F F F S I V 1 WATEK ADRIATISCHE ZEE EN ZWAVELLUCHT GROTE BOOSDOENERS naar F Economisch herstel achterwege Op pad warmer oorden w 19 7 6 DECEMBER BINNEN- FN BUITEN! 3 0 DONDERDAG 14 D Welke politiek? «4 te Inflatie Zomerfiauwte Tegenstelling Twijfel aan kracht Tijdbom Vergissing Optimistisch De dood van Venetië lijkt nabij. De herfst van 1976, heeft bijna een herhaling te zien gegeven van de catastrofe in 1966, toen vele monumentale kunstwerken binnen enkele uren door het snel stij gende water werden vernietigd. Ditmaal is de waterlijn nog net beneden de catastrofe;grens gebleven, maar anders zou het nog ernstiger zijn afgelopen dan tien jaar geleden. Venetië heeft nog niet geleerd hoe zich af te sluiten voor de twee bedreigende onheilen van natuur en industrie: het water van de Adriatische Zee en de zwavellucht uit het industriegebied Mestre. .4 De winter krijgt Europa langzaam maar zeker in een vaste greep. Oppas sers van de dierentuin van Frankfurt brachten begin deze week flamin go ’s van hun buitenverblijf over naar een verwarmd hok. omdat het voedsel als gevolg van sneeuwval en vorst door de steltlopers niet meer verwerken bleek. Bouwvallig Jaarwisseling vol twijfels Stervensuur lijkt nabij 1 gasten”. Een kerk die op de lijst voor „wensen voor toekomstige restauratie” staat. van de geschiedenis tijdens het hoogseizoen van het toerisme. Ze kunnen moeilijk blijven geloven dat uit de bureaucratie van Rome, waar zoveel voor Venetië bestemd geld aan de strijk stok is blijven hangen, ooit iets positiefs Deze, de situatie uitstekend karakteri serende uitspraak, die tevens een teleur stelling inhoudt na eerdere betere ver wachtingen, mag ons evenwel niet ver leiden tot zwartgalligheid. Het is eenvou dig te vroeg om te concluderen dat er een omslag in de conjunctuur, beter gezegd een herstel daarvan is gekomen en dat een nieuwe en dan nog diepere inzinking voor de deur staat. Aan de andere kant moet men niet blind zijn voor de gevaren die dreigen. (Van onze redactie economie) UTRECHT De jaarwisseling is wat de economie betreit gekenmerkt door twijfels, onzekerheden en tegenstrijdige ontwikkelingen, nationaal en wereldwijd Stellig is het groeitempo die de eerste fase van het herstel van de wereldcon junctuur kenmerkt, afgezwakt. Maar dat is niet ongewoon en ook niet onge zond. Dat zegt op zichzelf nog niet dat de nieuwe recessie zich aankondigt. Uit de gegevens uit West-Duitsland en de VS kan men dat in ieder geval op dit moment (nog) niet hard maken, zoals dat tegenwoordig heet. Er was bovendien bij deze voorspel ling, 1 november al gedaan, nog een vooronderstelling en die komt in dit geval niet uit. De olieprijzen zouden namelijk met niet meer dan 5 percent moeten stijgen. De onderling verdeel de OPEC heeft half december tot gemiddeld 8 percent besloten, waarbij voor het tweede halfjaar 1977 de zaak opnieuw zal worden bekeken. De verhoging van de olieprijzen zal Carter wel brengen tot een nog conser vatievere energiepolitiek voor zijn land. In het algemeen zal de duurdere olie de inflatie aanwakkeren en dat is nu juist één van de structurele problemen van de economie, met alle gevolgen van dien voor de conjunctuur. Over de schade die de duurdere olie aan de Derde Wereld toebrengt gaan we dan nog maar voor bij. Ons land is overigens met zijn aard gas in een gunstige positie. al optimistische kijk op de gang van zaken. Als gevolg van de olieprijsverho ging wordt nu een blijvende grote werk loosheid gevreesd omdat het vertrouwen in het economische herstel door de olie prijsverhoging verdwijnt. Een feit is dat de Europese consumen ten niet erg veel vertrouwen hebben. In ons land gelooft 44 percent van hen in een verslechtering van de economische situatie. En consumenten richten vaak hun gedrag naar hun verwachtingen en dat kan de conjunctuur schaden. Zo komt dan uit wat men dacht. Ook het gros van het bedrijfsleven is niet erg optimistisch, zo bleek uit een enquête. Ook in ons land heeft het economisch herstel in 1976 aan kracht verloren. De werkloosheid nam in november welis waar met 6100 tot 224.000 mannen af, maar volgens de minister van sociale zaken is dit geen wezenlijke verbetering. Dit is conjunctureel bepaald en tijdelijk. Ook de vakbonden zagen er geen reden in tot juichen. 