwamen zag ik niet veel meer in een schools leven. Als zelfstudie koos ik ecologische land bouw, maar door het culturele milieu thuis maakte ik ook veel studie van antie ke culturen als de Egyptische en de Griek se. Ik heb in de landbouw gewerkt, maar door ziekte moest ik er mee stoppen. Door natuurvoeding en de makrobiotische methode van dr. Oshawa ben ik genezen, maar ook met behulp van mijn zuster Marie, die alles weet van natuurvoeding en -medicijnen. Ze bracht boeken aan en deed zelf proeven. Nu geeft ze adviezen aan artsen op het gebied van gezond leven en speciale diëten.” W 'Av/.v.--v.' die hier leeft in de natutb -»r> groeit naar een andere geestelijke dm - sie. Ze werken als het ware tijdeloos in een agrarische levensschool”. Natuurlijk mogen de commune-leden mediteren, aan yoga doen of westerse wijsheidsleren aanhangen. Sommige den ken anthroposofisch, althans ze leven er naar, maar niemand propageert enigerlei geestelijke leer, hoewel ze allen natuurlijk op de hoogte zijn van alternatieve geeste lijke stromingen, de een meer, de ander minder Pierre Gevaert is een slanke jonge man van middelbare leeftijd in een keurig grijs en toch sportief costuum. Hij heeft een „snedig” gezicht, is op zijn qui vive en zijn hele verschijning houdt het midden tus sen die van een moderne vrijzinnig en sociaal getinte dominee en een geslaagde manager van een flink bedrijf .Hij lijkt precies de man die hij moet zijn, even idealistisch als praktisch. Pierre leidt ons rond door de Lima- fabriek, die niets meer heeft van een fami- liebedrijfje, maar een grote im- en export zaak is geworden in een modern, maar in landelijke stijl opgetrokken gebouw. Het detoneert niet in de omgeving. Het zijn heldere en schone fabriekshallen, waarin granen in zakken gereed staan om behan deld en verpakt te worden voor de reform winkels en andere verkooppunten. Tarwe, rijst, gerst, haver, mais, rogge, boekweit en gierst in alle vormen, heel, gebroken of in vlokken of als meel. Alle soorten peul vruchten zijn er, oliehoudende zaden, natuurlijke oliën, zeezout, gezondheids dronken. mu-thee, koffie van kliswortel, De produkten komen uit Belgie, maar nog veel meer uit Frankrijk. De Lima- fabriek heeft in de Camarque 400 hectare eigen rijstvelden, waar uitsluitend biologisch-dynamisch wordt geteeld. Er komt ook rijst van 14 andere velden, gra nen van 110 landbouwbedrijven. Die zijn van gelijkgestemde landbouwers. Ze staan onder contract en hun velden en produkten worden voortdurend gecontro leerd. „We dragen onze ideeën ook uit”, vertelt Pierre als we in een modern conferentie- zaaltje in het bedrijf zijn beland. „We geven hier lezingen voor winkeliers en diëetspecialisten ook voor mensen die De Limafabriek bestaat nu bijna twin tig jaar. Pierre vertelt, dat hij ervan uit gaat dat biologisch verantwoorde land bouw ethisch is en niet brutaal ten opzich te van de aardbodem, die er zichtbaar beter van wordt. Van elementaire een voud is ze gegroeid naar wétenschappelij- ke inzichten. Door zeven jaar selectie met sojabonen is het nu bijvoorbeeld mogelijk ze niet alleen in het verre oosten te kwe ken, maar ook in Nederland en België. De achtergrond van alles is echter dat er een ecologische sociologie behoort te ont staan, die de mensen leert dat voedsel kweken niet alleen beroep, maar ook roe ping moet zijn omdat goede voeding bij draagt tot lichamelijke en geestelijke gezondheid, tot een heel andere levens houding die afweermiddelen levert tegen ziekte, maar ook morele verrotting. In de fabriekspraktijk betekent dit dat Pierre, zijn broers en medewerkers steeds zoeken naar arbeidsmethoden die bij hun idealen zijn aangepast, maar ook dat ze experimenteel onderzoek laten verrich ten, onder meer door de Gentse universi- teit. Voor zover de proeven niet kunnen worden gedaan in het uitgebreide fabriekslaboratorium werken anderen dus mee. Bij die proeven gaat het om te ontdekken hoe men granen en ander voedsel op een milieu-vriendelijke wijze kan conserveren met uitsluiting van alle bewerkingen of het bijvoegen van conser veringsmiddelen die schadelijk voor de gezondheid zouden kunnen zijn. In het eigen laboratorium zijn metho den uitgedacht om betere analyses te maken. De vitaliteit van granen kan nu in waarden worden uitgedrukt. Het is gelukt om bio-elektrische potentialen van granen en dergelijke te meten en daarnaast wordt gebruik gemaakt van de stijgbeeldmetho- den, zoals die onder meer door Steiner zijn ontwikkeld in Dornach. „En dat alles doen we”, zegt Pierre, „in samenwerking met de universiteit”. Het is - als we er zijn in oktober - een verrukkelijke herfst. Stralende zon boven een landschap dat het midden houdt tus sen het park van een landgoed en een grote moestuin. Of eigenlijk méér moes tuinen tussen de bomen en grasvelden, want een goede ecologische land- en tuin bouw vergt een grote afwisseling van ver schillende bomen, struiken en gewassen Daarmee verarm je de grond niet en je trekt voldoende vogels aan om het biolo gisch evenwicht in het insektenbestand op orde te houden. De gewassen tussen de bomen, die aan hun herfsttooi zijn begonnen, liggen er prachtig bij. Hier en daar in het veld zijn jonge communegenoten aan het