1 i Inderdaad is wereldwijd en met name in de VS en in West-Duitsland beide toonaangevend, de eerste mondiaal en de tweede in Europa het conjuncture le herstel in de afgelopen zomer duide lijk afgezwakt. Een zomerfiauwte is ech ter niet ongewoon en daarom moet men voorzichtig zijn met conclusies. Trou wens, sedertdien is bijvoorbeeld in ons land de industriële produktie weer wat aangetrokken. Nu moet men ook daar niet te veel hoop op bouwen omdat de conjunctuur hier wat na ijlt bij die in met name de VS. Zoals gezegd, de verwachtingen zijn niet zonder tegenstellingen. De Organi satie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OES»), waarvan onze landgenoot jhr. mr. Emile van Lennep secretaris-generaal is, verwacht dat de groei van de wereldeconomie in 1977 zal doorgaan. Het zogenaamde reële bruto nationaal produkt (dat wat werkelijk gemaakt wordt aan goederen en dien sten) van de OESO-landen (de rijke lan den) zal gemiddeld bijna vier percent stijgen. In 1976 zal dat naar verwachting blijken te zijn uitgekomen op 3,5 a 4 percent. Wat betreft de order ontvangst bij de industrie, de winkelverkoopcijfers en de industriële produktie twijfelt de OESO aan de kracht waarmee de economie van de VS zich herstelt. De werkloosheid, nu 8.1 percent van de beroepsbevolking, zal zeker niet onder de 7 percent komen. Nochtans houdt de OESO vol dat de terugval in het herstel in de VS maar tijdelijk is Kijken we nu naar Europa In het algemeen is de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EEG. niet erg optimistisch Nu heeft ze zich in de afge lopen zomer vergaloppeerd met een nog- Ons land heeft het afgelopen jaar een gunstig sociaal klimaat gekend met wei nig stakingen en geen loonexplosie. In bankierskringen wordt ook daaruit nog al wat optimisme afgeleid. Er ligt echter wel een tijdbom onder. De rust werd door een loonmaatregel afgedwongen. De regering Komt in een verkiezingsjaar niet graag met een loonmaatregel en voor zover de vrije onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers hun schaduw al vooruit hebben geworpen ziet het er minder fraai uit. Een flinke sociale onrust is bepaald niet denkbeel dig. De metaalindustrie is het eerst aan de beurt. I i i i I 1 1 J 1 1 1 i I 1 1 i 7- De mei te I vrij tOVi V VTi da tOi lie „V tu OU de En overal in de stad, in de min of meer behouden wijken en in de afbraakbuur ten, vergaan de stenen door de zwavel van de industrie die voor honderdduizenden werknemers juist ten noorden van de eilandstad is gevestigd: Mestre een geo grafische vergissing van de eerste orde. Een vergissing vooral omdat de bewoners uit deze streek aan het wegtrekken zijn, en ook de Mestre-industrie die het voorname lijk moet hebben van „emigranten” uit Zuid-Italië. Maar gevaar nummer één blijft het hoge water. Dat wisten de Venetlanen ook al toen ze eeuwen geleden daar hun neder zetting vonden, maar de verleiding van de strategische positie was te groot. De hoge waterstanden zijn in de loop van de laat ste eeuwen wel sterk toegenomen. Tussen 1847 en 1914 kwam niet vaker dan zeven maal een exceptioneel hoge waterstand de rust in de welvarende stad verstoren. Maar tussen 1917 en 1967 ging Venetië veertig keer kopje onder dat is gemid deld een keer per jaar. 378 bruggen krij gen het op zo’n moment zwaar te verdu ren, en de 177 kanalen kunnen dan het water niet bij benadering verwerken. Op het eerste congres voor de redding van Venetië, in 1962 (rijkelijk laat dus) ging het nog over de vraag hoe Venetië geconserveerd kon worden. Maar nu ligt de vraag anders. Zij luidt: kan Venetië nog blijven bestaan? Bij deze grote strijd Nu is het tegenstrijdige dat de OESO tegelijkertijd niet zulke hoge verwach tingen’ van de VS heeft. De organisatie verwacht daar een slechter jaar dan in 1976. Met name zal de groei van het bruto nationaal produkt in het eerste halfjaar 5 percent zijn en, bij onveran derd beleid, in het tweede halfjaar 4 of minder. In het eerste halfjaar 1976 was deze groei 6,5 percent en in het tweede halfjaar (naar voorlopige schatting) 4 percent. Met andere woorden, met een lager eigen gemiddelde moet de VS het wereldgemiddelde helpen opstuwen. In West-Duitsland, op zich een rots in de economische branding, is het ook niet allemaal koek en ei. De befaamde „vijf wijzen” (onafhankelijke hoogleraren economie, door de Bondspresident benoemd) hebben als hun oordeel uitge sproken dat de tot nu toe getroffen over heidsmaatregelen om de conjunctuur aan te zwengelen niet voldoende zijn om de werkloosheid terug te dringen en de investeringen te doen toenemen. Er is dan ook een groot aanvullend program ma aangekondigd, evenals trouwens in ons land, waar het om 200 miljoen gul den extra gaat. De vraag is dus welke politiek, hier bedoeld in brede zin, moet worden gevolgd. Wat ons land betreft wordt van ondernemerskant de nadruk gelegd op de noodzaak tot het stimuleren van de investeringen en dan niet met gerichte maatregelen, maar algemeen geldende. begraven.”. Het is de kern van de ellende die het vreselijke beeld veroorzaakt dat Venetië nu oplevert. In de film „Don’t look -now” wordt dat beeld treffend geschil derd: „Venetië ziet eruit als de tafel van een feestmaal na het vertrek van de zal resulteren voor hun eigen stad. En dat is dan, na het water en de industrie, de derde vijand van Venetië’s herstel: de Italiaanse bureaucratie, die ook de aard bevingsslachtoffers van Friuli en die van Belice hun eigen geld onthoud^. Het is niet eens langs de met opzet gekozen toeristische routes dat Venetië zich als ernstige patiënt vertoont. Ten eerste speelt het grootste drama zich onder water af, waar alle fundamenten van gebouwen door de stroom worden aangevreten. Maar bovendien zijn er hele buurten, bijvoorbeeld achter het station, waar nooit een toerist komt, die onbe woonbaar zijn. Veel meer buurten nog staan maandenlang tijdens het Aqua Alta (hoog water, rond november) onder water, en het herstellen van de honderden ker ken met hun kostbare muurschilderingen heeft daar even weinig zin als het telkens weer opbouwen van de huizen. In de buurt van Santa Maria Formosa staan vrijwel alle huizen op instorten; hei leven speelt zich niettemin tijdens het hoge water af op de bovenverdiepingen; een op de tien huizen heeft een wc, men vindt er nauwelijks wastafels. De Venetianen zijn van nature een opti mistisch en strijdbaar volk. Maar hun optimisme wordt de laatste jaren nog uit sluitend gespeeld, en dan nog alleen maar Eén ding kan tot optimisme stemmen, namelijk dat nu alom het besef is door gebroken dabde inflatie vóór alles moet worden beteugeld. Maar ook dit optimis me moet worden gerelativeerd. De vraag is of dit besef politiek vertaald kan wor den, niet alleen in de echte politiek, maar ook in het overleg tussen werkgevers en werknemers. Dit geldt overigens voor meer zaken, waarover op zichzelf het begrip rijst dat het zó niet langer kan: de kwestie van de omvang van de overheid suitgaven en die van de sociale sector is er een van. Keren wij naar ons uitgangspunt terug: de jaarwisseling wordt door twij fels, onzekerheden en tegenstrijdige ont wikkelingen gekenmerkt. Hiervan zijn er een aantal genoemd De onzekerheid of ongerustheid zal er bij de lezer niet geringer op geworden zijn Zeker niet wanneer hij persoonlijk in zijn bestaan bedreigd wordt en dat zijn er bij deze jaarwisseling te velen Maar voor al te sombere conclusies is het op z’n minst nog te vroeg Dus toch maar gematigd optimistisch Dat houdt in ieder geval de moed erin Een lichtpunt is dat, zoals de thesaurier-generaal van het ministerie van Financiën, dr. C. J. Oort, met nadruk vaststelde, onze export meer groeit dan de wereldhandel. Hier zijn we bij de positieve kanten van de situatie. Onze gulden staat sterk en kwam dit jaar in rustiger vaarwater. Dit betekent een goedkope invoer zonder dat het de export schaadt. De verwachting voor 1977 is evenwel gebaseerd op een veronderstelling en wel die van een nogal krachtig herstel in de VS, Japan en West-Duitsland in de komende maanden. In het tweede half jaar zal er dan weer vertraging optre den, tenzij het beleid wordt