werk, meestal de mannen. De meisjes werken vaker in het restaurant en de winkel, niet te vergeten de grote keuken, zowel voor de commune als voor de restaurantbezoe- kers. Het menu is beperkt. Het eten wordt makrobiotisch bereid, veel granen, veel groenten, meestal rauwkost, weinig vlees of vis. Zelf ben ik geen „makrobioot”, soms smaakt het me heel goed, een andere keer niet. Brandnetelsoep met venkel moet heel erg gezond zijn, het smaakt mij dan ook als een doktersdrankje uit de natuurgeneeskunde. Heerlijk daarente gen de gekookte kastanjes, die op dit terrein bij dit prachtige weer gewoon uit de lucht regenen. Edgar Gevaert heeft indertijd een groot aantal jonge kastanje bomen van een speciale soort uit Frank rijk geïmporteerd. Ze geven overdadig rijke vrucht. nieur, heeft hij lang gepraat over een plan dat hij nu uitvoert. Hij werkt in en om een klein boerderijtje, dat in andere dagen het verblijf van de mannen is. Het is nu ont ruimd, van binnen geheel verbouwd met een speciaal doel. Mare zoekt naar een nieuwe wijze van stoken op een milieu vriendelijke manier, die zo min mogelijk energiebronnen aanboort. Sprokkel- en hakhout is er hier in overvloed. Dat wordt straks gestookt in een open haard. Het bijzondere is, dat de afgevoerde warme lucht via gemetselde kokers door het hele huis wordt geleid, een soort centrale ver warming die uiterst economisch zal wer ken. In de open haard wordt een waterre servoir gebouwd. Het water komt uit een zuivere wel in een vijver, dient verwarmd straks de bewoners en circuleert naar de vijver terug. Het kost praktisch geen ener gie extra. meer willen weten over ecologie, maar evenzeer zoiets als astrologie. Hier komen veel bezoekers met autobussen, want we brengen ook huisvrouwen en schoolklas sen onze ideeën bij via moderne instruc- tiemethoden. We geven steun aan alle goe de alternatieve bewegingen in België, ook de politiek georiënteerde. Hij toont een boek „Dossier kernenergie”, een uitgave van de Verenigde aktiegroepen voor kem- stop, de coördinatie van de actiegroepen in Vlaanderen tegen kernenergie. De uit gave van deze uitstekende paperback met bijna 400 pagina’s wetenschappelijke, sociologische en politieke gegevens is geheel betaald door de Limafabriek. In eigen beheer geeft de fabriek voor weinig geld uitstekende kookboeken uit in meer talen. Er verschijnen voortdurend mede delingen onder de naam „Lima-nieuws” met tips voor gezonde voeding en gezond leven, alles op grond van de laatste weten schappelijke onderzoekingen. „We zijn dus ook een ideeënwinkel”, zegt Pierre tot slot, „in het besef dat we naar een betere en gezonder wereld toe moeten groeien, die begint bij het ecolo gisch bewerken van moeder aarde. Het einddoel is het ervaren dat er een godde lijke creator is, die ons een goede natuur lijke omgeving schonk. We hebben tot taak die omgeving te verrijken en niet uit te putten. Wie de grond uitput, put zijn voeding uit en benadeelt zijn eigen licha melijke en geestelijke leven. Gezonde landbouw en gezonde voeding kunnen tot een betere wereld leiden”. Mare gevaert is opgevoed bij ecologi sche landbouw tegen de achtergrond van de rijke cultuur in het ouderlijk huis. Er is voor hem geen andere levenswijze mogelijk dan nu op deze wijze in een commune, die gegroeid is uit de gemeen schap van mensen om zijn vader heen. Het is nu een andere gemeenschap gewor den en dat is geleidelijk gegaan, met vallen en opstaan. Het is nu dus een alternatieve commune naar eigentijdse begrippen, maar met een geschiedenis van een halve eeuw en dat is oeroud voor een gemeenschap als deze, die zichzelf in stand houdt op een bewonderenswaardi- ge wijze. Iedereen weet hier zijn plaats en taak, vrijwillig op zich genomen in tuinen, res taurant en winkel. Er wordt hier gewerkt, maar we vinden wel dat efficiency zijn menselijke grens heeft. We blijven liever onszelf, dan dat we ooit een produktiebe- drijf zouden willen worden. Als dat gebeurt houdt de commune op te bestaan en dat is het laatste wat we hier zouden willen”. En er wordt echt gewerkt, in deze com mune. Er wordt gesjouwd met mest, aarde en landbouwprodukten. Het is hier, in de herfst en na een hete zomer, die veel zorg vroeg, tamelijk rustig. Een deel van de mannelijke communeleden is naar Frank rijk getrokken om daar te werken in de druivenoogst. Ze verdienen er goed. Het geld gaat straks in de gemeenschappelijke kas. Dat geld is nodig, want een van de commune-leden kan heel goed leren. Hij studeert aan een Franse landbouwhoge school ecologische landbouw. De commu ne betaalt zijn studie, zoals ook zo nodig de studie van anderen wordt betaald. Want er wordt wel wetenschappelijk gewerkt in deze commune, zij het via alternatieve landbouwmethoden om „moeder aarde” zo min mogelijk schade te berokkenen en om in milieuvriendelij ke vrede met haar te kunnen leven. Een van de groentevelden van de commune met schuren en opslagplaatsen Het is een groot bedrijf, dat aan zo’n twintigtal commune- leden werk en voedsel verschaft Wat over is wordt doorverkocht aan winkels voor ecologi sche voeding, ook in Nederland De achterzijde van het commune-restaurant. z j <W

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 34