veranderd. In de VS, over drie weken, is het woord daarover aan de nieuwe president, Carter. Tóch worden er van alle kanten hulpac ties opgezet, talloze ingenieursbureaus bemoeien zich met incidentele technische hulp bij de restauratie van (bijvoorbeeld) Venetië’s zeshonderd gigantische palei zen, en miljoenen worden er uitgekeerd aan instituten, firma’s en individuele per sonen die het herstel van de ,,’serenissi- ma”, met grootse projecten, maar ook in details (zoals de restauratie van muur schilderingen) helpen realiseren. Maar, zoals een van mijn gastheren in Venetië het uitdrukt: „Het is alsof je een dode keurig aankleedt voordat je hem gaat om een oplossing voor zulk een dringend vraagstuk zijn er helaas twee stromingen: de ene, die, Venetië als wérkende, actieve handelsstad wil terugzien, en de andere, die met behulp van alle mogelijke binnen landse en buitenlandse middelen tracht van het centrum van de stad een perma nent, goed onderhouden museum te maken. Wie daartegenover pleit voor steun maatregelen aan bedrijven die in moei lijkheden verkeren en waar dus arbeids plaatsen verloren dreigen te gaan, moet bedenken dat dit (ook) geen fundamen tele oplossing is. Voor het kunstmatig openhouden van arbeidsplaatsen krij gen we inderdaad ooit de rekening gepresenteerd. De gulden middenweg is intussen eenvoudiger aan te bevelen dan te bewandelen. De regering doet dat overigens vrij aardig. Tegenstellingen daardoor ook in de verwachtingen van wat 1977 ons zal brengen; gematigd optimisme naast pessimisme. Eén ding staat vast: de vooruitzichten zijn wereldwijd minder goed dan halverwege het nu eindigende jaar. Onze minister president zei het eind november al toen hij in Den Haag de Europese topconferentie voor zat: „De wereld gaat haar vierde economische crisisjaar in zonder dat je kunt zeggen dat er echt herstel is”. 3^ van Venetië Een detail-restaurateur aan het werk bij een historische wandschildering. Toch blijven de natuurkundige en bouwkundige problematiek in beide gevallen nummer één. Van de 30.000 woningen in Venetië zijn er nu 17.000 bouwvallig. Maar de restauratie van een vervallen palazzo bijvoorbeeld kost over de 1 miljoen gulden, en zelfs heel wat industrieën die op prestige uit zijn of landen die er culturele instituten willen vestigen, schrikken terug voor die bedra gen. Tot dusverre hebben de Duitse Bondsrepubliek, Australië, de Verenigde Staten, Frankrijk, Italië, Groot-Brittannië en Zwitserland elk een belangrijk deel van incidentele reparaties ter hand geno men. Maar nog steeds geldt de vraag: is men niet bezig een dode op te sieren voor de begrafenis. Zoals altijd bij deze gelegenheden zijn de autoriteiten het allerminst eens. Sir Ashley Clarke, vroeger Brits ambassa deur in Rome en nu aanvoerder van het fonds ter redding van Venetië, gelooft wel degelijk in de hulp van de Italiaanse staat bij de hulp aan de stad, maar beweegt hemel en aan de om particuliere hulp en steun van andere landen los te krijgen. Maar ook hij moet toegeven dat een indamming van de industrie van Mestre en vooral een regeling van het tij en van het instromend water in Venetië eerste vereisten zijn. Behalve Clarke en zijn organisatie zijn er nog: in de eerste plaats de Unesco, die landelijke acties coördi neert, verder: het Comitato Italiano per Venezia (gesticht in 1970), de Stichting Ercole Varzi, die bijvoorbeeld een serie fresco’s van Paolo Veronese heeft laten restaureren. De Societa Dante Alighieri, ook zeer actief in Nederland, heeft natuurlijk een wereldnaam op het gebied van apostolaat voor Italië. De stichting Venezia Nostra tenslotte heeft vorig jaar met grote en gepaste trots de gerestau reerde Rialto-brug aan het gemeentebe stuur van Venetië overgedragen. Hoe dat alles zij, niets zal een plotselin ge ondergang van al dit idealistische werk kunnen tegengaan als er nog eens een herfst met het „Aqua Alta” komt die iets ernstiger is dan die van 1976. Dan ver dwijnt het keurig opgepoetste lijk voor goed en zonder dankbaarheid aan de tal loze detailreparateurs in de vergetelheid

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1976 | | pagina 14